INLEIDING
Deze omzendbrief biedt een gecoördineerd overzicht van de reglementaire bepalingen betreffende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling.
De omzendbrief bestaat uit een algemeen deel dat geldt voor alle niveaus, aangevuld met specifieke delen per onderwijsniveau.
1.
Toepassingsgebied
De reglementering is van toepassing op de personeelsleden en op de inrichtende machten van het gemeenschapsonderwijs en van het gesubsidieerd onderwijs.
De reglementering geldt voor de volgende onderwijsniveaus:
- het basisonderwijs;
- het secundair onderwijs;
- het volwassenenonderwijs;
- het deeltijds kunstonderwijs;
- de centra voor leerlingenbegeleiding;
- de onderwijsinternaten;
- de leersteuncentra.
Binnen deze onderwijsniveaus is de reglementering niet van toepassing op:
- de personeelsleden die tot de proeftijd zijn toegelaten in een selectie- of bevorderingsambt bij toepassing van artikel 48 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs;
- de leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel en de inrichtende machten die ze tewerkstellen;
De reglementering is evenmin van toepassing op:
-de leden van het personeel van het academisch onderwijs;
-het personeel van de hogescholen;
- de personeelsleden van de basiseducatie.
2.
Begrippenkader
2.1.
Inrichtende macht
Voor de toepassing van de reglementering inzake de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling is de inrichtende macht voor het gemeenschapsonderwijs de scholengroep. Bij ontstentenis van dit bestuursorgaan is de inrichtende macht de Raad van het Gemeenschapsonderwijs.
Voor het gemeentelijk en provinciaal onderwijs zijn respectievelijk het gemeentebestuur en het provinciebestuur inrichtende macht.
De inrichtende macht in het gesubsidieerd vrij onderwijs bestaat uit een feitelijke of wettelijke vereniging van personen die middelen samenbrengen met het doel onderwijs in te richten.
2.2.
"Hetzelfde ambt" en "ander ambt"
De definitie van “hetzelfde ambt” is verschillend per onderwijsniveau en wordt uitgelegd in de specifieke delen.
Het begrip “hetzelfde ambt” speelt een cruciale rol, zowel bij de aan de terbeschikkingstelling voorafgaand te nemen maatregelen, als bij de terbeschikkingstelling en bij de reaffectatie.
Het begrip “ander ambt” speelt een rol bij de wedertewerkstelling.
2.3.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
Wat is een reaffectatie?
Dit betekent dat men een ter beschikking gesteld personeelslid een betrekking toewijst in “hetzelfde ambt”.
Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" wordt tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs en tussen de verschillende onderwijsniveaus, voor wat reaffectatie betreft, geen onderscheid gemaakt voor de leden van het ondersteunend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het administratief personeel, het paramedisch personeel, het medisch personeel, het orthopedagogisch personeel, het sociaal personeel en het psychologisch personeel.
Voor de toepassing van “hetzelfde ambt” wordt, voor wat reaffectatie betreft, voor de leden van het leerondersteunend personeel geen onderscheid gemaakt tussen de zelfstandige leersteuncentra en de leersteuncentra die deel uitmaken van een school voor buitengewoon basisonderwijs of buitengewoon secundair onderwijs.
Voor de personeelsleden die een erkende nascholing genoten hebben en hierdoor een bijkomende onderwijsbevoegdheid verworven hebben, wordt "hetzelfde ambt" uitgebreid in functie van deze nieuwe onderwijsbevoegdheid zowel voor de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling als bij de terbeschikkingstelling.
Voor de personeelsleden die in het kader van een professionaliseringstraject een bijkomende onderwijsbevoegdheid verworven hebben, wordt "hetzelfde ambt" uitgebreid in functie van deze nieuwe onderwijsbevoegdheid zowel voor de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking als bij de terbeschikkingstelling zelf.
Voor een leraar die in het kader van een herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid een inperking van de draagwijdte van zijn vaste benoeming krijgt, wordt “hetzelfde ambt” in overeenstemming daarmee ingeperkt. Zie punt 9.1.1.1 (secundair onderwijs), punt 10.1.1 (deeltijds kunstonderwijs) of punt 12.1.1.1 (volwassenenonderwijs).
Wat is een wedertewerkstelling?
Dit betekent dat men een ter beschikking gesteld personeelslid een betrekking toewijst in een “ander ambt”.
Een “ander ambt” wordt als volgt gedefinieerd: elk ambt, met uitzondering van “hetzelfde ambt” in de verschillende onderwijsniveaus, de centra voor leerlingenbegeleiding, de onderwijsinternaten en de leersteuncentra waarvoor het betrokken personeelslid:
- over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs;
- over een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, mits onderlinge overeenkomst tussen het personeelslid en de inrichtende macht.
Voor een leraar die in het kader van een herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid een inperking van de draagwijdte van zijn vaste benoeming krijgt, behoren de vakken, specialiteiten, opleidingen of modules die daardoor niet meer behoren tot de draagwijdte van zijn vaste benoeming, daardoor ook niet tot de omschrijving van “ander ambt”. Zie punt 9.1.1.2 (secundair onderwijs), punt 10.1.2 (deeltijds kunstonderwijs) of punt 12.1.1.2 (volwassenenonderwijs).
Naar welke personeelscategorieën een personeelslid verplicht weder te werk gesteld kan worden, is bepaald in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992.
Een wedertewerkstelling vanuit een wervingsambt naar een selectie- of bevorderingsambt of vanuit een selectieambt naar een bevorderingsambt is niet verplicht.
De verplichting tot wedertewerkstelling geldt eveneens niet als aan een personeelslid dat ter beschikking is gesteld in een wervings-, selectie- of bevorderingsambt, een betrekking zou moeten worden toegewezen in een wervings-, selectie- of bevorderingsambt in een scholengemeenschapsinstelling van een scholengemeenschap van het basisonderwijs of van het secundair onderwijs.
2.4.
Vacature
Wat is een vacature?
Een vacature is elke volledige of onvolledige betrekking die vacant is, of waarvan de titularis of zijn vervanger afwezig is voor een periode van ten minste 10 werkdagen. Elke betrekking die door de overheid financierbaar of subsidieerbaar is, is onderworpen aan de bepalingen van dit besluit.
2.5.
Karakter
Het begrip “karakter” wordt gehanteerd in functie van de werkzaamheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie en wordt als volgt gedefinieerd:
“indeling van instellingen en scholen naargelang ze behoren tot het gesubsidieerd officieel onderwijs, het gesubsidieerd vrij onderwijs naargelang van de onderscheiden godsdiensten of levensbeschouwingen, of tot het gesubsidieerd vrij niet-confessioneel onderwijs”.
2.6.
Niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie moet een personeelslid dat ze niet kan reaffecteren of weder te werk stellen in een organieke betrekking, toewijzen als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan een scholengemeenschap of aan een instelling(zie punt 4.2.1).
Deze niet-organieke betrekking wordt ingericht buiten de organiek toegekende personeelsomkadering van de instelling waaraan het personeelslid wordt toegewezen. De toewijzing geldt als een reaffectatie, maar in deze betrekking is geen vervanging mogelijk als het toegewezen personeelslid afwezig is en is ook geen definitieve affectatie, mutatie of vaste benoeming mogelijk.
2.7.
Scholengemeenschapsinstelling in het basis- en secundair onderwijs
Met ingang van 1 september 2021 kan in een scholengemeenschap in het basis- of secundair onderwijs een of meer scholengemeenschapsinstellingen worden ingericht.
Voor de principes betreffende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling geldt een scholengemeenschapsinstelling als een school die behoort tot een scholengemeenschap. De verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling van de inrichtende macht van een scholengemeenschapsinstelling zijn echter beperkt tot de eigen terbeschikkinggestelde personeelsleden. U vindt de nodige informatie hierover in punt 8.5.1 voor het basisonderwijs en in punt 9.3.1 voor het secundair onderwijs.
Meer informatie over de scholengemeenschapsinstelling vindt u:
- voor het basisonderwijs in punt 8 van de omzendbrief “Scholengemeenschappen basisonderwijs” (BaO/2005/11 van 30-06-2005);
- voor het secundair onderwijs in punt 5 van de omzendbrief “Scholengemeenschappen secundair onderwijs ” (SO 62 van 30-04-1999).
3.
Fasen te doorlopen tot de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
3.1.
Verdeling van de betrekkingen onder de vastbenoemde titularissen
De inrichtende macht verdeelt bij het begin van het schooljaar de betrekkingen waarop zij volgens de haar toegekende omkadering recht heeft over de vastbenoemde personeelsleden.
Ook voor vastbenoemde personeelsleden met een verlofstelsel op 31 augustus, voorziet de inrichtende macht op de daaropvolgende 1 september een opdracht. Dit is zelfs zo als het verlof op 1 september verder doorloopt of verlengd wordt.
Deze verdeling gebeurt:
- per instelling of, voor het gewoon secundair onderwijs, per pedagogische entiteit;
- per ambt, dus in hetzelfde ambt als dit waarin het personeelslid vast benoemd is;
- voor eenzelfde gepondereerd volume van de opdracht waarvoor de personeelsleden op 31 augustus van het voorafgaand schooljaar vastbenoemd personeelslid waren en/of ter beschikking waren gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
De mogelijkheid bestaat dat de inrichtende macht in een bepaald ambt niet genoeg omkadering heeft om al haar vastbenoemde personeelsleden een opdracht te garanderen. In dit geval moet zij in het ambt, waarvoor er onvoldoende omkadering is, een vastbenoemd personeelslid ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking.
Voordat de inrichtende macht een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking kan uitspreken, moet zij de voorafgaande maatregelen toepassen.
3.2.
Maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling
Als de inrichtende macht in een bepaald ambt niet genoeg omkadering heeft om al haar vastbenoemde personeelsleden een opdracht te geven, zal zij een aantal personeelsbewegingen moeten uitvoeren. Dit noemt men de voorafgaande maatregelen. De bedoeling van deze maatregelen is een terbeschikkingstelling te vermijden of tot een minimum te beperken.
Bij de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling in het onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen het gewoon onderwijs enerzijds en het buitengewoon onderwijs anderzijds.
In het gemeenschapsonderwijs neemt de inrichtende macht de voorafgaande maatregelen onder alle personeelsleden behorend tot dezelfde instelling.
In het gesubsidieerd onderwijs neemt de inrichtende macht naar keuze de voorafgaande maatregelen onder alle personeelsleden behorend tot dezelfde instelling of tot de instellingen die deze inrichtende macht tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente. Als de instellingen van de inrichtende macht tot een scholengemeenschap behoren, is deze keuze beperkt tot de instellingen van de inrichtende macht die binnen de scholengemeenschap op het grondgebied van dezelfde gemeente liggen.
Zowel de inrichtende macht van het gesubsidieerd onderwijs als deze van het gemeenschapsonderwijs moeten in de opgegeven volgorde en voor zover dit nodig is om een terbeschikkingstelling te vermijden de volgende maatregelen treffen:
- Zij brengt binnen “hetzelfde ambt” de prestaties van de personeelsleden in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet op het minimum aantal (les)uren vereist voor een betrekking met volledige prestaties.
- Zij brengt binnen “hetzelfde ambt” de prestaties van de personeelsleden in een andere instelling op het minimum aantal (les)uren vereist voor een betrekking met volledige prestaties.
- Zij stelt een einde aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die “hetzelfde ambt” uitoefenen.
- Zij stelt een einde aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in “hetzelfde ambt” uitoefenen.
- Zij stelt een einde aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van wedertewerkstelling of bij wijze van reaffectatie in dienst genomen werden in “hetzelfde ambt”.
Aandacht!
Als de inrichtende macht in het gesubsidieerd onderwijs de keuze maakt om de voorafgaande maatregelen toe te passen op al haar instellingen op het grondgebied van een zelfde gemeente, en die in voorkomend geval behoren tot eenzelfde scholengemeenschap, behoort voor een vastbenoemd personeelslid een nieuwe affectatie ook tot de voorafgaande maatregelen.
Het personeelslid dat behoort tot een instelling van het gesubsidieerd vrij onderwijs en dat niet akkoord gaat met een nieuwe affectatie als gevolg van de toepassing van de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling, wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in de instelling van affectatie.
Specifieke afwijkingen voor bepaalde onderwijsniveaus vindt u terug in het desbetreffende deel.
3.3.
Voorwaarden waaraan een personeelslid moet voldoen om ter beschikking gesteld te kunnen worden wegens ontstentenis van betrekking
3.3.1.
Vaste benoeming
Het personeelslid moet vast benoemd zijn.
3.3.2.
Hoofdambt - bijbetrekking
De personeelsleden moeten het ambt waarin ze vast benoemd zijn in hoofdambt uitoefenen.
Uitzondering
In het gemeenschapsonderwijs kan een personeelslid dat vast benoemd is in een ambt in bijbetrekking in het volwassenenonderwijs eveneens ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
De personeelsleden, die ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking en die het ambt in bijbetrekking uitoefenen, ontvangen geen wachtgeld. In het geval van een gedeeltelijke terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking worden ze slechts bezoldigd pro rata van de resterende prestaties in de bedoelde bijbetrekking.
3.3.3.
Salaris(toelage)
De personeelsleden moeten op de vooravond van de te nemen maatregel een salaris of een salaristoelage ten laste van de Vlaamse Gemeenschap genieten.
De vastbenoemde personeelsleden die op de vooravond van de te nemen maatregel een reglementair verlof, afwezigheid of een andere terbeschikkingstelling genieten, worden gelijkgesteld met de in het eerste lid bedoelde personen.
3.4.
Oorzaken van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
De personeelsleden kunnen worden ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking als gevolg van:
- de toepassing van de geldende normen;
- een wijziging in de schoolbevolking;
- een door de Vlaamse Gemeenschap of door een inrichtende macht genomen beslissing betreffende de organisatie van het onderwijs, van de inspectie, van de instelling;
- een beslissing van MEDEX waarbij een personeelslid dat getroffen is door een arbeidsongeval of een beroepsziekte ongeschikt wordt bevonden om zijn ambt uit te oefenen maar die andere met zijn gezondheidstoestand verenigbare ambten kan vervullen (artikel V.75, §2 van de Codificatie sommige bepalingen onderwijs van 28 oktober 2016);
- een terugzetting in rang van een personeelslid dat vast benoemd is in een selectie- of bevorderingsambt;
- de keuze van de directeur van een kleuterschool om onmiddellijk bij omvorming van een kleuterschool tot basisschool ter beschikking gesteld te worden in zijn ambt, of de beslissing van de inrichtende macht om dit personeelslid, na een proefperiode van één jaar, niet vast te benoemen in het ambt van directeur van de basisschool.
Als de directeur van de kleuterschool het ambt van directeur van een basisschool aanneemt en de functie niet kan waarmaken of als de inrichtende macht beslist om hem niet te benoemen in dit ambt wordt hij ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking als directeur;
- het vrijwillig afzien door een personeelslid van zijn vaste benoeming in een selectie- of bevorderingsambt.
Een personeelslid kan alleen op 1 september vrijwillig afzien van de vaste benoeming in een selectie- of bevorderingsambt. Hij deelt dit via een aangetekende brief mee aan zijn inrichtende macht vóór 1 juni daaraan voorafgaand. In dit geval wordt het betrokken personeelslid op 1 september ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in het ambt waarin hij voorafgaandelijk vast benoemd werd.
In onderling overleg tussen personeelslid en inrichtende macht kan een latere datum dan 1 juni worden afgesproken. Het personeelslid zelf kan uitzonderlijk ook eenzijdig een latere datum dan 1 juni inroepen, als het personeelslid na 15 mei een evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” heeft verkregen en om deze reden wil afzien van zijn vaste benoeming;
- de verwijdering uit een selectie- of bevorderingsambt na één definitieve evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” van een personeelslid dat voorheen vast benoemd was in een ander ambt in het onderwijs. Het personeelslid dat voorheen vast benoemd was in een ander ambt in het onderwijs wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in dat vroegere ambt;
- de inperking van de draagwijdte van de vaste benoeming van een leraar in het kader van herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid;
- een nieuwe vaste benoeming in het kader van herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid;
- de terugkeer van een vastbenoemde directeur van wie de betrekking vacant werd verklaard omwille van een langdurige afwezigheid.
De inrichtende macht kan de betrekking van een vastbenoemde directeur die titularis is van een volledige betrekking als een vacante betrekking beschouwen, als de titularis van deze betrekking minstens drie opeenvolgende volledige schooljaren voltijds afwezig is omwille van een of meerdere specifieke verlofstelsels;
- de terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie de betrekking vacant werd verklaard omwille van een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen.
Als een vastbenoemd personeelslid de goedkeuring heeft gekregen om een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen op te nemen, wordt het deel van de opdracht waarvoor het personeelslid dit langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen opneemt, 24 maanden na de aanvangsdatum van dit verlof een vacante betrekking;
- de terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie een deel van de betrekking vacant werd verklaard omwille van een eindeloopbaanverlof of omwille van een specifiek verlof (zie punt 2.1.1.1 en 2.2.1.1 van de omzendbrief Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming – 13cc/VB/ml van 29-11-1999).
Op 15 oktober wordt het deel van de betrekking waarvoor het personeelslid met verlof is als een vacante betrekking beschouwd en als dusdanig meegedeeld met het oog op de vaste benoemingen op 1 januari. Als het vastbenoemde personeelslid na deze vacantverklaring in de loop van het schooljaar terugkeert uit zijn verlof moet hij ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking, tenzij er in de instelling of instellingen van de inrichtende macht op het ogenblik van zijn terugkomst een vacante betrekking voorhanden is waarin geen tijdelijk personeelslid is aangesteld. Vanaf 1 september van het volgende schooljaar neemt het betrokken personeelslid weer zijn rangorde in, in de verdeling van de betrekkingen binnen de instelling of de instellingen van de inrichtende macht;
- de weigering van een vastbenoemd personeelslid in het volwassenenonderwijs om bij de verdeling van de betrekkingen een opdracht op te nemen in een vestigingsplaats die verder dan 25 kilometer is verwijderd van zijn standplaats. Meer informatie over de standplaats vindt u in artikel 40duodecies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of artikel 36novies/2 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs;
- de weigering van een vastbenoemd personeelslid in een onderwijsinternaat om bij de verdeling van de betrekkingen een opdracht op te nemen in een vestigingsplaats die verder dan 25 kilometer is verwijderd van zijn standplaats. Meer informatie over de standplaats vindt u in artikel 40quaterdecies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of artikel 36novies/4 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
3.5.
Volledige ontstentenis van betrekking/gedeeltelijke ontstentenis van betrekking?
Terbeschikkingstelling wegens volledige ontstentenis van betrekking betekent dat het vastbenoemd personeelslid zijn volledige betrekking waarvoor hij/zij vast benoemd is niet meer effectief kan uitoefenen.
Terbeschikkingstelling wegens gedeeltelijke ontstentenis van betrekking betekent dat het vastbenoemd personeelslid nog een gedeelte van zijn/haar betrekking waarvoor hij/zij vast benoemd is effectief uitoefent.
3.6.
Wie wordt ter beschikking gesteld?
Als de verdeling van de opdrachten en het toepassen van de voorafgaande maatregelen niet volstaan om alle vastbenoemde personeelsleden in hetzelfde ambt een opdracht te geven op 1 september, zullen er in principe één of meer personeelsleden moeten worden ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
Dit betekent dat de inrichtende macht over onvoldoende omkadering beschikt om aan haar vastbenoemde personeelsleden een opdracht toe te kennen als titularis.
Enerzijds heeft de inrichtende macht personeelsleden in vast verband in dienst en anderzijds zijn er geen of onvoldoende opdrachten om alle personeelsleden hun vaste benoeming te laten uitoefenen in betrekkingen ingericht in organieke omkaderingsmiddelen.
Voor het verschil tussen de omkadering nodig om alle vaste benoemingen in te vullen en de beschikbare opdrachten spreekt de inrichtende macht een terbeschikkingstelling uit wegens ontstentenis van betrekking.
Onder alle vastbenoemde personeelsleden die hetzelfde ambt als hoofdambt uitoefenen wordt het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
Als de dienstanciënniteit van bepaalde personeelsleden dezelfde is, dan geldt de ambtsanciënniteit.
De terbeschikkingstelling kan enkel worden uitgesproken voor prestaties die een volledige opdracht niet overschrijden.
3.7.
De dienstanciënniteit en ambtsanciënniteit
3.7.1.
De dienstanciënniteit
De dienstanciënniteit wordt berekend volgens de voorschriften van artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en van artikel 6 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.
3.7.1.1.
Welke diensten komen in aanmerking
- de gesubsidieerde/ gefinancierde diensten gepresteerd in hoofdambt;
- het bezoldigd ziekteverlof;
- het bezoldigd bevallingsverlof
- als vastbenoemd personeelslid (steeds volledig bezoldigd)
- als tijdelijk personeelslid:
- vóór 1 mei 1991 alleen de 30 door het departement bezoldigde dagen;
- vanaf 1 mei 1991, de volledige periode als het bevallingsverlof binnen de periode van aanstelling valt;
- onbezoldigd ouderschapsverlof (voorheen borstvoedingsverlof);
- als vastbenoemd personeelslid:
a. in het gesubsidieerd onderwijs vanaf 1 september 1988;
b. in het gemeenschapsonderwijs vanaf 1 juli 1968;
- als tijdelijk personeelslid vanaf 1 september 1993, als het onbezoldigd ouderschapsverlof binnen de periode van aanstelling valt
- - alle perioden verloven, afwezigheden en terbeschikkingstellingen gelijkgesteld met dienstactiviteit;
- - diensten in het deeltijds beroepssecundair onderwijs als tewerkgestelde werkloze, als werknemer in het “Bijzonder Tijdelijk Kader” en als gesubsidieerde contractuele;
- - diensten in het bijzonder tijdelijk kader of als gesubsidieerde contractuele in de hierna vermelde projecten:
- begeleiding leerkrachten voor projecten in uitvoering van de EG-richtlijn 77/486
- ondersteuning basisscholen met meer dan 30% kinderen die de onderwijstaal niet machtig zijn
- migrantenleerlingen op het niveau secundair onderwijs
- ondersteuning van kleuterscholen met migranten binnen onderwijsvoorranggebieden opgenomen in de geco-conventie 8285 onder projectnummers 1.24, II.10, III.12
- ontwikkelen van werkmethodes en werkmiddelen die tegemoet komen aan gedifferentieerde noden in functie van CLB-begeleiding voor migranten opgenomen in de geco-conventie 7636 en 8285 onder de projectnummers I.9, III.3
Voor deze diensten kan maximaal een anciënniteit van 2 jaar aangerekend worden.
- de legerdienst telt mee indien hij valt binnen een periode als vastbenoemde, stagiair of permanent waarnemende.
De dienstanciënniteit wordt bovendien voor de CLB's berekend volgens hoofdstuk I van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2001 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding.
3.7.1.2.
Welke diensten komen niet in aanmerking
- diensten in bijbetrekking
- diensten als BTK'er, GECO, stagiair NO (niet-organiek), tewerkgestelde werkloze, DAC behalve uitzonderingen hierboven vermeld in punt 6 en 7;
- alle onbezoldigde verloven/afwezigheden/ terbeschikkingstellingen die niet gelijkgesteld zijn met dienstactiviteit (afwezigheid van lange duur voor opvoeding kind, ongewettigde afwezigheid)
3.7.1.3.
Berekening van de dienstanciënniteit voor het bepalen van de terbeschikkingstelling, de reaffectatie en de wedertewerkstelling
Men rekent alle diensten gepresteerd in het gemeenschapsonderwijs en alle gesubsidieerde diensten gepresteerd in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde centra mee, met uitsluiting van de diensten gepresteerd aan een hogeschool na 1 januari 1999 of aan een universiteit.
Zowel de diensten gepresteerd in het gemeenschapsonderwijs als de diensten gepresteerd in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde centra worden berekend zoals respectievelijk bepaald in artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs en in artikel 6 van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Voor de berekening van de dienstanciënniteit worden de perioden die gelijkgesteld zijn met dienstactiviteit, beschouwd als gefinancierde of gesubsidieerde diensten.
Identiek dezelfde principes gelden bij de berekening van de ambtsanciënniteit.
Als een inrichtende macht bij de berekening van de dienstanciënniteit bv. twee personeelsleden heeft met gelijke dienstanciënniteit, dan wordt de ambtsanciënniteit in aanmerking genomen.
3.7.2.
De ambtsanciënniteit
De ambtsanciënniteit omvat de dienstanciënniteit verworven in het betrokken ambt.
3.7.3.
Minimumleeftijd voor dienst- en ambtsanciënniteit
De dienst- en ambtsanciënniteit worden bij de bepaling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking in aanmerking genomen vanaf:
- 21 jaar voor de leden van het opvoedend hulppersoneel, het ondersteunend, het beleids- en ondersteunend personeel van het basisonderwijs, het paramedisch, het sociaal en het administratief personeel;
- 21 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het basisonderwijs;
- 21 jaar voor de leden van het leerondersteunend personeel in het basisonderwijs, in het secundair onderwijs en in de leersteuncentra;
- 23 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die een wervingsambt bekleden op lager secundair niveau in het deeltijds kunstonderwijs;
- 23 jaar voor de leden van het technisch personeel die een ambt van maatschappelijk werker, paramedisch werker, of psycho-pedagogisch werker bekleden;
- 24 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs, in de onderwijsinternaten en in het volwassenenonderwijs;
- 25 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die een wervingsambt bekleden op hoger secundair niveau in het deeltijds kunstonderwijs en voor het psychologisch, het medisch en het orthopedagogisch personeel;
- 25 jaar voor de leden van het technisch personeel die een ambt bekleden van arts, consulent of psycho-pedagogisch-consulent en voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die in een CLB een selectieambt (coördinator) of een bevorderingsambt (directeur) bekleden.
3.8.
Waar wordt een personeelslid ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking?
De algemene regel is dat het personeelslid wordt ter beschikking gesteld in de instelling waar de vermindering van de prestaties zich voordoet.
De uitzonderingen hierop vindt u terug in het specifieke gedeelte van elk onderwijsniveau.
3.9.
Ingangsdatum van de terbeschikkingstelling
De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking gaat in op 1 september.
Dit geldt ook voor de scholen die als teldatum de eerste schooldag van oktober hebben.
Voor de hierna opgesomde redenen van terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking is de ingangsdatum de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de hierna vermelde beslissingen uitwerking hebben. Indien deze beslissingen uitwerking hebben op de eerste dag van de maand, dan gaat de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking in op dezelfde dag.
Dit geldt voor de terbeschikkingstelling om volgende redenen:
- een door de Vlaamse Gemeenschap of door een inrichtende macht genomen beslissing betreffende de organisatie van het onderwijs, van de inspectie, van de instelling, het centrum voor leerlingenbegeleiding;
- een terugzetting in rang van een personeelslid dat vast benoemd is in een selectie- of bevorderingsambt;
- een vrijwillig afzien door een personeelslid van zijn vaste benoeming in een selectie- of bevorderingsambt, als vermeld in artikel 43ter van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding;
- het vrijwillig afzien door een personeelslid van zijn vaste benoeming in een selectie- of bevorderingsambt, als vermeld in artikel 53 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs;
- het verwijderen van een personeelslid uit een selectie- of bevorderingsambt na één definitieve evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” volgens artikel 73sexiesdecies, §2 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs of volgens artikel 47sexiesdecies, §2 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding;
- een beslissing van MEDEX waarbij een personeelslid dat getroffen is door een arbeidsongeval of een beroepsziekte ongeschikt wordt bevonden om zijn ambt uit te oefenen, maar die andere met zijn gezondheidstoestand verenigbare ambten kan vervullen (artikel V.75, §2 van de codificatie van sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016). Die terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking gaat altijd in op de eerste kalenderdag van de maand volgend op het verzoek van het personeelslid;
- de keuze van de directeur van een kleuterschool om onmiddellijk bij omvorming van een kleuterschool tot basisschool ter beschikking gesteld te worden in zijn ambt, of de beslissing van de inrichtende macht om dit personeelslid, na een proefperiode van één jaar, niet vast te benoemen in het ambt van directeur van de basisschool;
- de inperking van de draagwijdte van de vaste benoeming van een leraar in het kader van herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid;
- een nieuwe vaste benoeming in het kader van herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid;
- de terugkeer van een vastbenoemde directeur van wie de betrekking vacant werd verklaard omwille van een langdurige afwezigheid;
- de terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie de betrekking vacant werd verklaard omwille van een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen;
- de terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie een deel van de betrekking vacant werd verklaard omwille van een eindeloopbaanverlof of omwille van een specifiek verlof (zie punt 2.1.1.1 en 2.2.1.1 van de omzendbrief Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming – 13cc/VB/ml van 29-11-1999).
Als het vastbenoemde personeelslid na deze vacantverklaring in de loop van het schooljaar terugkeert uit zijn verlof en er in de instelling of instellingen van de inrichtende macht op het ogenblik van zijn terugkomst geen vacante betrekking voorhanden is waarin geen tijdelijk personeelslid is aangesteld, moet hij ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking;
- de weigering van een vastbenoemd personeelslid in het volwassenenonderwijs om bij de verdeling van de betrekkingen een opdracht op te nemen in een vestigingsplaats die verder dan 25 kilometer is verwijderd van zijn standplaats. Meer informatie over de standplaats vindt u in artikel 40duodecies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of artikel 36novies/2 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
3.10.
Melding van de terbeschikkingstelling en aanvraag wachtgeld(toelage)
De inrichtende macht moet jaarlijks de terbeschikkingstellingen wegens volledige of gedeeltelijke ontstentenis van betrekking van al haar personeelsleden melden aan AGODI of AHOVOKS.
Bij deze mededeling wordt de aanvraag gevoegd van het ter beschikking gestelde personeelslid om een wachtgeld(toelage) of een eventuele afstand van wachtgeld(toelage) te bekomen, evenals een verklaring dat hij/zij onder de voorwaarden van de terzake geldende reglementering wil gereaffecteerd of weder te werk gesteld worden.
Dit gebeurt door het insturen van een RL1 met invulling van de daartoe bestemde velden. Instellingen die gesloten zijn of die niet elektronisch communiceren, gebruiken het formulier Aanvraag tot reaffectatie of wedertewerkstelling van een personeelslid. De instelling moet de RL1 of het formulier zo vlug mogelijk indienen bij het begin van het schooljaar.
4.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
4.1.
Rechten en verplichtingen
Reaffectatie en wedertewerkstelling zijn een onderdeel van de rechten en de plichten die samengaan met een vaste benoeming in het onderwijs. In het onderwijs worden personeelsleden vast benoemd door de inrichtende macht. De vaste benoeming levert belangrijke voordelen op zowel voor de inrichtende macht als voor het personeel.
Ook indien er een tekort is aan betrekkingen in een onderwijsinstelling blijven de voordelen verbonden aan de vaste benoeming gegarandeerd.
Dat verlies heeft geen invloed op de vaste benoeming van het personeelslid. Door een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking blijft het Ministerie van Onderwijs en Vorming een vastbenoemd personeelslid verder financieren of subsidiëren, terwijl er geen of onvoldoende opdrachten meer zijn voor dat vastbenoemd personeelslid.
Zowel de vaste benoemingen als de terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking zijn onderworpen aan strikte regels.
De overheid heeft de inrichtende machten enerzijds de verplichting opgelegd en anderzijds het recht gegeven de ter beschikking gestelde personeelsleden opnieuw een betrekking aan te bieden, voordat zij kunnen overgaan tot de aanwerving van tijdelijke personeelsleden.
De ter beschikking gestelde personeelsleden hebben de verplichting dit aanbod te aanvaarden en ze hebben anderzijds het recht een betrekking op te eisen ten opzichte van tijdelijke collega's.
Dit gebeurt volgens bepaalde regels, namelijk volgens de regels van reaffectatie en wedertewerkstelling.
Reaffectatie of wedertewerkstelling van een ter beschikking gesteld personeelslid betekent de toewijzing aan dat personeelslid van een betrekking respectievelijk in “hetzelfde” of een “ander” ambt.
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde. De inrichtende machten moeten deze volgorde respecteren.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
De volgorde van verplichtingen en vrijheden inzake reaffectatie en wedertewerkstelling vindt u terug in het specifieke deel per onderwijsniveau.
Hou er rekening mee dat de verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling ook blijven gelden voor de ter beschikking gestelde personeelsleden die daarnaast ook gebruik maken van een verlof, een afwezigheid of een andere terbeschikkingstelling.
AANDACHT
In afwijking van de verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling is een inrichtende macht niet verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking via reaffectatie of wedertewerkstelling in een vacature aan te stellen, als dit personeelslid in de instelling of pedagogische entiteit waar de vacature zich situeert, eerder ontslagen werd als gevolg van evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Een inrichtende macht moet t.a.v. het vastbenoemde personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt haar verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling niet naleven tijdens de duur van dit professionaliseringstraject (zie punt 5.4)
Als er in een scholengemeenschap van het basis- of secundair onderwijs een scholengemeenschapsinstelling is opgericht, heeft de inrichtende macht van de scholengemeenschapsinstelling enkel verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling t.a.v. de eigen terbeschikkinggestelde personeelsleden. Dit houdt in dat de inrichtende macht van de scholengemeenschapsinstelling niet verplicht is om een personeelslid dat in een andere instelling ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking, bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling aan te stellen in een betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling (zie punt 8.5.1 en 9.3.1).
4.2.
De reaffectatiecommissies
Een inrichtende macht heeft een aantal verplichtingen inzake reaffectatie en wedertewerkstelling binnen een welbepaalde (geografische) omschrijving. Zij moet in eerste instantie eigen personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in dienst nemen via reaffectatie of wedertewerkstelling en vervolgens personeelsleden die door een reaffectatiecommissie worden toegewezen.
