Besluit van de Vlaamse Regering
[betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, en de bezoldigingsregeling in het
gewoon basisonderwijs.]
goedkeuringsdatum
27 JUNI 1990
publicatiedatum
B.S.27/02/1991
datum laatste wijziging
28/08/2024
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 19/12/1991 (B.S. 24/06/1992)
(2)
B.Vl.R. van 15/07/1992 (B.S. 18/09/1992)
(3)
B.Vl.R. van 03/02/1993 (B.S. 30/04/1993)
(4)
B.Vl.R. van 07/07/1993 (B.S. 21/10/1993)
(5)
B.Vl.R. van 18/05/1994 (B.S. 04/08/1994)
(6)
B.Vl.R. van 29/06/1994 (B.S. 14/10/1994)
(7)
B.Vl.R. van 14/12/1994 (B.S. 24/03/1995)
(8)
B.Vl.R. van 31/01/1996 (B.S. 20/03/1996)
(9)
B.Vl.R. van 15/04/1997 (B.S. 10/07/1997)
(10)
B.Vl.R. van 11/01/2002 (B.S. 28/02/2002)
(11)
B.Vl.R. van 21/11/2003 (B.S. 11/02/2004)
(12)
B.Vl.R. van 14/07/2004 (B.S. 25/11/2004)
(13)
B.Vl.R. van 30/09/2005 (B.S. 05/12/2005)
(14)
B.Vl.R. van 01/09/2006 (B.S. 21/11/2006)
(15)
B.Vl.R. van 09/11/2007 (B.S. 23/01/2008)
(16)
B.Vl.R. van 24/10/2008 (B.S. 03/12/2008)
(17)
B.Vl.R. van 24/04/2009 (B.S. 16/06/2009)
(18)
B.Vl.R. van 24/07/2009 (B.S. 03/09/2009)
(19)
B.Vl.R. van 10/09/2010 (B.S. 22/10/2010)
(20)
B.Vl.R. van 14/02/2014 (B.S. 19/03/2014)
(21)
B.Vl.R. van 05/09/2014 (B.S. 08/10/2014)
(22)
B.Vl.R. van 04/09/2015 (B.S. 07/10/2015)
(23)
B.Vl.R. van 28/10/2016 (B.S. 29/12/2016)
(24)
B.Vl.R. van 10/03/2017 (B.S. 14/04/2017)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36 ;
(25)
B.Vl.R. van 10/03/2017 (B.S. 21/04/2017)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de nuttige ervaring en de bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen in het niet-hoger onderwijs ;
(26)
B.Vl.R. van 07/09/2018 (B.S. 05/10/2018)
(27)
B.Vl.R. van 29/03/2019 (B.S. 26/06/2019)
(28)
B.Vl.R. van 24/05/2019 (B.S. 14/08/2019)
(29)
B.Vl.R. van 17/07/2020 (B.S. 20/08/2020)
(30)
B.Vl.R. van 03/09/2021 (B.S. 14/10/2021)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten
van de Vlaamse Regering over ICT-coördinatie ;
(31)
B.Vl.R. van 22/04/2022 (B.S. 22/09/2022)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen uit cao V voor de basiseducatie, cao VI voor het hoger onderwijs en cao XII voor de andere onderwijsniveaus die uitwerking hebben op 1 september 2021 en 1 januari 2022 ;
(32)
B.Vl.R. van 09/09/2022 (B.S. 14/12/2022)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van dringende maatregelen
om het lerarenambt in het basis- en secundair onderwijs te herwaarderen
;
(33)
B.Vl.R. van 14/07/2023 (B.S. 31/08/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de onderwijsinternaten ;
(34)
B.Vl.R. van 15/09/2023 (B.S. 01/12/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt ;
(35)
B.Vl.R. van 05/07/2024 (B.S. 28/08/2024)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal
;
De Vlaamse Regering,
Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige
bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12bis, § 2,
ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973, en op artikel 29, gewijzigd bij de wet
van 11 juli 1973;
Gelet op de wet van 22 juni
1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het Rijksonderwijs,
inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 27 juli 1971, 11 juli
1973 en 19 december 1974 en bij het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september
1986, en op de artikelen 4 en 5, gewijzigd bij de wet van 31 maart 1967;
Gelet op het bijzonder decreet van 19 december
1988 betreffende de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid
op artikel 55, § 1;
Gelet op het protocol
van 30 mei 1990 houdende de conclusies van de onderhandelingen in het
Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten (Comité A);
Gelet op het akkoord van de Gemeenschapsminister
van Financiën en Begroting, gegeven op 8 mei 1990;
Gelet op het akkoord van de Gemeenschapsminister van Binnenlandse
Aangelegenheden en Openbaar Ambt, gegeven op 8 mei 1990;
Gelet
op het advies van de Raad van State;
Op de
voordracht van de Gemeenschapsminister van Onderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.
[...]
Art. 2.
[
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel
en het beleids- en ondersteunend personeel van de instellingen voor gewoon kleuter-, lager en basisonderwijs,
georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. Ze zijn niet van toepassing op de leermeesters
godsdienst.
]
Art. 3.
§ 1.
Onverminderd de toepassing van artikel 9 van dit besluit kan geen
[salaris]
noch
[salaristoelage]
worden verleend voor een
personeelslid behorende tot één van de personeelscategorieën
vermeld in artikel 2 van dit besluit en tewerkgesteld in een door de Vlaamse
Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde instelling, als bedoeld in artikel
2, tenzij het personeelslid in het bezit is van één van de
bekwaamheidsbewijzen die in hoofdstuk II van dit besluit voor de onderscheiden
ambten en vakken zijn bepaald.
De
bekwaamheidsbewijzen worden ingedeeld in :
-
vereiste bekwaamheidsbewijzen;
- voldoende geachte
bekwaamheidsbewijzen;
- andere
bekwaamheidsbewijzen.
§ 2. Onder door
de Vlaamse Regering nader te bepalen voorwaarden kan een personeelslid, dat een
bekwaamheidsbewijs bezit dat is opgenomen in hoofdstuk II van dit besluit, een
andere onderwijsbevoegdheid verwerven door een door de Gemeenschapsminister van
Onderwijs erkende navorming
[of nascholing]
te
volgen.
