Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs

  • Deze omzendbrief geeft toelichting bij de toelatingsvoorwaarden in het gewoon kleuter- en lager onderwijs.
  • Het aantal halve dagen dat kleuters aanwezig moeten zijn om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs wordt verhoogd in het kader van de verlaging van de aanvang van de leerplicht. Deze maatregel treedt in werking vanaf het schooljaar 2021-2022. Dit betekent bijvoorbeeld dat van vijfjarige kleuters tijdens het schooljaar 2021-2022 ten minste 290 halve dagenaanwezigheid wordt verwacht met het oog op de toelating tot het lager onderwijs in het schooljaar 2022-2023.
  • Opgelet: Deze omzendbrief is ook van toepassing op leerlingen met een IAC-verslag in het gewoon basisonderwijs.
  • Onder voorbehoud van goedkeuring van het decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wat betreft de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal door het Vlaams Parlement en onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van het Besluit van de Vlaamse Regering, wat betreft de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal door de Vlaamse Regering, gelden de toelatingsvoorwaarden voor leerlingen in die taalafdeling zoals opgenomen in deze omzendbrief Opgelet: deze omzendbrief moet samen gelezen worden met volgende omzendbrief: omzendbrief BaO/2024/01

1. Toelatingsvoorwaarden gewoon kleuteronderwijs

1.1. Algemeen

Kleuters vanaf 2,5 tot 3 jaar mogen in het kleuteronderwijs op school aanwezig zijn op de volgende instapdagen:

  • de eerste schooldag na de zomervakantie;
  • de eerste schooldag na de herfstvakantie;
  • de eerste schooldag na de kerstvakantie;
  • de eerste schooldag van februari;
  • de eerste schooldag na de krokusvakantie;
  • de eerste schooldag na de paasvakantie;
  • de eerste schooldag na Hemelvaartsdag.

Dit betekent dat een kleuter wordt toegelaten tot het kleuteronderwijs en als regelmatige leerling beschouwd wordt vanaf de instapdag volgend op de datum waarop het de leeftijd van twee jaar en zes maanden bereikt heeft. Vóór de instapdag mag een kleuter tussen twee jaar en zes maanden en drie jaar niet op school aanwezig zijn.

Kleuters die twee jaar en zes maanden worden op een instapdag, kunnen op die dag in het kleuteronderwijs onmiddellijk toegelaten worden.

Een kleuter die de leeftijd van drie jaar bereikt heeft, kan elke dag worden ingeschreven en in de school toegelaten zonder rekening te houden met de instapdagen.

Voorbeelden:

Een kleuter geboren op 1 maart 2019 wordt op 1 september 2021 2,5 jaar. Hij mag in de school worden toegelaten de eerste schooldag van september 2021.

Een kleuter geboren op 8 maart 2019 wordt op 8 september 2021 2,5 jaar. Hij mag pas in de school worden toegelaten vanaf de eerste schooldag na de herfstvakantie. Hij wordt als regelmatige leerling beschouwd vanaf de eerste schooldag na de herfstvakantie.

Een kleuter geboren op 15 juli 2019 wordt op 15 januari 2022 2,5 jaar. Hij mag in het kleuteronderwijs worden toegelaten de eerstvolgende instapdag nadat hij de leeftijd van 2,5 jaar bereikt heeft. De kleuter mag de eerste schooldag van februari 2022 starten in het kleuteronderwijs. Hij wordt vanaf de eerste schooldag van februari als regelmatige leerling beschouwd.

Opgelet!
Bij de inschrijving van een kind in het gewoon basisonderwijs moet er naast de toelatingsvoorwaarden ook rekening gehouden worden met een aantal andere wettelijke mechanismen zoals bijvoorbeeld: voorrangsbepalingen, weigeringsgronden, moment waarop men over de documenten moet beschikken, akkoord pedagogisch project ...
Informatie hierover vindt u in de omzendbrief: BaO/2022/02 van 28/06/2022 “Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het gewoon basisonderwijs voor inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 en volgende”

1.2. Verlengd verblijf in het kleuteronderwijs

Een leerling die 6 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar, kan nog een schooljaar kleuteronderwijs volgen. In dit geval is de leerling onderworpen aan de controle op de leerplicht.

