1.
Inleiding
Door de decretale vertaling van CAO-XI voor de onderwijssector worden vanaf het schooljaar 2019-2020 een aantal maatregelen ingevoerd die de situatie van startende personeelsleden aanzienlijk moeten versterken. Een van die maatregelen omvat een betere en meer kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding die beoogt om de praktijkschok bij de start te verminderen. Door intensieve coaching krijgt het personeelslid de kans om geleidelijk in te groeien in de job en zijn of haar competenties verder te ontwikkelen in de dagdagelijkse klas- of schoolpraktijk. Aanvangsbegeleiding moet daarenboven bijdragen tot een objectieve vaststelling of het personeelslid al dan niet klaar is voor de volgende loopbaanfase: de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur.
De aanvangsbegeleiding is daarom decretaal verankerd als een recht en een plicht zowel voor het personeelslid met tijdelijke aanstelling van bepaalde duur als voor zijn of haar werkgever.
Aanvangsbegeleiding is mede een onderdeel van het professionaliseringsplan van elke school of centrum deeltijds beroepssecundair onderwijs en als dusdanig een onderdeel van het professioneel continuüm dat start bij de initiële opleiding van een personeelslid en gedurende de volledige loopbaan doorloopt in een permanente professionalisering.
Het school- of centrumbestuur draagt in eerste instantie zorg voor de feitelijke ontwikkeling en invulling van de aanvangsbegeleiding, met - zoals bij de professionalisering van zijn personeelsleden - ondersteuning door de pedagogische begeleidingsdiensten. Op het niveau van de scholengemeenschap worden afspraken gemaakt over de aanvangsbegeleiding voor de tijdelijke personeelsleden aangesteld voor bepaalde duur.
Een school voor voltijds gewoon of buitengewoon secundair onderwijs en een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs ontvangt jaarlijks specifieke middelen voor die aanvangsbegeleiding. Deze middelen zijn organiek en bieden ruimte en mogelijkheden zowel voor de personeelsleden die de aanvangsbegeleiding verzorgen als voor de personeelsleden die de aanvangsbegeleiding krijgen.
De vaststelling en aanwending van de middelen voor aanvangsbegeleiding maken het voorwerp uit van deze omzendbrief. Met CAO-XII werden deze middelen versterkt.
2.
Vaststelling van de middelen aanvangsbegeleiding
2.1.
Macro niveau (Vlaanderen breed)
De globale middelen die voor de aanvangsbegeleiding in het secundair onderwijs zijn voorzien, worden eenmalig (dus: niet jaarlijks) verdeeld over het gewoon, buitengewoon en deeltijds onderwijs op basis van het aandeel van de gefinancierde/gesubsidieerde personeelsleden (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) in elk van deze vormen van secundair onderwijs. Dit resulteert in:
a) voltijds gewoon secundair onderwijs: 84,9%;
b) buitengewoon secundair onderwijs: 13%;
c) deeltijds beroepssecundair onderwijs: 2,1%.
In tegenstelling tot deze verdeelsleutel is de omvang van de globaal beschikbare middelen geen vast gegeven maar fluctueert het over de schooljaren heen in functie van de leerlingenevolutie (teldatum: telkens de eerste lesdag van februari van het voorafgaand schooljaar) in het secundair onderwijs.
Voor het schooljaar 2024-2025 zijn er 5.911 uren aanvangsbegeleiding beschikbaar die als volgt worden verdeeld:
a) voltijds gewoon secundair onderwijs: 5.019 uren-leraar;
b) buitengewoon secundair onderwijs: 768 lesuren;
c) deeltijds beroepssecundair onderwijs: 124 uren-leraar.
2.2.
Micro niveau (school of centrum)
De verdeling van de voormelde uren-leraar en lesuren over de scholen en centra gebeurt als volgt:
a) voltijds gewoon secundair onderwijs: op basis van de verhouding van het pakket uren-leraar van de school in kwestie tot de totaliteit van de pakketten uren-leraar van alle scholen tijdens het voorgaande schooljaar. Bedoeld pakket uren-leraar omvat:
1° de uren-leraar voor de levensbeschouwelijke vakken, berekend volgens klassplitsingsnormen;
2° de uren-leraar voor de niet-levensbeschouwelijke vakken, berekend volgens leerlingencoëfficiënten of forfaitair vastgesteld;
3° de uren-leraar geïntegreerd ondersteuningsaanbod (GOK);
b) buitengewoon secundair onderwijs: op basis van de verhouding van het pakket lesuren van de school in kwestie tot de totaliteit van de pakketten lesuren van alle scholen tijdens het voorgaande schooljaar. Bedoeld pakket lesuren omvat:
1° de lesuren voor de levensbeschouwelijke vakken, van de minderheidscursussen;
2° het berekend lesurenpakket volgens richtgetallen per type/opleidingsvorm, inclusief meerderheidscursussen levensbeschouwelijke vakken;
3° de lesuren geïntegreerd ondersteuningsaanbod (GOK);
c) deeltijds beroepssecundair onderwijs: op basis van de verhouding van het pakket uren-leraar van het centrum in kwestie tot de totaliteit van de pakketten uren-leraar van alle centra tijdens het voorgaande schooljaar. Bedoeld pakket uren-leraar omvat de uren-leraar berekend volgens leerlingencoëfficiënten.