Art. 4.
[
§ 1. Een
bekwaamheidsbewijs bestaat uit een basisdiploma, eventueel aangevuld met een
bewijs van pedagogische bekwaamheid.
§ 2.
[Onder bewijs van pedagogische bekwaamheid wordt verstaan :
1° het diploma van onderwijzer;
2° het diploma van bachelor in het onderwijs: lager onderwijs;
3° het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, afgekort GHSO;
4° het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 2, afgekort GVSO-groep 2;
5° het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs, afgekort GVO;
6° het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, afgekort GLSO;
7° het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1, afgekort GVSO-groep 1;
8° het diploma van bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs;
9° het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen;
10° het getuigschrift van normaalleergangen;
11° het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid;
12° het getuigschrift van pedagogische leergangen;
13° het diploma van kleuteronderwijzer;
14° het diploma van bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs;
15° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding kleuteronderwijs;
16° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding lager onderwijs;
17° het diploma van leraar, uitgereikt door een specifieke lerarenopleiding, zoals bepaald in het decreet van 15 december 2006 betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen, met uitzondering van het diploma van leraar dans.
]
[
18° het diploma van educatieve bachelor in het kleuteronderwijs;
19° het diploma van educatieve bachelor in het lager onderwijs;
20° het diploma van educatieve bachelor in het secundair onderwijs;
21° het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs;
22° het diploma van educatieve master.
]
§ 3. Voor de
houder van het diploma van licentiaat die tevens houder is van een diploma of
getuigschrift, genoemd in § 2, wordt dit laatste gelijkgesteld met het
diploma van GHSO, GVO of GVSO-groep 2.
]
[
§ 4. De bevoegde instantie van de
niet-confessionele zedenleer, zoals bedoeld in het
decreet
van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding
van de levensbeschouwelijke vakken, heeft de bevoegdheid om de attesten uit te
reiken die opgenomen zijn in de bijlagen bij dit besluit voor het ambt van
leermeester niet-confessionele zedenleer, ter aanvulling van het
basisdiploma.
]
[
§ 5. Voor de toepassing van dit besluit moet de onderwijscyclus voor de normaalleergangen, de pedagogische leergangen, het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie en de pedagogische getuigschriften, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs, ten minste 450 lestijden hebben omvat. Dat geldt ook als ze voor de toepassing van dit besluit beschouwd worden als een basisdiploma.
]
[
§ 6. De volgende diploma's of getuigschriften worden eveneens beschouwd als een bewijs van pedagogische bekwaamheid, voor zover ze uitgereikt zijn ten laatste in het academiejaar 2014-2015 :
1° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren;
2° het diploma van bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren;
3° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs;
4° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs en remedial teaching;
5° het diploma van de voortgezette studie van remedial teacher;
6° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs;
7° het diploma van bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs;
8° het bekwaamheidsgetuigschrift tot het geven van buitengewoon onderwijs.
]
Art. 5.
§ 1. De in
artikel 4 vermelde basisdiploma's en bewijzen van pedagogische bekwaamheid
moeten uitgereikt zijn, hetzij door een Belgische universiteit of door een door
een wet of decreet daarmee gelijkgestelde instelling of door een door de Staat
of door de Gemeenschap georganiseerde, gesubsidieerde of erkende
onderwijsinstelling
[of een door wet of decreet daarmee gelijkgestelde
instelling]
,
[hetzij door een ambtshalve geregistreerde instelling voor
hoger onderwijs,]
hetzij door een door de Staat of de Vlaamse Gemeenschap
ingestelde examencommissie.
[Ze kunnen eveneens uitgereikt zijn na het volgen van een opleiding die door wet of decreet gelijkgesteld is met een opleiding aan een Belgische universiteit of een door de staat of door de gemeenschap georganiseerde, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling.]
§ 2.
[Diploma's
en studiegetuigschriften die gelijkwaardig worden verklaard met een van de in
dit besluit vermelde diploma's of studiegetuigschriften en die werden behaald
in overeenstemming met een buitenlandse regeling, worden eveneens aangenomen.
Het gaat om diploma's behaald :
1° krachtens
verdragen of internationale overeenkomsten;
2°
met toepassing
[tot 31 augustus 2011]
van de procedure voor het verlenen van de gelijkwaardigheid,
voorgeschreven bij de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid
van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften;
3° met ingang van 1 september 1995, met toepassing van het
decreet
van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse
Gemeenschap;
4° met ingang van 1 oktober 1992,
met toepassing van het
decreet
van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse
Gemeenschap;
5° met ingang van 1 januari 2003,
met toepassing van het
decreet
van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger
onderwijs in Vlaanderen;
[ 6° met ingang van 1 september 2011, met toepassing van de
Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010
, het
decreet van 10 juli 2008
betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap en het
decreet van 15 juni 2007
betreffende het volwassenenonderwijs.]
[Diploma's of
getuigschriften die buiten België uitgereikt zijn, worden eveneens
aangenomen indien ze vergezeld gaan van een conformiteitsattest zoals bepaald
in het
besluit
van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 betreffende de
omzetting van de Europese Richtlijn 2005/36 voor wervingsambten in het
onderwijs en voor sommige functies in de basiseducatie
[en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36]
.]
]
Art. 6.
[§ 1.]
[ Voor de toepassing van dit
besluit worden als een in artikel 4, § 1, bedoeld basisdiploma beschouwd
:
1. de diploma's van arts, tandarts, dierenarts,
doctor, ingenieur, apotheker of licentiaat uitgereikt overeenkomstig de
wetgeving op de academische graden.
De diploma's
van arts, tandarts en dierenarts gelden vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
2. de andere diploma's van arts, tandarts, dierenarts, doctor,
ingenieur, apotheker of licentiaat, uitgereikt door een Belgische universiteit
of een daarmee gelijkgestelde instelling, door een door de wet of door het
decreet daartoe gemachtigde instelling of door een door de Staat of de
Gemeenschap opgerichte examencommissie, indien de duur van de studiën ten
minste vier jaar bedraagt, zelfs als een gedeelte van de studiën niet in
één van de voormelde onderwijsinstellingen werd volbracht.