Deze afwijking blijft beperkt tot één jaar. Ook leerlingen met een IAC-verslag in het gewoon kleuteronderwijs kunnen maximaal 1 jaar langer in het gewoon kleuteronderwijs blijven.

Het verlengd verblijf in het kleuteronderwijs kan het gevolg zijn van het niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden lager onderwijs of het kan een beslissing zijn van de ouders.

Een kind voldoet niet aan de toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs, als een kind een negatieve beslissing van een klassenraad lager onderwijs heeft. In dat geval is er niet nog eens een apart advies van de klassenraad aan de ouders nodig. Wel moeten de ouders de motivering krijgen waarom een klassenraad dit zesjarig kind niet tot het gewoon lager onderwijs toelaat.

Het kan evenwel ook zijn dat het zesjarig kind wel voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs (zie verder), maar dat de ouders zelf de beslissing nemen om het kind nog een jaar langer kleuteronderwijs te laten volgen. De klassenraad geeft de ouders hierover voorafgaandelijk advies, zodat de ouders met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen. Het is noodzakelijk dat de ouders toelichting krijgen bij dit advies (eventueel tijdens een gesprek met de directeur en de betrokken klastitularis). Nadat de ouders op de hoogte zijn van de voor- en nadelen en de mogelijke consequenties, nemen zij de uiteindelijke beslissing.

Als kinderen nog geen kleuteronderwijs volgden, dan is er geen advies vereist als de ouders hun kind in het kleuteronderwijs inschrijven.

Er is geen advies van het CLB meer vereist bij een verlengd verblijf in het kleuteronderwijs.

2. Toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs

2.1. Toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs voor kinderen die nog geen zes jaar zijn

Kinderen die nog geen zes jaar oud zijn kunnen onder voorwaarden vervroegd worden toegelaten tot het lager onderwijs. Als kinderen die nog geen zes jaar zijn worden beschouwd, al wie nog geen zes jaar is geworden vóór 1 januari van het lopende schooljaar.

Voorbeeld: voor de toelating tot het schooljaar 2022-2023 worden alle leerlingen geboren in 2016 beschouwd als zesjarigen.

Er zijn twee mogelijke scenario’s waarin een leerling die nog niet de leeftijd van 6 jaar heeft bereikt, zich kan bevinden:

  • Een leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs.
  • Een leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs.

De aanvraag tot toelating gebeurt op verzoek van de ouders of op initiatief van de school.

2.1.1. Een leerling die nog niet de leeftijd van 6 jaar bereikt heeft, en die het voorafgaande schooljaar was ingeschreven een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs

Een leerling die nog niet de leeftijd van 6 jaar bereikt heeft, kan enkel toegelaten worden op verzoek van de ouders of op initiatief van de school mits:

  • Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.
  • Of, bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs.
  • Of, bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen dan de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs.

Zowel het advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde, als de eventuele beslissing van de klassenraad van de school voor lager onderwijs behelzen in elk geval de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende machtig is om het lager onderwijs te kunnen aanvatten. Andere overwegingen kunnen ook meegenomen worden.

Voor dove of slechthorende kinderen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal en voor leerlingen in het gewoon onderwijs buiten de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal die tolkondersteuning krijgen, is opgenomen dat de klassenraad bij hen geen rekening moet houden met de beheersing van het Nederlands. De klassenraad kan er voor kiezen om wel rekening te houden met de beheersing van het Nederlands maar is daartoe niet verplicht. Er geldt ook geen verplichting om een taalintegratietraject op te leggen.