Volgende reaffectatiecommissies kunnen optreden in het kader van deze verplichtingen:
- de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap;
- de reaffectatiecommissie van de scholengroep (gemeenschapsonderwijs);
- de Vlaamse reaffectatiecommissie.
De reaffectatiecommissies van de scholengemeenschap en van de scholengroep en hun bevoegdheden zijn opgenomen in de specifieke delen.
Vanaf 1 september 2020 werken de Vlaamse reaffectatiecommissie en de reaffectatiecommissie van de scholengroep weer voor alle onderwijsinstellingen, dus ook voor scholen van het basis- en secundair onderwijs die behoren tot een scholengemeenschap en voor de centra voor volwassenenonderwijs.
4.2.1.
De Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De Vlaamse reaffectatiecommissie heeft de volgende bevoegdheden:
1. In eerste orde het reaffecteren van personeelsleden per kamer en in elke kamer per onderwijsniveau. In het gesubsidieerd onderwijs gebeuren deze reaffectaties daarenboven per karakter.
2. In tweede orde het weder te werk stellen van personeelsleden per kamer en in elke kamer per onderwijsniveau. In het gesubsidieerd onderwijs gebeuren deze wedertewerkstellingen daarenboven per karakter.
3. In derde orde het reaffecteren en weder te werk stellen van personeelsleden over de onderwijsniveaus heen.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling, zoals vermeld in punt 1, 2 en 3, gelden niet ten aanzien van betrekkingen in een scholengemeenschapsinstelling in het basis- of secundair onderwijs. De Vlaamse reaffectatiecommissie kan in deze betrekkingen dus geen toewijzingen doen.
De personeelsleden die in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking vallen wel onder voormelde bevoegdheden tot reaffectatie en wedertewerkstelling in een andere instelling. De Vlaamse reaffectatiecommissie moet deze personeelsleden dus reaffecteren en wedertewerkstellen in een instelling, maar niet in een scholengemeenschapsinstelling.
4. Het beslechten van bezwaarschriften en het beslissen over de moeilijkheden met betrekking tot de reaffectaties, de wedertewerkstellingen en de tewerkstellingen in niet-organieke betrekkingen. Bij een staking van de stemmen ligt de beslissing bij de voorzitter van de Vlaamse reaffectatiecommissie.
5. Het toewijzen van vastbenoemde personeelsleden die geheel of gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en voor wie geen reaffectatie of wedertewerkstelling mogelijk is, in een niet-organieke betrekking als ondersteuning van een scholengemeenschap of van een instelling. Die toewijzing gebeurt onder de volgende voorwaarden:
a) de personeelsleden kunnen alleen te werk gesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) de terbeschikkinggestelde personeelsleden worden toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar ze ter beschikking zijn gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden te werk gesteld, tenzij het gaat om een toewijzing ter ondersteuning van een scholengemeenschap. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt steeds als een reaffectatie.
Voor de effectieve invulling van de ondersteuning door het toegewezen personeelslid gelden de volgende principes.
Het personeelslid wordt toegewezen aan een scholengemeenschap
In de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden voorstellen besproken over de invulling van de ondersteuning. Die voorstellen gaan uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid wordt bij voorkeur in één school ingezet, maar kan ook in meer scholen van de scholengemeenschap worden ingezet;
2° het personeelslid dat op basis van die voorstellen een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
3° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt”. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal de reaffectatiecommissie het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning van de scholengemeenschap met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
4° de scholengemeenschap kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
Het personeelslid wordt toegewezen aan een instelling die niet behoort tot een scholengemeenschap
De inrichtende macht van de instelling waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan de inrichtende macht aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt”. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal de inrichtende macht het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
3° de inrichtende macht kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
De personeelsleden die al als administratieve hulp of ondersteuning in het basisonderwijs tewerkgesteld waren voor 1 september 2008, blijven tewerkgesteld in deze functie tenzij de bepalingen betreffende de beëindiging van deze bestendigheid van toepassing is. De tewerkstelling met toepassing van dit besluit is een wedertewerkstelling, met de bij de functie horende prestatieregeling (het aantal uren per week) en vakantieregeling. In deze betrekkingen is geen vaste benoeming mogelijk.
De Vlaamse reaffectatiecommissie is - na uitputting van de mogelijkheden bedoeld in punt 1 tot en met 3 - ook bevoegd om de principes betreffende de toewijzing als ondersteuning in een niet-organieke betrekking toe te passen op een personeelslid dat door een beslissing van MEDEX ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt wordt bevonden om zijn ambt uit te oefenen, maar die andere met zijn gezondheidstoestand verenigbare ambten kan vervullen (artikel V.75, §2 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016).
De reaffectaties en wedertewerkstellingen uitgesproken door de Vlaamse reaffectatiecommissie gaan in op de eerste werkdag van oktober of op een latere door haar te bepalen datum.
4.3.
Werkdocumenten voor de reaffectatiecommissies
De documenten en de gegevens waar de verschillende reaffectatiecommissies moeten over beschikken, worden nader toegelicht in de omzendbrief
PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13642
4.4.
Betrekking niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling
Wanneer een inrichtende macht een betrekking wil toewijzen aan een tijdelijk personeelslid is het van belang om te weten of de betrekking al of niet vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling.
Bij toewijzing van een betrekking aan een tijdelijk personeelslid dat niet reaffectatievrij is, kan een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid deze betrekking innemen. Dit betekent concreet dat het tijdelijke personeelslid geheel of gedeeltelijk zijn/haar opdracht verliest.
Om te bepalen of de betrekking die een tijdelijk personeelslid inneemt vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling, moet het personeelslid bepaalde voorwaarden vervullen.
Voldoet het tijdelijke personeelslid op een bepaalde datum aan deze voorwaarden, dan is de betrekking van het personeelslid vanaf deze datum niet meer vatbaar voor een reaffectatie of een wedertewerkstelling.
Deze voorwaarden zijn niet dezelfde voor alle onderwijsniveaus. U vindt deze voorwaarden terug in het specifieke deel voor uw onderwijsniveau.
Als algemeen principe geldt dat een betrekking vanaf 1 september 2022 NIET vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als het personeelslid in die betrekking niet tijdelijk aangesteld is voor bepaalde duur.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) of met een “ander” bekwaamheidsbewijs, vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur is!
4.5.
Bestendigheid van reaffectatie en wedertewerkstelling
Een reaffectatie of wedertewerkstelling blijft behouden over de schooljaren heen.
Dit geldt ook voor de vrijwillige reaffectatie en wedertewerkstelling die een inrichtende macht heeft toegewezen vóór 1 september 2020.
Voor de vrijwillige reaffectatie of wedertewerkstelling die een inrichtende macht op of na 1 september 2020 voor het eerst toewijst aan een ter beschikking gesteld personeelslid van een andere inrichtende macht, geldt de bestendigheid niet.
Uiterlijk op het einde van het eerste schooljaar komt er automatisch een einde aan deze vrijwillige reaffectatie of wedertewerkstelling. Als de inrichtende macht beslist om het betrokken personeelslid het daaropvolgende schooljaar weer via een vrijwillige reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te houden, dan wordt die reaffectatie of wedertewerkstelling bestendig en blijft ze vanaf dan behouden over de schooljaren heen.
Aan een reaffectatie of wedertewerkstelling in een betrekking wordt slechts een einde gesteld:
- doordat de toegewezen betrekking niet meer voor financiering of subsidiëring in aanmerking komt;
- doordat de inrichtende macht in kwestie personeelsleden in deze betrekking in dienst moest nemen bij wijze van voorafgaande maatregelen of bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling;
- doordat de betrokken inrichtende macht, bij het begin van een school- of dienstjaar, deze betrekking toewijst aan een ander ter beschikking gesteld personeelslid;
- doordat het betrokken personeelslid niet meer voor subsidiëring of voor financiering in aanmerking komt;
- doordat het personeelslid in kwestie zelf een gelijkwaardige andere betrekking opneemt.
Wat een gelijkwaardige betrekking precies is, vindt u terug in de bijlage “Gelijkwaardige betrekking bij reaffectatie of wedertewerkstelling”.
- doordat de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap, de reaffectatiecommissie van de scholengroep, of de Vlaamse reaffectatiecommissie een nieuwe beslissing van toewijzing neemt;
- na voorafgaande toestemming van de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs of zijn afgevaardigde op advies van de Vlaamse reaffectatiecommissie;
- doordat het personeelslid opnieuw vastbenoemd titularis wordt bij de inrichtende macht die hem in dienst genomen heeft of hij opnieuw aangewezen wordt;
- door een benoeming na reaffectatie of wedertewerkstelling, een mutatie, nieuwe affectatie of toelating tot de proeftijd van betrokken personeelslid;
- door de terugkeer van de titularis of van het personeelslid dat de titularis vervangt;
- als het personeelslid wordt ontslagen of afgezet ingevolge een tuchtmaatregel;
- als het personeelslid wordt ontslagen na een definitieve evaluatie met eindconclusie “onvoldoende”.
Opmerking:
1. Opschorting van een reaffectatie of wedertewerkstelling is mogelijk.
Een personeelslid kan, mits toestemming van de inrichtende macht waar hij gereaffecteerd of weder te werk gesteld is, vragen om de reaffectatie of wedertewerkstelling tijdelijk op te schorten voor de volledige duur van een andere vacature. Na de beëindiging ervan neemt hij de oorspronkelijke reaffectatie of wedertewerkstelling terug op.
2. Voor personeelsleden die werden ter beschikking gesteld in een school die behoort tot een scholengemeenschap, en die reeds voor 1 september 2005 werden gereaffecteerd of weder te werk gesteld, blijft het principe van de bestendigheid van reaffectatie en wedertewerkstelling gelden.
Dit betekent het volgende:
a) Voor deze personeelsleden komt er een einde aan hun reaffectatie of wedertewerkstelling als er een definitief vacante betrekking in “hetzelfde ambt” is bij de inrichtende macht die hen heeft ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
b) De inrichtende macht waar ze zijn ter beschikking gesteld, moet deze ter beschikking gestelde personeelsleden niet meedelen aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap. Als deze personeelsleden op 1 september voor een bijkomend aantal uren ter beschikking gesteld worden, moet dit uiteraard wel meegedeeld worden aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap.
c) De personeelsleden kunnen op hun verzoek aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap een nieuwe toewijzing vragen. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap moet op deze vraag ingaan en moet een nieuwe reaffectatie of wedertewerkstelling aanbieden in een gelijkwaardige betrekking. Als er geen gelijkwaardige betrekking beschikbaar is en de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap geen nieuwe toewijzing kan doen, dan blijft de oorspronkelijke reaffectatie of wedertewerkstelling doorlopen.
4.6.
Indienen van bezwaarschriften
4.6.1.
Indienen van bezwaarschriften door de inrichtende machten
De inrichtende machten en wat het gemeenschapsonderwijs betreft eveneens de instellingshoofden, kunnen een bezwaarschrift indienen tegen:
- de toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap bij de voorzitter van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap;
- de toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengroep bij de voorzitter van de reaffectatiecommissie van de scholengroep;
- de reaffectaties en wedertewerkstellingen door de Vlaamse reaffectatiecommissie bij de voorzitter van de Vlaamse reaffectatiecommissie.
De bezwaarschriften moeten bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs worden ingediend binnen een termijn van vijf werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de toewijzing.
In het bezwaarschrift moet de inrichtende macht de reden van haar bezwaar aanvoeren en omstandig motiveren.
De inrichtende macht moet binnen dezelfde termijn eveneens een afschrift van het bezwaarschrift bezorgen aan het betrokken personeelslid.
Wanneer een reaffectatiecommissie een bezwaarschrift aanvaardt, moet zij een vervangende reaffectatie of wedertewerkstelling aanbieden. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt het bezwaarschrift samen met haar advies doorgestuurd naar de voorzitter van de daaropvolgende reaffectatiecommissie.
Als een inrichtende macht van een leersteuncentrum een bezwaarschrift indient tegen een toewijzing van de reaffectatiecommissie kan de reaffectatiecommissie bij de behandeling van dit bezwaarschrift indien mogelijk rekening houden met de betrekkingen die het leersteuncentrum nodig heeft om te voldoen aan de verplichtingen van het decreet leersteun, dat bepaalt dat een leersteuncentrum moet beschikken over zowel onderwijskundige expertise, handicapspecifieke expertise, inclusie-expertise als expertise op het vlak van coaching.
De bevoegde administratie van het Ministerie van Onderwijs en Vorming zal de bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse reaffectatiecommissie samen met haar advies ter beoordeling voorleggen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Het indienen van een bezwaarschrift schort de reaffectatie of wedertewerkstelling niet op, tenzij de voorzitter van de bevoegde reaffectatiecommissie anders beslist.
4.6.2.
Indienen van bezwaarschriften door de personeelsleden
Het personeelslid dat gereaffecteerd of weder te werk gesteld wordt, kan binnen een termijn van vijf werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het aanbod, bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs een bezwaarschrift indienen tegen:
- de toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap bij de voorzitter van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap;
- de toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengroep bij de voorzitter van de reaffectatiecommissie van de scholengroep;
- de reaffectaties en wedertewerkstellingen door de Vlaamse reaffectatiecommissie bij de voorzitter van de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Het personeelslid moet tevens binnen dezelfde termijn een afschrift van het bezwaarschrift indienen bij de inrichtende macht bij wie het wordt gereaffecteerd of weder te werk gesteld.
Wanneer de bevoegde reaffectatiecommissie een bezwaarschrift aanvaardt, moet zij een vervangende reaffectatie of wedertewerkstelling aanbieden. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt het bezwaarschrift samen met haar advies doorgestuurd naar de voorzitter van de daaropvolgende reaffectatiecommissie.
De bevoegde administratie van het Ministerie van Onderwijs en Vorming zal de bezwaarschriften ingediend bij de Vlaamse reaffectatiecommissie samen met haar advies ter beoordeling voorleggen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Het personeelslid moet zijn bezwaarschrift omstandig motiveren.
Het indienen van een bezwaarschrift schort de reaffectatie of wedertewerkstelling niet op, tenzij de voorzitter van de bevoegde reaffectatiecommissie anders beslist.
4.7.
Geldige redenen voor het niet aanvaarden van een reaffectatie of wedertewerkstelling door de personeelsleden
De geldige redenen voor het niet aanvaarden van een reaffectatie of wedertewerkstelling zijn de volgende:
- wanneer het gereaffecteerde of wedertewerkgestelde personeelslid de tewerkstellingsplaats niet kan bereiken binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
RVA-regel
a. Afwezigheid:
"Een dienstbetrekking wordt als niet passend beschouwd indien zij een gewone dagelijkse afwezigheid uit de gewone verblijfplaats ten gevolge heeft van meer dan 12 uur of indien de dagelijkse duur van de verplaatsing gewoonlijk meer dan 4 uur bedraagt.
Om de duur van de afwezigheid en van de verplaatsing te bepalen wordt rekening gehouden met de gemeenschappelijke vervoermiddelen en eventueel met de persoonlijke vervoermiddelen die de werknemer normaal kan gebruiken."
Concreet betekent dit dat een personeelslid een reaffectatie of wedertewerkstelling kan weigeren als hij/zij dagelijks meer dan 12 uur afwezig is of een dagelijkse verplaatsing van meer dan 4 uur heeft. Als het personeelslid 50 jaar is of ouder, kan dit personeelslid een reaffectatie of wedertewerkstelling weigeren als hij/zij dagelijks meer dan 10 uur afwezig is of een dagelijkse verplaatsing van meer dan 2 uur moet maken.
b. Afstand:
"Indien de afstand tussen de verblijfplaats van de werknemer en de plaats van het werk 60km niet overschrijdt, wordt geen rekening gehouden met de duur van de afwezigheid en van de verplaatsing"
De RVA-regel geldt niet wanneer een personeelslid wordt gereaffecteerd of weder te werk gesteld in de eigen instelling, met inbegrip van alle vestigingsplaatsen die deze instelling heeft.
Hij geldt evenmin wanneer een personeelslid wordt gereaffecteerd of weder te werk gesteld in een instelling of een vestigingsplaats gelegen in dezelfde gemeente als deze waar het personeelslid op de vooravond van zijn terbeschikkingstelling tewerkgesteld was.
De RVA-regel geldt wel voor een personeelslid in het volwassenenonderwijs dat in een andere vestigingsplaats van het eigen centrum moet worden gereaffecteerd of weder te werk gesteld, evenals voor een personeelslid in de onderwijsinternaten dat in een andere vestigingsplaats van het eigen onderwijsinternaat moet worden gereaffecteerd. Een personeelslid dat ter beschikking wordt gesteld in een centrum voor volwassenonderwijs of in een onderwijsinternaat kan m.a.w. een reaffectatie of wedertewerkstelling weigeren in een andere vestigingsplaats van het centrum of van het onderwijsinternaat als het personeelslid de aangeboden betrekking in die vestigingsplaats niet kan bereiken binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
- wanneer het bezwaarschrift aanvaard wordt;
- wanneer een betrekking aangeboden wordt door een andere inrichtende macht dan die welke het personeelslid ter beschikking heeft gesteld en wanneer het personeelslid op het ogenblik van het aanbod zijn recht op pensioen kan doen gelden binnen een termijn van twee jaar.
Als dit personeelslid de aangeboden betrekking weigert en het voldoet aan de voorwaarden om een terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen te genieten, is hij verplicht deze terbeschikkingstelling aan te vragen.
Het gaat hier over de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2000 betreffende de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding.
In dat geval wordt het voordeel van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage ingetrokken, wanneer de betrokkene de vroegst mogelijke pensioendatum bereikt.
Een gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid dat zijn recht op pensioen kan doen gelden binnen een termijn van twee jaar, blijft in dienst zo lang als de betrekking waarin het gereaffecteerd of weder te werk gesteld is voor salaris of salaristoelage in aanmerking komt;
- wanneer in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het buitengewoon secundair onderwijs, in het secundair onderwijs georganiseerd volgens het modulair stelsel, in het volwassenenonderwijs, in het deeltijds kunstonderwijs, in de onderwijsinternaten of in de semi-internaten … een betrekking wordt aangeboden;
Deze reaffectatie of wedertewerkstelling moet slechts worden opgenomen wanneer de betrokken personeelsleden verzocht hebben om te worden gereaffecteerd of weder te werk gesteld in één van de voormelde onderwijssectoren.
Deze bepaling geldt niet:
- voor een betrekking van het ondersteunend personeel;
- voor het personeelslid dat in de betreffende onderwijssector al eerder een opdracht heeft uitgeoefend.
- wanneer in het buitengewoon basisonderwijs een betrekking wordt aangeboden.
Deze reaffectatie of wedertewerkstelling moet slechts worden opgenomen als de betrokken personeelsleden, met uitzondering van deze behorend tot het medisch, paramedisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel, verzocht hebben om te worden gereaffecteerd of weder te werk gesteld in het buitengewoon basisonderwijs. Deze bepaling geldt niet voor de leden van het beleids- en ondersteunend personeel.
Deze bepaling geldt niet voor het personeelslid dat in het buitengewoon basisonderwijs fungeerde op de vooravond van de terbeschikkingstelling.
- wanneer aan een ter beschikking gestelde personeelslid dat ten minste vier vijfden van een volledige opdracht vervult en dat reeds in drie instellingen fungeert een betrekking wordt aangeboden in een andere instelling dan degene waar hij reeds tewerkgesteld is;
- wanneer bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling een betrekking aangeboden wordt aan het ter beschikking gestelde personeelslid dat voor de volledige duur van het schooljaar en voor eenzelfde aantal uren als waarvoor het ter beschikking gesteld is, gereaffecteerd of weder te werk gesteld is in een door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigde betrekking in een andere instelling of gesubsidieerd centrum.
Wanneer er echter in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort of in een instelling van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort of in een gesubsidieerd centrum, waar het personeelslid ter beschikking gesteld is of in de instelling die de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld, heeft overgenomen, een vacante betrekking in hetzelfde ambt bij wijze van reaffectatie moet toegewezen worden, moet het personeelslid zijn verplichtingen inzake reaffectatie nakomen.
- wanneer er door het ter beschikking gestelde personeelslid afstand gedaan wordt van de financiële voordelen.
Wanneer er echter in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort of in een instelling van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort of in een gesubsidieerd centrum, waar het personeelslid ter beschikking gesteld is of in de instelling die de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld, heeft overgenomen, een vacante betrekking in hetzelfde ambt bij wijze van reaffectatie moet toegewezen worden, moet het personeelslid zijn verplichtingen inzake reaffectatie nakomen.
- wanneer tengevolge van vrijwillige fusie in toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 aan een ter beschikking gestelde directeur de betrekking van adjunct-directeur wordt aangeboden;
- wanneer aan een ter beschikking gestelde directeur, die ten gevolge van vrijwillige fusie met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur, buiten de school waar hij deze functie waarneemt, een tijdelijke vacante betrekking van directeur wordt aangeboden;
- wanneer aan een ter beschikking gestelde personeelslid een betrekking wordt aangeboden van een ambt dat nacht - en of weekendprestaties omvat en het personeelslid voor dergelijk ambt niet benoemd is;
- als in een netoverschrijdende scholengemeenschap aan een ter beschikking gestelde personeelslid een betrekking wordt aangeboden in een instelling van de scholengemeenschap die behoort tot een ander net dan de instelling waaraan het personeelslid is ter beschikking gestelde wegens ontstentenis van betrekking;
- als aan een personeelslid dat ter beschikking is gesteld ingevolge een beslissing van Medex waarbij een personeelslid dat getroffen is door een arbeidsongeval of een beroepsziekte ongeschikt wordt bevonden om zijn ambt uit te oefenen maar die andere met zijn gezondheidstoestand verenigbare ambten kan vervullen, een betrekking wordt aangeboden die niet beantwoordt aan deze beslissing.
Als een personeelslid zonder geldige reden – zoals hiervoor vermeld – een reaffectatie of wedertewerkstelling niet aanvaardt en ook niet in dienst treedt op de aangeduide datum, wordt het wachtgeld of de wachtgeldtoelage waar het personeelslid recht op heeft opgeschort voor het gepondereerde volume van voormelde opdracht.
Deze opschorting geldt voor de duur van het lopende schooljaar of tot op het ogenblik dat het personeelslid tijdens het lopende schooljaar een nieuwe toewijzing krijgt of zelf vrijwillig een opdracht opneemt bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling.
4.8.
Reaffectatie en wedertewerkstelling van personeelsleden ter beschikking gesteld in een onderwijsinstelling die opgeheven is
Voor volgende onderwijsinstellingen geleden specifieke bepalingen:
- onderwijsinstellingen van het Technisch Instituut van het Kempisch Bekken;
- de School voor Moderne Beroepen in Kortrijk;
- het Hof ter Linden in Evergem;
- het instituut voor Secundair Beroepsonderwijs in Zelzate;
- de vrije Beroepsschool voor Beenhouwers-Charcutiers in Brussel;
- de gesubsidieerde vrije niet confessionele scholen, instellingen, CVO of CLB die gesloten zijn;
- de gesubsidieerde vrije lagere school te Horebeke, Abraham Hansstraat 1;
- de gesubsidieerde vrije basisschool te Boechout, Lange Kroonstraat 1;
- de gesloten scholen, instellingen, CVO en CLB en de scholen, instellingen, CVO en CLB die werden of worden overgedragen naar een inrichtende macht behorende tot een ander net voor zover zij ervoor opteren om niet mee over te gaan naar een school, instelling, CVO of CLB van het overnemende net, voor zover er voor deze gesloten scholen, instellingen, CVO en CLB enkel de Vlaamse reaffectatiecommissie bestaat;
- de gesloten scholen, instellingen, scholengemeenschapsinstellingen, CVO en CLB die niet werden of worden overgedragen naar een andere inrichtende macht, voor zover er voor deze gesloten scholen, instellingen, CVO en CLB enkel de Vlaamse reaffectatiecommissie bestaat.
Voor de personeelsleden ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in één van de voormelde onderwijsinstellingen geldt wat volgt, zonder rekening te houden met net en karakter:
- ze worden door de Vlaamse Reaffectatiecommissie gereaffecteerd of weder te werk gesteld in de onderwijsinstellingen van de verschillende netten of buiten het onderwijs of centra;
- ze zijn verplicht een reaffectatie of wedertewerkstelling van de Vlaamse reaffectatiecommissie te aanvaarden;
De inrichtende machten zijn verplicht de personeelsleden die aan hen toegewezen worden bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
Deze personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in één van de voormelde onderwijsinstellingen kunnen hun voorkeur voor een reaffectatie of wedertewerkstelling in een bepaald net kenbaar maken aan de voorzitter van de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Bij het begin van elk schooljaar kan het personeelslid deze keuze wijzigen als het nog niet werd gereaffecteerd of weder te werk gesteld of na het regelmatig beëindigen van een reaffectatie of wedertewerkstelling in het gekozen net.
Zowel de inrichtende macht als het personeelslid kunnen eveneens tegen deze toewijzingen een bezwaarschrift indienen bij de voorzitter van de Vlaamse reaffectatiecommissie om de heroverweging van een toewijzing te vragen.
4.9.
Reaffectatie en wedertewerkstelling na een beslissing van Medex of in het kader van een procedure tot re-integratie vóór 1 september 2014
Voor 1augustus 2012 was een inrichtende macht verplicht om een personeelslid ter beschikking te stellen wegens ontstentenis van betrekking als gevolg van:
- een beslissing van MEDEX na uitputting van zijn ziekteverlof dat het personeelslid definitief arbeidsongeschikt wordt verklaard, maar wel nog geschikt wordt bevonden om tewerkgesteld te worden onder bepaalde voorwaarden (artikel 5, §1bis van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs III);
- een advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in het kader van de procedure tot re-integratie, waarbij het personeelslid definitief arbeidsongeschikt wordt verklaard maar nog wel geschikt wordt geacht om een andere functie uit te oefenen(artikel 5, §1quater van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs III).
Vanaf 1 augustus 2012 verdween die verplichting maar tot en met het schooljaar 2013-2014 kon de inrichtende macht nog wel kiezen om het personeelslid ter beschikking te stellen wegens ontstentenis van betrekking; daarbij golden dan meer uitgebreide verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
Zie hierover ook de volgende omzendbrieven:
- PERS/2009/09 - Personeelslid voor 1 september 2014 ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking na een advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in het kader van een procedure tot re-integratie ingeroepen door het personeelslid (18/08/2009)
- PERS/2007/02 - Personeelslid voor 1 september 2014 ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking na een beslissing van MEDEX. - Personeelslid definitief ongeschikt verklaard om zijn ambt uit te oefenen, doch geschikt bevonden voor een specifieke functie (04/06/2007)
4.9.1.
Ter beschikking gesteld uiterlijk met ingang van 1 augustus 2012
Op de personeelsleden die uiterlijk met ingang van 1 augustus 2012 ter beschikking gesteld werden wegens ontstentenis van betrekking als gevolg van een van die bovenvermelde beslissingen blijven de principes betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling van toepassing zoals ze golden tijdens het schooljaar 2011-2012. Voor die personeelsleden geldt er geen verplichting tot wedertewerkstelling naar de personeelscategorieën ondersteunend personeel en beleids- en ondersteunend personeel.
Voor de personeelsleden die in het verleden al een toewijzing hebben gekregen van hun schoolbestuur of van een reaffectatiecommissie of die van de Vlaamse reaffectatiecommissie een toewijzing als administratieve ondersteuning in een niet-organieke betrekking hebben gekregen, blijft het principe van de bestendigheid van reaffectatie of wedertewerkstelling van kracht.
4.9.2.
Ter beschikking gesteld tussen 1 augustus 2012 en 1 september 2014
Op de personeelsleden die tussen 1 augustus 2012 en 1 september 2014 ter beschikking gesteld werden wegens ontstentenis van betrekking als gevolg van een van die bovenvermelde beslissingen blijven de principes betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling van toepassing zoals ze golden tijdens het schooljaar 2013-2014. Voor die personeelsleden geldt er dus wel een verplichting tot wedertewerkstelling naar o.a. de personeelscategorieën ondersteunend personeel en beleids- en ondersteunend personeel, zoals in deze tabel opgenomen is.
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn omdat zij door een beslissing van Medex definitief ongeschikt verklaard werden om op normale en regelmatige wijze hun ambt uit te oefenen, maar die wel geschikt bevonden werden om tewerkgesteld te worden onder bepaalde voorwaarden | wervingsambten, rekening houdend met de beslissing van Medex, van het: - bestuurs- en onderwijzend personeel - opvoedend hulppersoneel - ondersteunend personeel - beleids- en ondersteunend personeel - administratief personeel - psychologisch personeel - paramedisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - medisch personeel - technisch personeel |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het kader van een procedure tot re-integratie en door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer geschikt geacht zijn om een andere functie uit te oefenen | wervingsambten, rekening houdend met de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, van het: - bestuurs- en onderwijzend personeel - ondersteunend personeel - beleids- en ondersteunend personeel - opvoedend hulppersoneel - administratief personeel - psychologisch personeel - paramedisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - medisch personeel - technisch personeel |
Voor de personeelsleden die in het verleden al een toewijzing hebben gekregen van hun schoolbestuur of van een reaffectatiecommissie of die van de Vlaamse reaffectatiecommissie een toewijzing als administratieve ondersteuning in een niet-organieke betrekking hebben gekregen, blijft het principe van de bestendigheid van reaffectatie of wedertewerkstelling van kracht.
5.
Na de reaffectatie- en wedertewerkstellingsverplichtingen
Na de toepassing van de procedures van reaffectatie en wedertewerkstelling blijven er voor de personeelsleden die ter beschikking gesteld blijven wegens ontstentenis van betrekking zonder volledige reaffectatie of wedertewerkstelling, een aantal zinvolle mogelijkheden voor tewerkstelling.
5.1.
Pedagogische taken
De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking moeten in afwachting van een reaffectatie of wedertewerkstelling beschikbaar blijven voor het uitoefenen van pedagogische taken.
De volgende personeelsleden zijn verplicht om pedagogische taken op te nemen:
- de personeelsleden die volledig ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en die ingevolge de reglementering inzake rationalisatie en programmatie een waarborgregeling inzake het wachtgeld(toelage) genieten;
- de personeelsleden die volledig ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en die gedeeltelijk gereaffecteerd of weder te werk gesteld zijn;
- de personeelsleden die gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en die niet of niet volledig gereaffecteerd of weder te werk gesteld zijn.
Dus enkel de personeelsleden die volledig ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en die niet gereaffecteerd of weder te werk gesteld zijn, zijn niet verplicht om pedagogische taken op te nemen.
De hiervoor vermelde personeelsleden blijven in de eerste plaats beschikbaar voor de directeur van de instelling waarin zij vóór hun terbeschikkingstelling waren tewerkgesteld of voor de inrichtende macht die hen heeft ter beschikking gesteld. Het uitoefenen van pedagogische taken gebeurt pro rato het aantal uren waarvoor ze ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en waarvoor ze geen reaffectatie/wedertewerkstelling hebben.
Indien de inrichtende macht geen beroep doet op het personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, moet zij schikkingen treffen om dit personeelslid deze taken te laten uitoefenen bij een andere inrichtende macht.
Een sanctie is voorzien zowel voor de inrichtende machten als voor de personeelsleden bij het niet naleven van deze verplichting.
5.2.
Tewerkstelling buiten het onderwijs
De mogelijkheid bestaat dat personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, ook een tewerkstelling kunnen krijgen buiten het onderwijs of buiten de centra voor leerlingenbegeleiding.
Om een tewerkstelling buiten het onderwijs te kunnen bekomen moeten de personeelsleden ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking.
Bovendien kunnen enkel deze ter beschikking gestelde personeelsleden in aanmerking komen, die niet of onvolledig gereaffecteerd of weder te werk gesteld zijn in een organieke betrekking.
Meer inlichtingen kan vindt u in de omzendbrief 13CC/GL/GDH/VVL van 22 september 2000 - Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking - Tewerkstelling buiten het onderwijs - zgn. outplacement.
5.3.
Vrijwillige fusie
In het specifiek deel van het basisonderwijs vindt u hierover de nodige informatie (punt 8.8).
5.4.
Professionaliseringstraject bij toewijzing in een niet-organieke betrekking
5.4.1.
Voor wie geldt het professionaliseringstraject?
Als de Vlaamse reaffectatiecommissie een ter beschikking gesteld personeelslid niet kan toewijzen in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling, dan moet ze dit personeelslid in een niet-organieke betrekking toewijzen aan een scholengemeenschap of aan een instelling (zie punt 4.2.1).
De inrichtende macht van de instelling waaraan dit ter beschikking gestelde personeelslid in een niet-organieke betrekking is toegewezen, kan aan dit personeelslid een professionaliseringstraject aanbieden.
Dit professionaliseringstraject heeft tot doel de inzetbaarheid van het personeelslid te verruimen in het onderwijsniveau waar hij is ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking, zodat hij nadien inzetbaar wordt in een ander vak, een andere specialiteit, een andere opleiding of eventueel zelfs in een ander ambt.
Het personeelslid en de inrichtende macht kunnen ook overeenkomen om een professionaliseringstraject op te stellen dat leidt tot tewerkstelling in een ambt in een ander onderwijsniveau.
Het aanbieden van dergelijk professionaliseringstraject is gaat steeds uit van de inrichtende macht (het is dus nooit een verplichting) en het betrokken personeelslid is niet verplicht om op dit aanbod in te gaan.
5.4.2.
Wat is het doel van het professionaliseringstraject
Het professionaliseringstraject moet er voorzorgen dat het personeelslid inzetbaar blijft in zijn ambt door de nodige competenties te verwerven voor een ander vak, een andere specialiteit, een andere opleiding of module(s) of dat het personeelslid inzetbaar wordt in een ander ambt in het onderwijsniveau waar hij is ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
De keuze voor het vak, de specialiteit, de opleiding of module(s) of voor een ander ambt gebeurt steeds in overleg tussen het personeelslid en de inrichtende macht.