De diploma's van arts, tandarts en dierenarts
gelden vanaf 01.09.1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1
september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
[2bis.
[
[het diploma van master, met inbegrip van het diploma van educatieve master;]
]
]
3. het diploma van hoger
technisch onderwijs van de derde graad;
4. het
diploma van hoger kunstonderwijs van de derde graad met volledig
leerplan;
5. het diploma van voortgezet hoger
kunstonderwijs met volledig leerplan;
6. het
diploma van hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een
cyclus van ten minste vijf studiejaren;
7. het
laureaatsattest van het Nationaal Hoger Instituut van Antwerpen, verleend na
een cyclus van ten minste vijf studiejaren;
8. de
prijs Lemmens-Tinel, uitgereikt door het Lemmens-instituut te
Leuven;
9. het diploma van meester, uitgereikt
overeenkomstig de regelgeving op het hoger onderwijs vanaf 1 september 1996,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
10. het diploma van de officieren die voor 1
januari 1965 met vrucht hun studiën hebben volbracht aan de Oefenschool
bij de Koninklijke Militaire School of aan de polytechnische afdeling van die
school;
11. het diploma van architect,
interieurarchitect, of van industrieel ingenieur.
Het diploma van interieurarchitect geldt vanaf 1 september 1996,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
12. het diploma van technisch
ingenieur;
13. het universitair diploma van
burgerlijk conducteur;
14. het diploma van een
hogere technische school van de tweede graad;
15.
het diploma van het hoger kunstonderwijs van de tweede graad met volledig
leerplan;
16. het diploma van het hoger
kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste
vier studiejaren;
17. het diploma van het hoger
kunstonderwijs met volledig leerplan, vóór 1 september 1969
uitgereikt, na een cyclus van ten minste drie studiejaren door een instelling
voor de beeldende kunsten;
18. het
laureaatsdiploma, uitgereikt door het Lemmensinstituut te
Leuven;
[18bis. het laureaatsdiploma, uitgereikt door het
Hoger Instituut voor Dramatische Kunst in Antwerpen;]
19. het diploma van de tweede cyclus, uitgereikt door een
Koninklijk Muziekconservatorium;
20. het diploma
van binnenhuisontwerper, uitgereikt na een cyclus van ten minste drie
studiejaren door het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en
Toegepaste Kunsten in Hasselt, het Provinciaal Hoger Architectuurinstituut in
Hasselt -Diepenbeek en het Stedelijk Hoger Architectuurinstituut De Bijlokete
Gent vanaf 01.09.1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1
september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
21. het diploma van
binnenhuisontwerper, behaald vóór het academiejaar 1964 -1965 en
uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Nationaal
Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in Antwerpen vanaf 01.09.1990, met
de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus
2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
22. het diploma van aspirant-officier ter lange
omvaart;
23. het diploma van officier
-werktuigkundige eerste klasse;
24. het diploma
van het hoger kunstonderwijs van de eerste graad met volledig
leerplan;
25. het diploma van het hoger
kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste
twee studiejaren;
26. het diploma van de eerste
cyclus uiterlijk in academiejaar 1994 -1995 uitgereikt door een Koninklijk
Muziekconservatorium met uitzondering van het diploma van kandidaat;
27. het diploma van het hoger onderwijs van het
korte type met volledig leerplan;
28. het diploma
van een hogere technische school van de eerste graad;
29. het diploma van onderwijzer;
[29bis. het
diploma van bachelor in het onderwijs : lager
onderwijs;]
[29ter. het diploma van educatieve bachelor in het lager onderwijs;]
30. het diploma van
kleuteronderwijzer;
[30bis. het diploma van bachelor in het
onderwijs : kleuteronderwijs;]
[30ter. het diploma van educatieve bachelor in het kleuteronderwijs;]
31. het
diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of het diploma van
regent;
32. het diploma van geaggregeerde leraar
van het middelbaar onderwijs van de lagere graad of van regentes voor de
middelbare scholen;
33. het diploma van
geaggregeerde voor het middelbaar en technisch onderwijs van de lagere
graad;
34. het diploma van een basisopleiding van
één cyclus vanaf 01.09.1996, met de beperking dat hieruit voor de
periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
[34bis.
[het diploma van professioneel gerichte bachelor;]
]
[
34ter. het diploma van academisch gerichte bachelor;]
35. het diploma
van gegradueerde in de godsdienstwetenschappen vanaf 01.09.1997, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1997 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
[ 35bis.
[het diploma van gegradueerde, uitgereikt in het hoger beroepsonderwijs, met inbegrip van het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs;]
]
36.
het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs -groep 1 vanaf
01.09.2000, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2000
tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden
en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling
wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
[36bis. het diploma van bachelor in het onderwijs : secundair
onderwijs;]
[36ter. het diploma van educatieve bachelor in het secundair onderwijs;]
37. het diploma van
geaggregeerde voor het secundair onderwijs -groep 1 samen met het diploma van
de voortgezette lerarenopleiding voor de bijkomende uitdieping van een
opleidingseenheid vanaf 01.09.2000 met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 2000 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
38. het diploma van leraar
dans;
[38bis. het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs dans;]
39. de vergunning :
1° van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot,
uitgereikt of erkend door het Bestuur Luchtvaart of door het
Directoraat-generaal luchtvaart, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning
geldt;
2° van beroepsbestuurder of
beroepsvliegtuigbestuurder uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart
of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, met de bevoegdheidsverklaring
instrumentvliegen voor zover de kandidaten geslaagd zijn in de examens over de
algemene kennis voor het bekomen van de vergunning van lijnbestuurder,
lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, ongeacht de periode(s) waarvoor de
vergunning geldt.
40. het diploma van
virtuositeit, het hoger diploma uitgereikt door een instelling voor hoger
muziekonderwijs;
41. het diploma van een hogere
technische leergang van de tweede graad;
42.
[het
diploma van het hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie of van
een hogere technische leergang van de eerste graad of van hoger onderwijs voor
sociale promotie of van hoger onderwijs uitgereikt door een centrum voor
volwassenenonderwijs met voor dit diploma de beperking dat hieruit voor de
periode van 1 september 2002 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling
[...]