Voor horende leerlingen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal moet er wel verplicht rekening worden gehouden met de beheersing van het Nederlands.

Na kennisneming van en toelichting bij het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. Deze toelatingsvoorwaarde geldt ook in de Franstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten die deel uitmaken van het Nederlandse taalgebied.

Het advies door de school voor kleuteronderwijs wordt aan de ouders meegedeeld ten laatste op 30 juni van het lopende schooljaar. Indien er geen advies gegeven wordt door de klassenraad op uiterlijk 30 juni, wordt er uitgegaan van een gunstig advies voor de leerling.

De beslissing door de school voor lager onderwijs wordt aan de ouders meegedeeld uiterlijk de tiende schooldag van september bij inschrijving vóór 1 september van het lopende schooljaar, of, bij inschrijving vanaf 1 september, uiterlijk tien schooldagen na deze inschrijving. Indien de leerling geen beroep kan doen op het behoud van inschrijving (gegarandeerde schoolloopbaan) is de leerling in afwachting van deze mededeling ingeschreven onder ontbindende voorwaarde. Bij overschrijding van de genoemde termijn is de leerling ingeschreven of toegelaten.

Aangezien de leerling wordt ingeschreven onder ontbindende voorwaarde, kan de leerling al les volgen in het lager onderwijs, tot er een beslissing is van de klassenraad lager onderwijs. Indien de leerling door de klassenraad lager onderwijs uiteindelijk toch niet zou worden toegelaten tot het lager onderwijs, wordt de inschrijving ontbonden, de dag na de beslissing van de klassenraad lager onderwijs. De ouders kunnen zich wel beroepen op de inschrijving van de leerling in de school voor kleuteronderwijs, waar de leerling ook het voorgaande schooljaar schoolliep. Deze leerling wordt verplicht in geschreven in overcapaciteit in de kleuterschool.

De schriftelijke mededeling aan de ouders van een negatief advies of negatieve beslissing bevat tevens de motivatie.

Er is geen advies van het CLB meer vereist voor de toelating van kinderen die nog geen zes jaar oud zijn, tot het lager onderwijs.

Meer informatie over een taalintegratietraject staat in de omzendbrief ‘Screening niveau onderwijstaal, taal(integratie)traject en taalbad in het gewoon basisonderwijs’.

Opgelet: als de klassenraad de toelating tot het lager onderwijs weigert in de school waar de ouders een vraag tot inschrijving voor het lager onderwijs hebben gesteld, dan bezorgt de school aan de ouders een mededeling van weigering. Als deze leerling nog niet ingeschreven was (of is) in het kleuteronderwijs van deze school kan deze leerling zich niet beroepen op de gegarandeerde schoolloopbaan. De ouders zullen een nieuwe vraag tot inschrijving moeten stellen in dezelfde school voor het kleuteronderwijs of in een andere school.
De ouders kunnen zich  beroepen op de inschrijving van de leerling in de school voor kleuteronderwijs, waar de leerling ook het voorgaande schooljaar schoolliep. Deze leerling wordt verplicht in geschreven in overcapaciteit in de kleuterschool.

Zie de omzendbrief BaO/2022/02 van 28/06/2022: “Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het gewoon basisonderwijs voor inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 en volgende”

2.1.2. Een leerling die nog niet de leeftijd van 6 jaar bereikt heeft, en die het voorafgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs

Leerlingen die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven waren in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs hebben een gunstige beslissing nodig van de klassenraad van de school voor lager onderwijs.

Deze beslissing behelst in elk geval de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten, evenwel kunnen hier ook andere overwegingen meegenomen worden. 

De klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/of taalintegratietraject. Meer informatie over een taalintegratietraject staat in de omzendbrief ‘Screening niveau onderwijstaal, taal(integratie)traject en taalbad in het gewoon basisonderwijs’.

Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

Voor dove of slechthorende kinderen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal en voor leerlingen in het gewoon onderwijs buiten de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal die tolkondersteuning krijgen, is opgenomen dat de klassenraad bij hen geen rekening moet houden met de beheersing van het Nederlands. De klassenraad kan er voor kiezen om wel rekening te houden met de beheersing van het Nederlands maar is daartoe niet verplicht. Er geldt ook geen verplichting om een taalintegratietraject op te leggen.

Voor horende leerlingen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal moet er wel verplicht rekening worden gehouden met de beheersing van het Nederlands.

De beslissing door de school voor lager onderwijs wordt aan de ouders meegedeeld uiterlijk de tiende schooldag van september bij inschrijving vóór 1 september van het lopende schooljaar, of, bij inschrijving vanaf 1 september, uiterlijk tien schooldagen na deze inschrijving.

Indien de leerling geen beroep kan doen op het behoud van inschrijving (gegarandeerde schoolloopbaan) is de leerling in afwachting van deze mededeling ingeschreven onder ontbindende voorwaarde. Bij overschrijding van de genoemde termijn is de leerling ingeschreven of toegelaten.

Na toelating door de klassenraad lager onderwijs en na kennisneming van en toelichting bij de toelating, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

De schriftelijke mededeling aan de ouders van een negatief advies of negatieve beslissing bevat tevens de motivatie.

Er is geen advies van het CLB meer vereist voor de toelating van kinderen die nog geen zes jaar oud zijn, tot het lager onderwijs.

Opgelet: als de klassenraad de toelating tot het lager onderwijs weigert, dan bezorgt de school aan de ouders een mededeling van weigering. Als er geen inschrijving is voor het kleuteronderwijs in die school kan deze leerling zich in niet beroepen op de gegarandeerde schoolloopbaan. De ouders zullen een nieuwe vraag tot inschrijving moeten stellen in dezelfde school voor het kleuteronderwijs of in een andere school. Zie de omzendbrief BaO/2022/02 van 28/06/2022: “Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het gewoon basisonderwijs voor inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 en volgende”

2.2. Toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs voor zesjarigen

Als zesjarigen worden beschouwd, al wie zes jaar geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar.

Voorbeeld: voor de toelating tot het schooljaar 2022-2023 worden alle leerlingen geboren in 2016 beschouwd als zesjarige.

Er zijn drie mogelijke scenario’s waarin zesjarige leerlingen zich kunnen bevinden:

  • Een zesjarige leerling die het voorafgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs én voldoende aanwezig was.
  • Een zesjarige leerling die het voorafgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs en onvoldoende aanwezig was.
  • Een zesjarige leerling die niet was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs.

Voor leerlingen die instappen in het gewoon lager onderwijs in Franstalige scholen in de rand- en taalgrensgemeenten die deel uitmaken van het Nederlandse taalgebied, is ingeschreven zijn geweest en/of voldoende aanwezigheid in een Nederlandstalige erkende school voor kleuteronderwijs geen vereiste. Zij hebben op basis van hun leeftijd van zes jaar recht op toelating tot het gewoon lager onderwijs.

2.2.1. Een zesjarige leerling die het voorafgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs én voldoende aanwezig was

Leerlingen die in het voorgaande schooljaar ingeschreven waren in een erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en er ten minste 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn, zijn toegelaten tot het lager onderwijs.

Aanwezigheid in de rijdende kleuterschool wordt mee in rekening genomen.

Daarnaast moet de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde ook een advies geven. Dit advies behelst de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten. Het advies door de school voor kleuteronderwijs wordt aan de ouders meegedeeld ten laatste op 30 juni van het lopende schooljaar. Indien er geen advies gegeven wordt door de klassenraad op uiterlijk 30 juni, wordt er uitgegaan van een gunstig advies voor de leerling.

De schriftelijke mededeling aan de ouders van een negatief advies bevat tevens de motivatie.

