… invoering van het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer in het gewoon secundair onderwijs vanaf 1 september 2014

  • referentie
    PERS/2014/07
  • publicatiedatum
    04/07/2014
  • datum laatste wijziging
    15/06/2015
  • wettelijke basis
    Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs
  • contact
  • contact
    Leraar niet-confessionele zedenleer: maarten.beel@ond.vlaanderen.be (02/5539107)
  • Voor het nieuwe ambt van leraar niet-confessionele zedenleer worden bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen voorzien. Voor wie reeds aangesteld was als leraar voor het vroegere vak AV niet-confessionele zedenleer wordt in een ambtshalve concordantie voorzien.

1. Ambt van leraar niet-confessionele zedenleer

1.1. Algemeen

Vanaf 1 september 2014 wordt er voor het gewoon secundair onderwijs (onder gewoon secundair onderwijs wordt ook opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs verstaan) een nieuw ambt ingericht, het ambt van “leraar niet-confessionele zedenleer”. Dit ambt is, net zoals het ambt van “godsdienstleraar”, te onderscheiden van het ambt van “leraar”.

Voor nieuwe personeelsleden die belast worden met niet-confessionele zedenleer betekent de invoering van dit nieuwe, aparte ambt, dat de statutaire rechten en plichten voor niet-confessionele zedenleer opgebouwd worden in dit nieuwe ambt. Voor meer info verwijzen we naar de omzendbrieven over de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, de vaste benoeming en de reaffectatie- en wedertewerkstellingsregeling). De bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer zijn dezelfde als die van het vroegere vak AV niet-confessionele zedenleer (zie ook http://www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen.)

Voor personeelsleden die voor 1 september 2014 als leraar secundair onderwijs reeds belast waren met het vak niet-confessionele zedenleer is een regeling getroffen die de reeds verworven rechten en plichten voor het vak niet-confessionele zedenleer garandeert. Deze wordt hieronder verder uitgelegd.

1.2. Concordantie en overgangsmaatregelen

Als de overheid opheffingen of wijzigingen doorvoert in bestaande structuren (b.v. wijzigingen in benamingen van vakken of ambten), heeft dit meestal invloed op personeelsleden en op inrichtende machten die betrokken zijn bij een dergelijke maatregel. Bij elke verandering is het dan ook de taak van de overheid om te bepalen in welke mate de rechten en plichten van alle betrokken partijen gegarandeerd worden. Deze garanties bieden we via een mechanisme van concordanties en, waar nodig, ook overgangsmaatregelen voor het bekwaamheidsbewijs en de salarisschaal.

Hierna vindt u de maatregelen die zijn getroffen voor wat de omzetting naar het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer betreft.

1.2.1. Ambtshalve concordantie

De rechten en plichten die een personeelslid opgebouwd heeft in de 'vroegere' benaming van leraar secundair onderwijs, belast met het vak niet-confessionele zedenleer, worden, via een ambtshalve concordantie automatisch overgedragen naar de nieuwe benaming leraar niet-confessionele zedenleer.

Het gaat hier om een ingreep die de administratie centraal uitvoert voor iedereen die voor het vak niet-confessionele zedenleer in het ambt van leraar secundair onderwijs rechten en plichten heeft opgebouwd tot en met 31 augustus 2014 (zie echter wel onder 5.3 voor de praktische schikkingen).

1.2.1.1. Doelgroep

Er vindt een ambtshalve concordantie plaats voor de personeelsleden van het voltijds secundair onderwijs die in de loop van het schooljaar 2011-2012, 2012-2013 of 2013-2014 aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

a) ze zijn titularis geweest van een betrekking in het algemene vak niet-confessionele zedenleer en ze zijn uiterlijk op 31 augustus 2014 voor het algemene vak niet-confessionele zedenleer vastbenoemd;
b) ze zijn tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest in een betrekking in het algemene vak niet-confessionele zedenleer.

1.2.1.2. Gevolgen

De ambtshalve concordantie heeft tot gevolg dat:

1° de kandidaatstelling voor een tijdelijke aanstelling, indien van toepassing, voor het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, geldt als kandidaatstelling voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

2° de diensten, gepresteerd in het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, automatisch meetellen als gepresteerde diensten in het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

Een bachelor in onderwijs secundair onderwijs Frans-NCZ oefent in de periode 01.09.2013 – 31.8.2014 het ambt van leraar uit voor de volgende opdracht:
AV Frans (VE) 303 dagen en 12/22 AV NCZ (VE) 200 dagen
Via de ambtshalve concordantie zal hij op 1.9.2014 in het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer een dienstanciënniteit hebben van 303 dagen.

Een bachelor in onderwijs secundair onderwijs Frans-aardrijkskunde oefent in de periode 01.09.2013 -31.8.2014 het ambt van leraar uit voor de volgende opdracht:
10/22 AV Frans (VE) 303 dagen en 8/22 AV NCZ (VO) 160 dagen : 2 = 80 dagen  
Via de ambtshalve concordantie zal hij op 1.9.2014 in het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer een dienstanciënniteit hebben van 80 dagen.