;]
43. het diploma van eerste prijs uitgereikt door een instelling
voor hoger muziekonderwijs;
44. het diploma van
kandidaat, uitgereikt krachtens de wet op het toekennen van de academische
graden;
45. de andere diploma's van kandidaat,
uitgereikt door een Belgische universiteit of een daarmee gelijkgestelde
instelling, door een door de wet of door het decreet daartoe gemachtigde
instelling of door een door de Staat of de Gemeenschap opgerichte
examencommissie;
46. het getuigschrift van
pedagogische bekwaamheid dans;
47. het brevet van
een aanvullende secundaire beroepsschool of leergang;
48. een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt
BSO 4 vanaf 1 september 2001, met de beperking dat hieruit voor de periode van
1 september 2001 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
49. het studiegetuigschrift
van het tweede leerjaar van de vierde graad van het secundair onderwijs vanaf 1
september 1997, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1997 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
50. het diploma in de
psychiatrische verpleegkunde vanaf 1 september 1997, met de beperking dat
hieruit voor de periode van 1 september 1997 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen
kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking
tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
51. het
diploma in de ziekenhuisverpleegkunde vanaf 1 september 1997, met de beperking
dat hieruit voor de periode van 1 september 1997 tot 31 augustus 2003 geen
gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met
betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van
betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
[51bis. het
diploma in de verpleegkunde, uitgereikt na de vierde graad van het
beroepssecundair onderwijs;]
52. het
finaliteitsdiploma van het kunstonderwijs, ingericht volgens beperkt
leerplan;
53. het gehomologeerd getuigschrift van
hoger secundair onderwijs;
54. het gehomologeerd
getuigschrift van het middelbaar onderwijs van de hogere graad;
55. het gehomologeerd diploma van secundair onderwijs vanaf 1
september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
56. het diploma voor
secundair onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor
de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
[56bis. een certificaat of diploma, uitgereikt na het volgen van een modulaire opleiding in het secundair volwassenenonderwijs, die ingevoerd is vanaf 1 september 2011 en niet gerangschikt is als bso2, bso3, bso4, tso2 of tso3;
]
57. Een
studiebewijs van het niveau van het hoger technisch secundair onderwijs vanaf 1
september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
58. een studiebewijs van het
niveau van de derde graad van het technisch secundair onderwijs vanaf 1
september 1996, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
59. een studiebewijs van het
volwassenenonderwijs gerangschikt als TSO 3 vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
60. Een studiebewijs van het niveau van hoger kunstsecundair
onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
61. een studiebewijs van het
niveau van de derde graad van het kunstsecundair onderwijs vanaf 1 september
1996, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
62. Een studiebewijs van het niveau van de derde
graad van het hoger beroepssecundair onderwijs vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
63. een studiebewijs van het niveau van hoger beroepssecundair
onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
64. een studiebewijs van het
volwassenenonderwijs gerangschikt als BSO 3 vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
65. een studiebewijs van het niveau van lager technisch secundair
onderwijs vanaf 1 september 1996, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
66. een studiebewijs van het
niveau van de tweede graad van het technisch secundair onderwijs vanaf 1
september 1996, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
67. een studiebewijs van het
volwassenenonderwijs gerangschikt als
[TSO]
2 vanaf 1 september 2001,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
68. een studiebewijs van het niveau van lager
beroepssecundair onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit
voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
69. een
studiebewijs van het niveau van de tweede graad van het beroepssecundair
onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
70. een studiebewijs van het
volwassenenonderwijs gerangschikt als BSO 2 vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
[
71°
[a) het certificaat kinderzorg, uitgereikt in het experimenteel modulair
beroepssecundair onderwijs;
b) het certificaat begeleider in de
kinderopvang, uitgereikt in het experimenteel modulair beroepssecundair
onderwijs;
]
[c) het certificaat
verzorgende, uitgereikt in het experimenteel modulair beroepssecundair
onderwijs.]
]
]
[ § 2. Voor de toepassing van dit besluit moet de onderwijscyclus voor de basisdiploma's uitgereikt in het onderwijs voor sociale promotie of door een centrum voor volwassenenonderwijs ten minste 900 lestijden hebben omvat.
]
Art. 7.
[
§ 1 :
[Voor de
toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° een bekwaamheidsbewijs van ten minste master : een van de
basisdiploma's vermeld in artikel 6, punt 1° tot en met 11°;
2° HOLT :
-een
bekwaamheidsbewijs van het hoger onderwijs van het lange type;
- een bekwaamheidsbewijs van een basisopleiding van twee cycli;
3° een bekwaamheidsbewijs van het hoger
kunstonderwijs van de derde graad :
- het diploma
van hoger kunstonderwijs van de derde graad met volledig leerplan;
- het diploma van voortgezet hoger kunstonderwijs
met volledig leerplan;
- het laureaatsattest van
het Nationaal Hoger Instituut van Antwerpen, uitgereikt na een cyclus van ten
minste vijf studiejaren;
- het diploma van hoger
kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste
vijf studiejaren;
- de prijs Lemmens-Tinel,
uitgereikt door het Lemmensinstituut in Leuven;
-
het diploma van meester, uitgereikt overeenkomstig de regelgeving op het hoger
onderwijs vanaf 1 september 1996, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
4° een
bekwaamheidsbewijs van het hoger kunstonderwijs van de tweede graad :
- het diploma van hoger kunstonderwijs van de
tweede graad met volledig leerplan;
- het diploma
van hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van
ten minste vier studiejaren;
- het diploma van
het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt vóór 1
september 1969 na een cyclus van ten minste drie studiejaren door een
instelling voor de beeldende kunsten;
- het
laureaatsdiploma, uitgereikt door het Lemmensinstituut te Leuven;
- het laureaatsdiploma, uitgereikt door het Hoger
Instituut voor Dramatische Kunst in Antwerpen : van 1 september 1990 met de
beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en met
31 augustus 2007 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en
de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling
wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van de tweede cyclus, uiterlijk in
het academiejaar 1994-1995 uitgereikt door een Koninklijk Muziekconservatorium;
- het diploma van binnenhuisontwerper, uitgereikt
na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Provinciaal Hoger
Instituut voor Architectuur en Toegepaste kunsten in Hasselt, het Provinciaal
Hoger Architectuurinstituut in Hasselt-Diepenbeek en Het Stedelijk Hoger
Architectuurinstituut "De Bijloke" in Gent vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van binnenhuisontwerper behaald voor het
academiejaar 1964-1965 en uitgereikt na een cyclus van ten minste drie