5.4.3.
Principes van het professionaliseringstraject
Het professionaliseringstraject moet het mogelijk maken dat het personeelslid in kwestie binnen de voorziene tijdspanne (zie punt 5.4.3.1) de nodige competenties kan verwerven die vereist zijn om ingezet te worden in een ander vak, een andere specialiteit, een andere opleiding(en) of module(s), in een ander ambt in het onderwijsniveau of in een ambt in een ander onderwijsniveau, als dat in onderling overleg is overeengekomen.
Een inrichtende macht kan slechts één keer tijdens de loopbaan van een personeelslid een professionaliseringstraject aanbieden.
De inrichtende macht draagt de kosten die verbonden zijn aan het afgesproken professionaliseringstraject.
5.4.3.1.
Duur van het professionaliseringstraject
Een professionaliseringstraject kan maximaal twee schooljaren duren.
Deze twee schooljaren vormen de maximumduur, maar het concrete professionaliseringstraject kan ook korter zijn.
5.4.3.2.
Inhoud van het professionaliseringstraject
Het professionaliseringstraject wordt steeds opgesteld in overleg tussen de inrichtende macht en het personeelslid.
Als beide partijen het eens zijn over het te volgen traject, wordt het professionaliseringstraject in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd en door beide partijen voor akkoord ondertekend.
Deze schriftelijke overeenkomst moet minstens de volgende elementen bevatten:
1° een omschrijving van de bijkomende competenties die het personeelslid moet verwerven en de doelstelling daarvan;
2° de wijze waarop het personeelslid die competenties moet behalen. Dat houdt ten minste in dat de inrichtende macht en het personeelslid een heel concreet en haalbaar professionaliseringstraject overeenkomen om de bijkomende competenties te verwerven. De inrichtende macht moet daarbij rekening houden met de andere opdrachten die het personeelslid eventueel uitoefent in een ander ambt of in een andere instelling;
3° de duur van het traject, die niet langer mag zijn dan de voorziene duur van maximum twee schooljaren;
4° de wijze waarop de inrichtende macht zal beoordelen of de bijkomende competenties zijn verworven nadat het personeelslid het afgesproken traject heeft gevolgd. Die competenties zijn in elk geval verworven als dat blijkt uit een certificaat, getuigschrift, diploma of ander document dat het personeelslid krijgt nadat het dat traject heeft gevolgd, en dat opgenomen is in de lijst van bekwaamheidsbewijzen die de overheid bepaalt voor het overeengekomen vak, specialiteit, opleiding, module of ambt;
5° de concrete afspraken over de betaling van alle kosten die verbonden zijn aan het volgen van het professionaliseringstraject.
Het vastgelegde professionaliseringstraject wordt ook opgenomen in de functiebeschrijving van het personeelslid.
Als het overleg niet tot een akkoord leidt, blijft het personeelslid inzetbaar in de niet-organieke betrekking waarin hij is toegewezen.
5.4.3.3.
Administratieve en geldelijke toestand van het personeelslid
Tijdens de duur van het professionaliseringstraject wordt het personeelslid beschouwd als gereaffecteerd en behoudt hij zijn salaris(toelage) in de vorm van een wachtgeld(toelage).
Voor zowel het personeelslid als de inrichtende macht houdt dit in dat er tijdens deze periode geen verdere verplichtingen zijn betreffende reaffectatie of wedertewerkstelling.
5.4.4.
Beëindiging van het professionaliseringstraject
Als het personeelslid zijn professionaliseringstraject succesvol beëindigt, is hij inzetbaar in het afgesproken vak, specialiteit, opleiding of module(s), in het andere ambt of in een ambt in het onderwijsniveau van zijn keuze (zie punt 5.4.4.1).
Als het personeelslid zijn professionaliseringstraject niet succesvol beëindigt omdat hij voortijdig stopt, heeft dit impact op de initiële toewijzing in de niet-organieke betrekking en eventueel ook op het salaris van dat personeelslid (zie punt 5.4.4.2.2).
5.4.4.1.
Het personeelslid beëindigt zijn professionaliseringstraject succesvol
Bij de succesvolle beëindiging van het professionaliseringstraject is het personeelslid nog steeds ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking. De inzetbaarheid van het personeelslid gebeurt dus steeds vanuit die administratieve toestand.
5.4.4.1.1.
Een professionaliseringstraject naar een ander vak, specialiteit, opleiding, module of ambt in hetzelfde onderwijsniveau
Als het personeelslid het afgesproken professionaliseringstraject succesvol heeft beëindigd, kan hij ingezet worden op basis van zijn nieuwe verworven competenties voor het gekozen vak, specialiteit, opleiding, module(s) of zelfs een ander ambt.
Leidt het professionaliseringstraject tot een formeel certificaat, attest, getuigschrift, diploma, … dat in de lijst van bekwaamheidsbewijzen voor een vak, specialiteit, opleiding, een module of een ambt als vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs is opgenomen, dan wordt het personeelslid op basis hiervan inzetbaar.
Het traject leidt tot een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van vaste benoeming
Als de succesvolle beëindiging van het professionaliseringstraject leidt tot een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van vaste benoeming wordt het personeelslid binnen de draagwijdte van de vaste benoeming ruimer inzetbaar.
Beëindigt het personeelslid zijn traject in de loop van het schooljaar dan is hij op dat ogenblik onderhevig aan de verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling binnen zijn inrichtende macht. Het daaropvolgende schooljaar moet de inrichtende macht rekening houden met de verruimde inzetbaarheid van het personeelslid bij de verdeling van betrekkingen bij de start van het schooljaar.
Beëindigt het personeelslid zijn traject op het einde van het schooljaar dan moet de inrichtende macht rekening houden met de verruimde inzetbaarheid van het personeelslid bij de verdeling van betrekkingen bij de start van het schooljaar.
Het traject leidt tot een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van vaste benoeming
Als de succesvolle beëindiging van het professionaliseringstraject leidt tot een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van vaste benoeming, dan kan het personeelslid via een wedertewerkstelling ingezet worden.
Een wedertewerkstelling met een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs is in principe geen verplichting voor de inrichtende macht en het personeelslid, tenzij beide partijen daarmee akkoord gaan. Als er een professionaliseringstraject is overeengekomen dat tot deze situatie leidt, mag er van worden uitgegaan dat dergelijke wedertewerkstelling dan ook geen probleem kan vormen.
Het traject leidt tot een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor een ander ambt dan dat van vaste benoeming
Als de succesvolle beëindiging van het professionaliseringstraject leidt tot een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor een ander ambt dan dat van vaste benoeming, dan wordt het personeelslid op basis van dat bekwaamheidsbewijs inzetbaar binnen de verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling van de inrichtende macht.
Die gebeurt dan als wedertewerkstelling als het gaat om een ambt van dezelfde personeelscategorie ofwel via een vrijwillige wedertewerkstelling in de vrije fase.
Een wedertewerkstelling met een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs is in principe geen verplichting voor de inrichtende macht en het personeelslid, tenzij beide partijen daarmee akkoord gaan. Als er een professionaliseringstraject is overeengekomen dat tot deze situatie leidt, mag er van worden uitgegaan dat dergelijke wedertewerkstelling dan ook geen probleem kan vormen.
5.4.4.1.2.
Een professionaliseringstraject naar een ambt in een ander onderwijsniveau
Bij de succesvolle beëindiging van het professionaliseringstraject met het oog op inzetbaarheid in een ander ambt in een ander onderwijsniveau via het behalen van een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor dat andere ambt in een ander onderwijsniveau, moet de inrichtende macht het personeelslid melden bij de bevoegde reaffectatiecommissie.
Dit is al naar gelang het geval de reaffectatiecommissie van de scholengroep voor het gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse reaffectatiecommissie voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegde reaffectatiecommissie behandelt het dossier van dit personeelslid vervolgens binnen haar bevoegdheden.
5.4.4.2.
Het personeelslid beëindigt zijn professionaliseringstraject niet succesvol
Het personeelslid zet het professionaliseringstraject vroegtijdig stop
Als het personeelslid dat zijn professionaliseringstraject niet succesvol beëindigt omdat hij het traject vroegtijdig beëindigt, wordt de toewijzing in de niet-organieke betrekking stopgezet.
Het personeelslid blijft dan ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en vermits het geen reaffectatie of wedertewerkstelling heeft, zal zijn salaris onderhevig zijn aan de bepalingen betreffende de afbouw van het wachtgeld (zie punt 6). Daarenboven wordt de periode die het personeelslid al heeft besteed aan het professionaliseringstraject onmiddellijk in mindering gebracht bij de bepaling van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage.
5.4.4.2.1.
Het personeelslid behaalt de vooropgestelde doelstellingen niet
Het personeelslid dat zijn professionaliseringstraject niet succesvol beëindigt omdat hij de vooropgestelde doelstellingen niet behaalt, blijft ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en blijft inzetbaar in de niet-organieke betrekking waarin hij is toegewezen.
5.4.5.
Mededeling van het professionaliseringstraject
Als in onderling overleg tussen de inrichtende macht en een ter beschikking gesteld personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen door de Vlaamse reaffectatiecommissie een professionaliseringstraject wordt afgesproken, deelt de instelling waar het personeelslid administratief is aangesteld dit mee aan AGODI of AHOVOKS.
De instelling stuurt hiervoor een RL-1 in het ambt (ambtscode ambt) - ATO 4 met aanduiding van het aantal uren TBSOB (veld 24 van de RL-1). Voor deze TBSOB dient de aanduiding ’05-professionaliseringstraject’ te worden aangeduid in het veld ‘herwaardering’ (veld 32).
Als het personeelslid het traject succesvol beëindigt, wordt dit als volgt meegedeeld:
De instelling beëindigt op datum van het afronden van het professionaliseringstraject de aanduiding ’05-professionaliseringstraject’.
Als het personeelslid opnieuw als titularis een betrekking opneemt, beëindigt de instelling desgevallend ook de RL-1 TBSOB.
Als het personeelslid het traject niet succesvol beëindigt omdat het vroegtijdig stopt, wordt dit als volgt meegedeeld:
De instelling stopt op het ogenblik van het beëindigen van het traject de aanduiding ’05-professionaliseringstraject’. In de RL-1 in het ambt - ATO 4 neemt het een opmerking (RL-3) op met als mededeling ‘voortijdige beëindiging professionaliseringstraject’.
6.
Bezoldigingsregeling bij terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens volledige ontstentenis van betrekking krijgen een wachtgeld(toelage).
De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens volledige ontstentenis van betrekking, maar reeds gedeeltelijk werden gereaffecteerd of weder te werk gesteld en de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens gedeeltelijke ontstentenis van betrekking krijgen een salaris(toelage) voor de uren die zij niet meer uitoefenen.
Alle ter beschikking gestelde personeelsleden moeten een aanvraag indienen om wachtgeld(toelage)of salaris(toelage) te ontvangen. Deze personeelsleden moeten eveneens verklaren gereaffecteerd of weder te werk gesteld te willen worden.
Het wachtgeld of de wachtgeldtoelage is bij een volledige terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking de eerste twee jaar gelijk aan 100% van het laatste activiteitssalaris of de laatste activiteitssalaristoelage.
Vanaf het derde jaar wordt het elk jaar met 20% verminderd. Het bedrag mag echter niet lager zijn dan zoveel maal 1/30 van het activiteitssalaris of de activiteitssalaristoelage als het personeelslid dienstjaren telt die in aanmerking komen voor de berekening van het rustpensioen.
De periode voor de berekening van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage wordt opgeschort in de volgende gevallen:
- gedeeltelijke of volledige reaffectatie;
- gedeeltelijke of volledige wedertewerkstelling;
- het volgen of geven van erkende nascholing of navorming;
- overgang naar een andere administratieve stand;
- overgang naar een andere vorm van terbeschikkingstelling;
- het volledig afstand doen van wachtgeld of van wachtgeldtoelage;
- het volgen van een professionaliseringstraject. Als het personeelslid het afgesproken professionaliseringstraject niet succesvol beëindigt omdat hij het traject voortijdig stopzet, telt deze opschorting niet (zie ook punt 5.4.4.2).
De ziekten of gebrekkigheden of het feit dat op het personeelslid de bepalingen van toepassing zijn van artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971 schorten de periode voor de berekening van het wachtgeld of de wachtgeldtoelage niet op.
Na de hierboven opgesomde periodes van opschorting wordt het wachtgeld of de wachtgeldtoelage berekend op grond van het initiële activiteitssalaris of de activiteitssalaristoelage. Behoudens bij volledige afstand van wachtgeld of wachtgeldtoelage wordt het initiële activiteitssalaris of de activiteitssalaristoelage verhoogd met de nieuw verworven anciënniteit gedurende deze periode van opschorting.
7.
Afstand van wachtgeld(toelage)
7.1.
Ontslag van verplichting inzake reaffectatie of wedertewerkstelling
Een ter beschikking gesteld personeelslid dat tijdelijk afstand doet van zijn recht op de financiële voordelen wordt zonder dat er afbreuk gedaan wordt aan de terbeschikkingstelling, op zijn verzoek, voor de duur van deze afstand ontslagen van elke verplichting inzake reaffectatie en wedertewerkstelling.
Tijdens deze periode wordt aan betrokkene geen wachtgeld(toelage) betaald.
Wanneer er echter in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort of in een instelling van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort of in een gesubsidieerd centrum, waar het personeelslid ter beschikking gesteld is of in de instelling die de instelling waar het personeelslid ter beschikking is gesteld, heeft overgenomen, een vacante betrekking in “hetzelfde ambt”, bij wijze van reaffectatie moet toegewezen worden, moet het personeelslid zijn verplichtingen inzake reaffectatie nakomen.
Het ontstaan van deze vacante betrekking betekent immers dat de terbeschikkingstelling van dit personeelslid, hetzij op 1 september of in de loop van het schooljaar, geheel of gedeeltelijk vervalt.
7.2.
Verklaring van de afstand
De verklaring van afstand van het recht op de financiële voordelen gebeurt door het insturen van een RL1 met invulling van de daartoe bestemde velden. Instellingen die gesloten zijn of die niet elektronisch communiceren, gebruiken het formulier Aanvraag tot reaffectatie of wedertewerkstelling van een personeelslid. Deze verklaring moet naargelang van het geval ingediend worden vóór dezelfde datum als de terbeschikkingstelling of bij het begin van het schooljaar of dienstjaar, bij AGODI of AHOVOKS en bij de instelling of het gesubsidieerd centrum dat het personeelslid ter beschikking heeft gesteld.
De afstand van het recht op de financiële voordelen moet betrekking hebben op het volledig school- of dienstjaar of in ieder geval vanaf het begin van de terbeschikkingstelling tot het einde van het betrokken schooljaar.
Deze afstand van het recht op de financiële voordelen kan gevraagd worden voor een gedeelte van of voor de totale opdracht waarvoor het personeelslid de financiële voordelen genoot of zou genieten.
Als het personeelslid afstand doet van het recht op de financiële voordelen, dan blijven de pensioenrechten gewaarborgd voor een periode van 5 jaar. Dit betekent dat men voor het pensioen ervan uitgaat dat de opdracht van vaste benoeming is blijven doorlopen gedurende die 5 jaar. Na 5 jaar wordt voor het pensioen alleen nog rekening gehouden met de nog effectief bezoldigde opdrachten in het onderwijs. Om deze periode van 5 jaar samen te stellen, wordt naast de afstand van het recht op de financiële voordelen, geen rekening gehouden met o.a. verloven voor verminderde prestaties of loopbaanonderbreking.
7.2.1.
Afstand van wachtgeld(toelage) van rechtswege
Bij de overheveling van de opleidingen hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleidingen van de centra voor volwassenenonderwijs op 1 september 2019 naar de hogescholen en universiteiten is bepaald dat de vastbenoemde lectoren die uiterlijk op 31 augustus 2019 al ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in het hoger beroepsonderwijs of de specifieke lerarenopleiding niet mee worden overgeheveld naar een hogeschool of universiteit. Deze personeelsleden blijven ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in hun ambt van lector in het volwassenenonderwijs en moeten worden gereaffecteerd of weder te werk gesteld. Tijdens de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking heeft het personeelslid recht op een wachtgeld(toelage).
Het personeelslid kan in onderling akkoord met een hogeschool tijdens zijn ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking een tijdelijke opdracht opnemen in een hogeschool. Dat leidt dan tot het van rechtswege afstand doen van zijn wachtgeld(toelage)voor het volume en de duur van de opdracht die het personeelslid opneemt in de hogeschool, weliswaar altijd beperkt tot het overeenstemmend volume van de opdracht van de ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking.
Het vastbenoemd personeelslid blijft ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking zonder wachtgeld(toelage) en wordt enkel bezoldigd voor zijn tijdelijke prestaties in de hogeschool.
8.
Basisonderwijs
Opmerking: In het basisonderwijs wordt de term “schoolbestuur” gebruikt in plaats van de term ”inrichtende macht”.
8.1.
Hetzelfde en ander ambt
Voor de toepassing van deze reglementering hebben de personeelsleden en de schoolbesturen rechten en plichten in een ambt.
Voor alle ambten die behoren tot “hetzelfde ambt” van een personeelslid bestaan er rechten en plichten. Dit betekent dat een personeelslid nooit kan weigeren ambten op te nemen die voor hem tot “hetzelfde ambt” horen. Anderzijds is het schoolbestuur steeds verplicht de opdrachten die “hetzelfde ambt” zijn voor een bepaald personeelslid, aan hem of haar aan te bieden.
Hetzelfde ambt
“Hetzelfde ambt” is het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het paramedisch personeel in het basisonderwijs, het beleids- en ondersteunend personeel in het basisonderwijs, het opvoedend hulppersoneel, het psychologisch personeel, het paramedisch personeel, het medisch personeel, het sociaal personeel en het administratief personeel in het basisonderwijs, behalve de rekenplichtige-correspondenten in het gemeenschapsonderwijs die fungeren in de internaten en de semi-internaten.
Men kan enkel vast benoemd worden in een ambt dat formeel voorzien is in de reglementering betreffende de ambten.
Het is dus het ambt dat vermeld staat in de reglementering en op de vaste benoeming, dat bepaalt wat “hetzelfde ambt” is voor een personeelslid.
Bijzondere bepalingen i.v.m. hetzelfde ambt
- De directeur die ter beschikking gesteld is in een school met enkel kleuteronderwijs heeft de keuze om de betrekking van directeur ingericht in een basisschool of lagere school al dan niet op te nemen. Het schoolbestuur kan in hetzelfde geval beslissen dit personeelslid na een periode van één jaar niet meer aan te stellen.
- Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" voor leden van het opvoedend hulppersoneel, het administratief personeel, het paramedisch personeel, medisch personeel, orthopedagogisch personeel, sociaal personeel en het psychologisch personeel wordt voor zover het reaffectatie betreft geen onderscheid gemaakt tussen het gewoon en buitengewoon onderwijs en tussen de verschillende onderwijsniveaus. In het type 6 van het buitengewoon onderwijs worden het ambt van leermeester ASV compensatietechniek-braille en het ambt van leraar ASV compensatietechniek-braille als "hetzelfde ambt" beschouwd, ongeacht het onderwijsniveau: basis- of secundair onderwijs en ongeacht de opleidingsvorm in het secundair onderwijs. Deze bepaling is niet van toepassing indien hierdoor een lagere salarisschaal bekomen wordt.
- Voor de personeelsleden die een erkende nascholing genoten hebben en hierdoor een bijkomende onderwijsbevoegdheid verworven hebben, wordt "hetzelfde ambt " uitgebreid in functie van deze nieuwe onderwijsbevoegdheid.
- Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" wordt voor de leden van het beleids- en ondersteunend personeel geen onderscheid gemaakt tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs.
Het ambt van administratief medewerker in het basisonderwijs is echter niet “hetzelfde ambt” als het ambt van administratief medewerker in het deeltijds kunstonderwijs, het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, de onderwijsinternaten of de leersteuncentra. Bijgevolg kan een administratief medewerker van het basisonderwijs niet gereaffecteerd worden naar een betrekking in een van deze onderwijsniveaus en omgekeerd. Dit geldt eveneens voor het ambt van ICT-coördinator.
Bij de verdeling van de betrekkingen bij het begin van het schooljaar wordt voor de leden van het beleids- en ondersteunend personeel dezelfde opdracht toegewezen als deze waarvoor het personeelslid op het einde van het voorgaande schooljaar vast benoemd is. Bovendien moet het een betrekking zijn in hetzelfde ambt met een zelfde puntengewicht en een zelfde salarisschaal.
- Als in het buitengewoon basisonderwijs een leersteuncentrum deel uitmaakt van de school, zijn t.a.v. de personeelsleden van dit leersteuncentrum de bepalingen betreffende “hetzelfde ambt” van toepassing zoals vermeld in punt 13.1.1.
- Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" voor leden van leerondersteunend personeel wordt voor zover het reaffectatie betreft geen onderscheid gemaakt tussen de leersteuncentra die deel uitmaken van een school voor buitengewoon basisonderwijs, die deel uitmaken van een school voor buitengewoon secundair onderwijs en de zelfstandige leersteuncentra.
Ander ambt
"Ander ambt" is elk ambt, met uitzondering van hetzelfde ambt, waarvoor het betrokken personeelslid:
- over het vereist bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het vereist bekwaamheidsbewijs;
- over een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, mits onderlinge overeenkomst tussen het personeelslid en het schoolbestuur.
8.2.
Definitie van reaffectatie en wedertewerkstelling
8.2.1.
Reaffectatie: hetzelfde ambt
Reaffectatie van een ter beschikking gesteld personeelslid betekent dat men dit personeelslid een betrekking toewijst in “hetzelfde ambt”.
Reaffectatie heeft steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Voorbeeld
In school A wordt een vastbenoemde kleuteronderwijzer ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking op 1 september. In dezelfde school neemt een andere kleuteronderwijzer een volledige loopbaanonderbreking met ingang van 1 september. De ter beschikking gestelde onderwijzer wordt dan gereaffecteerd in de niet-vacante betrekking hetzelfde ambt van kleuteronderwijzer.
Voor het beleids- en ondersteunend personeel wordt via reaffectatie in eerste instantie een betrekking toegewezen in een ambt met hetzelfde opleidingsniveau, een zelfde puntengewicht en een zelfde salarisschaal.
Als er geen reaffectatie gevonden wordt die aan deze voorwaarden voldoet, kunnen deze personeelsleden een betrekking toegewezen krijgen in hetzelfde ambt maar met een ander puntengewicht. Als de toegewezen betrekking meer punten kost moet het schoolbestuur niet meer punten inleveren, maar als de toegewezen betrekking minder punten kost komen er ook geen punten vrij.
Dit principe geldt eveneens voor het leerondersteunend personeel van het leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon basisonderwijs.
8.2.2.
Wedertewerkstelling: ander ambt
Wedertewerkstelling van een ter beschikking gesteld personeelslid betekent dat men dit personeelslid een betrekking toewijst in een “ander ambt”.
Voorbeeld
In school A wordt een vastbenoemde onderwijzer ASV ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking op 1 september. Binnen hetzelfde schoolbestuur neemt in school B voor gewoon lager onderwijs een onderwijzer een volledige loopbaanonderbreking met ingang van 1 september. De onderwijzer ASV die in het bezit is van het vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van onderwijzer komt in aanmerking voor een wedertewerkstelling als onderwijzer in het gewoon lager onderwijs = “ander ambt”.
Op het niveau van het schoolbestuur is een wedertewerkstelling in principe geen verplichting. Een vastbenoemd personeelslid dat in het gewoon basisonderwijs ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking en voor wie geen reaffectatie gevonden wordt, kan wel verzoeken om weder te werk gesteld te worden in het ambt waarvoor hij het vereist bekwaamheidsbewijs heeft of waarvoor het over een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs beschikt mits onderlinge overeenkomst tussen het personeelslid en het schoolbestuur.
Voor een vastbenoemd personeelslid dat in het buitengewoon basisonderwijs ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking en voor wie een schoolbestuur geen reaffectatie vindt in de eigen instelling(en), geldt de verplichting tot wedertewerkstelling in een ambt waarvoor hij het vereist bekwaamheidsbewijs heeft wel op voorwaarde dat dit ambt binnen dezelfde personeelscategorie valt. Daarnaast geldt deze verplichting tot wedertewerkstelling ook voor een vastbenoemd personeelslid dat ter beschikking is gesteld in een ambt van een andere personeelscategorie dan deze van het bestuurs- en onderwijzend personeel naar een ambt dat behoort tot de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel.
Op het niveau van de scholengemeenschap – zowel in het gewoon als in het buitengewoon basisonderwijs - is een wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie wel een verplichting, als het gaat om een toewijzing door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap.
Daarnaast geldt er op het niveau van de scholengemeenschap ook een verplichting tot wedertewerkstelling van ter beschikking gestelde personeelsleden in een ambt van een andere personeelscategorie dan deze van het bestuurs- en onderwijzend personeel naar de ambten die behoren tot de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, als het gaat om een toewijzing door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap.
Op het niveau van het schoolbestuur kunnen de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in een ambt van een andere personeelscategorie dan deze van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op vrijwillige basis weder te werk gesteld worden naar een ambt dat behoort tot de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel.
Wedertewerkstelling van ter beschikking gestelde personeelsleden in een ambt van een andere personeelscategorie dan deze van het beleids- en ondersteunend personeel naar de ambten die behoren tot de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel, is niet verplicht op het niveau van het schoolbestuur of op het niveau van de scholengemeenschap.
Binnen de personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel is er ook geen verplichting tot wedertewerkstelling naar het ambt van beleidsondersteuner, zorgcoördinator of ICT-coördinator vanuit een van de ambten van het beleids- en ondersteunend personeel. Deze verplichting geldt wel vanuit het ambt van beleidsondersteuner, zorgcoördinator of ICT-coördinator naar het ambt van administratief medewerker.
De personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking kunnen wel op vrijwillige basis worden weder te werk gesteld in een ambt van het beleids- en ondersteunend personeel. Bij een vrijwillige wedertewerkstelling houdt het schoolbestuur - net zoals bij een reaffectatie - rekening met het puntengewicht van de betrekking.
Wedertewerkstelling van ter beschikking gestelde personeelsleden in een ambt van een andere personeelscategorie dan deze van het leerondersteunend personeel naar de ambten die behoren tot de personeelscategorie van het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon basisonderwijs, is niet verplicht op het niveau van het schoolbestuur of op het niveau van de scholengemeenschap.
De personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking kunnen wel op vrijwillige basis worden weder te werk gesteld in een ambt van leerondersteunend personeel. Bij een vrijwillige wedertewerkstelling houdt het schoolbestuur - net zoals bij een reaffectatie - rekening met het puntengewicht van de betrekking.
De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking ingevolge een beslissing van MEDEX in het kader van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, of die uiterlijk met ingang van 1 augustus 2012 ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking ingevolge een beslissing van MEDEX over definitieve arbeidsongeschiktheid of ingevolge een beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in het kader van een procedure tot re-integratie, en nog geschikt zijn bevonden voor een administratieve functie, kunnen eveneens op vrijwillige basis worden weder te werk gesteld als administratief medewerker in het basisonderwijs.
Als een personeelslid dat ter beschikking gesteld werd wegens ontstentenis van betrekking ingevolge een beslissing van MEDEX of een advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in het kader van de procedure tot re-integratie wordt weder te werk gesteld in een vacante betrekking, kost de wedertewerkstelling 63 punten voor een voltijdse betrekking.
Voorbeeld 1
Een school ontvangt voor het schooljaar 2022-2023 255 punten voor administratie-en beleidsondersteuning. Zij stelt hiervoor een administratief medewerker aan, niveau HSO, voor 31/36. De administratief medewerker wordt op 1 januari 2023 voor 28/36 vast benoemd. De overige 3/36 opdracht oefent hij/zij uit als tijdelijk personeelslid.
Voor het schooljaar 2023-2024 ontvangt de school opnieuw een puntenenveloppe van 55 punten voor administratieve-en beleidsondersteuning. Van deze 55 punten moet de school er minimum 49 gebruiken om de administratief medewerker zijn/haar vastbenoemde opdracht van 28/36 terug te geven. De school kan maximum 6 punten samenleggen op het niveau van de scholengemeenschap.
Voorbeeld 2
De school ontvangt een puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning van 118 punten. Ze heeft hiervoor een administratief medewerker in dienst die vast benoemd is voor 36/36 , dit personeelslid is aangesteld op het diplomaniveau ten minste HSO = 63 punten. Daarnaast heeft de school een tijdelijk administratief medewerker die voor 24/36 (= 55 punten) werd aangesteld. Dit laatste personeelslid is aangesteld op het diplomaniveau ten minste HOKT.
Het volgende schooljaar is er een daling van het leerlingenaantal, wat zich vertaalt in een daling van de punten in de enveloppes. Voor administratieve – en beleidsondersteuning verliest de school 19 punten.
De vast benoemde administratieve medewerker moet zijn 36/36 terugkrijgen en de tijdelijke administratieve medewerker kan nog slechts voor 16/36 worden aangesteld op diplomaniveau ten minste HOKT.
Uitzonderingen
1. Een ter beschikking gesteld personeelslid in de personeelscategorie van het opvoedend hulppersoneel kan, in afwijking op de algemene regel, ook weder te werk gesteld worden als het een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs bezit.
2. Een vastbenoemd onderwijzer die ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking en voor wie geen reaffectatie gevonden wordt als onderwijzer, kan weder te werk gesteld worden als leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer als hij voor dat ambt het vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs heeft.
Deze toewijzing kan echter enkel met instemming van het schoolbestuur en het hoofd van de eredienst aangeboden worden. Dit geldt zowel voor het gesubsidieerd onderwijs als het gemeenschapsonderwijs.
Wedertewerkstelling gewoon en buitengewoon basisonderwijs
Een personeelslid dat vast benoemd is in het gewoon onderwijs en ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking, is niet verplicht om een wedertewerkstelling naar het buitengewoon onderwijs te aanvaarden, zelfs als hij/zij hiervoor over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt, als hij/zij hiervoor niet gekozen heeft.
Uitzonderingen: voor de volgende personeelscategorieën geldt de verplichting wel:
- de personeelsleden die behoren tot het medisch, paramedisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel;
- de leden van het beleids- en ondersteunend personeel;
- voor het personeelslid dat in de betreffende onderwijssector fungeerde op de vooravond van de terbeschikkingstelling.
Een personeelslid dat vast benoemd is in het buitengewoon onderwijs en ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking moet een wedertewerkstelling naar het gewoon onderwijs aanvaarden.
8.3.
Betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling
Wanneer een schoolbestuur een betrekking wil toewijzen aan een tijdelijk personeelslid, is het van belang om te weten of de betrekking al of niet vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling.
Is de betrekking van het tijdelijke personeelslid nog vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, dan kan deze betrekking ingenomen worden door een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid. Dit betekent concreet dat het tijdelijke personeelslid geheel of gedeeltelijk zijn/haar opdracht verliest.
Een betrekking is vanaf 1 september van het betrokken schooljaar niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, als het personeelslid in deze betrekking niet als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur is aangesteld.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) of met een “ander” bekwaamheidsbewijs, vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur is!
De bescherming waarvan een tijdelijk personeelslid geniet in een betrekking die niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling noemt men ook 'immuniteit'.
In het basisonderwijs gaat de immuniteit pas in nadat de eerste reaffectatiecommissie haar werkzaamheden heeft vervuld. Dit betekent dat elk(e) schoolbestuur/scholengroep verplicht is om al haar tijdelijke personeelsleden mee te delen aan de eerste bevoegde reaffectatiecommissie. Dit geldt ook voor de tijdelijke personeelsleden met een aanstelling voor doorlopende duur.
8.4.
Waar wordt er een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitgesproken?
8.4.1.
De voorafgaande maatregelen
Bij het begin van het schooljaar gaat het schoolbestuur/de scholengroep het lestijdenpakket, de uren of de punten verdelen onder de vastbenoemde personeelsleden en de ter beschikking gestelde personeelsleden.
De verdeling gebeurt:
- per school;
- per ambt, in hetzelfde ambt als dat van vaste benoeming;
- per opdracht, voor dezelfde opdracht als deze waarvoor het personeelslid op het einde van het voorafgaande schooljaar (31 augustus) vast benoemd was of ter beschikking gesteld was wegens ontstentenis van betrekking.
Voordat het schoolbestuur/de scholengroep een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking kan uitspreken moet het eerst de voorafgaande maatregelen toepassen.
Gemeenschapsonderwijs
In het gemeenschapsonderwijs stelt de scholengroep een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot dezelfde school, volgende maatregelen heeft getroffen:
- de prestaties van de vastbenoemde personeelsleden worden binnen "hetzelfde ambt" verminderd tot het minimum aantal lesuren vereist voor een betrekking met volledige prestaties;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
Gesubsidieerd onderwijs
In het gesubsidieerd onderwijs stelt een schoolbestuur een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot dezelfde school of tot de scholen die dit schoolbestuur tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente, en die in voorkomend geval tot dezelfde scholengemeenschap behoren, volgende maatregelen heeft getroffen:
- de prestaties van de vastbenoemde personeelsleden worden binnen "hetzelfde ambt" verminderd tot het minimum aantal lesuren vereist voor een betrekking met volledige prestaties. Dit gebeurt eerst in de school waar er een vermindering is van prestaties en vervolgens in een andere school;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
De maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling hoeven uiteraard maar te gebeuren voor zover dit nodig is om de terbeschikkingstelling te vermijden.
Aandacht!