Bij ongunstig advies wordt de leerling ook toegelaten tot het lager onderwijs mits een taalintegratietraject te volgen. Meer informatie over een taalintegratietraject staat in de omzendbrief ‘Screening niveau onderwijstaal, taal(integratie)traject en taalbad in het gewoon basisonderwijs’.

Voor dove of slechthorende kinderen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal en voor leerlingen in het gewoon onderwijs buiten de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal die tolkondersteuning krijgen, is opgenomen dat de klassenraad bij hen geen rekening moet houden met de beheersing van het Nederlands). De klassenraad kan er voor kiezen om wel rekening te houden met de beheersing van het Nederlands bij die dove of slechthorende kinderen, maar is daartoe niet verplicht. Er geldt ook geen verplichting om een taalintegratietraject op te leggen.

Voor horende leerlingen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal moet er wel verplicht rekening worden gehouden met de beheersing van het Nederlands.

Opgelet: Voor de toelatingsvoorwaarde gaat het om 290 halve dagen daadwerkelijke aanwezigheid in het kleuteronderwijs. Voor de leerplicht en in functie van de regelmatigheid van de leerling kunnen afwezigheden die de directie aanvaardbaar acht in aanmerking genomen worden voor het bereiken van deze 290 halve dagen. Zie de omzendbrief ‘De leerplicht’.

2.2.2. Een zesjarige leerling die het voorafgaande schooljaar ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs en onvoldoende aanwezig was

Leerlingen die in het voorgaande schooljaar ingeschreven waren in een erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en niet ten minste 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn, kunnen enkel toegelaten worden mits:

  • Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.
  • Of, bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs voor de inschrijving in die school en het volgen van een taalintegratietraject.
  • Of, bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen dan de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs voor de inschrijving in die school.

Zowel het advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde, als de eventuele beslissing van de klassenraad van de school voor lager onderwijs behelzen in elk geval de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het lager onderwijs te kunnen starten. Andere overwegingen kunnen ook meegenomen worden.

Voor dove of slechthorende kinderen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal en voor leerlingen in het gewoon onderwijs buiten de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal die tolkondersteuning krijgen, is opgenomen dat de klassenraad bij hen geen rekening moet houden met de beheersing van het Nederlands. De klassenraad kan er voor kiezen om wel rekening te houden met de beheersing van het Nederlands maar is daartoe niet verplicht. Er geldt ook geen verplichting om een taalintegratietraject op te leggen.

Voor horende leerlingen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal moet er wel verplicht rekening worden gehouden met de beheersing van het Nederlands.

Het advies door de school voor kleuteronderwijs wordt aan de ouders meegedeeld ten laatste op 30 juni van het lopende schooljaar. Indien er geen advies gegeven wordt door de klassenraad op uiterlijk 30 juni, wordt er uitgegaan van een gunstig advies voor de leerling.

De beslissing door de school voor lager onderwijs wordt aan de ouders meegedeeld uiterlijk de tiende schooldag van september bij inschrijving vóór 1 september van het lopende schooljaar, of, bij inschrijving vanaf 1 september, uiterlijk tien schooldagen na deze inschrijving.

Indien de leerling geen beroep kan doen op het behoud van inschrijving (gegarandeerde schoolloopbaan) is de leerling in afwachting van deze mededeling ingeschreven onder ontbindende voorwaarde. Bij overschrijding van de genoemde termijn is de leerling ingeschreven of toegelaten.

Aangezien de leerling wordt ingeschreven onder ontbindende voorwaarde, kan de leerling al les volgen in het lager onderwijs, tot er een beslissing is van de klassenraad lager onderwijs. Indien de leerling door de klassenraad lager onderwijs uiteindelijk toch niet zou worden toegelaten tot het lager onderwijs, wordt de inschrijving ontbonden, de dag na de beslissing van de klassenraad lager onderwijs. De ouders kunnen zich wel beroepen op de inschrijving van de leerling in de school voor kleuteronderwijs, waar de leerling ook het voorgaande schooljaar schoolliep. Deze leerling wordt verplicht in geschreven in overcapaciteit in de kleuterschool.