studiejaren door het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in
Antwerpen vanaf 1 september 1990 met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
5°
[een bekwaamheidsbewijs van het hoger onderwijs van het korte type, afgekort HOKT :
a) een diploma van het hoger onderwijs van het korte type;
b) een diploma van een hogere technische school of leergang van de eerste graad;
c) een diploma van technisch ingenieur;
d) een diploma van een basisopleiding van één cyclus;
e) een diploma van gegradueerde in de godsdienstwetenschappen;
f) een diploma van hoger onderwijs voor sociale promotie;
g) een diploma van het hoger onderwijs, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs;
h) de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;
i) de vergunning van beroepsbestuurder of beroepsvliegtuigbestuurder, uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, met de bevoegdheidsverklaring instrumentvliegen voor zover de kandidaten geslaagd zijn voor de examens over de algemene kennis voor het verkrijgen van de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;
j) het diploma van gegradueerde, uitgereikt in het hoger beroepsonderwijs, met inbegrip van het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs;
k) het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig en beperkt leerplan;
l) het diploma van onderwijzer en vanaf 1 september 2006 het diploma van bachelor in het onderwijs : lager onderwijs en vanaf 1 september 2019 het diploma van educatieve bachelor lager onderwijs;
m) het diploma van kleuteronderwijzer en vanaf 1 september 2006 het diploma van bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs en vanaf 1 september 2019 het diploma van educatieve bachelor kleuteronderwijs;
n) het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of het diploma van regent(es);
o) het diploma van geaggregeerde leraar van het middelbaar onderwijs van de lagere graad of van regentes voor de middelbare scholen;
p) het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar en technisch onderwijs van de lagere graad;
q) het diploma van de middelbare technische normaalschool;
r) het diploma van de technische normaalafdeling met volledig leerplan gerangschikt in de categorie D;
s) een diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs;
t) een diploma van gegradueerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs;
u) het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1 en vanaf 1 september 2006 het diploma van bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs en vanaf 1 september 2019 het diploma van educatieve bachelor secundair onderwijs.
Met dit bekwaamheidsbewijs wordt evenwel niet bedoeld het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan of voor sociale promotie of van pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie of het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs, alsmede het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, of het diploma van leraar, uitgereikt door een specifieke lerarenopleiding;
]
6°
[bachelor :
a) een diploma van professioneel gerichte bachelor, als vermeld in artikel 6, punt 34bis;
b) een diploma van academisch gerichte bachelor, als vermeld in artikel 6, punt 34ter;
]
7°
Een bekwaamheidsbewijs van ten minste
[...]
bachelor
[...]
: de bekwaamheidsbewijzen, vermeld in artikel 6, punt 1° tot
en met 42°, met uitzondering van het diploma of het getuigschrift van het
pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie of van het
pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie of het pedagogisch
getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs, of het
getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de
pedagogische leergangen;
8° GHSO :
- het diploma van geaggregeerde voor het hoger
secundair onderwijs;
- het diploma van
geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het hoger secundair onderwijs
vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1
september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het diploma van
geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 2;
[
8bis.
een bekwaamheidsbewijs van het niveau
[bachelor]
: een van de basisdiploma's, vermeld
in artikel 6, punt 12 tot en met 42, met uitzondering van het diploma of
getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor
sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische
normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en vanaf 1 september 2000
het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale
promotie, en vanaf 1 september 2002 het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt
door een centrum voor volwassenenonderwijs;
8ter. een
bekwaamheidsbewijs van het niveau master : een van de basisdiploma's, vermeld
in artikel 6, punt 1 tot en met 11;
8quater. een
bekwaamheidsbewijs van het niveau secundair onderwijs :
- een
van de basisdiploma's, vermeld in artikel 6, punt 47 tot en met
[56bis]
;
- de studiebewijzen die hieronder vermeld zijn als ASBO, HSBO,
HSTO en HSKO;
]
9° GVO :
- het diploma van geaggregeerde voor het
onderwijs;
- het diploma van geaggregeerde voor
het onderwijs in de godsdienstwetenschappen vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
10° GVSO-groep 2 :
- het diploma
van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 2 vanaf 1 september 2000,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2000 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
11° GLSO :
-
het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs;
- het diploma van geaggregeerd leraar van het
middelbaar onderwijs van de lagere graad of van regentes voor de middelbare
scholen;
- het diploma van geaggregeerde voor het
middelbaar en technisch onderwijs van de lagere graad;
- het diploma van regent(es);
- het
diploma van de middelbare technische normaalschool vanaf 1 september 1996, met
de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus
2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van de technische normaalafdelingen
met volledig leerplan gerangschikt in de categorie D vanaf 1 september 1996 met
de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus
2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van geaggregeerde voor het
godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs vanaf 1 september 1990,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van gegradueerde voor het
godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs, vanaf 1 september 1996,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
12° GVSO-groep 1 :
- het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep
1;
- het diploma van leraar dans;
13° GLSO algemene vakken :
het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs
in volgende afdelingen en/of specialiteiten :
Engels
Engels - Geschiedenis
Frans - Aardrijkskunde - Economische
Wetenschappen
Frans - Engels
Frans - Geschiedenis
Germaanse talen
Handel
Letterkundige afdeling
Letterkundige
vakken
Lichamelijke opleiding vanaf 1 september
1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling
Lichamelijke opvoeding
[Lichamelijke opvoeding-bewegingsrecreatie vanaf 1 september
1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en
met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden
en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling
wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling]
Lichamelijke
opvoeding - biologie
Moderne talen
Moedertaal - Engels
Moedertaal - Geschiedenis
Muziekopvoeding
Muzikale opvoeding
Muzikale vorming vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling
Nederlands
Nederlands - Engels
Nederlands - Geschiedenis
Plastische kunsten
Plastische
opvoeding vanaf 1 september 1996, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling
Sierkunsten
Tekenen en handenarbeid
Wetenschappen vanaf 1 september 1996, met de beperking dat hieruit
voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling
Wetenschappen-Aardrijkskunde
Wetenschappelijke afdeling
Wetenschappelijke vakken
Wiskunde
Wiskunde - Economische wetenschappen
Wiskunde - Fysica;
- het diploma van geaggregeerde voor godsdienstonderricht in het
lager secundair onderwijs vanaf 1 september 1997, met de beperking dat hieruit
voor de periode van 1 september 1997 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
diploma van geaggregeerde voor het onderricht in de protestantse godsdienst in
het lager secundair onderwijs vanaf 1 september 1997, met de beperking dat
hieruit voor de periode van 1 september 1997 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen
kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking
tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
diploma van gegradueerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair
onderwijs vanaf 1 september 1997, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1997 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
14° GVSO-groep 1 voor de
algemene vakken of GVSO-groep 1 algemene vorming : het diploma van GVSOgroep 1
met minstens een van de volgende opleidingseenheden (in de basiscluster of als
uitdieping) : aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde, fysica, Latijn, biologie,
Frans, Nederlands, Engels, godsdienst, niet-confessionele zedenleer, economie,
informatica, project algemene vakken, muzikale opvoeding, plastische opvoeding,
lichamelijke opvoeding, Duits, chemie vanaf 1 september 2000, met de beperking
dat hieruit voor de periode van 1 september 2000 tot 31 augustus 2004 geen
gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met
betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van
betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
15° ASBS met gehomologeerd getuigschrift HSO :
- het gehomologeerd getuigschrift van hoger
secundair onderwijs, uitgereikt na het eerste jaar van het aanvullend secundair
beroepsonderwijs, vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de
periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
gehomologeerd diploma van secundair onderwijs, uitgereikt na het eerste jaar
van het aanvullend secundair beroepsonderwijs vanaf 1 september 1996, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van secundair onderwijs, uitgereikt na het eerste
jaar van het aanvullend secundair onderwijs vanaf 1 september 1996, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van secundair onderwijs, uitgereikt na de vierde
graad van het beroepssecundair onderwijs, vanaf 1 september 1996 met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
16° ASBO :
- het brevet van het
aanvullend secundair beroepsonderwijs met volledig leerplan of voor sociale
promotie;
- het studiegetuigschrift van het
tweede leerjaar van de vierde graad van het secundair onderwijs;
- het diploma in de psychiatrische verpleegkunde;
- het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde;
- het diploma in de verpleegkunde, uitgereikt na
de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs;
- het brevet, certificaat of getuigschrift van het
volwassenenonderwijs gerangschikt als BSO4;
17° HSBS met gehomologeerd getuigschrift HSO/gehomologeerd
getuigschrift van HSO (BSO) :
- het gehomologeerd
of een door een examencommissie van de Staat uitgereikt getuigschrift van hoger
secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het gehomologeerd of een door de examencommissie van de Vlaamse
Gemeenschap uitgereikt diploma van secundair onderwijs (beroepssecundair
onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het diploma van secundair
onderwijs (beroepssecundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de beperking
dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen
gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met
betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van
betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
18° HSBS :
- het brevet van een
hogere secundaire beroepsschool vanaf 1 september 1990, met de beperking dat
hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen
kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking
tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
studieattest of -getuigschrift van het zesde leerjaar van het beroepssecundair
onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het studieattest of
-getuigschrift van het zevende vervolmakings- of specialisatiejaar van het
beroepssecundair onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit
voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het
beroepssecundair onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit
voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad georganiseerd in
de vorm van een specialisatiejaar van het beroepssecundair onderwijs vanaf 1
september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
19° HSBO :
- het brevet van een hogere secundaire
beroepsschool of -leergang;
- het studieattest of
-getuigschrift van het zesde leerjaar van het beroepssecundair onderwijs;
- het studieattest of -getuigschrift van het
zevende vervolmakings- of specialisatiejaar van het beroepssecundair onderwijs;
- het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar
van de derde graad van het secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs);
- het studiegetuigschrift van het derde leerjaar
van de derde graad van het secundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van
een specialisatiejaar (beroepssecundair onderwijs);
- het brevet, getuigschrift of certificaat van het
volwassenenonderwijs, gerangschikt als BSO3;
-
het diploma van secundair onderwijs, gerangschikt als BSO3;
- de bekwaamheidsbewijzen, vermeld onder HSBS met gehomologeerd
getuigschrift HSO/gehomologeerd getuigschrift HSO (BSO);
20°
HSTO :
- het diploma van een hogere secundaire
technische school of leergang vanaf 1 september 1990, met de beperking dat
hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen
kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking
tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
gehomologeerd of een door de examencommissie van de Staat uitgereikt
getuigschrift van hoger secundair technisch onderwijs vanaf 1 september 1990,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het studieattest of -getuigschrift van het
zevende vervolmakings- of specialisatiejaar van het technisch secundair
onderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het gehomologeerd of een
door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt diploma van
secundair onderwijs (technisch secundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met
de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus
2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van secundair onderwijs (technisch
secundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor
de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair
onderwijs, georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar (technisch
secundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor
de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
diploma, getuigschrift of certificaat van het volwassenenonderwijs gerangschikt
als TSO3 vanaf 1 september 2001, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het diploma van het
secundair onderwijs, gerangschikt als TSO3 vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
[- het certificaat van een opleiding secundair-na-secundair (Se-n-Se), uitgereikt in het technisch secundair onderwijs vanaf 1 september 2010, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 2010 tot 14 oktober 2013 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;]