Als het schoolbestuur in het gesubsidieerd onderwijs de keuze maakt om de voorafgaande maatregelen toe te passen op al haar instellingen op het grondgebied van een zelfde gemeente, en die in voorkomend geval behoren tot eenzelfde scholengemeenschap, behoort voor een vastbenoemd personeelslid een nieuwe affectatie ook tot de voorafgaande maatregelen.
Het personeelslid dat behoort tot een instelling van het gesubsidieerd vrij onderwijs en dat niet akkoord gaat met een nieuwe affectatie als gevolg van de toepassing van de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling, wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in de instelling van affectatie.
8.4.2.
Waar wordt een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitgesproken?
8.4.2.1.
In het gewoon basisonderwijs
In het gemeenschapsonderwijs wordt een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitgesproken in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet.
In het gesubsidieerd vrij en officieel gewoon basisonderwijs heeft men de keuze:
1. de instelling behoort tot een scholengemeenschap
- in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
2. de instelling behoort niet tot een scholengemeenschap
- in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
Of
- in het geheel van de instellingen die een schoolbestuur op het grondgebied van dezelfde gemeente organiseert.
Eens de keuze gemaakt geldt deze voor een periode van 6 jaar voor het vrij onderwijs of voor de lopende of aanvangende legislatuur voor het officieel onderwijs en dit voor alle personeelsleden in alle personeelscategorieën.
8.4.2.2.
In het buitengewoon basisonderwijs
In het gemeenschapsonderwijs wordt een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitgesproken in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet.
In het gesubsidieerd vrij onderwijs wordt een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitgesproken in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet.
In het gesubsidieerd officieel onderwijs heeft men de keuze:
1. de instelling behoort tot een scholengemeenschap
- in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
2. de instelling behoort niet tot een scholengemeenschap
- in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet
Of
- in het geheel van de instellingen die een schoolbestuur op het grondgebied van dezelfde gemeente organiseert.
Eens de keuze gemaakt geldt deze voor een periode van 6 jaar of voor de lopende of aanvangende legislatuur en dit voor alle personeelsleden in alle personeelscategorieën.
8.4.3.
Bijzondere regels i.v.m. de terbeschikkingstelling
8.4.3.1.
Het gewoon basisonderwijs
Bij daling van het globale lestijdenpakket in het gewoon kleuteronderwijs, moet de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen het aantal lestijden in het ambt van kleuteronderwijzer enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding anderzijds.
Bij daling van het globale lestijdenpakket in het gewoon lager onderwijs, moet de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen het aantal lestijden in het ambt van onderwijzer enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding anderzijds.
Het gaat hier steeds om lestijden die in de school of instelling werden aangewend op het einde van het voorafgaande schooljaar (31 augustus). Dit kan betekenen dat de school of de instelling een of meer betrekkingen van (kleuter)onderwijzer en/of leermeester lichamelijke opvoeding minder kan inrichten.
8.4.3.2.
Het buitengewoon basisonderwijs
Bij een vermindering van het globale lestijdenpakket in het buitengewoon lager onderwijs, moet de daling van het aantal lestijden evenredig verdeeld worden tussen het aantal lestijden in het ambt van onderwijzer algemene en sociale vorming enerzijds en het aantal lestijden in het ambt van leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding anderzijds.
Voor de toepassing van deze reglementering beslist het schoolbestuur in het buitengewoon lager onderwijs bij een vermindering van het urenpakket van de leden van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel of een betrekking of betrekkingen in het afzonderlijke ambt van kinesitherapeut, logopedist, verpleger, ergotherapeut, kinderverzorger, maatschappelijk werker, arts, psycholoog en orthopedagoog niet meer kan of kunnen in stand gehouden, op basis van criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en waarover uiterlijk om de drie schooljaren wordt onderhandeld in het bevoegd lokaal comité. Het gaat hier steeds om ambten die in de school of instelling werden ingericht op het einde van het voorafgaande schooljaar (31 augustus).
Voor de toepassing van dit besluit beslist het schoolbestuur in het buitengewoon basisonderwijs bij een daling van het leerlingenaantal in een bepaald niveau, of een betrekking of betrekkingen in het afzonderlijk ambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming en onderwijzer algemene en sociale vorming niet meer kan of kunnen worden in standgehouden, op basis van criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en waarover uiterlijk om de drie schooljaren wordt onderhandeld in het bevoegd lokaal comité.
Het gaat hier steeds om lestijden die in de school of instelling werden aangewend op het einde van het voorafgaande schooljaar (31 augustus).
8.4.3.3.
Het gewoon en buitengewoon basisonderwijs
Een leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer waarvan de lestijden werden vastgesteld volgens de schalen, mag niet ter beschikking gesteld worden om een onderwijzer aan te werven. Ook mag een onderwijzer niet ter beschikking gesteld worden om een leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer waarvan de lestijden werden vastgesteld volgens de schalen, aan te werven.
De terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie een deel van de betrekking vacant werd verklaard omwille van een eindeloopbaanverlof of omwille van een specifiek verlof (zie punt 2.1.1.1 en 2.2.1.1 van de omzendbrief Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming – 13cc/VB/ml van 29-11-1999), kan in de loop van het schooljaar aanleiding zijn tot een ter beschikking stelling wegens ontstentenis van betrekking.
Op 15 oktober wordt het deel van de betrekking waarvoor het personeelslid met verlof is als een vacante betrekking beschouwd en als dusdanig meegedeeld met het oog op de vaste benoemingen op 1 januari. Als het vastbenoemde personeelslid na deze vacantverklaring in de loop van het schooljaar terugkeert uit zijn verlof moet hij ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking, tenzij er in de instelling of instellingen van het schoolbestuur op het ogenblik van zijn terugkomst een vacante betrekking voorhanden is waarin geen tijdelijk personeelslid is aangesteld. Als dergelijke betrekking niet voorhanden is, moet het schoolbestuur t.a.v. het terbeschikkinggestelde personeelslid haar verplichtingen betreffende reaffectatie toepassen binnen haar instellingen, zoals vermeld in punt 8.5. Vanaf 1 september van het volgende schooljaar neemt het betrokken personeelslid weer zijn rangorde in bij de verdeling van de betrekkingen binnen de instelling of de instellingen van het schoolbestuur.
Bij een vermindering van het aantal punten van de puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning beslist het schoolbestuur op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welk ambt of welke ambten van het beleids- en ondersteunend personeel ze die vermindering zal toepassen. Deze criteria gelden voor ten minste drie schooljaren en ze worden uiterlijk om de drie schooljaren opnieuw onderhandeld in het bevoegd lokaal comité. Het gaat hier steeds om ambten die in de school of instelling werden ingericht op het einde van het voorafgaande schooljaar (31 augustus).
Een schoolbestuur mag een personeelslid dat vastbenoemd is als administratief medewerker dus niet zo maar ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een ander tijdelijk personeelslid aan te stellen in een betrekking in het ambt van adjunct-directeur of van beleidsondersteuner. Het schoolbestuur mag ook geen vastbenoemde beleidsondersteuner ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een ander tijdelijk personeelslid aan te stellen in een betrekking van adjunct-directeur of van administratief medewerker. En het schoolbestuur mag ook geen vastbenoemde adjunct-directeur ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een ander personeelslid aan te stellen in een betrekking van administratief medewerker of van beleidsondersteuner.
Een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking in een of meer van voormelde ambten is slechts mogelijk als er een vermindering is van het aantal punten van de puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning.
Bij een vermindering van het aantal punten van de puntenveloppe voor de scholengemeenschap en van de punten die scholen van de scholengemeenschap samenleggen beslist het schoolbestuur van een scholengemeenschapsinstelling op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welk ambt of welke ambten binnen die personeelscategorie of -categorieën ze die vermindering zal toepassen. Deze criteria gelden voor ten minste drie schooljaren en ze worden uiterlijk om de drie schooljaren opnieuw onderhandeld in het bevoegd lokaal comité. Het gaat hier steeds om ambten die in de scholengemeenschapsinstelling werden ingericht op het einde van het voorafgaande schooljaar (31 augustus).
Een schoolbestuur van een scholengemeenschapsinstelling mag een personeelslid dat in die instelling vastbenoemd is in een ambt dus niet zo maar ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een ander personeelslid aan te stellen in een betrekking in een ander ambt.
Een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking is slechts mogelijk als er een vermindering is van het aantal punten van de puntenveloppe voor de scholengemeenschap en van de punten die scholen van de scholengemeenschap samenleggen.
8.5.
Reaffectatie en wedertewerkstelling - Rechten en verplichtingen
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde.
Reaffectatie heeft steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
Voor het in acht nemen van de volgorde wordt een onderscheid gemaakt tussen drie groepen:
- de scholen die behoren tot een scholengemeenschap;
- de scholen die behoren tot een netoverschrijdende scholengemeenschap;
- de scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap en de gesloten scholen.
Als aan een school voor buitengewoon basisonderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de verplichtingen voor het buitengewoon basisonderwijs in punt 8.5.1, 8.5.2 en 8.5.3 ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
8.5.1.
In scholen die behoren tot een scholengemeenschap
Als aan een school voor buitengewoon basisonderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de hierna volgende verplichtingen voor het buitengewoon basisonderwijs ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
8.5.1.1.
Het gemeenschapsonderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen dezelfde scholengroep:
- Verplichte reaffectatie in de eigen school van de personeelsleden die in deze school ter beschikking gesteld zijn ;
- Verplichte reaffectatie in de scholengemeenschapsinstelling van de personeelsleden die in die scholengemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld zijn;
- Verplichte reaffectatie van de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in een school die werd overgenomen;
- In tweede instantie verplichte reaffectatie van ter beschikking gestelde personeelsleden in de scholen van de scholengroep die tot dezelfde scholengemeenschap behoren. Deze verplichting tot reaffectatie geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van een scholengemeenschap. Dit houdt in dat personeelsleden die in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet verplicht gereaffecteerd kunnen worden in een betrekking in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten verplicht gereaffecteerd worden in de scholen van de scholengroep die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
2. Verplichte wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het buitengewoon basisonderwijs in dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde scholengroep in de scholen voor buitengewoon basisonderwijs die tot dezelfde scholengemeenschap behoren. Die verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de school waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere school voor buitengewoon basisonderwijs van dezelfde scholengroep die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Als het personeelslid en de scholengroep het erover eens zijn, kan de wedertewerkstelling onmiddellijk in de andere scholen van de scholengroep die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
Deze verplichting tot wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. Dit houdt in dat personeelsleden die in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet verplicht weder te werk kunnen gesteld worden in een betrekking in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten binnen de hiervoor vermelde principes verplicht weder te werk gesteld worden in de scholen van de scholengroep die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
3. Vrijwillige wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het gewoon basisonderwijs binnen dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde scholengroep in de scholen voor gewoon basisonderwijs die tot dezelfde scholengemeenschap behoren (mits instemming van het personeelslid). Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid), op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
4. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de scholen en van de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
T.a.v. deze verplichting gelden er drie uitzonderingen:
- als het gaat om de betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator van een leersteuncentrum gehecht aan een school voor buitengewoon basisonderwijs moet deze betrekking door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap niet toegewezen worden op voorwaarde dat de scholengroep deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid, in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”;
- als het gaat over een betrekking van directeur dan moet deze betrekking door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap niet toegewezen worden aan een personeelslid dat de functie van adjunct-directeur waarneemt.
Zie punt 8.8.2;
- als het gaat om een betrekking in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap kan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap deze betrekking niet toewijzen aan een personeelslid dat in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis betrekking. Het omgekeerde is wel verplicht: een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten binnen de hiervoor vermelde principes door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap toegewezen worden in een betrekking in de scholen die tot de scholengemeenschap behoren.
5. Na de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap is de scholengroep vrij:
- een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
- verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling;
- vrij een personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer de scholengroep gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
De fases 1 tot en met 4 moeten beëindigd zijn op 1 september.
6. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen. Deze verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengroep kan personeelsleden die in een school van de scholengroep ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet toewijzen in een betrekking in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten door de reaffectatiecommissie van de scholengroep toegewezen worden in de scholen van de scholengroep.
7. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling worden toegewezen in dienst te nemen.
Als het gaat om een betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator van een leersteuncentrum gehecht aan een school voor buitengewoon basisonderwijs moet de scholengroep de toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie in dergelijke betrekking niet aanvaarden, op voorwaarde dat de scholengroep deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”.
Deze verplichting geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De Vlaamse reaffectatiecommissie kan personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet toewijzen in een betrekking in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten door de Vlaamse reaffectatiecommissie toegewezen worden in andere instellingen, maar niet in een scholengemeenschapsinstelling.
8.5.1.2.
Het gesubsidieerd onderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde schoolbestuur:
- Verplichte reaffectatie in de eigen school van de personeelsleden die in deze school ter beschikking gesteld zijn;
- Verplichte reaffectatie in de scholengemeenschapsinstelling van de personeelsleden die in die scholengemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld zijn;
- Verplichte reaffectatie van de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in een school die werd overgenomen;
- In tweede instantie verplichte reaffectatie van ter beschikking gestelde personeelsleden in de scholen van het schoolbestuur die tot dezelfde scholengemeenschap behoren. Deze verplichting tot reaffectatie geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. Dit houdt in dat personeelsleden die in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet verplicht gereaffecteerd kunnen worden in een betrekking in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten verplicht gereaffecteerd worden in de scholen van het schoolbestuur die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
2. Verplichte wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het buitengewoon basisonderwijs in dezelfde personeelscategorie in de scholen voor buitengewoon basisonderwijs die tot hetzelfde schoolbestuur behoren. Die verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de school waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere school voor buitengewoon basisonderwijs van het schoolbestuur die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Als het personeelslid en het schoolbestuur het erover eens zijn, kan de wedertewerkstelling onmiddellijk in de andere scholen van het schoolbestuur die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
Deze verplichting tot wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. Dit houdt in dat personeelsleden die in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet verplicht weder te werk kunnen gesteld worden in een betrekking in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten binnen de hiervoor vermelde principes verplicht weder te werk gesteld worden in de scholen van het schoolbestuur die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
3. Vrijwillige wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het gewoon basisonderwijs binnen dezelfde personeelscategorie in de scholen voor gewoon basisonderwijs die tot hetzelfde schoolbestuur behoren (mits instemming van het personeelslid). Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid),op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
4. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de scholen en van de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
T.a.v. deze verplichting gelden er drie uitzonderingen:
- als het gaat om de betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator van een leersteuncentrum gehecht aan een school voor buitengewoon basisonderwijs moet deze betrekking door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap niet toegewezen worden op voorwaarde dat het schoolbestuur deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”;
- als het gaat over een betrekking van directeur dan moet deze betrekking door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap niet toegewezen worden aan een personeelslid dat de functie van adjunct-directeur waarneemt.
Zie punt 8.8.2;
- als het gaat om een betrekking in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap kan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap deze betrekking niet toewijzen aan een personeelslid dat in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis betrekking. Het omgekeerde is wel verplicht: een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten binnen de hiervoor vermelde principes door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap toegewezen worden in een betrekking in de scholen die tot de scholengemeenschap behoren.
5. Na de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap is het schoolbestuur vrij:
- een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
- verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling;
- vrij een personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer het schoolbestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
De fases 1 tot en met 4 moeten beëindigd zijn op 1 september.
6. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling worden toegewezen in dienst te nemen.
Als het gaat om een betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator van een leersteuncentrum gehecht aan een school voor buitengewoon basisonderwijs, moet het schoolbestuur de toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie in dergelijke betrekking niet aanvaarden, op voorwaarde dat het schoolbestuur macht deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”.
Deze verplichting geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De Vlaamse reaffectatiecommissie kan personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet toewijzen in een betrekking in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten door de Vlaamse reaffectatiecommissie toegewezen worden in andere instellingen, maar niet in een scholengemeenschapsinstelling.
8.5.2.
Scholen die behoren tot een netoverschrijdende scholengemeenschap
Als aan een school voor buitengewoon basisonderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de hierna volgende verplichtingen voor het buitengewoon basisonderwijs ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
Hier wordt zowel voor het gemeenschapsonderwijs als voor het gesubsidieerd onderwijs dezelfde volgorde gehanteerd als in het voorgaande punt (8.5.1).
Na de vrije fase geldt t.a.v. betrekkingen waarin personeelsleden aangesteld zijn die niet vrij zijn van reaffectatie:
a) in de scholen van de netoverschrijdende scholengemeenschap die tot het gemeenschapsonderwijs behoren de verplichting om terbeschikkinggestelde personeelsleden in dienst te nemen die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep toegewezen worden;
b) in alle scholen van de netoverschrijdende scholengemeenschap de verplichting om terbeschikkinggestelde personeelsleden in dienst te nemen die door de Vlaamse reaffectatiecommissie toegewezen worden. Deze verplichting geldt niet t.a.v. vacatures in een betrekking van directeur, van adjunct of van coördinator van een leersteuncentrum gehecht aan een school voor buitengewoon basisonderwijs, op voorwaarde dat het schoolbestuur of scholengroep deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”.
De verplichtingen vermeld in a) en b) gelden niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengroep of de Vlaamse reaffectatiecommissie kunnen geen toewijzingen doen in betrekkingen in een scholengemeenschapsinstelling van de netoverschrijdende scholengemeenschap.
Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten door de reaffectatiecommissie van de scholengroep of door de Vlaamse reaffectatiecommissie toegewezen worden in andere instellingen, maar niet in een scholengemeenschapsinstelling.
Wanneer de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap een personeelslid reaffecteert of weder te werk stelt in een school van dezelfde scholengemeenschap die behoort tot een inrichtende macht van een ander net dan het net waar het personeelslid is ter beschikking gesteld, kan het personeelslid de reaffectatie of wedertewerkstelling weigeren. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap meldt dit terbeschikkinggestelde personeelslid dan aan de eerstvolgende bevoegde reaffectatiecommissie (de reaffectatiecommissie van de scholengroep voor het gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse reaffectatiecommissie voor het gesubsidieerd onderwijs).
8.5.3.
Scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren en de gesloten scholen
Opmerking: dit punt geldt eveneens voor scholen die vóór 1 september 2005 gesloten werden.
Als aan een school voor buitengewoon basisonderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de hierna volgende verplichtingen voor het buitengewoon basisonderwijs ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
8.5.3.1.
Het gemeenschapsonderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen dezelfde scholengroep
- Verplichte reaffectatie in de eigen school van personeelsleden die in de school ter beschikking gesteld zijn;
- Verplichte reaffectatie van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in een school die werd overgenomen;
- In tweede instantie verplichte reaffectatie van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in de scholen van de scholengroep die niet tot een scholengemeenschap behoren;
- Als de functie van adjunct-directeur ingericht wordt verplicht één van de ingevolge de fusie ter beschikking gestelde directeurs in dienst te nemen.
2. Verplichte wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het buitengewoon basisonderwijs in dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde scholengroep in de scholen voor buitengewoon basisonderwijs die niet tot een scholengemeenschap behoren. Die verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de school waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere school voor buitengewoon basisonderwijs van de scholengroep die niet tot een scholengemeenschap behoren. Als het personeelslid en de scholengroep macht het erover eens zijn, kan de wedertewerkstelling onmiddellijk in de andere scholen van de scholengroep die niet tot een scholengemeenschap behoren.
3. Vrijwillige wedertewerkstellingen (mits toestemming van het personeelslid) van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het gewoon basisonderwijs in dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde scholengroep in de scholen voor gewoon basisonderwijs van de scholengroep die niet tot een scholengemeenschap behoren. Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid),op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
4. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
5. Na de reaffectatiecommissie van de scholengroep is de scholengroep vrij om:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet:
Wanneer de scholengroep gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
6. De scholengroep is verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling worden toegewezen in dienst te nemen.
Als het gaat om een betrekking van directeur, van adjunct-directeur van of coördinator van een leersteuncentrum gehecht aan een school voor buitengewoon basisonderwijs, moet de scholengroep de toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie in dergelijke betrekking niet aanvaarden, op voorwaarde dat de scholengroep deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”.
Opgelet:
De tijdelijke personeelsleden zijn pas vrij van reaffectatie na het beëindigen van de werkzaamheden van de eerste reaffectatiecommissie, hier de reaffectatiecommissie van de scholengroep.
Dit betekent echter niet dat de scholengroep geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de voor hun net bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
8.5.3.2.
Het gesubsidieerd onderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde schoolbestuur
- Verplichte reaffectatie in de eigen school van personeelsleden die in de school ter beschikking gesteld zijn;
- Verplichte reaffectatie van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in een school die werd overgenomen;
- In tweede instantie verplichte reaffectatie van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in de scholen van het schoolbestuur die niet tot een scholengemeenschap behoren;
- Als de functie van adjunct-directeur ingericht wordt, verplicht één van de ingevolge de fusie ter beschikking gestelde directeurs in dienst te nemen.
2. Verplichte wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het buitengewoon basisonderwijs in dezelfde personeelscategorie in de scholen voor buitengewoon basisonderwijs van het schoolbestuur die niet tot een scholengemeenschap behoren. Die verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de school waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere school voor buitengewoon basisonderwijs van het schoolbestuur die niet tot een scholengemeenschap behoren. Als het personeelslid en het schoolbestuur het erover eens zijn, kan de wedertewerkstelling onmiddellijk in de andere scholen van het schoolbestuur die niet tot een scholengemeenschap behoren.
3. Vrijwillige wedertewerkstellingen (mits toestemming van het personeelslid) van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het gewoon basisonderwijs in dezelfde personeelscategorie binnen hetzelfde schoolbestuur in de scholen voor gewoon basisonderwijs van het schoolbestuur die niet tot een scholengemeenschap behoren. Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid),op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
4. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen. Als het gaat om een betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator van een leersteuncentrum gehecht aan een school voor buitengewoon basisonderwijsmoet het schoolbestuur een toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie in dergelijke betrekking niet aanvaarden, op voorwaarde dat het schoolbestuur deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”.
5. Na de Vlaamse reaffectatiecommissie is het schoolbestuur vrij om:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet:
Wanneer het schoolbestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Opgelet:
De tijdelijke personeelsleden zijn pas vrij van reaffectatie na het beëindigen van de werkzaamheden van de eerste bevoegde reaffectatiecommissie, hier de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Dit betekent echter niet dat het schoolbestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de voor hun net bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
8.5.4.
Bijkomend principe
Wanneer een schoolbestuur/scholengroep over verschillende vacatures beschikt, moet elke reaffectatie of wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen.
Zowel bij de vacante als de niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet wordt ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur.
8.6.
De reaffectatiecommissies
8.6.1.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap
In elke scholengemeenschap in het basisonderwijs wordt een reaffectatiecommissie opgericht, de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap.
Deze reaffectatiecommissies bestaan zowel voor het gemeenschapsonderwijs als voor het gesubsidieerd onderwijs.
In de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap komen de ter beschikking gestelde personeelsleden terecht van scholen en van scholengemeenschapsinstellingen die tot een scholengemeenschap behoren en die het schoolbestuur/de scholengroep niet heeft gereaffecteerd of weder te werk gesteld.
Samenstelling
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap bestaat uit evenveel vertegenwoordigers van de schoolbesturen van de scholen van de scholengemeenschap enerzijds en de representatieve vakorganisaties anderzijds. Deze commissie oefent haar bevoegdheid uit in overleg en streeft daarbij naar consensus. Als de vertegenwoordigers van de schoolbesturen geen overeenstemming bereiken met de vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties, nemen de vertegenwoordigers van de schoolbesturen de uiteindelijke beslissing.
Elke scholengemeenschap stelt een huishoudelijk reglement op houdende het aantal leden en de werking van haar reaffectatiecommissie.
In elke reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap fungeert een voorzitter en een secretaris, die beiden door deze reaffectatiecommissie zijn aangewezen. De secretaris coördineert de uitwisseling van de gegevens over enerzijds de vacatures en anderzijds de ter beschikking gestelde personeelsleden. Hij is ertoe gehouden alle beschikbare informatie over de vacatures te verstrekken aan de ter beschikking gestelde personeelsleden die erom verzoeken en alle beschikbare informatie over de ter beschikking gestelde personeelsleden mee te delen aan de inrichtende machten die erom verzoeken.
Bevoegdheden
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap heeft volgende bevoegdheden:
1. Verzamelen van de ter beschikking gestelde personeelsleden en de vacatures van de scholen van de scholengemeenschap.
2. Reaffecteren en wedertewerkstellen van de ter beschikking gestelde personeelsleden binnen dezelfde personeelscategorie in de scholen die behoren tot de scholengemeenschap. Voor wedertewerkstelling geldt vanuit elke personeelscategorie ook de verplichting tot wedertewerkstelling naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel als dat ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
Voorbeeld
Een personeelslid met een diploma van onderwijzer is vast benoemd als zorgcoördinator en wordt met ingang van 1 september ter beschikking gesteld. Het schoolbestuur heeft een vacature in het ambt van onderwijzer maar verkiest om geen gebruik te maken van de mogelijkheid van een vrijwillige wedertewerkstelling (zie punt 8.5.1.2.3°) en meldt het personeelslid aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap. Binnen de scholengemeenschap is er geen mogelijkheid is om het personeelslid te reaffecteren in een vacature van zorgcoördinator en de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap wijst het personeelslid toe in de vacature van onderwijzer. Die wedertewerkstelling is verplicht.
Als de scholengemeenschap een of meer scholengemeenschapsinstellingen omvat, is alleen de reaffectatie en wedertewerkstelling verplicht van ter beschikking gestelde personeelsleden van een scholengemeenschapsinstelling in betrekkingen in de andere scholen van de scholengemeenschap.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap kan dus geen terbeschikkinggestelde personeelsleden van een school van de scholengemeenschap via reaffectatie of wedertewerkstelling toewijzen in een betrekking in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap.
3. Behandelen van bezwaarschriften tegen de reaffectaties en wedertewerkstellingen die ze heeft uitgesproken.
4. Na de toewijzing van reaffectaties en wedertewerkstellingen de nodige gegevens bezorgen aan de eerstvolgende reaffectatiecommissie. Als de scholengemeenschap behoort tot het gemeenschapsonderwijs is dit de reaffectatiecommissie van de scholengroep. Als de scholengemeenschap behoort tot het gesubsidieerd onderwijs is dit de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Het betreft volgende gegevens:
- de ter beschikking gestelde personeelsleden die de reaffectatiecommissie niet kon reaffecteren of weder tewerkstellen;
- de resterende vacatures in de scholen van de scholengemeenschap. Dit zijn de vacatures die worden ingenomen door de personeelsleden die niet vrij van reaffectatie zijn.
Deze verplichting geldt niet voor de terbeschikkinggestelde personeelsleden en vacatures van de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap moet deze gegevens niet meedelen aan de eerstvolgende reaffectatiecommissie.
5. Zorgen voor een toewijzing van de ter beschikking gestelde personeelsleden die de Vlaamse reaffectatiecommissie ter ondersteuning van de scholengemeenschap toewijst in een niet-organieke betrekking. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap doet deze toewijzing op basis van voorstellen die eerst binnen de reaffectatiecommissie worden bediscussieerd (zie punt 8.7).
De genoemde bevoegdheden moeten begrepen worden als verplichtingen. Als de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap een personeelslid niet kan reaffecteren maar wel kan weder tewerkstellen binnen dezelfde personeelscategorie of naar de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, dan moet ze dat doen.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap oefent haar bevoegdheden uit gedurende het volledige schooljaar.
De uiterste ingangsdatum van de reaffectaties en de wedertewerkstellingen uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap is 1 september.
8.6.2.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs
De scholengroep is een geografische entiteit die scholen kan omvatten van alle onderwijsniveaus en die minstens basis- en secundair onderwijs omvat. Per scholengroep wordt een reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie heeft volgende bevoegdheden:
- toewijzen van een reaffectatie in de scholen behorende tot de scholengroep per onderwijsniveau en afzonderlijk voor het gewoon en buitengewoon onderwijs;
- toewijzen van een wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en binnen het onderwijsniveau;
- toewijzen van een wedertewerkstelling over de personeelscategorieën en over de onderwijsniveaus heen.
Voor wedertewerkstelling geldt vanuit elke personeelscategorie ook de verplichting tot wedertewerkstelling naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel als dat ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep kan geen wedertewerkstelling toewijzen in een betrekking in een ambt van het leerondersteunend personeel vanuit een andere personeelscategorie.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep kan geen reaffectaties of wedertewerkstellingen toewijzen van terbeschikkinggestelde personeelsleden van scholen van de scholengroep in betrekkingen in een scholengemeenschapsinstelling van een scholengemeenschap in de scholengroep. De personeelsleden die in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking vallen wel onder de voormelde verplichtingen tot reaffectatie en wedertewerkstelling in een school van de scholengroep.
In de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden voor het basisonderwijs de dossiers behandeld van:
- de ter beschikking gestelde personeelsleden van scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren en die de scholengroep niet kon reaffecteren of weder tewerkstellen en van gesloten scholen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden van scholen die tot een scholengemeenschap behoren en die de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap niet kon reaffecteren of weder tewerkstellen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden van scholen van de scholengroep die tot een netoverschrijdende scholengemeenschap behoren en die een reaffectatie of wedertewerkstelling buiten de eigen scholengemeenschap verkiezen boven een toewijzing in de eigen scholengemeenschap in een school van een ander net.
De ingangsdatum van de reaffectaties en wedertewerkstellingen uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de scholengroep is:
- 1 september: reaffectaties;
- 1 september: wedertewerkstellingen binnen het niveau;
- 15 september: wedertewerkstellingen over de personeelscategorieën en over de niveaus.
Na haar werkzaamheden moet de reaffectatiecommissie van de scholengroep voor al haar scholen in principe de nodige gegevens verzamelen en meedelen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie. Dit is niet meer nodig omdat het secretariaat van de Vlaamse reaffectatiecommissie de nodige gegevens zelf uit het elektronische personeelsdossier genereert.
Meer informatie over de melding van deze gegevens vindt u in de omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=13642
8.6.3.
De volgende reaffectatiecommissies bestaan zowel voor het gemeenschapsonderwijs als voor het gesubsidieerd onderwijs
8.6.3.1.
De Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie zijn opgesomd in punt 4.2.1.
Voor de scholen van het gesubsidieerd onderwijs die niet tot een scholengemeenschap behoren, is de Vlaamse reaffectatiecommissie de eerstbevoegde reaffectatiecommissie.
8.7.
Toewijzing van ondersteuning in een niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een ter beschikking gesteld personeelslid dat ze niet in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, toe als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan de scholengemeenschap of aan een instelling van het onderwijsniveau waar het personeelslid werd ter beschikking gesteld.
Deze toewijzing wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
a) het terbeschikkinggestelde personeelslid kan alleen tewerkgesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) het ter beschikking gestelde personeelslid wordt toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar hij ter beschikking is gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld, tenzij het gaat om een toewijzing als ondersteuning van een scholengemeenschap. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt als een reaffectatie. In deze niet-organieke betrekking is geen vervanging en geen vaste benoeming mogelijk.
Voor de effectieve invulling van de ondersteuning door het toegewezen personeelslid gelden de volgende principes.
Het personeelslid wordt toegewezen aan een scholengemeenschap
In de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden voorstellen besproken over de invulling van de ondersteuning. Die voorstellen gaan uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid wordt bij voorkeur in één school ingezet, maar kan ook in meer scholen van de scholengemeenschap worden ingezet;
2° het personeelslid dat op basis van die voorstellen een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
3° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt”. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal de reaffectatiecommissie het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning van de scholengemeenschap met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
4° de scholengemeenschap kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
Het personeelslid wordt toegewezen aan een instelling die niet behoort tot een scholengemeenschap
Het schoolbestuur van de instelling waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan het schoolbestuur aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt” . Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal het schoolbestuur het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
3° het schoolbestuur kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
De personeelsleden die al als administratieve ondersteuning in het basisonderwijs tewerkgesteld waren vóór 1 september 2008 blijven in deze scholengemeenschap tewerkgesteld tenzij voor hen een reaffectatie of wedertewerkstelling gevonden wordt of ze door een gewijzigde situatie moeten terugkeren naar hun oorspronkelijk onderwijsniveau.
Voorbeeld
Een leraar secundair onderwijs werd toegewezen aan een scholengemeenschap van het basisonderwijs.
Deze leraar wordt terug geroepen om een reaffectatie van 2 weken op te nemen in het secundair onderwijs. Ze doet deze reaffectatie en gaat dan terug naar de scholengemeenschap van het basisonderwijs. Indien deze leraar een reaffectatie krijgt en uiteindelijk opnieuw vast benoemd wordt in het secundair onderwijs komt er een einde aan haar terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking. Dit personeelslid is dan terug leraar in het secundair onderwijs. Indien ze na verloop van tijd opnieuw zou ter beschikking gesteld worden, is dit personeelslid onderhevig aan de gebruikelijke verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling in het secundair onderwijs.
8.8.
Vrijwillige fusie
Om de nadelige gevolgen van een vrijwillige fusie te milderen werden enkele maatregelen uitgewerkt. Vanaf 1 september 1997 is de omzendbrief 13BB/DDC/WF van 24 juni 1997 van toepassing.
In een school die ontstaan is uit vrijwillige fusie kan vanaf 1 september 1997 de functie van adjunct-directeur gefinancierd of gesubsidieerd worden op voorwaarde dat:
- de scholen die bij de fusie betrokken zijn op de eerste schooldag van februari van het voorafgaande schooljaar een leerlingenaantal bereiken dat minstens 15% boven de rationalisatienormen ligt. Als meer dan twee scholen bij de fusie betrokken zijn, is het toegelaten dat één van de scholen de hiervoor vermelde verhoogde norm niet bereikt;
- ten minste twee directeurs van de bij de fusie betrokken scholen vast benoemd zijn.