AGODI staat in voor de volledige uitvoering van deze maatregel per school of centrum.
3.
Aanwending van de middelen aanvangsbegeleiding
De middelen aanvangsbegeleiding kunnen worden aangewend in wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het ondersteunend personeel, het paramedisch personeel, het medisch personeel, het sociaal personeel, het orthopedagogisch personeel en het psychologisch personeel, zoals hierna beschreven. Het zijn zogenaamd "gekleurde" middelen, d.w.z. ze kunnen niet voor andere onderwijsdoeleinden (dus niet bijvoorbeeld onder vorm van bijzondere pedagogische taken – BPT)) dan aanvangsbegeleiding. Opgelet: de uren-leraar of lesuren voor aanvangsbegeleiding moeten, als de scholen deze uren-leraar of lesuren niet kunnen aanwenden voor aanvangsbegeleiding, wel aangewend worden ter ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel. Dit geldt ook in het geval de middelen worden overgedragen naar een andere instelling of worden herverdeeld door het schoolbestuur. De middelen aanvangsbegeleiding kunnen niet worden overgedragen naar een volgend schooljaar.
De aanwending, steeds binnen voormelde wervingsambten, kan gaan zowel naar personeelsleden die de aanvangsbegeleiding verzorgen als naar personeelsleden die de aanvangsbegeleiding krijgen.
3.1.
Gewoon (voltijds en deeltijds) secundair onderwijs.
Mogelijke aanwending van de toegekende uren-leraar:
a) in de wervingsambten van leraar, godsdienstleraar, leraar niet-confessionele zedenleer, begeleider;
b) in de wervingsambten van het ondersteunend personeel, op basis van volgende omzettingstabel naar punten:
1° voor een betrekking met puntenwaarde 63:
uren-leraar | Punten |
1 | 3 |
2 | 6 |
3 | 9 |
4 | 11 |
5 | 14 |
6 | 17 |
7 | 20 |
8 | 23 |
9 | 26 |
10 | 29 |
11 | 31,5 |
12 | 34 |
13 | 37 |
14 | 40 |
15 | 43 |
16 | 46 |
17 | 49 |
18 | 52 |
19 | 54 |
20 | 57 |
21 | 60 |
22 | 63 |
2° voor een betrekking met puntenwaarde 82:
uren-leraar | Punten |
1 | 4 |
2 | 7 |
3 | 11 |
4 | 15 |
5 | 19 |
6 | 22 |
7 | 26 |
8 | 30 |
9 | 34 |
10 | 37 |
11 | 41 |
12 | 45 |
13 | 48 |
14 | 52 |
15 | 56 |
16 | 60 |
17 | 63 |
18 | 67 |
19 | 71 |
20 | 75 |
21 | 78 |
22 | 82 |
3° voor een betrekking met puntenwaarde 85:
uren-leraar | Punten |
1 | 4 |
2 | 8 |
3 | 12 |
4 | 15 |
5 | 19 |
6 | 23 |
7 | 27 |
8 | 31 |
9 | 35 |
10 | 39 |
11 | 43 |
12 | 46 |
13 | 50 |
14 | 54 |
15 | 58 |
16 | 62 |
17 | 66 |
18 | 70 |
19 | 73 |
20 | 77 |
21 | 81 |
22 | 85 |
4° voor een betrekking met puntenwaarde 120:
uren-leraar | Punten |
1 | 6 |
2 | 12 |
3 | 18 |
4 | 24 |
5 | 30 |
6 | 36 |
7 | 42 |
8 | 48 |
9 | 54 |
10 | 60 |
11 | 66 |
12 | 72 |
13 | 78 |
14 | 84 |
15 | 90 |
16 | 96 |
17 | 102 |
18 | 108 |
19 | 114 |
20 | 120 |
5° voor een betrekking met puntenwaarde 126:
uren-leraar | Punten |
1 | 6 |
2 | 13 |
3 | 19 |
4 | 25 |
5 | 32 |
6 | 38 |
7 | 44 |
8 | 50 |
9 | 57 |
10 | 63 |
11 | 69 |
12 | 76 |
13 | 82 |
14 | 88 |
15 | 95 |
16 | 101 |
17 | 107 |
18 | 113 |
19 | 120 |
20 | 126 |
3.2.