21° HSKO :
- het diploma of
getuigschrift van het hoger secundair kunstonderwijs met volledig leerplan of
met beperkt leerplan vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor
de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
gehomologeerd of een door de examencommissie van de Staat uitgereikt
getuigschrift van hoger secundair kunstonderwijs vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het studieattest of -getuigschrift van het zevende
vervolmakings- of specialisatiejaar van het kunstsecundair onderwijs vanaf 1
september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het gehomologeerd of een
door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt diploma van
secundair onderwijs (kunstsecundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het diploma van secundair onderwijs (kunstsecundair onderwijs)
vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1
september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het studiegetuigschrift
van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs,
georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar (kunstsecundair onderwijs)
vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1
september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
[ - het certificaat van een opleiding secundair-na-secundair (Se-n-Se), uitgereikt in het kunstsecundair onderwijs vanaf 1 september 2010, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 2010 tot 14 oktober 2013 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;]
[Onder HSKO wordt niet verstaan het deeltijds kunstonderwijs, als vermeld in artikel 3, 16° van het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs;]
22° ten minste HSO :
- een van de basisdiploma's, vermeld in artikel 6, punt 1° tot
en met
[56bis]
;
- de studiebewijzen, die
hierboven vermeld zijn als ASBO, HSBO, HSTO en HSKO;
23° ten minste LSTO :
- een van
de basisdiploma's, vermeld in artikel 6, punt 1° tot en met 67°;
- de studiebewijzen die vermeld zijn onder
24°, vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
24° LSTO :
- het diploma van een lagere secundaire
technische school of leergang;
- het
oriënteringsattest A of B van het vierde leerjaar technisch secundair
onderwijs;
- het studieattest of - getuigschrift
van het vijfde vervolmakings- en/of specialisatiejaar van het technisch
secundair onderwijs;
- het getuigschrift van de
tweede graad van het secundair onderwijs (technisch secundair onderwijs);
- het oriënteringsattest A of B van het
tweede leerjaar van de tweede graad (technisch secundair onderwijs);
- het gehomologeerd getuigschrift van lager
secundair onderwijs van het technisch secundair onderwijs;
- het diploma, getuigschrift of certificaat van het
volwassenenonderwijs, gerangschikt als TSO2 vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
25° LSBO :
- het brevet van een
lagere secundaire beroepsschool of -leergang;
-
het oriënteringsattest A of B van het vierde leerjaar van het
beroepssecundair onderwijs;
- het studieattest of
- getuigschrift van het vijfde vervolmakings- en/of specialisatiejaar van het
beroepssecundair onderwijs;
- het
oriënteringsattest A of B van het vierde leerjaar van het lager secundair
beroepsonderwijs vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de
periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs (beroepssecundair
onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de periode
van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
- het getuigschrift van het
tweede leerjaar van de tweede graad van het secundair onderwijs
(beroepssecundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de beperking dat
hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003 geen gevolgen
kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking
tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het
studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de tweede graad van het
secundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een vervolmakingsjaar
(beroepssecundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de beperking dat
hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en met 31 augustus 2003 geen
gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met
betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van
betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het oriënteringsattest A of B van het tweede leerjaar van
de tweede graad (beroepssecundair onderwijs) vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
- het brevet, getuigschrift of certificaat van het
volwassenenonderwijs, gerangschikt als BSO2 vanaf 1 september 2001, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 2001 tot 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
26° NE : nuttige ervaring;
27° BPB : bewijs van pedagogische bekwaamheid;
28° (het diploma van) onderwijzer :
- het diploma of de akte van onderwijzer;
- het diploma of de akte van lager onderwijzer;
- het diploma van de voortgezette
lerarenopleiding lager onderwijs;
29° (het
diploma van) kleuteronderwijzer :
- het diploma
van kleuteronderwijzer;
- het diploma van
bewaarschoolonderwijzer;
- het diploma van
kleuterleider;
- het diploma van de voortgezette
lerarenopleiding kleuteronderwijs;
30° HSTL :
een diploma van hogere secundaire technische leergangen;
31°
BSO4 : vierde graad van het beroepssecundair onderwijs voor sociale promotie;
32° BSO3 : derde graad van het
beroepssecundair onderwijs voor sociale promotie;
33° BSO2 : tweede graad van het beroepssecundair onderwijs
voor sociale promotie;
34° TSO3 : derde graad
van het technisch secundair onderwijs voor sociale promotie;
35° TSO2 : tweede graad van het technisch secundair onderwijs
voor sociale promotie;
36° SP : sociale
promotie;
37°
[ten minste bachelor + BPB:
a) een van de studiebewijzen, vermeld in punt 7°, samen met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, als vermeld in artikel 4;
b) GLSO;
c) GVSO-groep 1;
d) bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs: vanaf 1 september 2006;
e) onderwijzer;
f) bachelor in het onderwijs : lager onderwijs: vanaf 1 september 2006;
g) kleuteronderwijzer;
h ) bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs: vanaf 1 september 2006;
i) educatieve bachelor in het kleuteronderwijs: vanaf 1 september 2019;
j) educatieve bachelor in het lager onderwijs: vanaf 1 september 2019;
k) educatieve bachelor in het secundair onderwijs: vanaf 1 september 2019;
l) educatief graduaat in het secundair onderwijs: vanaf 1 september 2019;
m) educatieve master: vanaf 1 september 2019;
Onder ten minste bachelor + BPB wordt niet verstaan het diploma of het getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie of van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, of het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs, evenmin het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, of het diploma van leraar, uitgereikt door een specifieke lerarenopleiding;
]
[
38° PBA: professioneel gerichte bachelor.]
]
[39° bewijs VGT:
a) een diploma van graduaat in de tolk Vlaamse Gebarentaal;
b) een diploma van master in het tolken met Vlaamse Gebarentaal als derde taal;
c) een diploma van postgraduaat tolken Vlaamse Gebarentaal;
d) een diploma van bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs (Nederlands) gebarentaal;
e) een diploma van bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Nederlands doventolk;
f) een certificaat Vlaamse gebarentaal richtgraad 2;
g) een GVSO groep 1 gebarentaal;
h) een diploma van HOKT tolk voor doven;
i) een diploma van HSO tolk voor doven.