8.8.1.
Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
Naargelang de fusievorm worden een of meer directeurs ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Het schoolbestuur kiest de adjunct-directeur bij fusie uit deze ter beschikking gestelde directeurs. De adjunct-directeur bij fusie wordt ter beschikking gesteld als directeur in zijn vroegere school. De aanstelling als adjunct-directeur bij fusie is een wedertewerkstelling. Op de overblijvende ter beschikking gestelde directeurs is de gewone regeling inzake reaffectatie/wedertewerkstelling van toepassing.
8.8.2.
De adjunct-directeur bij fusie
Inrichten van de functie van adjunct-directeur bij fusie
Het schoolbestuur is niet verplicht de functie van adjunct-directeur in te richten, maar als ze die functie inricht moet zij ze wel aanbieden aan één van de omwille van de fusie wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gestelde directeurs.
Een bij de fusie betrokken directeur, die ter beschikking gesteld wordt wegens ontstentenis van betrekking, is niet verplicht het aanbod voor adjunct-directeur te aanvaarden.
Eens de functie ingericht, blijft ze ingericht tot de definitieve uitdiensttreding van de adjunct-directeur, tenzij er nog een directeur is die ter beschikking gesteld is ingevolge de oorspronkelijke vrijwillige fusie waardoor deze functie ingericht werd. Bij een eventuele nieuwe vrijwillige fusie kan er geen bijkomende functie van adjunct-directeur worden gefinancierd of gesubsidieerd.
Aanbieden van betrekkingen van directeur
Het schoolbestuur is verplicht de vacante betrekkingen van directeur aan te bieden aan één van de wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gestelde directeurs, dus ook aan diegene die de functie van adjunct-directeur bekleedt.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap moet de betrekking van directeur via reaffectatie niet aanbieden aan een personeelslid dat de functie van adjunct-directeur waarneemt.
De wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gestelde directeur die de functie van adjunct-directeur bij fusie bekleedt, is echter wel verplicht om een vacante betrekking van directeur via reaffectatie op te nemen in het schoolbestuur waar hij oorspronkelijk ter beschikking gesteld werd.
De wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gestelde directeur die de functie van adjunct-directeur bij fusie bekleedt, is ook verplicht om een niet-vacante betrekking van directeur via reaffectatie op te nemen in de school waar hij de functie van adjunct-directeur uitoefent.
Aandacht
De figuur van de functie van adjunct-directeur bij fusie staat volledig los van het nieuwe selectieambt van adjunct-directeur dat een school vanaf 1 september 2023 kan inrichten met punten uit de puntenenveloppe administratieve en beleidsondersteuning.
8.9.
Bezoldigingsregeling bij terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
Voor de directeur in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs die volledig is ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en niet werd gereaffecteerd of weder te werk gesteld, geldt als laatste activiteitssalaris het salaris of de salaristoelage zoals bepaald in de salarisschaal 479.
9.
Secundair onderwijs
De bepalingen vervat in dit gedeelte gelden zowel voor het gewoon als voor het buitengewoon secundair onderwijs. Als er toch verschillen zijn, wordt dit uitdrukkelijk vermeld.
Elke scholengemeenschap en elke school die niet behoort tot een scholengemeenschap heeft jaarlijks recht op een globale puntenenveloppe.
Deze globale puntenenveloppe moet worden aangewend voor de instandhouding en oprichting van betrekkingen in ambten van het bestuurspersoneel, het ondersteunend personeel en voor taak- en functiedifferentiatie in wervingsambten van het onderwijzend personeel, het ondersteunend personeel en paramedische disciplines in het buitengewoon secundair onderwijs. De scholengemeenschap kan via een voorafname een deel van de punten aanwenden voor haar beleid betreffende taak- en functiedifferentiatie.
Specifieke bepalingen betreffende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling voor de ambten die met deze globale puntenenveloppe worden ingericht, vindt u in een aparte omzendbrief: PERS/2009/06 van 17-08-2009 - Aanwending van de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs.
9.1.
Begrippenkader
9.1.1.
“Hetzelfde” en “ander” ambt
Een vastbenoemd personeelslid kan in principe worden ingezet in de vier graden van het secundair onderwijs, met inbegrip van het hoger beroepsonderwijs …. Hierbij moet uiteraard rekening worden gehouden met het begrip "hetzelfde ambt".
De principes voor het berekenen van de dienstanciënniteit die nodig is om te bepalen welk vast benoemd personeelslid moet worden ter beschikking gesteld vindt u in punt 9.2.2.1.
In het buitengewoon secundair onderwijs opleidingsvorm 4 gelden dezelfde principes als in het gewoon secundair onderwijs.
9.1.1.1.
Definitie van het begrip "hetzelfde ambt"
Voor het ambt van directeur in het secundair onderwijs moet voor “hetzelfde ambt” een onderscheid gemaakt worden tussen het ambt van directeur van een instelling met een derde graad of met hoger beroepsonderwijs … (bovenbouwschool) en het ambt van directeur van een instelling met een eerste graad of een eerste en tweede graad (middenschool). Dit onderscheid geldt niet als het betrokken personeelslid over een vereist bekwaamheidsbewijs beschikt voor de beide ambten en op voorwaarde dat het personeelslid hierdoor niet in een lagere salarisschaal terechtkomt.
Voor leraar is "hetzelfde ambt" als volgt gedefinieerd:
1° een opdracht in hetzelfde vak of dezelfde specialiteit waarvan het personeelslid titularis was op 31 augustus van het voorafgaand schooljaar en/of waarvoor het personeelslid ter beschikking is gesteld. Deze bepaling is enkel geldig als het personeelslid een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs heeft of geacht wordt in het bezit te zijn van een vereist of van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor dit vak of deze specialiteit;
2° een opdracht in een vak of specialiteit, andere dan bedoeld in 1,
- waarvoor het personeelslid het vereiste bekwaamheidsbewijs of het vereist bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel bezit. Deze bepaling geldt niet voor het vak niet-confessionele zedenleer.
- waarvoor het personeelslid het voldoend geacht bekwaamheidsbewijs of het voldoend geacht bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel bezit, waarvoor het personeelslid is vast benoemd en dat het personeelslid in de loop van de laatste vijf jaar gedurende een ononderbroken periode van zes maanden heeft onderwezen. Als de instelling behoort tot een scholengemeenschap geldt de toepassing van deze bepaling voor alle instellingen van deze scholengemeenschap. Als de instelling niet behoort tot een scholengemeenschap geldt deze bepaling enkel voor de inrichtende macht.
Als de vaste benoeming van een leraar in het kader van een herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid is ingeperkt, is de hiervoor vermelde definitie van “hetzelfde ambt” beperkt tot de vakken of specialiteiten die na die inperking nog tot zijn vaste benoeming behoren.
Meer informatie over deze inperking van vaste benoeming vindt u in de omzendbrieven PERS/2014/03 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid na een beslissing van MEDEX en PERS/2014/04 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid in het kader van een re-integratieprocedure .
3° een opdracht die ten minste een gelijke salarisschaal en een voor die salarisschaal gelijke geldelijke anciënniteit oplevert. Deze bepaling geldt niet voor het bevorderingsambt van directeur, behalve als het gaat om directeur van een instelling met een derde graad of met hoger beroepsonderwijs … (bovenbouwschool) die het vereist bekwaamheidsbewijs heeft voor het ambt van directeur in een instelling met een eerste graad of met een eerste en tweede graad (middenschool) en op voorwaarde dat het personeelslid hierdoor niet in een lagere salarisschaal terechtkomt.
Voor het buitengewoon secundair onderwijs gelden daarenboven ook de volgende bepalingen voor “hetzelfde ambt”:
4° er wordt onderscheid gemaakt tussen de leraar BGV in opleidingsvorm 2 en de leraar BGV in opleidingsvorm 3;
5° in type 6 wordt het ambt van leraar ASV Compensatietechniek-braille als “hetzelfde ambt” beschouwd ongeacht de opleidingsvorm en wordt het ook als “hetzelfde ambt” beschouwd voor leermeester ASV Compensatietechniek-braille in het buitengewoon basisonderwijs;
6° voor leraar BGV in opleidingsvorm 3 vormen de specialiteiten beroepsgerichte vorming en de praktische vakken in opleidingsvorm 4 of in de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs “hetzelfde ambt” volgens onderstaande tabel.
Dit geldt voor de leraar BGV die voor de specialiteit BGV en het praktische vak OV 4 of eerste graad SO:
a) zowel in het buitengewoon secundair als in het gewoon secundair onderwijs een vereist bekwaamheidsbewijs of een vereist bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel bezit ;
b) in het buitengewoon secundair onderwijs een vereist bekwaamheidsbewijs, een vereist bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel, het voldoende geacht bekwaamheidsbewijs of het voldoende geacht bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel bezit en in het gewoon secundair onderwijs een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs of een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel. In onderling akkoord kunnen personeelslid en inrichtende macht voor punt b) toch een onderscheid maken tussen buitengewoon en gewoon secundair onderwijs, tenzij het personeelslid in het gewoon secundair onderwijs het praktische vak al eerder als vastbenoemd personeelslid heeft onderwezen.
Specialiteit BGV OV 3 | Praktisch vak eerste graad OV 4 of eerste graad SO |
Agrarische technieken | Agrarische technieken |
Autotechniek | Autotechniek |
Bakkerij | Bakkerij |
Bouw | Bouw |
Carrosserie | Carrosserie |
Centrale verwarming | Centrale verwarming |
Grafische technieken | Grafische technieken |
Haartooi- en schoonheidszorgen | Haartooi |
Hout | Hout |
Huishoudkunde | Huishoudkunde |
Kleding | Kleding |
Lassen-monteren | Lassen-constructie |
Leder | Leder |
Mechanica | Mechanica |
Metaal | Metaal |
Sanitair | Sanitair |
Schilderen en decoratie | Schilderen en decoratie |
Slagerij | Slagerij |
Textiel | Textiel |
Verkoop- en kantoortechnieken | Dactylografie |
Verzorging | Verzorging Verzorgingstechnieken |
Voeding | Voeding |
Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" wordt voor de ambten van het ondersteunend personeel geen onderscheid gemaakt tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs.
De ambten van administratief medewerker in het gewoon én buitengewoon secundair onderwijs vormen “hetzelfde ambt”, ongeacht de puntenwaarde die aan het ambt is toegekend.
De ambten van opvoeder in het gewoon én buitengewoon secundair onderwijs vormen “hetzelfde ambt”, ongeacht de puntenwaarde die aan het ambt is toegekend.
De ambten van ICT-coördinator in het gewoon én buitengewoon secundair onderwijs vormen “hetzelfde ambt”, ongeacht de puntenwaarde die aan het ambt is toegekend.
Hetzelfde ambt | Hetzelfde ambt | Hetzelfde ambt |
Opvoeder 63 punten Opvoeder 82 punten Opvoeder 120 punten | Administratief medewerker 63 punten Administratief medewerker 82 punten Administratief medewerker 120 punten | ICT- coördinator 63 punten ICT- coördinator 85 punten ICT- coördinator 126 punten |
Als in het buitengewoon secundair onderwijs een leersteuncentrum deel uitmaakt van de school, zijn t.a.v. de personeelsleden van dit leersteuncentrum de bepalingen betreffende “hetzelfde ambt” van toepassing zoals vermeld in punt 13.1.1.
Voor de toepassing van "hetzelfde ambt" voor leden van leerondersteunend personeel wordt voor zover het reaffectatie betreft geen onderscheid gemaakt tussen de leersteuncentra die deel uitmaken van een school voor buitengewoon basisonderwijs, die deel uitmaken van een school voor buitengewoon secundair onderwijs en de zelfstandige leersteuncentra.
9.1.1.2.
Definitie van het begrip “ander ambt”
Een 'ander ambt' is elk ambt, met uitzondering van 'hetzelfde ambt', in de verschillende onderwijsniveaus, waarvoor het personeelslid over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs.
Ook een ambt, waarvoor het personeelslid een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, behoort hier toe, mits onderlinge overeenkomst tussen het personeelslid en de inrichtende macht.
Als de vaste benoeming van een leraar in het kader van een herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid is ingeperkt, behoren de vakken of specialiteiten die daardoor niet meer behoren tot de draagwijdte van zijn vaste benoeming en tot de omschrijving van “hetzelfde ambt”, ook niet tot de omschrijving van “ander ambt”.
Meer informatie over deze inperking van vaste benoeming vindt u in de omzendbrieven PERS/2014/03 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid na een beslissing van MEDEX en PERS/2014/04 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid in het kader van een re-integratieprocedure.
9.1.2.
Definitie van het begrip "betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling"
In het secundair onderwijs is een betrekking vanaf 1 september van het betrokken schooljaar niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, als het personeelslid in deze betrekking niet als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur is aangesteld.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) of met een “ander” bekwaamheidsbewijs, vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur is!
De bescherming waarvan een tijdelijk personeelslid geniet in een betrekking die niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling noemt men ook 'immuniteit'.
Zowel voor het gewoon als het buitengewoon secundair onderwijs gaat deze immuniteit pas in nadat de eerste reaffectatiecommissie haar werkzaamheden heeft vervuld. Dit betekent dat elke inrichtende macht verplicht is om al haar tijdelijke personeelsleden mee te delen aan de eerste bevoegde reaffectatiecommissie. Dit geldt ook voor de tijdelijke personeelsleden met een aanstelling voor doorlopende duur (zie punt 9.3.1.1 en punt 9.3.3.1).
9.1.3.
De reaffectatiecommissies
Welke personeelsleden u aan welke reaffectatiecommissies moet melden, vindt u in punt 9.3 van deze omzendbrief.
9.1.3.1.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap
In elke scholengemeenschap in het secundair onderwijs wordt een reaffectatiecommissie opgericht, de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit evenveel vertegenwoordigers van de inrichtende machten van de scholen van de scholengemeenschap enerzijds en de representatieve vakorganisaties anderzijds. Deze reaffectatiecommissie oefent haar bevoegdheid uit in overleg en streeft daarbij naar consensus. Als de vertegenwoordigers van de inrichtende machten geen overeenstemming bereiken met de vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties, nemen de vertegenwoordigers van de inrichtende machten de uiteindelijke beslissing.
De samenstelling van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap gebeurt steeds op basis van de scholen die deel zullen uitmaken van de scholengemeenschap op 1 september van het schooljaar waarop de toewijzingen van de reaffectatiecommissie ingaan.
Als er dus op 1 september in de scholengemeenschap scholen bijkomen of scholen weggaan, moet daar bij de samenstelling van de reaffectatiecommissie al rekening mee worden gehouden.
Voor een scholengemeenschap die op 1 september volledig nieuw is (dus voor het eerst wordt opgericht), betekent dit dat de reaffectatiecommissie van deze scholengemeenschap al voor 1 september moet worden samengesteld.
Elke scholengemeenschap stelt een huishoudelijk reglement op houdende het aantal leden en de werking van haar reaffectatiecommissie.
In elke reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap fungeren een voorzitter en een secretaris, die beiden door deze reaffectatiecommissie zijn aangewezen. De secretaris coördineert de uitwisseling van de gegevens over de vacatures en de ter beschikking gestelde personeelsleden. Hij moet alle beschikbare informatie over de vacatures verstrekken aan de ter beschikking gestelde personeelsleden die erom verzoeken en alle beschikbare informatie over de ter beschikking gestelde personeelsleden meedelen aan de inrichtende machten die erom verzoeken.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap behandelt de dossiers van ter beschikking gestelde personeelsleden van de scholen die op 1 september tot eenzelfde scholengemeenschap (zullen) behoren en die de inrichtende macht niet heeft gereaffecteerd of weder te werk gesteld.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap heeft volgende bevoegdheden:
1. Verzamelen van de ter beschikking gestelde personeelsleden en de vacatures van de scholen van de scholengemeenschap.
2. Reaffecteren en wedertewerkstellen van de ter beschikking gestelde personeelsleden binnen dezelfde personeelscategorie in de scholen die behoren tot de scholengemeenschap. Voor wedertewerkstelling geldt vanuit elke personeelscategorie ook de verplichting tot wedertewerkstelling naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
Voorbeeld
Een vast benoemd opvoeder heeft op basis van zijn diploma educatieve bachelor ook een vereist bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak Frans. Op 1 september wordt hij ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Het schoolbestuur heeft geen vacature in het ambt van opvoeder of administratief medewerker en meldt het personeelslid aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap. Ook binnen die scholengemeenschap is er geen vacature in het ondersteunend personeel, maar is er wel een vacature voor het algemeen vak Frans in de eerste graad. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap is verplicht deze vacature toe te wijzen aan de boventallige opvoeder bij wijze van wedertewerkstelling in een ander ambt.
Als de scholengemeenschap een of meer scholengemeenschapsinstellingen omvat, is alleen de reaffectatie en wedertewerkstelling verplicht van ter beschikking gestelde personeelsleden van een scholengemeenschapsinstelling in de andere scholen van de scholengemeenschap.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap kan dus geen terbeschikkinggestelde personeelsleden van een school van de scholengemeenschap via reaffectatie of wedertewerkstelling toewijzen in een betrekking in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap.
3. Behandelen van bezwaarschriften tegen de reaffectaties en wedertewerkstellingen die ze heeft uitgesproken.
4. Na de toewijzing van reaffectaties en wedertewerkstellingen de nodige gegevens bezorgen aan de eerstvolgende reaffectatiecommissie. Als de scholengemeenschap behoort tot het gemeenschapsonderwijs is dit de reaffectatiecommissie van de scholengroep. Als de scholengemeenschap behoort tot het gesubsidieerd onderwijs is dit de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Het betreft volgende gegevens:
- de ter beschikking gestelde personeelsleden die de reaffectatiecommissie niet kon reaffecteren of weder tewerkstellen;
- de resterende vacatures in de scholen van de scholengemeenschap. Dit zijn de vacatures die worden ingenomen door de personeelsleden die niet vrij van reaffectatie zijn.
Deze verplichting geldt niet voor de terbeschikkinggestelde personeelsleden en vacatures van de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap moet deze gegevens niet meedelen aan de eerstvolgende reaffectatiecommissie.
5. Zorgen voor een toewijzing van de ter beschikking gestelde personeelsleden die de Vlaamse reaffectatiecommissie ter ondersteuning van de scholengemeenschap toewijst in een niet-organieke betrekking. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap doet deze toewijzing op basis van voorstellen die eerst binnen de reaffectatiecommissie worden bediscussieerd (zie punt 4.2.1).
De genoemde bevoegdheden moeten begrepen worden als verplichtingen. Als de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap een personeelslid niet kan reaffecteren maar wel kan wedertewerkstellen binnen dezelfde personeelscategorie of naar de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, dan moet ze dat doen.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap oefent haar bevoegdheden uit gedurende het volledige schooljaar.
De uiterste ingangsdatum van de reaffectaties en de wedertewerkstellingen uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap is 15 september.
9.1.3.2.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs
De scholengroep is een geografische entiteit die scholen kan omvatten van alle onderwijsniveaus en die minstens basis- en secundair onderwijs omvat. Per scholengroep wordt een reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie heeft volgende bevoegdheden:
1. toewijzen van een reaffectatie in de scholen behorende tot de scholengroep per onderwijsniveau en afzonderlijk voor het gewoon en buitengewoon onderwijs;
2. toewijzen van een wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en binnen het onderwijsniveau;
3. toewijzen van een wedertewerkstelling over de personeelscategorieën en over de onderwijsniveaus heen.
Voor wedertewerkstelling geldt vanuit elke personeelscategorie ook de verplichting tot wedertewerkstelling naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel als dat ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep kan geen wedertewerkstelling toewijzen in een betrekking in een ambt van het leerondersteunend personeel vanuit een andere personeelscategorie.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep kan geen reaffectaties of wedertewerkstellingen toewijzen van terbeschikkinggestelde personeelsleden van scholen van de scholengroep in betrekkingen in een scholengemeenschapsinstelling van een scholengemeenschap in de scholengroep. De personeelsleden die in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking vallen wel onder de voormelde verplichtingen tot reaffectatie en wedertewerkstelling in een school van de scholengroep.
In de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden voor het secundair onderwijs de dossiers behandeld van:
- de ter beschikking gestelde personeelsleden van scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren en die de school niet kon reaffecteren of weder tewerkstellen en van gesloten scholen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden van scholen die tot een scholengemeenschap behoren en die de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap niet kon reaffecteren of weder tewerkstellen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden van scholen van de scholengroep die tot een netoverschrijdende scholengemeenschap behoren en die een reaffectatie of wedertewerkstelling buiten de eigen scholengemeenschap verkiezen boven een toewijzing in de eigen scholengemeenschap in een school van een ander net.
De uiterste ingangsdatum van de reaffectaties en wedertewerkstellingen die de reaffectatiecommissie van de scholengroep uitspreekt, is 15 september.
Na haar werkzaamheden moet de reaffectatiecommissie van de scholengroep in principe de nodige gegevens verzamelen en meedelen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie. Dit is niet meer nodig omdat het secretariaat van de Vlaamse reaffectatiecommissie de nodige gegevens zelf uit het elektronische personeelsdossier genereert.
Praktische informatie over de melding van deze gegevens vindt u in omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).
9.1.3.3.
De Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie zijn opgesomd in punt 4.2.1.
Voor de scholen van het gesubsidieerd onderwijs die niet tot een scholengemeenschap behoren, is de Vlaamse reaffectatiecommissie de eerstbevoegde reaffectatiecommissie.
9.2.
De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
Als het gaat om betrekkingen van personeelsleden in ambten die ingericht worden via de globale puntenenveloppe, moet de inrichtende macht voorafgaand aan de toepassing van de hierna volgende regels een aantal criteria opstellen die zij wenst te hanteren bij een eventuele vermindering van het aantal punten van de globale puntenenveloppe.
Meer informatie hierover vindt u in de omzendbrief PERS/2009/06 van 17/08/2009 - Aanwending van de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs.
De terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie een deel van de betrekking vacant werd verklaard omwille van een eindeloopbaanverlof of omwille van een specifiek verlof (zie punt 2.1.1.1 en 2.2.1.1 van de omzendbrief Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming – 13cc/VB/ml van 29-11-1999), kan in de loop van het schooljaar aanleiding zijn tot een ter beschikking stelling wegens ontstentenis van betrekking.
Op 15 oktober wordt het deel van de betrekking waarvoor het personeelslid met verlof is als een vacante betrekking beschouwd en als dusdanig meegedeeld met het oog op de vaste benoemingen op 1 januari. Als het vastbenoemde personeelslid na deze vacantverklaring in de loop van het schooljaar terugkeert uit zijn verlof moet hij ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking, tenzij er in de instelling of instellingen van de inrichtende macht op het ogenblik van zijn terugkomst een vacante betrekking voorhanden is waarin geen tijdelijk personeelslid is aangesteld. Als dergelijke betrekking niet voorhanden is, moet het schoolbestuur t.a.v. het terbeschikkinggestelde personeelslid haar verplichtingen betreffende reaffectatie toepassen binnen haar instellingen, zoals vermeld in punt 9.3. Vanaf 1 september van het volgende schooljaar neemt het betrokken personeelslid weer zijn rangorde in bij de verdeling van de betrekkingen binnen de instelling of de instellingen van het schoolbestuur.
9.2.1.
Maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling
Bij de aanvang van het schooljaar beschikt de inrichtende macht voor elke school, op basis van het aantal leerlingen op 1 februari van het voorafgaande schooljaar, over een aantal ambten en een pakket uren-leraar/lesuren en punten. Met deze ambten en het pakket uren-leraar/lesuren en punten richt de school betrekkingen op. Deze betrekkingen moeten worden ingevuld door vastbenoemde personeelsleden volgens het principe van “hetzelfde ambt”. Wanneer niet alle vastbenoemde personeelsleden binnen de bepalingen van "hetzelfde ambt" een opdracht kunnen opnemen, moet de inrichtende macht een aantal maatregelen treffen. Dit zijn de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking.
Als het gaat om voorafgaande maatregelen t.a.v. betrekkingen van personeelsleden in ambten die ingericht worden via de globale puntenenveloppe, moet de inrichtende macht bij het nemen van deze voorafgaande maatregelen rekening houden met de beslissing die ze heeft genomen m.b.t. een vermindering van de globale puntenenveloppe.
Meer informatie hierover vindt u in de omzendbrief PERS/2009/06 van 17/08/2009 - Aanwending van de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs.
In het gemeenschapsonderwijs stelt een inrichtende macht een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot dezelfde school, volgende maatregelen heeft getroffen:
- de prestaties van de vastbenoemde personeelsleden worden binnen "hetzelfde ambt" verminderd tot het minimum aantal lesuren vereist voor een betrekking met volledige prestaties;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
In het gesubsidieerd onderwijs stelt een inrichtende macht een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot dezelfde school of tot de scholen die deze inrichtende macht tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente en, ingeval van een scholengemeenschap, die tot dezelfde scholengemeenschap behoren, volgende maatregelen heeft getroffen:
- de prestaties van de vastbenoemde personeelsleden worden binnen "hetzelfde ambt" verminderd tot het minimum aantal lesuren vereist voor een betrekking met volledige prestaties. Dit gebeurt eerst in de school waar er een vermindering is aan uren-leraar en vervolgens in een andere school;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
De maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling hoeven uiteraard maar te gebeuren voor zover dit nodig is om de terbeschikkingstelling te vermijden.
Als de inrichtende macht besluit een pedagogische entiteit te vormen, vormt deze pedagogische entiteit één instelling voor de toepassing van voormelde maatregelen.
9.2.2.
Wie wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking?
Wanneer de verdeling van de opdrachten en de voorafgaande maatregelen er niet toe hebben geleid dat alle vastbenoemde personeelsleden op 1 september opnieuw over een opdracht beschikken, is de inrichtende macht verplicht een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uit te spreken.
9.2.2.1.
De dienstanciënniteit
Het is het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit in "hetzelfde ambt" dat ter beschikking wordt gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Deze dienstanciënniteit wordt berekend vanaf een bepaalde leeftijd:
- 21 jaar voor de leden van het opvoedend hulppersoneel, van het administratief personeel, van het ondersteunend personeel, van het paramedisch personeel, van het sociaal personeel en van het leerondersteunend personeel;
- 24 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel;
- 25 jaar voor het psychologisch, het medisch en het orthopedagogisch personeel.
9.2.2.2.
De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
In het secundair onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds het gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd vrij onderwijs en anderzijds het gesubsidieerd officieel onderwijs.
In het gemeenschapsonderwijs en in het gesubsidieerd vrij onderwijs spreekt de inrichtende macht de terbeschikkingstelling uit in de school waar de vermindering zich voordoet ten laste van het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit in "hetzelfde ambt". Een pedagogische entiteit wordt als één school beschouwd.
In het gesubsidieerd officieel onderwijs spreekt de inrichtende macht de terbeschikkingstelling eveneens uit in de school waar de vermindering zich voordoet ten laste van het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit in "hetzelfde ambt". Maar in scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren, gebeurt de terbeschikkingstelling naar keuze in de school waar zich de vermindering voordoet of in het geheel van de scholen die de inrichtende macht op het grondgebied van dezelfde gemeente inricht en die niet tot een scholengemeenschap behoren. Deze keuze geldt voor een periode van zes jaar of tot op het einde van de legislatuur.
Bijzondere regels i.v.m. de terbeschikkingstelling.
In het buitengewoon secundair onderwijs gelden volgende specifieke maatregelen bij een vermindering van het urenpakket voor het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel.
Als een school of een instelling ten overstaan van het einde van het voorafgaande schooljaar (31 augustus) minder uren heeft binnen het urenpakket voor het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel, kan dit tot gevolg hebben dat de school of instelling één of meerdere betrekkingen minder kan inrichten.
Bij daling van het aantal uren kiest de inrichtende macht in eerste instantie - op basis van criteria die gelden voor tenminste drie schooljaren en die uiterlijk om de drie schooljaren worden onderhandeld in het bevoegde lokaal comité - een betrekking of betrekkingen uit de ambten van het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel die door deze vermindering niet meer kan of kunnen worden in stand gehouden. Het gaat hierbij steeds om ambten die in de betrokken school of instelling werden ingericht op het einde van het voorgaande schooljaar (31 augustus).
Bij een vermindering van het aantal punten voor een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon secundair onderwijs gelden de principes vermeld in punt 13.3.3.
Bij een vermindering van het aantal punten van de globale puntenenveloppe kiest de inrichtende macht, op basis van de beslissing die ze heeft gemaakt m.b.t. een vermindering van de globale puntenenveloppe, welke betrekking of betrekkingen door deze vermindering niet meer kan of kunnen in stand worden gehouden. De criteria op basis waarvan de inrichtende macht kiest, gelden voor tenminste drie schooljaren en worden om de drie schooljaren onderhandeld in het bevoegde lokaal comité.
Meer informatie hierover vindt u in de omzendbrief PERS/2009/06van 17/08/2009 - Aanwending van de globale puntenenveloppe in het secundair onderwijs.
9.3.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde.
Reaffectatie heeft steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
In het secundair onderwijs wordt bij de volgorde van reaffectatie en wedertewerkstelling een onderscheid gemaakt tussen drie groepen:
- de scholen die behoren tot een scholengemeenschap;
- de scholen die behoren tot een netoverschrijdende scholengemeenschap;
- de scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren en de gesloten scholen.
Als aan een school voor buitengewoon secundair onderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de hierna volgende verplichtingen voor het buitengewoon secundair onderwijs ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
9.3.1.
Scholen die behoren tot een scholengemeenschap
9.3.1.1.
Voorafgaand
1. Het begrip “vacature”
Een vacature is een vacante of een niet-vacante betrekking die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid.
De inrichtende macht moet alle vacatures voor reaffectatie aanbieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden en aan de ter beschikking gestelde personeelsleden van de scholengemeenschap.
Een vacature (zowel een vacante als een niet-vacante betrekking) die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur, kan de inrichtende macht in haar scholen voor gewoon secundair onderwijs voor wedertewerkstelling aanbieden. Dit is echter niet verplicht.
In scholen voor buitengewoon secundair onderwijs geldt wel een verplichting tot wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en is de inrichtende macht dus wel verplicht om deze vacatures aan te bieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden. Deze verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
Dit principe geldt tot de verplichtingen binnen de scholengemeenschap zijn vervuld.
2. Het begrip “pedagogische entiteit”
Een pedagogische entiteit is een entiteit die bestaat uit enerzijds één school met een eerste graad en anderzijds uit één school met een tweede en een derde graad en eventueel een opleiding … hbo5, die behoort tot dezelfde inrichtende macht en die in hetzelfde gebouwencomplex is gelegen. Het begrip "pedagogische entiteit" zal een rol spelen en dit zowel voor wat betreft de verdeling van de opdrachten als voor de terbeschikkingstelling en de reaffectatie.
De aandacht wordt erop gevestigd dat dit betekent dat een entiteit die bestaat uit 3 of meer scholen (bv. 1 middenschool en 2 bovenbouwscholen of 2 middenscholen en 2 bovenbouwscholen) die in een zelfde gebouwencomplex zijn gelegen, nooit één pedagogische entiteit kan zijn. Als de inrichtende macht hier een pedagogische entiteit wil vormen, moet er steeds een één-op-één relatie zijn tussen middenschool en bovenbouw. In dat geval kiest de inrichtende macht met welke bovenbouwschool de middenschool een pedagogische entiteit vormt.
3. De scholengemeenschapsinstelling
Als een scholengemeenschap een of meer scholengemeenschapsinstellingen omvat, moet de inrichtende macht van de scholengemeenschapsinstelling haar verplichtingen betreffende reaffectatie of wedertewerkstelling enkel naleven t.a.v. de eigen personeelsleden van de instelling.
De betrekkingen in de scholengemeenschapsinstelling komen immers niet in aanmerking voor reaffectatie of wedertewerkstelling van personeelsleden die niet tot de scholengemeenschapsinstelling behoren. Dat betekent dat er geen verplichte reaffectatie of wedertewerkstelling kan van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in scholen van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap, de reaffectatiecommissie van de scholengroep (gemeenschapsonderwijs) en de Vlaamse reaffectatiecommissie kunnen ook geen toewijzingen doen in deze betrekkingen.
9.3.1.2.
De verplichtingen inzake reaffectatie en wedertewerkstelling
AANDACHT
In afwijking van de hiernavolgende verplichtingen is een inrichtende macht niet verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking in een vacature aan te stellen via reaffectatie of wedertewerkstelling, als dit personeelslid in de instelling of pedagogische entiteit waar de vacature zich situeert, eerder ontslagen werd als gevolg van evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Een inrichtende macht moet t.a.v. het vastbenoemde personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt haar verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling niet naleven tijdens de duur van dit professionaliseringstraject (zie punt 5.4).
De inrichtende macht van een scholengemeenschapsinstelling moet haar verplichtingen betreffende reaffectatie of wedertewerkstelling enkel naleven t.a.v. de eigen personeelsleden van de scholengemeenschapsinstelling.
Als aan een school voor buitengewoon basisonderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de hierna volgende verplichtingen voor het buitengewoon secundair onderwijs ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
De verplichtingen en vrijheden van de scholen die tot een scholengemeenschap behoren, zijn in volgorde de volgende:
1. Verplichte reaffectatie binnen dezelfde inrichtende macht in principe in eerste instantie in dezelfde school of dezelfde pedagogische entiteit, in tweede instantie in de scholen van die inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
Deze verplichting tot reaffectatie geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van een scholengemeenschap. Dit houdt in dat personeelsleden die in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet verplicht gereaffecteerd kunnen worden in een betrekking in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten verplicht gereaffecteerd worden in de scholen van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
Als het personeelslid en de inrichtende macht het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in de andere scholen van de inrichtende macht.