Buitengewoon secundair onderwijs
Mogelijke aanwending van de toegekende lesuren:
a) in de wervingsambten van leraar algemene en sociale vorming (eventueel met specialiteit), leraar beroepsgerichte vorming, godsdienstleraar en leraar niet-confessionele zedenleer;
b) in de wervingsambten van het ondersteunend personeel, op basis van volgende omzettingstabel naar punten:
1° voor een betrekking met puntenwaarde 63:
Lesuren | punten |
1 | 3 |
2 | 6 |
3 | 9 |
4 | 11 |
5 | 14 |
6 | 17 |
7 | 20 |
8 | 23 |
9 | 26 |
10 | 29 |
11 | 31,5 |
12 | 34 |
13 | 37 |
14 | 40 |
15 | 43 |
16 | 46 |
17 | 49 |
18 | 52 |
19 | 54 |
20 | 57 |
21 | 60 |
22 | 63 |
2° voor een betrekking met puntenwaarde 82:
Lesuren | punten |
1 | 4 |
2 | 7 |
3 | 11 |
4 | 15 |
5 | 19 |
6 | 22 |
7 | 26 |
8 | 30 |
9 | 34 |
10 | 37 |
11 | 41 |
12 | 45 |
13 | 48 |
14 | 52 |
15 | 56 |
16 | 60 |
17 | 63 |
18 | 67 |
19 | 71 |
20 | 75 |
21 | 78 |
22 | 82 |
3° voor een betrekking met puntenwaarde 85:
Lesuren | punten |
1 | 4 |
2 | 8 |
3 | 12 |
4 | 15 |
5 | 19 |
6 | 23 |
7 | 27 |
8 | 31 |
9 | 35 |
10 | 39 |
11 | 43 |
12 | 46 |
13 | 50 |
14 | 54 |
15 | 58 |
16 | 62 |
17 | 66 |
18 | 70 |
19 | 73 |
20 | 77 |
21 | 81 |
22 | 85 |
4° voor een betrekking met puntenwaarde 120:
Lesuren | punten |
1 | 5 |
2 | 11 |
3 | 16 |
4 | 22 |
5 | 27 |
6 | 33 |
7 | 38 |
8 | 44 |
9 | 49 |
10 | 55 |
11 | 60 |
12 | 65 |
13 | 71 |
14 | 76 |
15 | 82 |
16 | 87 |
17 | 93 |
18 | 98 |
19 | 104 |
20 | 109 |
21 | 115 |
22 | 120 |
5° voor een betrekking met puntenwaarde 126:
Lesuren | punten |
1 | 6 |
2 | 11 |
3 | 17 |
4 | 23 |
5 | 29 |
6 | 34 |
7 | 40 |
8 | 46 |
9 | 52 |
10 | 57 |
11 | 63 |
12 | 69 |
13 | 74 |
14 | 80 |
15 | 86 |
16 | 92 |
17 | 97 |
18 | 103 |
19 | 109 |
20 | 115 |
21 | 120 |
22 | 126 |
1° arts, orthopedagoog en psycholoog:
Lesuren | Uren |
1 | 1 |
2 | 3 |
3 | 4 |
4 | 6 |
5 | 7 |
6 | 9 |
7 | 10 |
8 | 12 |
9 | 13 |
10 | 15 |
11 | 16 |
12 | 18 |
13 | 19 |
14 | 21 |
15 | 22 |
16 | 24 |
17 | 25 |
18 | 27 |
19 | 28 |
20 | 29 |
21 | 31 |
22 | 32 |
23 | 34 |
24 | 35 |
25 | 37 |
26 | 38 |
27 | 40 |
U zet eerst het aantal lesuren (linkerkolom van bovenstaande tabel) om naar eenheden uit het urenpakket (rechterkolom van bovenstaande kolom). Voor een betrekking in de ambten van arts, orthopedagoog en psycholoog moet u het aantal eenheden uit het urenpakket (rechterkolom uit bovenstaande tabel) nog omzetten naar klokuren cf. de omzettingstabel in punt 3.2.1. van de omzendbrief PERS/2002/12 van 10 juli 2002 betreffende de oprichting van ambten in het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel in het buitengewoon secundair onderwijs.