3° de kandidaatstelling voor een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer geldt als kandidaatstelling voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

4° het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur voor het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer automatisch geldt voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

5° een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur voor het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer automatisch geldt voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

6° de vacantverklaring en de kandidaatstelling met het oog op een vaste benoeming in het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, worden geacht te zijn gebeurd in het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

7° wie vast benoemd is voor het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, automatisch is vast benoemd voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

Opgelet: de ambtshalve concordantie van de vaste benoeming is beperkt tot het volume van de opdracht in het vak niet-confessionele zedenleer waarvoor het personeelslid op 31 augustus 2014 is vast benoemd. Dit betekent dat het volume vastbenoemde uren niet-confessionele zedenleer op 31 augustus 2014 wordt overgedragen naar de vaste benoeming in het nieuwe ambt van leraar niet-confessionele zedenleer op 1 september 2014.

Het personeelslid dat niet voltijds is vast benoemd als leraar niet-confessionele zedenleer kan natuurlijk zijn vaste benoeming later uitbreiden volgens de geldende regels.

Een bachelor in onderwijs secundair onderwijs wiskunde-NCZ is op 31.8.2014 vastbenoemd voor de volgende opdracht:  
- AV niet-confessionele zedenleer: 12 uur
- AV wiskunde: 8 uur.
Op 1.9.2014 is hij via ambtshalve concordantie vastbenoemd voor de volgende opdracht:
- leraar niet-confessionele zedenleer: 12 uur
- leraar AV wiskunde: 8 uur.

8° de vacantverklaring en de kandidaatstelling met het oog op mutatie, indien van toepassing, in het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, worden geacht te zijn gebeurd in het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

9° wie terbeschikking gesteld was wegens ontstentenis van betrekking voor het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, dat automatisch blijft voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

10° wie gereaffecteerd of wedertewerkgesteld was in het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, automatisch zijn reaffectatie of wedertwerkstelling behoudt in het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer;

11° een conformiteitsattest voor het ambt van leraar, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, uitgereikt ter uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 betreffende de omzetting van de Europese Richtlijn 2005/36 voor wervingsambten in het onderwijs en voor sommige functies in de basiseducatie, automatisch geldt voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer.

AANDACHT:
Wie behalve met AV niet-confessionele zedenleer ook belast is met andere vakken, behoudt bij de ambtshalve concordantie van het AV niet-confessionele zedenleer naar het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer, voor die andere vakken binnen het ambt van leraar secundair onderwijs de rechten en plichten die binnen het ambt van leraar secundair onderwijs voor die andere vakken verworven zijn.

Een bachelor in onderwijs secundair onderwijs Frans-NCZ oefent in de periode 01.09.2013 – 31.8.2014 het ambt van leraar uit voor de volgende opdracht:
10/22 AV Frans (VE) 200 dagen en 12/22 AV NCZ (VE) (303 dagen)
In het ambt van leraar geniet hij een dienstanciënniteit van 303 dagen. Deze behoudt hij op 1.9.2014. Ook in het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer geniet hij een dienstanciënniteit van 303 dagen.

1.2.1.3. Concordantiedatum? 

De ambtshalve concordantie van het ambt van leraar secundair onderwijs, belast met het algemeen vak niet-confessionele zedenleer, naar het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer gebeurt automatisch op 1 september 2014.

1.2.2. Overgangsmaatregelen

De bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer zijn, zoals al vermeld, identiek aan die van het vroegere AV niet-confessionele zedenleer.

De personeelsleden behouden net dezelfde rubricering van bekwaamheidsbewijs en dezelfde salarisschaal, als zij hadden voor AV niet-confessionele zedenleer.

De personeelsleden die een ambtshalve concordantie naar leraar niet-confessionele zedenleer genieten en via een eerdere regeling al voor AV niet-confessionele zedenleer een overgangsmaatregel hadden, voor het bekwaamheidsbewijs of voor de salarisschaal, en die organiek gezien voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer nu een minder gunstige rubricering van bekwaamheidsbewijs en/of een lagere salarisschaal zouden hebben, behouden bij overgangsmaatregel hun vroegere rechten qua bekwaamheidsbewijs en/of salarisschaal.

1.3. Praktische schikkingen

Voor alle personeelsleden die vanaf 1/9/2014 nog een opdracht niet-confessionele zedenleer hebben, moet er een nieuwe zending gebeuren.

U gebruikt hiervoor ambtcode 4 (= leraar niet-confessionele zedenleer) én de vakcode 187 (= AV niet-confessionele zedenleer) en u geeft ook aan in welke graad en onderwijsvorm dat personeelslid tewerkgesteld is.