2. Verplichte wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het buitengewoon secundair onderwijs in dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde inrichtende macht in de scholen voor buitengewoon secundair onderwijs die tot dezelfde scholengemeenschap behoren. Die verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de school waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een andere school voor buitengewoon secundair onderwijs van dezelfde inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort. Als het personeelslid en de inrichtende macht het erover eens zijn, kan de wedertewerkstelling onmiddellijk in de andere scholen van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
Deze verplichting tot wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. Dit houdt in dat personeelsleden die in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet verplicht weder te werk kunnen gesteld worden in een betrekking in een ambt in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten binnen de hiervoor vermelde principes verplicht weder te werk gesteld worden in de scholen van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren.
3. Vrijwillige wedertewerkstellingen (mits instemming van het personeelslid) van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het gewoon secundair onderwijs binnen dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde inrichtende macht in de scholen voor gewoon secundair onderwijs die tot dezelfde scholengemeenschap behoren. Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid),op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
Deze eerste twee stappen moeten beëindigd zijn op 1 september. Daarna meldt de inrichtende macht de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap. Deze melding gebeurt aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap waar de school of scholen van de inrichtende macht op 1 september zullen toe behoren.
4. Verplichting om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de scholen en van de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap die de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap toewijst bij wijze van reaffectatie, in dienst te nemen.
De scholengemeenschap wijst een reaffectatie in een ambt van het ondersteunend personeel bij voorrang toe in een vacante betrekking met dezelfde puntenwaarde als deze van het ter beschikking gestelde personeelslid en als dat niet kan in een vacante betrekking met een andere puntenwaarde.
De verplichting tot reaffectatie geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur, beheerder van een internaat, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur of coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
De verplichting tot reaffectatie geldt niet t.a.v. een betrekking in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap kan deze betrekking niet toewijzen aan een personeelslid dat in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis betrekking. Het omgekeerde is wel verplicht: een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten binnen de hiervoor vermelde principes door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap toegewezen worden in een betrekking in de scholen die tot de scholengemeenschap behoren.
5. Verplichting om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de scholen van de scholengemeenschap die de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap toewijst bij wijze van wedertewerkstelling in dezelfde personeelscategorie, in dienst te nemen. Die verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De scholengemeenschap wijst een wedertewerkstelling in een ambt van het ondersteunend personeel bij voorrang toe in een vacante betrekking met dezelfde puntenwaarde als deze van het ter beschikking gestelde personeelslid en als dat niet kan in een vacante betrekking met een andere puntenwaarde.
De verplichting tot wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur…, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur of coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
De verplichting tot wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap kan deze betrekking niet toewijzen aan een personeelslid dat in een school van de scholengemeenschap ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis betrekking. Het omgekeerde is wel verplicht: een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten binnen de hiervoor vermelde principes door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap toegewezen worden in een betrekking in de scholen die tot de scholengemeenschap behoren.
6. Na deze verplichtingen is de inrichtende macht:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer de inrichtende macht gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fases moeten beëindigd zijn op 15 september.
7. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep (gemeenschapsonderwijs) werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
Deze verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengroep kan personeelsleden die in een school van de scholengroep ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet toewijzen in een betrekking in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten door de reaffectatiecommissie van de scholengroep toegewezen worden in de scholen van de scholengroep.
8. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling worden toegewezen in dienst te nemen.
Als het gaat om een betrekking van directeur, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur of coördinator, moet de scholengroep de toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie in dergelijke betrekking niet aanvaarden, op voorwaarde dat de scholengroep deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”.
Deze verplichting geldt niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De Vlaamse reaffectatiecommissie kan personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis betrekking niet toewijzen in een betrekking in een scholengemeenschapsinstelling. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten door de Vlaamse reaffectatiecommissie toegewezen worden in andere instellingen, maar niet in een scholengemeenschapsinstelling.
9.3.2.
Scholen die behoren tot een netoverschrijdende scholengemeenschap
Als aan een school voor buitengewoon secundair onderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de hierna volgende verplichtingen voor het buitengewoon secundair onderwijs ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
Hier wordt net dezelfde volgorde gehanteerd als in het voorgaande punt (punt 9.3.1.).
Na de vrije fase geldt t.a.v. betrekkingen waarin personeelsleden aangesteld zijn die niet vrij zijn van reaffectatie:
a) in de scholen van de netoverschrijdende scholengemeenschap die tot het gemeenschapsonderwijs behoren de verplichting om terbeschikkinggestelde personeelsleden in dienst te nemen die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep toegewezen worden;
b) in alle scholen van de netoverschrijdende scholengemeenschap de verplichting om terbeschikkinggestelde personeelsleden in dienst te nemen die door de Vlaamse reaffectatiecommissie toegewezen worden. Deze verplichting geldt niet t.a.v. vacatures in een betrekking van directeur, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur of coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht deze betrekking al toegewezen heeft aan een van haar eigen personeelsleden. Als een personeelslid in deze betrekking al via een verlof voor tijdelijk andere opdracht in dienst was vóór 1 september, wordt het personeelslid beschouwd als een “eigen personeelslid”.
De verplichtingen vermeld in a) en b) gelden niet t.a.v. vacatures in de scholengemeenschapsinstelling(en) van de scholengemeenschap. De reaffectatiecommissie van de scholengroep of de Vlaamse reaffectatiecommissie kunnen geen toewijzingen doen in betrekkingen in een scholengemeenschapsinstelling van de netoverschrijdende scholengemeenschap. Het omgekeerde is wel verplicht: personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking in een ambt in de scholengemeenschapsinstelling moeten door de reaffectatiecommissie van de scholengroep of door de Vlaamse reaffectatiecommissie toegewezen worden in andere instellingen, maar niet in een scholengemeenschapsinstelling.
Wanneer echter de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap een personeelslid reaffecteert of weder tewerkstelt in een school van dezelfde scholengemeenschap die behoort tot een inrichtende macht van een ander net dan het net waar het personeelslid is ter beschikking gesteld, kan het personeelslid de reaffectatie of wedertewerkstelling weigeren.
De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap meldt dit terbeschikkinggestelde personeelslid dan aan de eerstvolgende bevoegde reaffectatiecommissie (de reaffectatiecommissie van de scholengroep voor het gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse reaffectatiecommissie voor het gesubsidieerd onderwijs).
9.3.3.
Scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren
Opmerking: dit punt geldt eveneens voor scholen die vóór 1 september 1999 gesloten werden.
Als aan een school voor buitengewoon secundair onderwijs een leersteuncentrum is gehecht, gelden de hierna volgende verplichtingen voor het buitengewoon secundair onderwijs ook voor de personeelsleden van dat leersteuncentrum.
9.3.3.1.
Voorafgaand
1. Het begrip “vacature”
Een vacature is een vacante of een niet-vacante betrekking die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid.
De inrichtende macht moet alle vacatures voor reaffectatie aanbieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden.
Een vacature (zowel een vacante als een niet-vacante betrekking) die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur, kan de inrichtende macht in haar scholen voor gewoon secundair onderwijs in het kader van de vrijwillige wedertewerkstelling aanbieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden. Dit is echter niet verplicht. In scholen voor buitengewoon secundair onderwijs geldt een verplichting tot wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en is de inrichtende macht dus wel verplicht om deze vacatures aan te bieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden. Deze verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
2. Het begrip “pedagogische entiteit”
Net zoals in het decreet rechtspositie wordt ook in het besluit betreffende de terbeschikkingstelling en reaffectatie het begrip pedagogische entiteit ingevoerd. Een pedagogische entiteit is een entiteit die bestaat uit enerzijds één school met een eerste graad en anderzijds uit één school met een tweede en een derde graad en eventueel een opleiding … hbo5 van het secundair onderwijs, die behoort tot dezelfde inrichtende macht en die in hetzelfde gebouwencomplex is gelegen. Het begrip "pedagogische entiteit" zal een rol spelen en dit zowel voor wat betreft de verdeling van de opdrachten als voor de terbeschikkingstelling en de reaffectatie.
De aandacht wordt erop gevestigd dat dit betekent dat een entiteit die bestaat uit 3 of meer scholen (bv. 1 middenschool en 2 bovenbouwscholen of 2 middenscholen en 2 bovenbouwscholen) die in een zelfde gebouwencomplex zijn gelegen, nooit één pedagogische entiteit kan zijn. Als de inrichtende macht hier een pedagogische entiteit wil vormen, moet er steeds een één-op-één relatie zijn tussen middenschool en bovenbouw. In dat geval kiest de inrichtende macht met welke bovenbouwschool de middenschool een pedagogische entiteit vormt.
9.3.3.2.
De verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling
De verplichtingen en vrijheden van de scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren, zijn in volgorde de volgende:
1. Verplichte reaffectatie binnen dezelfde inrichtende macht in principe in eerste instantie in dezelfde school of dezelfde pedagogische entiteit, in tweede instantie in de andere scholen van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoren. Als het personeelslid en de inrichtende macht het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in de andere scholen van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoren.
2. Verplichte wedertewerkstelling van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het buitengewoon secundair onderwijs in dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde inrichtende macht in de scholen voor buitengewoon secundair onderwijs van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoren. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in de school waar het personeelslid ter beschikking is gesteld of, als dat niet mogelijk is, in een andere school voor buitengewoon secundair onderwijs van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort. Als het personeelslid en de inrichtende macht het erover eens zijn, kan de wedertewerkstelling onmiddellijk in de andere scholen van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoren.
3. Vrijwillige wedertewerkstellingen (mits toestemming van het personeelslid) van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het gewoon secundair onderwijs in dezelfde personeelscategorie binnen dezelfde inrichtende macht in de scholen voor gewoon secundair onderwijs van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoren. Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid),op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
Na deze eerste twee stappen, die op 1 september moeten beëindigd zijn, meldt de inrichtende macht de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de bevoegde reaffectatiecommissie.
Voor het gemeenschapsonderwijs is dat de reaffectatiecommissie van de scholengroep.
Voor het gesubsidieerd onderwijs is dat de Vlaamse reaffectatiecommissie.
4. Vervolgens is de inrichtende macht verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep (gemeenschapsonderwijs) of de Vlaamse reaffectatiecommissie (het gesubsidieerd onderwijs) worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep of de Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een reaffectatie of wedertewerkstelling in een ambt van het ondersteunend personeel bij voorrang toe in een vacante betrekking met dezelfde puntenwaarde als deze van het ter beschikking gestelde personeelslid en als dat niet kan in een vacante betrekking met een andere puntenwaarde.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt in het gesubsidieerd onderwijs niet voor een toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie t.a.v. een betrekking van directeur…, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur of coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
5. Pas nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt de inrichtende macht in een vrije fase en is zij:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer de inrichtende macht gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fase gaat in op 15 september (gemeenschapsonderwijs) of op de eerste werkdag van oktober (gesubsidieerd onderwijs). Dit betekent echter niet dat een inrichtende macht geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de voor hun net bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
6. Tenslotte is de inrichtende macht in het gemeenschapsonderwijs verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur…, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur of coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
9.3.4.
Belangrijk principe
Wanneer een inrichtende macht over verschillende vacatures beschikt, moet elke reaffectatie of wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen; vervolgens in niet-vacante betrekkingen.
Zowel bij de vacante als de niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet wordt ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur.
Voor het ondersteunend personeel gebeurt de toewijzing bij voorrang in een vacante betrekking met dezelfde puntenwaarde als deze van het ter beschikking gestelde personeelslid en als dat niet kan in een vacante betrekking met een andere puntenwaarde.
9.4.
Het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs
Specifieke bepalingen betreffende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling voor het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs, kan u terugvinden in de omzendbrief PERS/2009/07 van 17/08/2009 - Het ondersteunend personeel in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs.
9.5.
Toewijzing als ondersteuning in een niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een ter beschikking gesteld personeelslid dat ze niet in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, toe als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan de scholengemeenschap of aan een instelling van het onderwijsniveau waar het personeelslid werd ter beschikking gesteld (zie punt 4.2.1).
Deze toewijzing wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
a) het terbeschikkinggestelde personeelslid kan alleen tewerkgesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) het ter beschikking gestelde personeelslid wordt toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar hij ter beschikking is gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld, tenzij het gaat om een toewijzing als ondersteuning van een scholengemeenschap. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt als een reaffectatie. In deze niet-organieke betrekking is geen vervanging en geen vaste benoeming mogelijk.
Voor de effectieve invulling van de ondersteuning door het toegewezen personeelslid gelden de volgende principes.
Het personeelslid wordt toegewezen aan een scholengemeenschap
In de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden voorstellen besproken over de invulling van de ondersteuning. Die voorstellen gaan uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid wordt bij voorkeur in één school ingezet, maar kan ook in meer scholen van de scholengemeenschap worden ingezet;
2° het personeelslid dat op basis van die voorstellen een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
3° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt”. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal de reaffectatiecommissie het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning van de scholengemeenschap met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
4° de scholengemeenschap kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
Het personeelslid wordt toegewezen aan een instelling die niet behoort tot een scholengemeenschap
Het schoolbestuur van de instelling waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan het schoolbestuur aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt” . Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal het schoolbestuur het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
3° het schoolbestuur kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
Personeelsleden die al vóór 1 september 2008 tewerkgesteld waren als 'administratieve hulp in het basisonderwijs' of als administratieve ondersteuning van een scholengemeenschap, blijven in deze functie tewerkgesteld in afwachting van een eventuele nieuwe toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie.
10.
Het deeltijds kunstonderwijs
Aandacht
De instelling voor deeltijds kunstonderwijs die op basis van artikel 79, §3, van het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, naast betrekkingen van administratief medewerker, ook nog bij overgangsmaatregel beschikt over gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van studiemeester-opvoeder, moet bij het toepassen van de bepalingen van deze omzendbrief de volgende regel gebruiken bij een vermindering van haar uren-administratief medewerker.
Bij een vermindering van de uren-administratief medewerker beslist de inrichtende macht of zij de vermindering volledig plaatst in de groep van studiemeester-opvoeder, volledig in de groep van administratief medewerker of dat zij de vermindering verdeelt over beide groepen. Dit gebeurt op basis van criteria die gelden voor minstens drie schooljaren en die uiterlijk om de drie schooljaren worden onderhandeld in het bevoegde lokaal comité.
10.1.
Hetzelfde en ander ambt
Voor de toepassing van deze reglementering hebben de personeelsleden en de inrichtende machten rechten en plichten in een ambt.
10.1.1.
Hetzelfde ambt
Voor alle opdrachten die behoren tot 'hetzelfde ambt' van een personeelslid bestaan er rechten en plichten. Dit betekent dat een personeelslid nooit kan weigeren een betrekking op te nemen die voor hem tot 'hetzelfde ambt' behoort. Anderzijds is de inrichtende macht steeds verplicht de opdrachten die 'hetzelfde ambt' zijn voor een bepaald personeelslid, aan hem of haar aan te bieden.
De omschrijving van 'hetzelfde ambt' gebeurt aan de hand van een aantal criteria die met het ambt, het vak, de salarisschaal en het niveau te maken hebben.
Ambt
'Hetzelfde ambt' is in de eerste plaats beperkt tot het ambt waarin het personeelslid vastbenoemd is. Men kan enkel vast benoemd worden voor een ambt dat opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel in het deeltijds kunstonderwijs.
Vak en specialiteit
Voor het ambt van leraar wordt 'hetzelfde ambt' verder beperkt tot:
a) een opdracht in hetzelfde vak of dezelfde specialiteit, en voor technische, artistieke of kunstvakken, in de vakken die behoren tot dezelfde specialiteit, waarvan het personeelslid op 31 augustus van het voorgaand schooljaar titularis was en waarvoor hij het vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs bezit.
b) een opdracht in elk vak of elke specialiteit, andere dan bedoeld in a), en wanneer het technische, artistieke of kunstvakken betreft, de vakken die behoren tot dezelfde specialiteit, waarvoor het personeelslid het vereiste bekwaamheidsbewijs bezit ofwel het voldoende geachte bekwaamheidsbewijs onder de voorwaarde dat hij dat vak gedurende een ononderbroken periode van ten minste zes maanden onderwezen heeft in de loop van de laatste vijf schooljaren.
Als de vaste benoeming van een leraar in het kader van een herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid is ingeperkt, is de hiervoor vermelde definitie van “hetzelfde ambt” beperkt tot de vakken of specialiteiten die na die inperking nog tot zijn vaste benoeming behoren.
Meer informatie over deze inperking van vaste benoeming vindt u in de omzendbrieven PERS/2014/03 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid na een beslissing van MEDEX en PERS/2014/04 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid in het kader van een re-integratieprocedure .
Onderscheid bepaalde vakken en andere vakken
In de domeinen “muziek”, “woordkunst-drama” en “dans” wordt voor “hetzelfde ambt” onderscheid gemaakt tussen een opdracht in een of meer van de hierna volgende vakken en een opdracht in andere vakken:
1° Arrangeren;
2° Begeleidingspraktijk;
3° Begeleidingspraktijk: folk- en wereldmuziek;
4° Begeleidingspraktijk: jazz-pop-rock;
5° Begeleidingspraktijk: klassiek;
6° Begeleidingspraktijk: oude muziek;
7° Geluidsleer en opnametechniek;
8° Historische uitvoeringspraktijk;
9° Improvisatie;
10° Instrument: folk- en wereldmuziek;
11° Instrument: jazz-pop-rock;
12° Instrument: klassiek;
13° Instrument: oude muziek;
14° Live/studio electronics;
15° Muziektheorie;
16° Singer-songwriter;
17° Zang musical;
18° Zang opera/muziektheater.
Salarisschaal
'Hetzelfde ambt' levert minstens een gelijke salarisschaal op.
Niveau
Voor de toepassing van 'hetzelfde ambt' wordt een onderscheid gemaakt tussen het lager secundair niveau en het hoger secundair niveau. De eerste, tweede en derde graad behoren tot het lager secundair niveau en de vierde graad en de kortlopende studierichtingen behoren tot het hoger secundair niveau.
Uitzondering: het onderscheid tussen lager en hoger secundair niveau wordt in het domein 'muziek' niet gemaakt voor opdrachten in een aantal specifieke vakken die hiervoor zijn opgesomd; daarbij wordt dan ook geen rekening gehouden met een verschil in salarisschaal. Een opdracht in dezelfde specialiteit in een of meer van voormelde vakken behoort dus tot 'hetzelfde ambt' ook al bevindt zij zich op een ander niveau en ook al levert zij geen gelijke salarisschaal op.
Het ondersteunend personeel
Voor de toepassing van “hetzelfde ambt” wordt een onderscheid gemaakt tussen het ambt van administratief medewerker en het ambt van ICT-coördinator.
Het ambt van administratief medewerker vormt “hetzelfde ambt”;
Het ambt van ICT-coördinator vormt “hetzelfde ambt” en dit ongeacht de puntenwaarde of salarisschaal die aan het ambt is verbonden.
10.1.2.
Ander ambt
'Ander ambt' is elk ambt, met uitzondering van 'hetzelfde ambt', in de verschillende onderwijsniveaus, waarvoor het personeelslid over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs.
Ook een ambt waarvoor het personeelslid een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, behoort hier toe, mits onderlinge overeenkomst tussen het personeelslid en de inrichtende macht.
Als de vaste benoeming van een leraar in het kader van een herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid is ingeperkt, behoren de vakken of specialiteiten die daardoor niet meer behoren tot de draagwijdte van zijn vaste benoeming en tot de omschrijving van “hetzelfde ambt”, ook niet tot de omschrijving van “ander ambt”.
Meer informatie over deze inperking van vaste benoeming vindt u in de omzendbrieven PERS/2014/03 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid na een beslissing van MEDEX en PERS/2014/04 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid in het kader van een re-integratieprocedure.
10.2.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
Reaffectatie van een ter beschikking gesteld personeelslid betekent dat men dit personeelslid een betrekking toewijst in 'hetzelfde ambt'.
Voorbeeld
In een DKO-school wordt een vastbenoemde leraar voor het vak 'groepsmusiceren instrumentaal: oude muziek' in de tweede graad ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking op 1 september 2018. In dezelfde school neemt een andere vastbenoemde leraar in het vak groepsmusiceren instrumentaal: klassiek' in de derde graad halftijdse loopbaanonderbreking ouderschapsverlof met ingang van 1 september 2018. De ter beschikking gestelde leerkracht wordt dan gereaffecteerd in deze vacature 'groepsmusiceren instrumentaal: klassiek', die voor hem tot hetzelfde ambt behoort. Het is immers ook een opdracht als leraar op het lager secundair niveau in een vak waarvoor hij een vereist bekwaamheidsbewijs heeft en waarvoor hij een gelijke salarisschaal heeft.
Wedertewerkstelling van een ter beschikking gesteld personeelslid betekent dat men dit personeelslid een betrekking toewijst in een 'ander ambt'.
Voorbeeld
In een DKO-school wordt een vastbenoemd leraar in het vak 'initiatie tekenen' in de vierde graad ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking op 1 september 2018. In de tweede graad neemt een leraar van deze school voor zijn prestaties in het vak 'beeldatelier' een verlof voor verminderde prestaties met ingang van 1 september 2018. De leraar 'initiatie tekenen' komt in aanmerking voor een wedertewerkstelling als leraar 'beeldatelier' in de tweede graad. Dit is voor hem niet 'hetzelfde ambt' omdat het niet op hoger secundair niveau is en een lagere salarisschaal oplevert. Hij beschikt over het vereiste bekwaamheidsbewijs. Het is dus een 'ander ambt', waarin geen reaffectatie maar wel wedertewerkstelling mogelijk is.
OPGELET: Reaffectatie heeft steeds voorrang op wedertewerkstelling.
10.3.
Betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling
In het deeltijds kunstonderwijs is een betrekking vanaf 1 september van het schooljaar in kwestie niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, als het personeelslid in deze betrekking niet als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur is aangesteld.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) of met een “ander” bekwaamheidsbewijs, vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur is!
De bescherming waarvan een tijdelijk personeelslid geniet in een betrekking die niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling noemt men ook 'immuniteit'.
AANDACHT
Zoals in de andere onderwijsniveaus gaat de immuniteit pas in nadat de eerste reaffectatiecommissie haar werkzaamheden heeft vervuld. Dit is voor het deeltijds kunstonderwijs van het gemeenschapsonderwijs de reaffectatiecommissie van de scholengroep en voor het gesubsidieerd deeltijds kunstonderwijs de Vlaamse reaffectatiecommissie. Dat betekent dat voor die eerstbevoegde reaffectatiecommissie de opdrachten van alle tijdelijke personeelsleden als potentiële vacatures gelden. Dit geldt ook voor de tijdelijke personeelsleden met een aanstelling voor doorlopende duur.
10.4.
Waar wordt men ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking?
In het deeltijds kunstonderwijs wordt, onder de vastbenoemde personeelsleden die 'hetzelfde ambt' als hoofdambt uitoefenen, diegene ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft.
In het gemeenschapsonderwijs en het vrij gesubsidieerd onderwijs spreekt de inrichtende macht de terbeschikkingstelling uit in de instelling waar de vermindering van de prestaties zich voordoet.
In het officieel gesubsidieerd onderwijs gebeurt de terbeschikkingstelling naar keuze in de instelling waar de vermindering van prestaties zich voordoet of in het geheel van de instellingen die een inrichtende macht op het grondgebied van dezelfde gemeente organiseert. Deze keuze geldt voor een periode van zes jaar of tot op het einde van de legislatuur en geldt voor alle personeelsleden in alle personeelscategorieën.
De terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie een deel van de betrekking vacant werd verklaard omwille van een eindeloopbaanverlof of omwille van een specifiek verlof (zie punt 2.1.1.1 en 2.2.1.1 van de omzendbrief Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming – 13cc/VB/ml van 29-11-1999), kan in de loop van het schooljaar aanleiding zijn tot een ter beschikking stelling wegens ontstentenis van betrekking.
Op 15 oktober wordt het deel van de betrekking waarvoor het personeelslid met verlof is als een vacante betrekking beschouwd en als dusdanig meegedeeld met het oog op de vaste benoemingen op 1 januari. Als het vastbenoemde personeelslid na deze vacantverklaring in de loop van het schooljaar terugkeert uit zijn verlof moet hij ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking, tenzij er in de instelling of instellingen van de inrichtende macht op het ogenblik van zijn terugkomst een vacante betrekking voorhanden is waarin geen tijdelijk personeelslid is aangesteld. Als dergelijke betrekking niet voorhanden is, moet het schoolbestuur t.a.v. het terbeschikkinggestelde personeelslid haar verplichtingen betreffende reaffectatie toepassen binnen haar instellingen, zoals vermeld in punt 10.5. Vanaf 1 september van het volgende schooljaar neemt het betrokken personeelslid weer zijn rangorde in bij de verdeling van de betrekkingen binnen de instelling of de instellingen van de inrichtende macht.
10.5.
Reaffectatie en wedertewerkstelling - Rechten en verplichtingen
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde.
Reaffectatie heeft steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
De verplichtingen inzake reaffectatie en wedertewerkstelling zijn de volgende.
10.5.1.
Het gemeenschapsonderwijs
De verplichtingen en vrijheden van de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs in een scholengroep zijn in volgorde de volgende:
1. Verplichte reaffectatie:
a) van de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in “hetzelfde ambt” in deze instelling;
b) van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in “hetzelfde ambt” in een instelling die ze heeft overgenomen van een andere inrichtende macht.
Deze verplichting geldt in eerste instantie binnen dezelfde instelling en in tweede instantie binnen andere instellingen voor deeltijds kunstonderwijs van dezelfde scholengroep. Als het personeelslid en de scholengroep het erover eens zijn, kan de reaffectatie onmiddellijk in de andere instelling(en) van de scholengroep.
2. Vrijwillige wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie als deze waarin het personeelslid werd ter beschikking gesteld, mits toestemming van het personeelslid. Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid), op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
3. Verplichting om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
4. Na de reaffectatiecommissie van de scholengroep komt de scholengroep in de “vrije fase” en is zij in volgende volgorde:
1° vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
2° verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
3° vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
4° vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult waaronder de betrekking niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling.
Na de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden de overblijvende ter beschikking gestelde personeelsleden verwezen naar de Vlaamse reaffectatiecommissie.
5. Verplichting om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur op voorwaarde dat de scholengroep de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
10.5.2.
Het gesubsidieerd onderwijs
De verplichtingen en vrijheden van de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs van een inrichtende macht in het gesubsidieerd onderwijs zijn in volgorde de volgende:
1. Verplichte reaffectatie binnen de instelling:
a) van de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in “hetzelfde ambt” in deze instelling;
b) van personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in “hetzelfde ambt” in een instelling die ze heeft overgenomen van een andere inrichtende macht.
Deze verplichting geldt in eerste instantie binnen dezelfde instelling en in tweede instantie binnen andere instellingen voor deeltijds kunstonderwijs van dezelfde inrichtende macht. Als het personeelslid en de inrichtende macht het erover eens zijn, kan de reaffectatie onmiddellijk in de andere instelling(en) van de inrichtende macht.
2. Vrijwillige wedertewerkstelling binnen de instellingen van dezelfde inrichtende macht binnen dezelfde personeelscategorie als deze waarin het personeelslid werd ter beschikking gesteld, mits toestemming van het personeelslid. Een vrijwillige wedertewerkstelling vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel is eveneens mogelijk (mits instemming van het personeelslid),op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
3. Verplichting om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
4. Nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt de inrichtende macht in de 'vrije fase' en is zij in volgende volgorde:
1° vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
2° verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
3° vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
4° vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult waaronder de betrekking niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling.
AANDACHT
Deze 'vrije fase' gaat pas in na de toewijzingen van de Vlaamse reaffectatiecommissie. Dit betekent echter niet dat een inrichtende macht voordien geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de Vlaamse reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
10.5.3.
Gemeenschaps- en gesubsidieerd onderwijs
Wanneer een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, moet elke reaffectatie en wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen.
Zowel bij vacante als bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur.
Een reaffectatie of wedertewerkstelling in het ambt van ICT-coördinator gebeurt bij voorkeur in een betrekking met dezelfde puntenwaarde als die van het ter beschikking gestelde personeelslid. Als dat niet mogelijk is moet de reaffectatie of wedertewerkstelling toegewezen worden in een betrekking met een andere puntenwaarde.
10.6.
De reaffectatiecommissies
10.6.1.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs
Deze bepalingen zijn enkel van toepassing op het gemeenschapsonderwijs.
Per scholengroep wordt een reaffectatiecommissie opgericht.
Een scholengroep is een geografisch bepaalde entiteit die scholen kan omvatten van alle onderwijsniveaus en die minstens basis- en secundair onderwijs omvat.
In elke reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst gereaffecteerd afzonderlijk voor het deeltijds kunstonderwijs.
In tweede orde wordt weder te werk gesteld binnen dezelfde personeelscategorie.
Nadat de voorgaande reaffectaties en wedertewerkstellingen zijn uitgevoerd, wordt weder te werk gesteld over de personeelscategorieën en onderwijsniveaus heen.
Voor wedertewerkstelling geldt vanuit elke personeelscategorie ook de verplichting tot wedertewerkstelling naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel als dat ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
Deze reaffectatiecommissie heeft dus volgende bevoegdheden:
1. reaffectatie in de scholen behorende tot de scholengroep;
2. wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en binnen het onderwijsniveau;
3. wedertewerkstelling over de personeelscategorieën en over de onderwijsniveaus heen.
De ingangsdatum van de reaffectaties en wedertewerkstellingen uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de scholengroep is uiterlijk 1 oktober.
Na haar werkzaamheden moet de reaffectatiecommissie van de scholengroep volgende gegevens verzamelen en meedelen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie:
- de reaffectaties en wedertewerkstellingen die ze heeft toegewezen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden die nog niet of nog niet volledig zijn gereaffecteerd of weder te werk gesteld;
- de resterende vacatures in de scholengroep. Dit zijn de vacatures die worden ingenomen door de personeelsleden die niet vrij van reaffectatie zijn.
Meer informatie over de melding van deze gegevens vindt u in de omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).
10.6.2.
Eén Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie zijn opgesomd in punt 4.2.1.
Voor de instellingen van het gesubsidieerd Deeltijds Kunstonderwijs is de Vlaamse reaffectatiecommissie de eerstbevoegde reaffectatiecommissie.
10.7.
Toewijzing als ondersteuning in een niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een ter beschikking gesteld personeelslid dat ze niet in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, toe als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan de scholengemeenschap of aan een instelling van het onderwijsniveau waar het personeelslid werd ter beschikking gesteld (zie punt 4.2.1).
Deze toewijzing wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
a) het terbeschikkinggestelde personeelslid kan alleen tewerkgesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) het ter beschikking gestelde personeelslid wordt toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar hij ter beschikking is gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt als een reaffectatie. In deze niet-organieke betrekking is geen vervanging en geen vaste benoeming mogelijk.
De inrichtende macht van de instelling waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan de inrichtende macht aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt” . Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal de inrichtende macht het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling.
3° de inrichtende macht kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
Personeelsleden die al vóór 1 september 2008 tewerkgesteld waren als 'administratieve hulp in het basisonderwijs' of als administratieve ondersteuning van een scholengemeenschap, blijven in deze functie tewerkgesteld in afwachting van een eventuele nieuwe toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie.
11.
Centra voor leerlingenbegeleiding
De documenten en de gegevens waar de verschillende reaffectatiecommissies moeten over beschikken, worden nader beschreven in de omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).
Met ingang van 1 september 2018 ontvangt een centrum voor leerlingenbegeleiding jaarlijks een pakket omkaderingsgewichten voor haar personeelsformatie. Er is geen verplichting meer om een verplichte basisformatie in te richten met deze omkaderingsgewichten, maar het centrum is wel verplicht om deze omkaderingsgewichten bij de aanvang van elk schooljaar aan te wenden om in eerste instantie betrekkingen in te richten om haar vastbenoemde personeelsleden in dienst te houden.
Dit gebeurt volgens de hierna vermelde principes en regels.
11.1.
Definitie van het begrip “ hetzelfde ambt ” en “ander ambt”
11.1.1.
“Hetzelfde ambt”
Voor alle ambten die behoren tot “hetzelfde ambt” van een personeelslid bestaan er rechten en plichten. Dit betekent dat een personeelslid nooit kan weigeren ambten op te nemen die voor hem tot “hetzelfde ambt” horen. Anderzijds is het centrumbestuur steeds verplicht de opdrachten die “hetzelfde ambt” zijn voor een bepaald personeelslid, aan hem aan te bieden.
“Hetzelfde ambt” is het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het ondersteunend personeel en het technisch personeel.
Meer informatie over deze ambten vindt u in de omzendbrief CLB/2018/01 van 16 mei 2018 - De ambten, de prestatieregeling, de bezoldiging en de aanwending van de omkaderingsgewichten in de centra voor leerlingenbegeleiding.
Een personeelslid kan enkel vast benoemd worden in een ambt dat formeel voorzien is in de reglementering betreffende de ambten.
Het is dus het ambt dat vermeld staat in de reglementering en op de vaste benoeming, dat bepaalt wat “hetzelfde ambt” is voor een personeelslid.
Voor het ambt van administratief medewerker (ondersteunend personeel), het ambt van coördinator en het ambt van directeur (bestuurs- en onderwijzend personeel) geldt daarenboven ook het principe dat het moet gaan om een ambt met eenzelfde omkaderingsgewicht en eenzelfde salarisschaal.
11.1.2.
“Ander ambt”
Een “ander ambt” is elk ambt, met uitzondering van "hetzelfde ambt" waarvoor het betrokken personeelslid in de centra:
1° over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs;
2° over een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het voldoende geachte bekwaamheidsbewijs, mits er een onderlinge overeenkomst is tussen het personeelslid en de inrichtende macht.