De schriftelijke mededeling aan de ouders van een negatief advies of negatieve beslissing bevat tevens de motivatie.

Opgelet: als de klassenraad de toelating tot het lager onderwijs weigert in de school waar de ouders een vraag tot inschrijving voor het lager onderwijs hebben gesteld, dan bezorgt de school aan de ouders een mededeling van weigering. Als deze leerling nog niet ingeschreven was (of is) in het kleuteronderwijs van deze school kan deze leerling zich niet beroepen op de gegarandeerde schoolloopbaan. De ouders zullen een nieuwe vraag tot inschrijving moeten stellen in dezelfde school voor het kleuteronderwijs of in een andere school.
De ouders kunnen zich ook beroepen op de inschrijving van de leerling in de school voor kleuteronderwijs, waar de leerling ook het voorgaande schooljaar schoolliep op basis van een verplichte inschrijving in overcapaciteit.
Zie de omzendbrief BaO/2022/02 van 28/06/2022: “Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het gewoon basisonderwijs voor inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 en volgende”

2.2.3. Een zesjarige leerling die het voorafgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs

Leerlingen die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven waren in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende school voor Nederlandstalig kleuteronderwijs hebben een gunstige beslissing nodig van de klassenraad van de school voor lager onderwijs.

Deze beslissing behelst in elk geval de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten, evenwel kunnen hier ook andere overwegingen meegenomen worden. 

De klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject of taalintegratietraject.

Voor dove of slechthorende kinderen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal en voor leerlingen in het gewoon onderwijs buiten de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal die tolkondersteuning krijgen, is opgenomen dat de klassenraad bij hen geen rekening moet houden met de beheersing van het Nederlands. De klassenraad kan er voor kiezen om wel rekening te houden met de beheersing van het Nederlands bij die dove of slechthorende kinderen, maar is daartoe niet verplicht. Er geldt ook geen verplichting om een taalintegratietraject op te leggen.

Voor horende leerlingen in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal moet er wel verplicht rekening worden gehouden met de beheersing van het Nederlands.

Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject of een taalintegratietraject volgt.

De beslissing door de school voor lager onderwijs wordt aan de ouders meegedeeld uiterlijk de tiende schooldag van september bij inschrijving vóór 1 september van het lopende schooljaar, of, bij inschrijving vanaf 1 september, uiterlijk tien schooldagen na deze inschrijving.

Aangezien de leerling die het voorafgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs, kan de leerling geen beroep doen op het behoud van inschrijving (gegarandeerde schoolloopbaan). De leerling is in afwachting van deze mededeling ingeschreven onder ontbindende voorwaarde. Bij overschrijding van de genoemde termijn is de leerling ingeschreven of toegelaten.

Aangezien de leerling wordt ingeschreven onder ontbindende voorwaarde, kan de leerling al les volgen in het lager onderwijs, tot er een beslissing is van de klassenraad lager onderwijs. Indien de leerling door de klassenraad lager onderwijs uiteindelijk toch niet zou worden toegelaten tot het lager onderwijs, wordt de inschrijving ontbonden, de dag na de beslissing van de klassenraad lager onderwijs.

De schriftelijke mededeling aan de ouders van een negatieve beslissing bevat tevens de motivatie.

Opgelet: als de klassenraad de toelating tot het lager onderwijs weigert, dan bezorgt de school aan de ouders een mededeling van weigering. Als er geen inschrijving is voor het kleuteronderwijs in die school kan deze leerling zich in niet beroepen op de gegarandeerde schoolloopbaan. De ouders zullen een nieuwe vraag tot inschrijving moeten stellen in dezelfde school voor het kleuteronderwijs of in een andere school. Zie de omzendbrief BaO/2022/02 van 28/06/2022: “Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het gewoon basisonderwijs voor inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 en volgende”

2.3. Toelatingsvoorwaarde gewoon lager onderwijs voor zevenjarigen en ouder

Als zevenjarigen worden beschouwd: alle leerlingen die zeven jaar geworden zijn vóór 1 januari van het lopende schooljaar.