2° ergotherapeut, kinderverzorger, kinesitherapeut, maatschappelijk werker en verpleger:
Lesuren | Uren |
1 | 1 |
2 | 3 |
3 | 4 |
4 | 6 |
5 | 7 |
6 | 9 |
7 | 10 |
8 | 12 |
9 | 13 |
10 | 15 |
11 | 16 |
12 | 18 |
13 | 19 |
14 | 21 |
15 | 22 |
16 | 24 |
17 | 25 |
18 | 27 |
19 | 28 |
20 | 29 |
21 | 31 |
22 | 32 |
3° logopedist:
Lesuren | Uren |
1 | 1 |
2 | 3 |
3 | 4 |
4 | 6 |
5 | 7 |
6 | 9 |
7 | 10 |
8 | 12 |
9 | 13 |
10 | 15 |
11 | 16 |
12 | 18 |
13 | 19 |
14 | 21 |
15 | 22 |
16 | 24 |
17 | 25 |
18 | 27 |
19 | 28 |
20 | 30 |
4.
Personeel
De personeelsleden die aangesteld worden in de uren aanvangsbegeleiding meldt u met de vakcode 1746 (aanvangsbegeleiding).
De code geldt zowel voor de melding van de aanvangsbegeleiding die een personeelslid geeft als voor de melding van de aanvangsbegeleiding die een personeelslid krijgt.
Voorbeeld 1:
Een leraar AV Wiskunde met een aanstelling van doorlopende duur voor 15/20 geeft vanaf 1 september 3 uren aanvangsbegeleiding:
Bericht geldig op 1 september:
RL-1: 3/20 AV Wiskunde ATO 2 TADD met vakcode 1746 (aanvangsbegeleiding) tot 31 augustus
RL-1: 12/20 AV Wiskunde ATO 2 TADD tot 31 augustus
Voorbeeld 2
De school zet 13 uren aanvangsbegeleiding om naar 19 uren voor het ambt van psycholoog. Die 19 uren worden omgezet naar 15/32 psycholoog overeenkomstig de omzettingstabel die u terugvindt in de omzendbrief PERS/2002/12 van 10 juli 2002 betreffende de oprichting van ambten in het paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel in het buitengewoon secundair onderwijs.
Eén bericht geldig op 1 september voor het tijdelijk personeelslid:
RL-1: 15/32 Psycholoog ATO 2 met vakcode 1746 (aanvangsbegeleiding) tot 30 juni.
Als een vastbenoemd personeelslid voor een deel van zijn opdracht belast wordt met het geven van aanvangsbegeleiding, splitst u de vast benoemde opdracht op in een deel met en een deel zonder aanvangsbegeleiding. Een melding via een verlof TAO binnen de eigen school is niet correct omdat de uren aanvangsbegeleiding benoembaar zijn en dus binnen de draagwijdte van de vaste benoeming vallen.
Voorbeeld:
Een voltijds vastbenoemd leraar (2de graad, TV Elektriciteit) met een opdracht van 21/21 wordt vanaf 1 september belast met 3 uren aanvangsbegeleiding.
Eén bericht geldig op 1 september:
RL-1: 18/21 TV Elektriciteit ATO 4 met einddatum oneindig.
RL-1: 3/21 TV Elektriciteit ATO 4 met vakcode 1746 (aanvangsbegeleiding) met einddatum oneindig
Gezien het organieke karakter van de middelen aanvangsbegeleiding zijn de decreten rechtspositie voor de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd onderwijs volledig van toepassing op de personeelsleden die met deze middelen worden aangesteld. De betrekkingen moeten dus vacant worden verklaard en het schoolbestuur moet een personeelslid dat zich rechtsgeldig kandidaat stelt hierin vast benoemen, affecteren of muteren.
Opgelet:
Scholen kunnen voor de organisatie van de aanvangsbegeleiding ook samenwerken en daartoe hun aanvullende lestijden samenleggen via overdracht. In dat geval kan een vastbenoemd personeelslid alleen met een opdracht aanvangsbegeleiding belast worden via een verlof TAO. Overgedragen lesuren zijn immers niet benoembaar.
Belangrijk!
Als u uren-leraar of lesuren aanvangsbegeleiding aanwendt ter ondersteuning van de kerntaak van het onderwijzend personeel, dan meldt u die uren-leraar of lesuren met de vakcode voor "ondersteuning kerntaak leraar" (vakcode 1778). U vindt meer informatie in de volgende omzendbrieven:
- SO 55
- SO/2011/01(buso)
- SO/2008/08