11.2.
Vaststelling van de personeelsformatie
Een centrumbestuur heeft jaarlijks recht op een bepaald aantal omkaderingsgewichten voor haar personeelsformatie.
Met deze omkaderingsgewichten moet het centrumbestuur in eerste instantie de betrekkingen van haar vastbenoemde personeelsleden in stand te houden. Als er daarna nog omkaderingsgewichten over zijn, kan het centrumbestuur bijkomende betrekkingen inrichten in een of meer ambten (uitgezonderd het ambt van directeur).
Heeft een centrumbestuur onvoldoende omkaderingsgewichten om de betrekkingen van haar vastbenoemde personeelsleden in stand te houden, dan kan het zijn dat zij een of meer personeelsleden gedeeltelijk of volledig moet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking. Dit gebeurt volgens de principes die hierna worden toegelicht in punt 11.3.
11.3.
Reaffectaties en wedertewerkstellingen
11.3.1.
Verdeling van de betrekkingen onder de vastbenoemde titularissen.
Het centrumbestuur verdeelt jaarlijks bij de start van het schooljaar binnen de omkaderingsgewichten waar het recht op heeft de betrekkingen over de vastbenoemde personeelsleden.
Het centrumbestuur wijst, rekening houdend met de bepalingen betreffende “hetzelfde ambt”, de betrekkingen toe aan de vastbenoemde personeelsleden voor eenzelfde volume van de opdracht waarvoor de betrokken personeelsleden vast benoemd waren op het einde van het voorafgaand schooljaar of waarvoor ze ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking.
Deze toewijzing gebeurt:
- per centrum;
- per ambt, dus in hetzelfde ambt als dit waarin het personeelslid vast benoemd is;
- voor dezelfde opdracht als deze waarvoor het personeelslid op 31 augustus van het voorafgaand schooljaar vast benoemd titularis was;
- of voor de opdracht waarvoor het personeelslid ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking.
De mogelijkheid bestaat dat een centrumbestuur onvoldoende omkaderingsgewichten heeft om al haar vastbenoemde personeelsleden dezelfde opdracht te garanderen als deze waarvoor ze op de laatste dag van het schooljaar (31 augustus) vast benoemd titularis waren. In dit geval moet zij een of meer vastbenoemde personeelsleden ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking.
Voordat het centrumbestuur een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking kan uitspreken, moet zij de voorafgaande maatregelen toepassen (zie punt 11.3.2). De bedoeling van deze maatregelen is een terbeschikkingstelling te vermijden of tot een minimum te beperken.
Een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking gaat in op 1 september.
11.3.2.
Maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling
Een centrumbestuur stelt een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat het in voorkomend geval onder alle personeelsleden van het betrokken centrum en in volgende volgorde:
- een einde heeft gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden, die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- een einde heeft gesteld aan de diensten van vastbenoemde personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen als bijbetrekking;
- een einde heeft gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die bij wijze van wedertewerkstelling of bij wijze van reaffectatie in dienst genomen werden in hetzelfde ambt.
Een centrumbestuur kan een dreigende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking ook afwenden door een affectatie door te voeren van een vastbenoemd personeelslid naar een ander centrum van hetzelfde bestuur. Deze affectatie is alleen mogelijk als het vastbenoemde personeelslid instemt met deze affectatie, zoals bepaald in het decreet rechtspositie dat op het personeelslid van toepassing is.
11.3.3.
Definitie van het begrip "betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling"
In de centra is een betrekking vanaf 1 september van het betrokken schooljaar niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, als het personeelslid in deze betrekking niet als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur is aangesteld.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) of met een “ander” bekwaamheidsbewijs, vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur is!
De bescherming waarvan een tijdelijk personeelslid geniet in een betrekking die niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling noemt men ook 'immuniteit'.
Voor de personeelsleden van de centra gaat deze immuniteit pas in nadat de eerste reaffectatiecommissie haar werkzaamheden heeft vervuld, dit is na:
- de scholengroep voor het gemeenschapsonderwijs voor de centra van het gemeenschapsonderwijs;
- de Vlaamse reaffectatiecommissie voor de centra van het gesubsidieerd onderwijs.
11.3.4.
Wie wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking?
Wanneer de verdeling van de toegekende omkaderingsgewichten en de voorafgaande maatregelen er niet toe hebben geleid dat alle vastbenoemde personeelsleden op 1 september opnieuw over hun volledige opdracht beschikken, is het centrumbestuur verplicht een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uit te spreken.
Bij een vermindering van de omkaderingsgewichten beslist een centrumbestuur in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of -categorieën ze die vermindering zal toepassen. Dit gebeurt op basis van criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en waarover uiterlijk om de drie schooljaren wordt onderhandeld in het bevoegd lokaal comité.
De terbeschikkingstelling komt ten laste van het vastbenoemde personeelslid in "hetzelfde ambt" met de kleinste dienstanciënniteit.
In het gemeenschapsonderwijs wordt een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitgesproken in het centrum waar de vermindering zich voordoet.
In het gesubsidieerd vrij en officieel gewoon basisonderwijs heeft men de keuze:
- in het centrum waar de vermindering zich voordoet
of
- in het geheel van de centra die een centrumbestuur op het grondgebied van dezelfde gemeente organiseert.
Eens de keuze gemaakt geldt deze voor een periode van 6 jaar voor het vrij onderwijs of voor de lopende of aanvangende legislatuur voor het officieel onderwijs en dit voor alle personeelsleden in alle personeelscategorieën.
De dienst- en ambtsanciënniteit worden bij de terbeschikkingstelling, de reaffectatie en de wedertewerkstelling vanaf een bepaalde leeftijd in aanmerking genomen:
- 21 jaar voor de leden van het ondersteunend personeel die aan ambt van administratief medewerker bekleden;
- 23 jaar voor de leden van het technisch personeel die een ambt van maatschappelijk werker, paramedisch werker, of psycho-pedagogisch werker bekleden;
- 25 jaar voor de leden van het technisch personeel die een ambt van arts, consulent of psycho-pedagogisch-consulent of voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die een selectieambt (coördinator) of bevorderingsambt (directeur) bekleden.
11.3.5.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde.
Reaffectatie heeft daarbij steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
De verplichtingen inzake reaffectatie en wedertewerkstelling zijn de volgende.
11.3.5.1.
Het gemeenschapsonderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde centrumbestuur in eerste instantie in hetzelfde centrum, in tweede instantie in de andere centra van hetzelfde centrumbestuur. Als het personeelslid en het centrumbestuur het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in een of meer van de andere centra van het centrumbestuur.
2. Verplichte wedertewerkstelling binnen hetzelfde centrumbestuur in eerste instantie in hetzelfde centrum, in tweede instantie in de andere centra van hetzelfde centrumbestuur.
Na deze eerste twee stappen, die op 1 september moeten beëindigd zijn, meldt het centrumbestuur de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de reaffectatiecommissie van de scholengroep.
3. Vervolgens is het centrumbestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
4. Pas nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt het centrumbestuur in een vrije fase en is zij:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer het centrumbestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fase gaat in op 15 september.
Dit betekent echter niet dat een centrumbestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
5. Tenslotte is het centrumbestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur of coördinator, op voorwaarde dat het centrumbestuur de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
11.3.5.2.
Het gesubsidieerd onderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde centrumbestuur in eerste instantie in hetzelfde centrum, in tweede instantie in de andere centra van hetzelfde centrumbestuur. Als het personeelslid en het centrumbestuur het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in een of meer van de andere centra van het centrumbestuur.
2. Verplichte wedertewerkstelling binnen hetzelfde centrumbestuur in eerste instantie in hetzelfde centrum, in tweede instantie in de andere centra van hetzelfde centrumbestuur.
Na deze eerste twee stappen, die op 1 september moeten beëindigd zijn, meldt het centrumbestuur de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.
3. Vervolgens is het centrumbestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur of coördinator, op voorwaarde dat het centrumbestuur de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
4. Pas nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt het centrumbestuur in een vrije fase en is zij:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer het centrumbestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fase gaat in op de eerste werkdag van oktober.
Dit betekent echter niet dat een centrumbestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
11.3.5.3.
Bijkomende principes
Wanneer een centrumbestuur over verschillende vacatures beschikt, moet elke reaffectatie of wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen; vervolgens in niet-vacante betrekkingen. Zowel bij de vacante als de niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet wordt ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur.
Een reaffectatie of wedertewerkstelling in de personeelscategorie van het ondersteunend personeel, in het selectieambt van coördinator en in het bevorderingsambt van directeur gebeurt bij voorrang in een betrekking met hetzelfde omkaderingsgewicht als dat van het ter beschikking gestelde personeelslid en als dat niet kan in een betrekking met een ander omkaderingsgewicht. Meer informatie over de omkaderingsgewichten per ambt vindt u in de omzendbrief “De ambten, de prestatieregeling, de bezoldiging en de aanwending van de omkaderingsgewichten in de centra voor leerlingenbegeleiding - CLB/2018/01 van 16 mei 2018”.
11.4.
De reaffectatiecommissies
11.4.1.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs
De scholengroep is een geografische entiteit die scholen kan omvatten van alle onderwijsniveaus en die minstens basis- en secundair onderwijs omvat. Per scholengroep werd een reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie heeft wat betreft de centra volgende bevoegdheden:
1. wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en binnen het onderwijsniveau;
2. wedertewerkstelling over de personeelscategorieën en over de onderwijsniveaus heen.
Toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs gaan in uiterlijk op 15 september.
Na haar werkzaamheden moet de reaffectatiecommissie van de scholengroep volgende gegevens verzamelen en meedelen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie:
- de reaffectaties en wedertewerkstellingen die ze heeft toegewezen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden die nog niet of nog niet volledig zijn gereaffecteerd of weder te werk gesteld;
- de resterende vacatures in de scholengroep. Dit zijn de vacatures die worden ingenomen door de personeelsleden die niet vrij van reaffectatie zijn.
Meer informatie over de melding van deze gegevens vindt u in de omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).
11.4.2.
De Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie zijn opgesomd in punt 4.2.1.
Voor de centra van het gesubsidieerd onderwijs is de Vlaamse reaffectatiecommissie de eerstbevoegde reaffectatiecommissie.
11.5.
Toewijzing van ondersteuning in een niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een ter beschikking gesteld personeelslid dat ze niet in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, toe als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan de scholengemeenschap of aan een instelling van het onderwijsniveau waar het personeelslid werd ter beschikking gesteld (zie punt 4.2.1).
Deze toewijzing wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
a) het terbeschikkinggestelde personeelslid kan alleen tewerkgesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) het ter beschikking gestelde personeelslid wordt toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar hij ter beschikking is gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt als een reaffectatie. In deze niet-organieke betrekking is geen vervanging en geen vaste benoeming mogelijk.
Het centrumbestuur van het centrum waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan het centrumbestuur aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt” . Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal het centrumbestuur het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
3° het centrumbestuur kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
12.
Het volwassenenonderwijs
12.1.
Begrippenkader
12.1.1.
“Hetzelfde” en “ander” ambt
12.1.1.1.
Definitie van het begrip "hetzelfde ambt"
Voor de leraar secundair volwassenenonderwijs wordt "hetzelfde ambt" als volgt gedefinieerd:
1° een opdracht in dezelfde opleiding of dezelfde module waarvan het personeelslid titularis was op 31 augustus van het voorafgaand schooljaar en/of waarvoor het personeelslid ter beschikking is gesteld. Deze bepaling is enkel geldig als het personeelslid een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of bij overgangsmaatregel in het bezit is van een vereist (OM/VE) of van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs (OM/VO) voor deze opleiding of deze module;
2° een opdracht in een opleiding of module, andere dan bedoeld in 1°:
- waarvoor het personeelslid het vereiste bekwaamheidsbewijs of het vereist bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel (OM/VE) bezit;
- waarvoor het personeelslid het voldoend geacht bekwaamheidsbewijs of het voldoend geacht bekwaamheidsbewijs bij overgangsmaatregel (OM/VO) bezit, waarvoor het personeelslid is vast benoemd en dat het personeelslid in de loop van de laatste vijf jaar gedurende een periode van ten minste zes maanden heeft onderwezen. Deze bepaling geldt enkel voor de centra van eenzelfde centrumbestuur;
Als de vaste benoeming van een leraar secundair volwassenenonderwijs in het kader van een herinschakeling na definitieve arbeidsongeschiktheid is ingeperkt, is de hiervoor vermelde definitie van “hetzelfde ambt” beperkt tot de opleidingen of modules die na die inperking nog tot zijn vaste benoeming behoren.
Meer informatie over deze inperking van vaste benoeming vindt u in de omzendbrieven PERS/2014/03 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid na een beslissing van MEDEX en PERS/2014/04 (08-05-2014) - Werkwijze vanaf 1 september 2014 voor de herinschakeling van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid in het kader van een re-integratieprocedure .
3° een opdracht die ten minste een gelijke salarisschaal en een voor die salarisschaal gelijke geldelijke anciënniteit oplevert. Deze bepaling is niet van toepassing op het bevorderingsambt van directeur.
Voor het bestuurs- en ondersteunend personeel, uitgezonderd het ambt van directeur, wordt “hetzelfde ambt “ gedefinieerd als een betrekking in het desbetreffende ambt met eenzelfde puntengewicht en eenzelfde salarisschaal.
12.1.1.2.
Definitie van het begrip “ander ambt”
'Ander ambt' is elk ambt, met uitzondering van 'hetzelfde ambt', in de verschillende onderwijsniveaus, waarvoor het personeelslid over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs.
Ook een ambt waarvoor het personeelslid een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs heeft of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, behoort hier toe, mits onderlinge overeenkomst tussen het personeelslid en de inrichtende macht.
12.1.2.
Definitie van het begrip "betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling"
In het volwassenenonderwijs is een betrekking vanaf 1 september van het betrokken schooljaar niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, als het personeelslid in deze betrekking niet als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur is aangesteld.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) of met een “ander” bekwaamheidsbewijs, vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur is!
De bescherming waarvan een tijdelijk personeelslid geniet in een betrekking die niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling noemt men ook 'immuniteit'.
Voor het volwassenenonderwijs gaat deze immuniteit pas in nadat de eerste reaffectatiecommissie haar werkzaamheden heeft vervuld. Dit betekent dat elk bestuur verplicht is om al haar tijdelijke personeelsleden mee te delen aan de eerste bevoegde reaffectatiecommissie. Dit geldt ook voor de tijdelijke personeelsleden met een aanstelling voor doorlopende duur.
Voor het gemeenschapsonderwijs is de eerste bevoegde commissie de reaffectatiecommissie van de scholengroep en voor het gesubsidieerd onderwijs is dit de Vlaamse reaffectatiecommissie.
12.1.3.
De reaffectatiecommissies
Welke personeelsleden u aan welke reaffectatiecommissies moet melden, vindt u in punt 12.3 van deze omzendbrief.
12.1.3.1.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs
De scholengroep is een geografische entiteit die scholen kan omvatten van alle onderwijsniveaus en die minstens basis- en secundair onderwijs omvat. Per scholengroep wordt een reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie heeft volgende bevoegdheden:
1. toewijzen van een reaffectatie in de scholen behorende tot de scholengroep per onderwijsniveau;
2. toewijzen van een wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en binnen het onderwijsniveau;
3. toewijzen van een wedertewerkstelling over de personeelscategorieën en over de onderwijsniveaus heen.
Voor wedertewerkstelling geldt vanuit elke personeelscategorie ook de verplichting tot wedertewerkstelling naar een ambt van de personeelscategorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
In de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden voor het volwassenenonderwijs de dossiers behandeld van de ter beschikking gestelde personeelsleden, ook van de gesloten centra voor volwassenenonderwijs, die het bestuur niet kon reaffecteren of weder tewerkstellen.
De uiterste ingangsdatum van de reaffectaties en wedertewerkstellingen die de reaffectatiecommissie van de scholengroep uitspreekt, is 1 oktober.
Na haar werkzaamheden moet de reaffectatiecommissie van de scholengroep volgende gegevens verzamelen en meedelen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie:
- de reaffectaties en wedertewerkstellingen die ze heeft toegewezen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden die nog niet of nog niet volledig zijn gereaffecteerd of weder te werk gesteld;
- de resterende vacatures in de scholengroep. Dit zijn de vacatures die worden ingenomen door de personeelsleden die niet vrij van reaffectatie zijn.
Meer informatie over de melding van deze gegevens vindt u in de omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).
12.1.3.2.
De Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie zijn opgesomd in punt 4.2.1.
Voor centra voor volwassenenonderwijs van het gesubsidieerd onderwijs is de Vlaamse reaffectatiecommissie de eerstbevoegde reaffectatiecommissie.
12.2.
De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
Specifieke maatregel voor de puntenenveloppe van het bestuurs- en ondersteunend personeel
Het centrumbestuur van het centrum voor volwassenenonderwijs beslist bij een vermindering van het aantal beschikbare punten binnen de puntenenveloppe welke betrekking of betrekkingen door deze vermindering nog kunnen worden in stand gehouden, op basis van de criteria die gelden voor een periode van tenminste drie schooljaren en die uiterlijk om de drie schooljaren worden onderhandeld in het bevoegde lokaal comité.
12.2.1.
Maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling
Bij de aanvang van het schooljaar beschikt het centrumbestuur voor elk centrum voor volwassenenonderwijs over een puntenenveloppe en een lestijdenpakket. Met deze punten en dit lestijdenpakket richt het centrum voor volwassenenonderwijs betrekkingen op. Deze betrekkingen moeten worden ingevuld door vastbenoemde personeelsleden volgens het principe van “hetzelfde ambt” (zie punt 12.1.1.1).
Wanneer niet alle vastbenoemde personeelsleden binnen de bepalingen van "hetzelfde ambt" een opdracht kunnen opnemen, moet de inrichtende macht een aantal maatregelen treffen. Dit zijn de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking.
In het gemeenschapsonderwijs stelt het centrumbestuur een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot hetzelfde centrum, in de opgegeven volgorde de hierna vermelde maatregelen heeft getroffen:
- de prestaties van de vastbenoemde personeelsleden worden binnen "hetzelfde ambt" verminderd tot het minimum aantal lesuren vereist voor een betrekking met volledige prestaties;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
In het gesubsidieerd onderwijs stelt elk centrumbestuur een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot hetzelfde centrum of tot de centra die dit centrumbestuur tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente, in de opgegeven volgorde de hierna vermelde maatregelen heeft getroffen:
- de prestaties van de vastbenoemde personeelsleden worden binnen "hetzelfde ambt" verminderd tot het minimum aantal lesuren vereist voor een betrekking met volledige prestaties. Dit gebeurt eerst in het centrum waar er een vermindering is aan uren en vervolgens in een ander centrum;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
De maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling hoeven uiteraard maar te gebeuren voor zover dit nodig is om de terbeschikkingstelling te vermijden.
Aandacht
Als het centrumbestuur in het gesubsidieerd onderwijs de keuze maakt om de voorafgaande maatregelen toe te passen op al haar instellingen op het grondgebied van een zelfde gemeente, behoort voor een vastbenoemd personeelslid een nieuwe affectatie ook tot de voorafgaande maatregelen.
Het personeelslid dat behoort tot een instelling van het gesubsidieerd vrij onderwijs en dat niet akkoord gaat met een nieuwe affectatie als gevolg van de toepassing van de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling, wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in de instelling van affectatie.
12.2.2.
Wie wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking?
Wanneer de verdeling van de opdrachten en de voorafgaande maatregelen er niet toe hebben geleid dat alle vastbenoemde personeelsleden op 1 september opnieuw over hun volledige opdracht beschikken, is het bestuur verplicht een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uit te spreken.
12.2.2.1.
De dienstanciënniteit
Het is het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit in "hetzelfde ambt" dat ter beschikking wordt gesteld wegens ontstentenis van betrekking.
Dit principe kan doorbroken worden als een vastbenoemd personeelslid ter beschikking wordt gesteld wegens ontstentenis van betrekking bij een weigering om bij de verdeling van de betrekkingen een opdracht op te nemen in een vestigingsplaats die verder dan 25 kilometer is verwijderd van zijn standplaats. Meer informatie over de standplaats vindt u in artikel 40duodecies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of artikel 36novies/2 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Deze dienstanciënniteit wordt berekend vanaf een bepaalde leeftijd, nl.:
- 21 jaar voor de leden van het ondersteunend personeel;
- 24 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel.
12.2.2.2.
De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
In het volwassenenonderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds het gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd vrij onderwijs en anderzijds het gesubsidieerd officieel onderwijs.
In het gemeenschapsonderwijs en in het gesubsidieerd vrij onderwijs spreekt het centrumbestuur de terbeschikkingstelling uit in het centrum waar de vermindering zich voordoet ten laste van het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit in "hetzelfde ambt".
In het gesubsidieerd officieel onderwijs spreekt het centrumbestuur de terbeschikkingstelling eveneens uit in het centrum waar de vermindering zich voordoet ten laste van het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit in "hetzelfde ambt". De terbeschikkingstelling gebeurt naar keuze in het centrum waar zich de vermindering voordoet of in het geheel van de centra die het bestuur op het grondgebied van dezelfde gemeente inricht. Deze keuze geldt voor een periode van zes jaar of tot op het einde van de legislatuur.
Bijzondere regels i.v.m. de terbeschikkingstelling
Naast de vermindering van de omkadering is een centrumbestuur ook verplicht om een vastbenoemd personeelslid omwille van een van volgende redenen ter beschikking te stellen wegens ontstentenis van betrekking:
1. Bij de terugkeer van een vastbenoemd personeelslid van wie een deel van de betrekking vacant werd verklaard omwille van een eindeloopbaanverlof of omwille van een specifiek verlof (zie punt 2.1.1.1 en 2.2.1.1 van de omzendbrief Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming – 13cc/VB/ml van 29-11-1999).
Op 15 oktober wordt het deel van de betrekking waarvoor het personeelslid met verlof is als een vacante betrekking beschouwd en als dusdanig meegedeeld met het oog op de vaste benoemingen op 1 januari. Als het vastbenoemde personeelslid na deze vacantverklaring in de loop van het schooljaar terugkeert uit zijn verlof moet hij ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking, tenzij er in de instelling of instellingen van de inrichtende macht op het ogenblik van zijn terugkomst een vacante betrekking voorhanden is waarin geen tijdelijk personeelslid is aangesteld. Als dergelijke betrekking niet voorhanden is, moet het schoolbestuur t.a.v. het terbeschikkinggestelde personeelslid haar verplichtingen betreffende reaffectatie toepassen binnen haar instellingen, zoals vermeld in punt 12.3.2. Vanaf 1 september van het volgende schooljaar neemt het betrokken personeelslid weer zijn rangorde in bij de verdeling van de betrekkingen binnen de instelling of de instellingen van de inrichtende macht;
2. Bij de weigering van een vastbenoemd personeelslid om bij de verdeling van de betrekkingen een opdracht op te nemen in een vestigingsplaats die verder dan 25 kilometer is verwijderd van zijn standplaats. Meer informatie over de standplaats vindt u in artikel 40duodecies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of artikel 36novies/2 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
12.3.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
Opmerking: dit punt geldt eveneens voor centra die vóór 1 september 1999 gesloten werden.
12.3.1.
Voorafgaand
Het begrip “vacature”
Een vacature is een vacante of een niet-vacante betrekking die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid.
Het centrumbestuur moet alle vacatures voor reaffectatie aanbieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden.
Vrijwillige wedertewerkstelling in het hoger onderwijs
In het kader van de transitie van het HBO5 en de specifieke lerarenopleiding naar het hoger onderwijs kan een vastbenoemd personeelslid van het bestuurs- en ondersteunend personeel op basis van vrijwilligheid een wedertewerkstelling opnemen aan een hogeschool of een universiteit.
Deze wedertewerkstelling gebeurt in onderling overleg tussen het personeelslid en de hogeschool of universiteit.
Deze wedertewerkstelling is enkel mogelijk voor de vastbenoemde personeelsleden van het bestuurs- en ondersteunend personeel die wegens de daling van de puntenenveloppe van het centrum ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking in een centrum dat HBO5 of de specifieke lerarenopleiding inrichtte op 31 augustus 2018.
Een centrumbestuur heeft weliswaar steeds de verplichting om deze personeelsleden in eerste instantie te reaffecteren binnen het centrumbestuur. Als dergelijke reaffectatie niet mogelijk is, kan in de fase van de verplichte wedertewerkstelling het vrijwillig opnemen van een betrekking aan een hogeschool of universiteit beschouwd worden als het opnemen van een ‘gelijkwaardig andere betrekking’. In dit geval kan de wedertewerkstelling binnen het hoger onderwijs in de plaats komen van de verplichte wedertewerkstelling binnen het volwassenenonderwijs.
12.3.2.
De verplichtingen inzake reaffectatie en wedertewerkstelling
AANDACHT
In afwijking van de hiernavolgende verplichtingen is een centrumbestuur niet verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking in een vacature aan te stellen via reaffectatie of wedertewerkstelling, als dit personeelslid in het centrum waar de vacature zich situeert, eerder ontslagen werd als gevolg van evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Een centrumbestuur moet t.a.v. het vastbenoemde personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en dat een afgesproken professionaliseringstraject volgt haar verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling niet naleven tijdens de duur van dit professionaliseringstraject (zie punt 5.4).
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde.
Reaffectatie heeft daarbij steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
12.3.2.1.
Het gemeenschapsonderwijs
De verplichtingen en vrijheden van de centra voor volwassenenonderwijs in een scholengroep zijn in de volgende volgorde:
1. a) verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum voor volwassenenonderwijs van het centrumbestuur bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in dit centrum voor volwassenenonderwijs. Die verplichting geldt in de loop van het schooljaar ten overstaan van elke nieuwe vacature in elke module. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld;
b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra voor volwassenenonderwijs, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar centra voor volwassenenonderwijs. Die verplichting geldt in de loop van het schooljaar ten overstaan van elke nieuwe vacature in elke module. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld.
Als het centrumbestuur en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt.
Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2. verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs van het centrumbestuur in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het centrum waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en als dat niet mogelijk is in een ander centrum van het centrumbestuur. Als het centrumbestuur en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt.
Die verplichting geldt in de loop van het schooljaar ten overstaan van elke nieuwe vacature in elke module. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur;
Voor een personeelslid bestuurs- en ondersteunend personeel dat in het kader van de transitie van het HBO5 en de specifieke lerarenopleiding naar het hoger onderwijs op basis van vrijwilligheid een wedertewerkstelling opneemt aan een hogeschool of een universiteit, geldt deze wedertewerkstelling als een ‘gelijkwaardig andere betrekking’. In dit geval kan de wedertewerkstelling binnen het hoger onderwijs in de plaats komen van de verplichte wedertewerkstelling binnen het volwassenenonderwijs.
Deze fases moeten beëindigd zijn op 1 september.
3. Verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
4. Onverminderd de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen in een betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling.
Deze fase gaat in op 15 september.
Dit betekent echter niet dat een centrumbestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
5. Verplichting om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
12.3.2.2.
Het gesubsidieerd onderwijs
De verplichtingen en vrijheden van de centra voor volwassenenonderwijs van een centrumbestuur in het gesubsidieerd onderwijs zijn in de volgende volgorde:
1. a) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum voor volwassenenonderwijs van het centrumbestuur, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in dit centrum voor volwassenenonderwijs. Die verplichting geldt in de loop van het schooljaar ten overstaan van elke nieuwe vacature in elke module. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn;
b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra voor volwassenenonderwijs, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in één van haar centra voor volwassenenonderwijs. Die verplichting geldt in de loop van het schooljaar ten overstaan van elke nieuwe vacature in elke module. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld.
Als het bestuur en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt.
Als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2. verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt daarnaast ook vanuit elke personeelscategorie naar een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, op voorwaarde dat dit ambt voor het terbeschikkinggestelde personeelslid een “ander ambt” is.
De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het centrum waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en als dat niet mogelijk is in een ander centrum van het centrumbestuur. Als het centrumbestuur en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt.
Die verplichting geldt in de loop van het schooljaar ten overstaan van elke nieuwe vacature in elke module. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur;
Voor een personeelslid bestuurs- en ondersteunend personeel dat in het kader van de transitie van het HBO5 en de specifieke lerarenopleiding naar het hoger onderwijs op basis van vrijwilligheid een wedertewerkstelling opneemt aan een hogeschool of een universiteit, geldt deze wedertewerkstelling als een ‘gelijkwaardig andere betrekking’. In dit geval kan de wedertewerkstelling binnen het hoger onderwijs in de plaats komen van de verplichte wedertewerkstelling binnen het volwassenenonderwijs.
3. Verplichting om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie werden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet voor een toewijzing door de Vlaamse reaffectatiecommissie t.a.v. een betrekking van directeur, technisch adviseur-coördinator, adjunct-directeur of coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
4. Onverminderd de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen in een betrekking niet vatbaar voor reaffectatie.
Deze fase gaat in op de eerste werkdag van november.
Dit betekent echter niet dat een centrumbestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
12.3.2.3.
Bijkomende principes
Als een centrumbestuur aan de verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling heeft voldaan, kan het centrumbestuur een salaris of een salaristoelage verkrijgen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling.
Als een centrumbestuur over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, moet elke reaffectatie en wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen, en vervolgens in niet-vacante betrekkingen, waarbij niet-vacante betrekkingen voor de duur van een schooljaar of voor de duur van een module voorrang hebben op niet-vacante betrekkingen van kortere duur.
Zowel bij vacante als bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur.
Een reaffectatie of een wedertewerkstelling in een betrekking van het bestuurs- of ondersteunend personeel, de directeur uitgezonderd, gebeurt bij voorrang in een betrekking met dezelfde puntenwaarde als die van het ter beschikking gestelde personeelslid. Als dit niet mogelijk is gebeurt de reaffectatie of wedertewerkstelling in een betrekking met een andere puntenwaarde.
De personeelsleden, ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking, moeten ook als ze niet onmiddellijk beschikbaar zijn, gereaffecteerd of weder te werk gesteld worden.
Een ter beschikking gesteld personeelslid dat al in drie instellingen fungeert en dat ten minste vier vijfde van een volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of weder te werk gesteld worden naar een andere instelling buiten deze drie instellingen.
12.4.
Toewijzing van ondersteuning in een niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een ter beschikking gesteld personeelslid dat ze niet in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, toe als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan de scholengemeenschap of aan een instelling van het onderwijsniveau waar het personeelslid werd ter beschikking gesteld (zie punt 4.2.1).
Deze toewijzing wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
a) het terbeschikkinggestelde personeelslid kan alleen tewerkgesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) het ter beschikking gestelde personeelslid wordt toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar hij ter beschikking is gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt als een reaffectatie. In deze niet-organieke betrekking is geen vervanging en geen vaste benoeming mogelijk.
Het centrumbestuur van het centrum waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan het centrumbestuur aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt” . Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal het centrumbestuur het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
3° het centrumbestuur kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
13.
De leersteuncentra
De bepalingen in dit punt gelden zowel voor de zelfstandige leersteuncentra als voor de leersteuncentra die deel uitmaken van een school voor buitengewoon basisonderwijs of van een school voor buitengewoon secundair onderwijs, tenzij anders vermeld.
13.1.
Begrippenkader
13.1.1.
Definitie van het begrip “hetzelfde ambt” en “ander ambt”
13.1.1.1.
“Hetzelfde ambt”
Voor de toepassing van deze reglementering hebben de personeelsleden en de besturen rechten en plichten in een ambt.
Voor alle ambten die behoren tot “hetzelfde ambt” van een personeelslid gelden er rechten en plichten. Dit betekent dat een personeelslid nooit kan weigeren een betrekking op te nemen die is opgericht in ambten die voor hem of haar tot “hetzelfde ambt” behoren. Anderzijds is het bestuur steeds verplicht de opdrachten die “hetzelfde ambt” zijn voor een bepaald personeelslid, aan hem of haar aan te bieden.
“Hetzelfde ambt” is het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het leerondersteunend personeel en het ondersteunend personeel in de leersteuncentra.
Voor het ambt van administratief medewerker (ondersteunend personeel) en het ambt van leerondersteuner en coördinator (leerondersteunend personeel) wordt “hetzelfde ambt “ gedefinieerd als een betrekking in het desbetreffende ambt met eenzelfde puntengewicht en eenzelfde salarisschaal.
Voorbeeld
Een personeelslid is vastbenoemd als leerondersteuner op het niveau tenminste bachelor met salarisschaal 148 (85 punten). “Hetzelfde ambt” is voor deze leerondersteuner elke betrekking in het ambt van leerondersteuner met puntenwaarde 85 en salarisschaal 148.
Meer informatie over de indeling van de ambten vindt u in de omzendbrief “Leersteun in het basis- en secundair onderwijs (NO/2023/01 van 05-05-2023)”, punt 15.
13.1.1.2.
“Ander ambt”
Een “ander ambt” is elk ambt, met uitzondering van "hetzelfde ambt" waarvoor het betrokken personeelslid in de leersteuncentra over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs.
Voor het ambt van administratief medewerker (ondersteunend personeel) en het ambt van leerondersteuner en coördinator (leerondersteunend personeel) is een “ander ambt “ dus ook een betrekking in het desbetreffende ambt met een ander puntengewicht en een andere salarisschaal.
Voorbeelden
Een personeelslid is vastbenoemd als leerondersteuner op het niveau tenminste bachelor met salarisschaal 148 (85 punten). Een “ander” ambt is voor deze leerondersteuner elke betrekking in het ambt van leerondersteuner met puntengewicht 126 en salarisschaal 501.