Bijvoorbeeld: voor de toelating tot het schooljaar 2021-2022 worden alle leerlingen geboren in 2014 beschouwd als zevenjarigen.

Deze leerlingen hebben op basis van hun leeftijd recht op toelating tot het gewoon lager onderwijs. De vereisten omtrent voldoende aanwezigheid in het Nederlandstalig erkend kleuteronderwijs, het volgen van een taalintegratietraject of toelating door de klassenraad zijn op hen niet van toepassing.

2.4. Overdracht van adviezen en beslissingen

Het gunstig advies of het ontbreken van een advies van de klassenraad kleuteronderwijs om een leerling die minder dan 290 halve dagen kleuteronderwijs gevolgd heeft toe te laten tot het lager onderwijs, geldt als toelating tot elke lagere school. Bij negatief advies van de klassenraad kleuteronderwijs, geldt de beslissing van de klassenraad lager onderwijs enkel voor de desbetreffende lagere school en geldt deze beslissing niet voor een andere school.

In geval van een schoolverandering moet elke klassenraad van de school voor lager onderwijs -indien van toepassing- autonoom beslissen over de toelating van een leerling. Bij een schoolverandering is het de verantwoordelijkheid van de nieuwe school om de toelatingsvoorwaarden toe te passen. De regelgeving voorziet geen automatische overdracht van beslissingen van de klassenraden die een leerling toelating geven tot een bepaald onderwijsniveau.

Als de toelatingsvoorwaarden een beslissing van de lagere school verwacht, is het aan de nieuwe lagere school om die beslissing over de toelating te nemen.

Voorbeeld:

Een zesjarige leerling verandert van school A naar Bin de loop van zijn eerste leerjaar lager onderwijs.

De leerling was het voorafgaande schooljaar onvoldoende halve dagen aanwezig en kreeg een ongunstig advies van de klassenraad voor kleuteronderwijs. De klassenraad lager onderwijs van school A nam een gunstige beslissing om de leerling toe te laten tot het lager onderwijs.
De leerling verandert van school in de loop van het schooljaar. De nieuwe school schrijft deze leerling in onder ontbindende voorwaarde en buigt zich opnieuw over de toelating van deze leerling tot het lager onderwijs. Als de nieuwe school zich niet buigt over de toelating van deze leerling tot het lager onderwijs binnen de tien schooldagen na de inschrijving, dan is deze leerling ingeschreven.

Ook als de leerling niet toegelaten werd door de klassenraad lager onderwijs van school A, buigt de nieuwe school B zich over de toelating van deze leerling tot het lager onderwijs.

2.5. Organisatie klassenraden

Een basisschool kan beslissen om de klassenraad van het kleuteronderwijs samen te laten vergaderen met die van het lager onderwijs.

De klassenraden voor kleuteronderwijs en lager onderwijs moeten wel elk hun eigen advies en/of beslissing nemen.

3. Duur van het gewoon lager onderwijs

3.1. Algemeen principe

Hoe lang een leerling in het lager onderwijs kan doorbrengen wordt vanaf het schooljaar 2016-2017 niet langer uitgedrukt in aantal jaren. Er is geen minimumleeftijd om te starten in het lager onderwijs en het lager onderwijs kan beëindigd worden vanaf dat de leerling zijn getuigschrift behaald heeft (zie omzendbrief ‘Het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs’ (BaO/98/11) http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=9287 ).

In principe duurt het lager onderwijs zes jaar.