Een personeelslid is vastbenoemd als administratief medewerker op het niveau tenminste HSO met salarisschaal 202 (63 punten). Een “ander” ambt is voor deze administratief medewerker elke betrekking in het ambt van administratief medewerker met puntengewicht 82 en salarisschaal 158 en met puntengewicht 120 en salarisschaal 542.
13.1.2.
Definitie van het begrip “betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling”
In de leersteuncentra is een betrekking vanaf 1 september van het betrokken schooljaar niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, als het personeelslid in deze betrekking niet als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur is aangesteld.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur is!
De bescherming waarvan een tijdelijk personeelslid geniet in een betrekking die niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling noemt men ook 'immuniteit'.
Voor de personeelsleden van de leersteuncentra gaat deze immuniteit pas in nadat de eerste reaffectatiecommissie haar werkzaamheden heeft vervuld, dit is na:
- de reaffectatiecommissie van de scholengroep voor de leersteuncentra van het gemeenschapsonderwijs;
- de Vlaamse reaffectatiecommissie voor de leersteuncentra van het gesubsidieerd onderwijs.
13.1.3.
De reaffectatiecommissies
13.1.3.1.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs
De scholengroep is een geografische entiteit die onderwijsinstellingen kan omvatten van alle onderwijsniveaus en die minstens basis- en secundair onderwijs omvat. Per scholengroep werd een reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie heeft wat betreft de leersteuncentra volgende bevoegdheden:
1. reaffectatie binnen de leersteuncentra;
2. wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en binnen de leersteuncentra;
3. wedertewerkstelling over de personeelscategorieën en over de onderwijsniveaus heen.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep kan geen wedertewerkstelling toewijzen in een betrekking in een ambt van het leerondersteunend personeel vanuit een andere personeelscategorie.
Toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs gaan in uiterlijk op 1 oktober.
Na haar werkzaamheden moet de reaffectatiecommissie van de scholengroep volgende gegevens verzamelen en meedelen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie:
- de reaffectaties en wedertewerkstellingen die ze heeft toegewezen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden die nog niet of nog niet volledig zijn gereaffecteerd of weder te werk gesteld;
- de resterende vacatures in de scholengroep. Dit zijn de vacatures die worden ingenomen door de personeelsleden die niet vrij van reaffectatie zijn.
Meer informatie over de melding van deze gegevens vindt u in de omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).
13.1.3.2.
De Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie zijn opgesomd in punt 4.2.1.
Voor de leersteuncentra van het gesubsidieerd onderwijs is de Vlaamse reaffectatiecommissie de eerst bevoegde reaffectatiecommissie.
13.2.
Vaststellen van de personeelsformatie
Bij de aanvang van het schooljaar beschikt het bestuur voor elk leersteuncentrum over een puntenenveloppe voor het organiseren van leersteun en over een puntenenveloppe voor het organiseren van de secundaire processen.
Met deze puntenenveloppes moet het bestuur in eerste instantie de betrekkingen van haar vastbenoemde personeelsleden in stand houden. Als er daarna nog punten over zijn, kan het bestuur bijkomende betrekkingen inrichten in een of meerdere ambten.
Meer informatie over deze puntenenveloppes en de aanwending ervan vindt u in de omzendbrief “Leersteun in het basis- en secundair onderwijs (NO/2023/01 van 05-05-2023)”, punt 12.
Heeft een bestuur onvoldoende punten om de betrekkingen van haar vastbenoemde personeelsleden in stand te houden, dan kan het zijn dat zij een of meerdere personeelsleden gedeeltelijk of volledig moet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking. Dit gebeurt volgens de principes die hierna worden toegelicht in punt 13.3.
13.3.
De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
13.3.1.
Verdeling van de betrekkingen onder de vastbenoemde titularissen
Het bestuur verdeelt jaarlijks bij de start van het schooljaar op basis van de puntenenveloppe voor het organiseren van leersteun en de puntenenveloppe voor het organiseren van de secundaire processen waar het voor elk leersteuncentrum recht op heeft de betrekkingen onder de vastbenoemde personeelsleden.
Het bestuur wijst, rekening houdend met de bepalingen betreffende “hetzelfde ambt”, de betrekkingen toe aan de vastbenoemde personeelsleden voor eenzelfde volume van de opdracht waarvoor de betrokken personeelsleden vast benoemd waren op het einde van het voorafgaand schooljaar of waarvoor ze ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking.
Deze toewijzing gebeurt:
- per leersteuncentrum;
- per ambt en per puntengewicht, dus in hetzelfde ambt én aan hetzelfde aantal punten als dit waarin het personeelslid vast benoemd is;
- voor dezelfde opdracht als deze waarvoor het personeelslid op 31 augustus van het voorafgaand schooljaar vast benoemd titularis was;
- of voor de opdracht waarvoor het personeelslid ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking.
De mogelijkheid bestaat dat een bestuur onvoldoende punten heeft om al haar vastbenoemde personeelsleden dezelfde opdracht te garanderen als deze waarvoor ze op de laatste dag van het schooljaar (31 augustus) vast benoemd titularis waren. In dit geval moet zij een of meerdere vastbenoemde personeelsleden ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking.
Voordat het bestuur een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking kan uitspreken, moet zij de voorafgaande maatregelen toepassen (zie punt 13.3.2). De bedoeling van deze maatregelen is een terbeschikkingstelling te vermijden of tot een minimum te beperken.
Een ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking gaat in op 1 september.
13.3.2.
Maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling
In het gemeenschapsonderwijs stelt het bestuur een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot hetzelfde leersteuncentrum, in de opgegeven volgorde de hierna vermelde maatregelen heeft getroffen:
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
In het gesubsidieerd onderwijs stelt het bestuur een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot hetzelfde leersteuncentrum of tot de leersteuncentra die dit bestuur tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente, in de opgegeven volgorde de hierna vermelde maatregelen heeft getroffen:
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
Bij de toepassing van deze voorafgaande maatregelen houdt het bestuur ook steeds rekening met de beslissingen die ze genomen heeft in functie van de vermindering van de toegekende puntenenveloppes voor het organiseren van leersteun en voor secundaire processen, als vermeld in punt 13.3.3.
De maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling hoeven uiteraard maar te gebeuren voor zover dit nodig is om de terbeschikkingstelling te vermijden.
Aandacht
Als het bestuur in het gesubsidieerd onderwijs de keuze maakt om de voorafgaande maatregelen toe te passen op al haar leersteuncentra op het grondgebied van een zelfde gemeente, behoort voor een vastbenoemd personeelslid een nieuwe affectatie ook tot de voorafgaande maatregelen.
Het personeelslid dat behoort tot een instelling van het gesubsidieerd vrij onderwijs en dat niet akkoord gaat met een nieuwe affectatie als gevolg van de toepassing van de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling, wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in het leersteuncentrum van affectatie.
13.3.3.
Wie wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking?
Wanneer de verdeling van de toegekende puntenenveloppes voor het organiseren van leersteun en voor het organiseren van de secundaire processen en de voorafgaande maatregelen er niet toe hebben geleid dat alle vastbenoemde personeelsleden op 1 september opnieuw over hun volledige opdracht beschikken, is het bestuur verplicht een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uit te spreken.
Bij een vermindering van de puntenenveloppes kan een bestuur beslissen in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of -categorieën ze die vermindering zal toepassen.
Bij een vermindering van de puntenenveloppe voor het organiseren van leersteun beslist het bestuur in welke betrekking of betrekkingen in het ambt van leerondersteuner ze de vermindering in het leersteuncentrum zal toepassen.
Bij een vermindering van de puntenenveloppe voor secundaire processen beslist het bestuur in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorieën ze de vermindering in het leersteuncentrum zal toepassen.
Het bestuur onderhandelt hiertoe in het bevoegd lokaal comité criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en die uiterlijk om de drie schooljaren opnieuw worden onderhandeld in dat bevoegd lokaal comité.
Deze keuze kan er toe leiden dat de betrekking van een tijdelijk personeelslid wordt gevrijwaard en dat een vastbenoemd personeelslid moet ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking.
De terbeschikkingstelling komt ten laste van het vastbenoemde personeelslid in "hetzelfde ambt" met de kleinste dienstanciënniteit in het leersteuncentrum.
De dienst- en ambtsanciënniteit worden bij de terbeschikkingstelling, de reaffectatie en de wedertewerkstelling vanaf een bepaalde leeftijd in aanmerking genomen:
- 21 jaar voor de leden van het ondersteunend personeel die aan ambt van administratief medewerker bekleden;
- 24 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel die het bevorderingsambt van directeur bekleden en voor de leden van het leerondersteunend personeel die het wervingsambt van leerondersteuner of het selectieambt van coördinator bekleden.
13.4.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
13.4.1.
Voorafgaand
Het bestuur moet alle vacatures voor reaffectatie en voor wedertewerkstelling (binnen dezelfde personeelscategorie) aanbieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden.
Een vacature is een vacante of een niet-vacante betrekking die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid.
Dit geldt ook voor de vacature in een betrekking van het wervingsambt van leerondersteuner en van administratief medewerker (zowel een vacante als een niet-vacante betrekking) die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur.
Dit principe geldt tot het bestuur haar verplichtingen t.a.v. de eerst bevoegde reaffectatiecommissie heeft vervuld (d.i. de reaffectatiecommissie van de scholengroep voor het gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse reaffectatiecommissie voor het gesubsidieerd onderwijs).
13.4.2.
Reaffectatie en wedertewerkstelling – Rechten en plichten
AANDACHT
In afwijking van de hiernavolgende verplichtingen is een bestuur niet verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking in een vacature aan te stellen via reaffectatie of wedertewerkstelling, als dit personeelslid in het leersteuncentrum waar de vacature zich situeert, eerder ontslagen werd als gevolg van evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Een bestuur moet t.a.v. het vastbenoemde personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en dat een afgesproken professionaliseringstraject volgt haar verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling niet naleven tijdens de duur van dit professionaliseringstraject (zie punt 5.4).
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde.
Reaffectatie heeft daarbij steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
De verplichtingen inzake reaffectatie en wedertewerkstelling zijn de volgende.
Als een leersteuncentrum tot een school voor buitengewoon basisonderwijs behoort, gelden de principes betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling zoals vermeld in punt 8.5 en als een leersteuncentrum tot een school voor buitengewoon secundair onderwijs behoort, gelden de principes vermeld in punt 9.3.
13.4.3.
Het gemeenschapsonderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde leersteuncentrum, in tweede instantie in de andere leersteuncentra van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in een of meer van de andere leersteuncentra van het bestuur.
2. Verplichte wedertewerkstelling binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde leersteuncentrum, in tweede instantie in de andere leersteuncentra van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan wedertewerkstelling onmiddellijk in een of meer van de andere leersteuncentra van het bestuur.
Na deze eerste twee stappen, die uiterlijk op 1 oktober moeten beëindigd zijn, meldt het bestuur de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de reaffectatiecommissie van de scholengroep.
3. Vervolgens is het bestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
4. Pas nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt het bestuur in een vrije fase en is zij:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer het bestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fase gaat uiterlijk in op 1 oktober.
Dit betekent echter niet dat een bestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengroep zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
5. Tenslotte is het bestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
Deze verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur of van coördinator, op voorwaarde dat het bestuur de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
13.4.4.
Het gesubsidieerd onderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde leersteuncentrum, in tweede instantie in de andere leersteuncentra van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in een of meer van de andere leersteuncentra van het bestuur.
2. Verplichte wedertewerkstelling binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde leersteuncentrum, in tweede instantie in de andere leersteuncentra van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan wedertewerkstelling onmiddellijk in een of meer van de andere leersteuncentra van het bestuur.
Na deze eerste twee stappen, die uiterlijk op 15 oktober moeten beëindigd zijn, meldt het bestuur de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.
3. Vervolgens is het bestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur of coördinator, op voorwaarde dat het bestuur de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
4. Pas nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt het bestuur in een vrije fase en is zij:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer het bestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fase gaat in op de eerste werkdag van november.
Dit betekent echter niet dat een bestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
13.4.5.
Bijkomende principes
Wanneer een bestuur over verschillende vacatures beschikt, moet elke reaffectatie of wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen.
Zowel bij de vacante als de niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet wordt ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur.
13.5.
Toewijzing van ondersteuning in een niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een ter beschikking gesteld personeelslid dat ze niet in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, toe als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan een scholengemeenschap (basis- en secundair onderwijs) of aan een instelling van het onderwijsniveau waar het personeelslid werd ter beschikking gesteld (zie punt 4.2.1).
Deze toewijzing wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
a) het terbeschikkinggestelde personeelslid kan alleen te werk gesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) het terbeschikkinggestelde personeelslid wordt toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar hij ter beschikking is gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden te werk gesteld. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt als een reaffectatie. In deze niet-organieke betrekking is geen vervanging en geen vaste benoeming mogelijk.
Het bestuur van het leersteuncentrum waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan het bestuur aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt”. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal het bestuur het personeelslid te werk stellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
3° het bestuur kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
14.
De onderwijsinternaten
14.1.
Begrippenkader
14.1.1.
Definitie van het begrip “hetzelfde ambt “ en “ander ambt”
14.1.1.1.
“Hetzelfde ambt”
Voor de toepassing van deze reglementering hebben de personeelsleden en de besturen rechten en plichten in een ambt.
Voor alle ambten die behoren tot “hetzelfde ambt” van een personeelslid gelden er rechten en plichten. Dit betekent dat een personeelslid nooit kan weigeren ambten op te nemen die voor hem tot “hetzelfde ambt” horen. Anderzijds is het bestuur steeds verplicht de opdrachten die “hetzelfde ambt” zijn voor een bepaald personeelslid, aan hem of haar aan te bieden.
“Hetzelfde ambt” is het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het ondersteunend personeel in de onderwijsinternaten.
Voor de ambten van het ondersteunend personeel (administratief medewerker en internaatsmedewerker) wordt “hetzelfde ambt” gedefinieerd als een betrekking in het desbetreffende ambt met eenzelfde omkaderingsrekeneenheid (ORE) en eenzelfde salarisschaal.
Voorbeeld
Een personeelslid is vastbenoemd als internaatsmedewerker op het niveau tenminste bachelor met salarisschaal 159 (10.000 ORE). “Hetzelfde ambt” is voor dit personeelslid elke betrekking in het ambt van internaatsmedewerker met salarisschaal 159 en 10.000 ORE.
Meer informatie over de indeling van de ambten vindt u in de omzendbrief “Onderwijsinternaten - GD/2023/02 van 26-06-2023”.
14.1.1.2.
“Ander ambt”
Een “ander ambt” is elk ambt, met uitzondering van "hetzelfde ambt", waarvoor het betrokken personeelslid in de onderwijsinternaten over het vereiste bekwaamheidsbewijs beschikt of bij overgangsmaatregel geacht wordt in het bezit te zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs.
Voor een ambt van het ondersteunend personeel is een “ander ambt” dus ook een betrekking in het desbetreffende ambt met een andere omkaderingsrekeneenheid (ORE) en een andere salarisschaal.
Voorbeelden
Een personeelslid is vastbenoemd als internaatsmedewerker op het niveau tenminste bachelor met salarisschaal 159 (10.000 ORE). Een “ander” ambt is voor dit personeelslid elke betrekking in het ambt van internaatsmedewerker met een salarisschaal 125 (9.047 ORE) en met een salarisschaal 501 (12.712 ORE).
Een personeelslid is vastbenoemd als administratief medewerker op het niveau tenminste HSO met salarisschaal 202 (8.474 punten). Een “ander” ambt is voor dit personeelslid elke betrekking in het ambt van administratief medewerker met salarisschaal 158 (9.336 ORE) en salarisschaal 542 (11.043 ORE).
14.1.2.
Definitie van het begrip “betrekking niet vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling”
In de onderwijsinternaten is een betrekking vanaf 1 september van het betrokken schooljaar niet meer vatbaar voor reaffectatie of wedertewerkstelling, als het personeelslid in deze betrekking niet als tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur is aangesteld.
Dit betekent dat elke betrekking vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling als daarin een personeelslid tijdelijk voor bepaalde duur aangesteld is.
Dit omvat ook de betrekking waarin een vastbenoemd personeelslid aangesteld is via een verlof om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen (verlof TAO) vermits dit steeds een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur is!
De bescherming waarvan een tijdelijk personeelslid geniet in een betrekking die niet meer vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling noemt men ook 'immuniteit'.
Voor de personeelsleden van de onderwijsinternaten gaat deze immuniteit pas in nadat de eerste reaffectatiecommissie haar werkzaamheden heeft vervuld, dit is na:
- de scholengroep voor het gemeenschapsonderwijs voor de onderwijsinternaten van het gemeenschapsonderwijs;
- de Vlaamse reaffectatiecommissie voor de onderwijsinternaten van het gesubsidieerd onderwijs.
14.1.3.
De reaffectatiecommissies
14.1.3.1.
De reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs
De scholengroep is een geografische entiteit die onderwijsinstellingen kan omvatten van alle onderwijsniveaus en die minstens basis- en secundair onderwijs omvat. Per scholengroep werd een reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie heeft wat betreft de onderwijsinternaten volgende bevoegdheden:
1. reaffectatie binnen de onderwijsinternaten;
2. wedertewerkstelling binnen dezelfde personeelscategorie en binnen de onderwijsinternaten;
3. wedertewerkstelling over de personeelscategorieën en over de onderwijsniveaus heen.
Toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengroep in het gemeenschapsonderwijs gaan in uiterlijk op 1 oktober.
Na haar werkzaamheden moet de reaffectatiecommissie van de scholengroep volgende gegevens verzamelen en meedelen aan de Vlaamse reaffectatiecommissie:
- de reaffectaties en wedertewerkstellingen die ze heeft toegewezen;
- de ter beschikking gestelde personeelsleden die nog niet of nog niet volledig zijn gereaffecteerd of weder te werk gesteld;
- de resterende vacatures in de scholengroep. Dit zijn de vacatures die worden ingenomen door de personeelsleden die niet vrij van reaffectatie zijn.
Meer informatie over de melding van deze gegevens vindt u in de omzendbrief PERS/2015/03 van 15 juni 2015 - Elektronisch communiceren van gegevens over terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) of het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen(AHOVOS).
14.1.3.2.
De Vlaamse reaffectatiecommissie
Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming is een Vlaamse reaffectatiecommissie opgericht.
Deze reaffectatiecommissie bestaat uit 2 kamers. Een kamer is bevoegd voor het gemeenschapsonderwijs, de andere kamer is bevoegd voor het gesubsidieerd onderwijs.
De bevoegdheden van de Vlaamse reaffectatiecommissie zijn opgesomd in punt 4.2.1.
Voor de leersteuncentra van het gesubsidieerd onderwijs is de Vlaamse reaffectatiecommissie de eerst bevoegde reaffectatiecommissie.
14.2.
Vaststellen van de personeelsformatie
Bij de aanvang van het schooljaar beschikt het bestuur voor elk onderwijsinternaat over een aantal omkaderingsrekeneenheden (ORE) voor haar personeelsorganisatie.
Met deze omkaderingsrekeneenheden moet het bestuur in eerste instantie de betrekkingen van haar vastbenoemde personeelsleden in stand houden. Als er daarna nog omkaderingsrekeneenheden over zijn, kan het bestuur bijkomende betrekkingen inrichten in een of meer ambten.
Meer informatie over deze omkaderingsrekeneenheden en de aanwending ervan vindt u in de omzendbrief “Onderwijsinternaten – GD/2023/02 van 26-06-2023”.
Heeft een bestuur onvoldoende omkaderingsrekeneenheden om de betrekkingen van haar vastbenoemde personeelsleden in stand te houden, dan kan het zijn dat zij een of meer personeelsleden gedeeltelijk of volledig moet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking. Dit gebeurt volgens de principes die hierna worden toegelicht in punt 14.3.
14.3.
De terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking
14.3.1.
Verdeling van de betrekkingen onder de vastbenoemde personeelsleden
Het bestuur verdeelt jaarlijks bij de start van het schooljaar op basis van de omkaderingsrekeneenheden (ORE) waar het voor elk onderwijsinternaat recht op heeft de betrekkingen over de vastbenoemde personeelsleden.
Het bestuur wijst, rekening houdend met de bepalingen betreffende “hetzelfde ambt”, de betrekkingen toe aan de vastbenoemde personeelsleden voor eenzelfde volume van de opdracht waarvoor de betrokken personeelsleden vast benoemd waren op het einde van het voorafgaand schooljaar of waarvoor ze ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking.
Deze toewijzing gebeurt:
- per onderwijsinternaat;
- per ambt en per omkaderingsrekeneenheid, dus in hetzelfde ambt én aan hetzelfde aantal omkaderingsrekeneenheden als dit waarin het personeelslid vast benoemd is;
- voor dezelfde opdracht als deze waarvoor het personeelslid op 31 augustus van het voorafgaand schooljaar vast benoemd titularis was;
- of voor de opdracht waarvoor het personeelslid ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking.
De mogelijkheid bestaat dat een bestuur onvoldoende omkaderingsrekeneenheden (ORE) heeft om al haar vastbenoemde personeelsleden dezelfde opdracht te garanderen als deze waarvoor ze op de laatste dag van het schooljaar (31 augustus) vast benoemd titularis waren. In dit geval moet zij een of meer vastbenoemde personeelsleden ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking.
Voordat het bestuur een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking kan uitspreken, moet zij de voorafgaande maatregelen toepassen (zie punt 14.3.2). De bedoeling van deze maatregelen is een terbeschikkingstelling te vermijden of tot een minimum te beperken.
Een ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking gaat in op 1 september.
14.3.2.
Maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling
In het gemeenschapsonderwijs stelt het bestuur een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot hetzelfde onderwijsinternaat, in de opgegeven volgorde de hierna vermelde maatregelen heeft getroffen:
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
In het gesubsidieerd onderwijs stelt het bestuur een personeelslid slechts ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking nadat ze, onder alle personeelsleden behorend tot hetzelfde onderwijsinternaat of tot de onderwijsinternaten die dit bestuur tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente, in de opgegeven volgorde de hierna vermelde maatregelen heeft getroffen:
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de vastbenoemde personeelsleden die een bijbetrekking in "hetzelfde ambt" uitoefenen;
- er wordt een einde gesteld aan de diensten van de personeelsleden die bij wijze van reaffectatie of bij wijze van wedertewerkstelling in dienst genomen werden in "hetzelfde ambt".
Bij de toepassing van deze voorafgaande maatregelen houdt het bestuur ook steeds rekening met de beslissingen die ze genomen heeft in functie van de vermindering van de toegekende omkaderingsrekeneenheden (ORE), als vermeld in punt 14.3.3.
De maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling hoeven uiteraard maar te gebeuren voor zover dit nodig is om de terbeschikkingstelling te vermijden.
Aandacht
Als het bestuur in het gesubsidieerd onderwijs de keuze maakt om de voorafgaande maatregelen toe te passen op al haar onderwijsinternaten op het grondgebied van een zelfde gemeente, behoort voor een vastbenoemd personeelslid een nieuwe affectatie ook tot de voorafgaande maatregelen.
Het personeelslid dat behoort tot een instelling van het gesubsidieerd vrij onderwijs en dat niet akkoord gaat met een nieuwe affectatie als gevolg van de toepassing van de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling, wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in het leersteuncentrum van affectatie.
14.3.3.
Wie wordt ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking?
Wanneer de verdeling van de toegekende omkaderingsrekeneenheden en de voorafgaande maatregelen er niet toe hebben geleid dat alle vastbenoemde personeelsleden op 1 september opnieuw over hun volledige opdracht beschikken, is het bestuur verplicht een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uit te spreken.
Bij een vermindering van de omkaderingsrekeneenheden kan een bestuur beslissen in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of -categorieën ze die vermindering zal toepassen.
Het bestuur onderhandelt hiertoe in het bevoegd lokaal comité criteria die gelden voor ten minste drie schooljaren en die uiterlijk om de drie schooljaren opnieuw worden onderhandeld in dat bevoegd lokaal comité.
Deze keuze kan er toe leiden dat de betrekking van een tijdelijk personeelslid wordt gevrijwaard en dat een vastbenoemd personeelslid moet ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking.
De terbeschikkingstelling komt ten laste van het vastbenoemde personeelslid in "hetzelfde ambt" met de kleinste dienstanciënniteit in onderwijsinternaat.
De dienst- en ambtsanciënniteit worden bij de terbeschikkingstelling, de reaffectatie en de wedertewerkstelling vanaf een bepaalde leeftijd in aanmerking genomen:
- 21 jaar voor de leden van het ondersteunend personeel;
- 24 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel.
Dit principe (terbeschikkingstelling van het vastbenoemde personeelslid in "hetzelfde ambt" met de kleinste dienstanciënniteit) kan echter doorbroken worden als een vastbenoemd personeelslid ter beschikking wordt gesteld wegens ontstentenis van betrekking bij een weigering om bij de verdeling van de betrekkingen een opdracht op te nemen in een vestigingsplaats die verder dan 25 kilometer is verwijderd van zijn standplaats. Meer informatie over de standplaats vindt u in artikel 40quaterdecies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of artikel 36novies/4 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
14.4.
Reaffectatie en wedertewerkstelling
14.4.1.
Voorafgaand
Het bestuur moet alle vacatures voor reaffectatie en voor wedertewerkstelling (binnen dezelfde personeelscategorie) aanbieden aan haar ter beschikking gestelde personeelsleden.
Een vacature is een vacante of een niet-vacante betrekking die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid.
Dit geldt ook voor de vacature in een betrekking in het wervingsambt van internaatsmedewerker en van administratief medewerker (zowel een vacante als een niet-vacante betrekking) die is ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur.
Dit principe geldt tot het bestuur haar verplichtingen t.a.v. de eerst bevoegde reaffectatiecommissie heeft vervuld (d.i. de reaffectatiecommissie van de scholengroep voor het gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse reaffectatiecommissie voor het gesubsidieerd onderwijs).
14.4.2.
Reaffectatie en wedertewerkstelling – Rechten en plichten
AANDACHT
In afwijking van de hiernavolgende verplichtingen is een bestuur niet verplicht om een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking in een vacature aan te stellen via reaffectatie of wedertewerkstelling, als dit personeelslid in het onderwijsinternaat waar de vacature zich situeert, eerder ontslagen werd als gevolg van evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.
Een bestuur moet t.a.v. het vastbenoemde personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en dat een afgesproken professionaliseringstraject volgt haar verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling niet naleven tijdens de duur van dit professionaliseringstraject (zie punt 5.4).
Het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden moet gebeuren volgens een bepaalde volgorde.
Reaffectatie heeft daarbij steeds voorrang op wedertewerkstelling.
Bij het terug in dienst roepen van ter beschikking gestelde personeelsleden komt diegene met de grootste dienstanciënniteit eerst in aanmerking. Bij een gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
De verplichtingen inzake reaffectatie en wedertewerkstelling zijn de volgende.
14.4.2.1.
Het gemeenschapsonderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde onderwijsinternaat, in tweede instantie in de andere onderwijsinternaten van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in een of meer van de andere onderwijsinternaten van het bestuur.
2. Verplichte wedertewerkstelling binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde onderwijsinternaat, in tweede instantie in de andere onderwijsinternaten van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan wedertewerkstelling onmiddellijk in een of meer van de andere onderwijsinternaten van het bestuur.
Na deze eerste twee stappen, die uiterlijk op 1 oktober moeten beëindigd zijn, meldt het bestuur de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de reaffectatiecommissie van de scholengroep.
3. Vervolgens is het bestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
Opgelet: tijdens het schooljaar 2023-2024 geldt deze verplichting niet t.a.v. een betrekking waarin een tijdelijk personeelslid voor doorlopende duur is aangesteld.
4. Pas nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt het bestuur in een vrije fase en is zij:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer het bestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fase gaat uiterlijk in op 1 oktober.
Dit betekent echter niet dat een bestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de reaffectatiecommissie van de scholengroep zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
Opgelet: tijdens het schooljaar 2023-2024 geldt dit niet voor een tijdelijk personeelslid dat voor doorlopende duur is aangesteld. Dit personeelslid kan tijdens het schooljaar 2023-2024 niet verdrongen worden door een toewijzing van de reaffectatiecommissie van de scholengroep.
5. Tenslotte is het bestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen.
Deze verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur, op voorwaarde dat het bestuur de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
14.4.2.2.
Het gesubsidieerd onderwijs
1. Verplichte reaffectatie binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde onderwijsinternaat, in tweede instantie in de andere onderwijsinternaten van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan reaffectatie onmiddellijk in een of meer van de andere onderwijsinternaten van het bestuur.
2. Verplichte wedertewerkstelling binnen hetzelfde bestuur in eerste instantie in hetzelfde onderwijsinternaat, in tweede instantie in de andere onderwijsinternaten van hetzelfde bestuur. Als het personeelslid en het bestuur het erover eens zijn, kan wedertewerkstelling onmiddellijk in een of meer van de andere onderwijsinternaten van het bestuur.
Na deze eerste twee stappen, die uiterlijk op 15 oktober moeten beëindigd zijn, meldt het bestuur de personeelsleden die nog ter beschikking zijn gesteld en de resterende vacatures (dus ook de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor doorlopende duur) aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.
Opgelet: tijdens het schooljaar 2023-2024 moeten de tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur niet gemeld worden aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.
3. Vervolgens is het bestuur verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen.
Opgelet: tijdens het schooljaar 2023-2024 geldt deze verplichting niet t.a.v. een betrekking waarin een tijdelijk personeelslid voor doorlopende duur is aangesteld.
De verplichting tot reaffectatie of wedertewerkstelling geldt niet t.a.v. een betrekking van directeur, op voorwaarde dat het bestuur de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
4. Pas nadat deze verplichtingen zijn nageleefd, komt het bestuur in een vrije fase en is zij:
- vrij een personeelslid in dienst te nemen bij wijze van nieuwe affectatie of mutatie;
- verplicht een tijdelijk personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht heeft verworven op een aanstelling van doorlopende duur;
- vrij een ter beschikking gesteld personeelslid bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen;
- vrij een tijdelijk personeelslid aan te stellen dat "vrij van reaffectatie" is.
Opgelet: wanneer het bestuur gebruik maakt van deze "vrijheden", moet zij de hiervoor vermelde volgorde respecteren.
Deze fase gaat in op de eerste werkdag van november.
Dit betekent echter niet dat een bestuur geen tijdelijk personeelslid kan in dienst houden of kan aanstellen voor doorlopende duur, of een andere werving kan doen. Deze personeelsleden zijn echter pas na de toepassing van de toewijzingen door de bevoegde reaffectatiecommissie zeker van hun betrekking. Tot en met deze reaffectatiecommissie kunnen zij immers worden verdrongen door ter beschikking gestelde personeelsleden.
Opgelet: tijdens het schooljaar 2023-2024 geldt dit niet voor een tijdelijk personeelslid dat voor doorlopende duur is aangesteld. Dit personeelslid kan tijdens het schooljaar 2023-2024 niet verdrongen worden door een toewijzing van de Vlaamse reaffectatiecommissie van een ter beschikking gesteld personeelslid.
14.4.2.3.
Bijkomende principes
Wanneer een bestuur over verschillende vacatures beschikt, moet elke reaffectatie of wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen.
Zowel bij de vacante als de niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet wordt ingenomen door een tijdelijk personeelslid aangesteld voor doorlopende duur.
14.5.
Toewijzing van ondersteuning in een niet-organieke betrekking
De Vlaamse reaffectatiecommissie wijst een ter beschikking gesteld personeelslid dat ze niet in een organieke reaffectatie of wedertewerkstelling kan toewijzen, toe als ondersteuning in een niet-organieke betrekking aan een scholengemeenschap (basis- en secundair onderwijs) of aan een instelling van het onderwijsniveau waar het personeelslid werd ter beschikking gesteld (zie punt 4.2.1).
Deze toewijzing wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:
a) het terbeschikkinggestelde personeelslid kan alleen tewerkgesteld worden binnen de grenzen vastgelegd in de reglementering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
b) het ter beschikking gestelde personeelslid wordt toegewezen in het ambt van terbeschikkingstelling en in het onderwijsniveau waar hij ter beschikking is gesteld, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;
c) een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld. In onderling akkoord tussen personeelslid en inrichtende macht kan van dit principe worden afgeweken;
d) de toewijzing in een niet-organieke betrekking geldt als een reaffectatie. In deze niet-organieke betrekking is geen vervanging en geen vaste benoeming mogelijk.
Het bestuur van het onderwijsinternaat waaraan het personeelslid wordt toegewezen, stelt aan het personeelslid de invulling van de ondersteuning voor. Dat voorstel gaat uit van het ambt van vaste benoeming van het personeelslid en zijn bekwaamheidsbewijs en daarbij gelden de volgende principes:
1° het personeelslid dat op basis van dat voorstel een betrekking toegewezen krijgt die als "hetzelfde ambt" kan worden beschouwd, is verplicht die betrekking te aanvaarden;
2° als een toewijzing in "hetzelfde ambt" niet mogelijk is, kan het bestuur aan het personeelslid een betrekking in dezelfde personeelscategorie toewijzen onder de principes van een “ander ambt”. Het personeelslid kan die toewijzing weigeren, maar dan zal het bestuur het personeelslid tewerkstellen als administratieve ondersteuning in de instelling met de daarbij horende prestatie- en vakantieregeling;
3° het bestuur kan in overleg met het betrokken personeelslid ook een professionaliseringstraject overeenkomen (zie punt 5.4).
De tewerkstelling als ondersteuning in een niet-organieke betrekking wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Bij de start van elk schooljaar is het ter beschikking gestelde personeelslid dat in een niet-organieke betrekking is toegewezen ook steeds altijd opnieuw onderhevig aan alle verplichtingen betreffende reaffectatie en wedertewerkstelling.
15.
Bijlagen
Bijlage – Gelijkwaardige betrekking bij reaffectatie of wedertewerkstelling