3.2. Getuigschrift basisonderwijs

Een leerling die het getuigschrift basisonderwijs behaald heeft, kan geen lager onderwijs meer volgen, tenzij na gunstig advies door de klassenraad van de school waar de leerling het voorafgaande schooljaar lager onderwijs heeft gevolgd. De klassenraad geeft het advies op vraag van de ouders. Na kennisneming van en toelichting bij het advies van de klassenraad nemen de ouders daaromtrent een beslissing.

Als de leerling het voorafgaande schooljaar geen les heeft gevolgd in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende school voor het lager onderwijs, wordt het advies verstrekt door de klassenraad van de school waar de leerling het gewoon lager onderwijs wil volgen.

Het gunstig advies van de klassenraad geeft toegang tot elke lagere school. Zo wordt gegarandeerd dat een leerling die de toelating heeft gekregen om nog een jaar lager onderwijs te volgen bij schoolverandering niet kan geweigerd worden op basis van de toelatingsvoorwaarden.

Indien het getuigschrift basisonderwijs niet op het einde van het schooljaar wordt toegekend, maar in de loop van het schooljaar is de klassenraad verplicht om een gunstig advies te geven over de toelating tot het lager onderwijs.

Meer informatie over het getuigschrift basisonderwijs vindt u in de omzendbrief BaO/98/11 ‘Het uitreiken van het getuigschrift basisonderwijs’ (zie http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=9287)

3.3. Maximumduur lager onderwijs

Een leerling die veertien jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan nog één schooljaar lager onderwijs volgen, na gunstig advies door de klassenraad van de school waar de leerling het voorafgaande schooljaar lager onderwijs heeft gevolgd. De klassenraad geeft de ouders toelichting bij het advies. De klassenraad geeft het advies op vraag van de ouders of op eigen initiatief. Na kennisneming van en toelichting bij het advies van de klassenraad nemen de ouders daaromtrent een beslissing. De ouders kunnen dus niet verplicht worden hun kind op de leeftijd van veertien jaar nog lager onderwijs te laten volgen, ook al is er een gunstig advies van de klassenraad.

Als de leerling het voorafgaande schooljaar geen les heeft gevolgd in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende school voor het lager onderwijs, wordt het advies van de klassenraad verstrekt door de klassenraad van de school waar de leerling het gewoon lager onderwijs wil volgen.

Het gunstig advies van de klassenraad geeft toegang tot elke lagere school. Zo wordt gegarandeerd dat een leerling die de toelating heeft gekregen om nog een jaar lager onderwijs te volgen bij schoolverandering niet kan geweigerd worden op basis van de toelatingsvoorwaarden.

Er is geen advies van het CLB meer vereist.

Een leerling die vijftien jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan niet meer toegelaten worden tot het lager onderwijs.

4. Regelmatige leerling

Een regelmatige leerling is een leerling die:

  • voldoet aan de toelatingsvoorwaarden zoals bepaald onder punt 1 en 2 of 3;
  • slechts in één school is ingeschreven behalve wanneer het kind ook ingeschreven is in een school voor type 5;
  • in het lager onderwijs, of als zesjarige in het kleuteronderwijs, altijd aanwezig is, behalve bij gewettigde afwezigheid;
  • als vijfjarige in het kleuteronderwijs voldoende aanwezig is (290 halve dagen, waarbij de afwezigheden die de directie aanvaardbaar acht, meetellen voor deze 290 halve dagen);
  • als leerplichtige deelneemt aan alle onderwijsactiviteiten die voor de leerlingengroep of de leerling worden georganiseerd, behoudens vrijstelling voor godsdienst/zedenleer. Deelname aan een taalbad of een ander taalintegratietraject (sinds 1/9/2014, zie omzendbrief BaO/2014/01, Screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad in het gewoon lager onderwijs) wordt als zodanig beschouwd.

Deze bepaling is van belang voor de vaststelling van het werkingsbudget en het lestijdenpakket. Enkel regelmatige leerlingen tellen mee bij de berekening.

5. Bijlage