]
§ 2. Voor de
toepassing van dit besluit wordt het diploma van licentiaat in de pedagogische
wetenschappen, licentiaat in de psychologische en pedagogische wetenschappen,
licentiaat in de opvoedkunde, licentiaat in de opvoedingswetenschappen en
licentiaat in de psycho- pedagogische wetenschappen uitgereikt
vóór 1 januari 1968, gelijkgesteld met het respectievelijke
diploma aangevuld met het diploma van geaggregeerde voor het hoger onderwijs
van het lange type of met een bewijs van pedagogische bekwaamheid vanaf 1
september 1991 met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september
1991 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnend voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling.
§ 3. Voor de
toepassing van dit besluit moet in het hoger onderwijs van het korte type en in
het hoger kunstonderwijs van de tweede en de derde graad, de benaming
"afdeling" eventueel, naar gelang het geval, vervangen worden door,
"specialiteit", "specialisatie", "discipline" of "optie" vanaf 1 september
1990, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en
met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden
en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling.
[
§ 4. Voor de studiebewijzen
"certificaat van de opleiding" en "diploma secundair onderwijs", uitgereikt in
het volwassenenonderwijs vanaf 1 september 2007, is de rangschikking, zoals
bedoeld in artikel 6,48., 59., 64., 67. en 70. en in artikel 7, § 1,
17°, 20°, 21°, 25° en 26°, terug te vinden in bijlage II,
gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de
bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs.
]
]
Art. 8.
[
§ 1. Worden
gelijkgesteld met de in de artikelen 6 en 7 vermelde diploma's, getuigschriften
en brevetten van een school of leergang, de diploma's uitgereikt door de
technische en beroepsscholen of -leergangen die ermee gelijkgesteld zijn, zoals
hierna bepaald :
1° met de hogere technische
scholen van de 3e graad : de scholen gerangschikt A5;
2° met de hogere technische scholen van de 2e graad : de
scholen voor technisch ingenieurs gerangschikt A1, de scholen van architecten
gerangschikt A7/A1;
3° met de hogere
technische scholen van de 1e graad : de scholen gerangschikt A1, A6/A1, A7/A1,
A8/A1, C1/A1;
4° met de hogere secundaire
technische scholen : de scholen gerangschikt A2, A2A, A6/A2,A6/C1 - 2e cyclus,
A7/A2, A8/A2, C1 - 2e cyclus, C1A, C5/C1 - 2e cyclus, C1/A6/A2, A7/C1 - 2e
cyclus, A2/C1 (scholen voor verpleegaspiranten);
5° met de lagere secundaire technische scholen : de scholen
gerangschikt A3, A3A, A6/A3, A6/C1 -1ste cyclus, A7/A3,C1 -1ste cyclus, C2,
C2Aa, C5/C1 -1ste cyclus, C1/A6/A3, A7/C1 -1ste cyclus vanaf 1 september 1990,
met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en met 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
6° met de aanvullende secundaire
beroepsscholen : de scholen gerangschikt C.1.D.(voortgezette opleiding), C1/A2
(scholen van verpleegassistenten);
7° met de
hogere secundaire beroepsscholen : de 2e cyclus van de scholen gerangschikt A4,
C3 en C5, de beroepsscholen gerangschikt A2 evenals de scholen gerangschikt C2
(scholen voor kinderverzorgsters);
8° met de
lagere secundaire beroepsscholen : de 1ste cyclus van de scholen gerangschikt
A4, C3,C5 en A7/C3 vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de
periode van 1 september 1990 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
9° met
de middelbare technische normaalscholen : de scholen gerangschikt A1D, A6/A1D,
A7/A1D, A7/C1D, C1D, C5/C1D en C1An alsmede de normaalafdelingen met volledig
leerplan, gerangschikt in de categorie D vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en met 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
10° met de lagere technische normaalscholen :
de scholen gerangschikt A2An;
11° met de
hogere technische leergangen van de 1e graad : de scholen gerangschikt B1 en
B3/B1, die bij de toelating van de leerlingen, een getuigschrift van volledig
hoger secundair onderwijs eisen of die het voorwerp geweest zijn van een
ministeriële dienstbrief waarbij ze opnieuw gerangschikt werden op het
niveau van de hogere technische leergangen van de eerste graad.
Met de houder van een getuigschrift van het hoger
niveau van de eerste graad worden eveneens gelijkgesteld :
- de houder van een getuigschrift B1 en van een getuigschrift van
het hoger secundair niveau;
- de houder van een
getuigschrift B1 en van een getuigschrift B2;
12° met de hogere secundaire technische leergangen : de
scholen gerangschikt B1 en B3/B1 die niet aan de onder 11° hierboven
gestelde voorwaarde voldoen en de scholen gerangschikt B2 en B3/B2 die bij de
toelating van de leerlingen een getuigschrift van volledig lager secundair
onderwijs eisen of die het voorwerp geweest zijn van een ministeriële
omzendbrief, waarbij ze opnieuw gerangschikt worden op het niveau van de hogere
secundaire technische leergangen;
Met de houder
van een getuigschrift van het hoger secundair niveau wordt eveneens
gelijkgesteld de houder van een getuigschrift B2 en van een getuigschrift van
het lager secundair niveau;
13° met de lagere
secundaire technische leergangen : de scholen gerangschikt B2 en B3/B2 die niet
aan de onder 12° hierboven gestelde voorwaarden voldoen, evenals de scholen
gerangschikt B3/B5 vanaf 1 september 1990, met de beperking dat hieruit voor de
periode van 1 september 1990 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen
voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot
bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
14° met
de hogere secundaire beroepsleergangen : de scholen gerangschikt B4/B1 en B6/B1
en gerangschikt B4/B2, die bij de toelating een titel van volledige lagere
secundaire studiën eisen;
15° met de
lagere secundaire beroepsleergangen : de scholen gerangschikt B6/B2, B5, B6/B4,
B6/B5, C4, B4/C4 en C2 Ab, evenals gerangschikt B4/B2, die niet aan de onder
14° hierboven gestelde voorwaarden voldoen vanaf 1 september 1990, met de
beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en met 31
augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de
schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
16° met de middelbare technische
normaalleergangen : de leergangen met beperkt leerplan gerangschikt D, die
vooraleer het eindbekwaamheidsgetuigschrift uit te reiken, het bezit eisen van
een titel van volledige studies van het hoger secundair niveau van ten minste
het technisch onderwijs, of die het voorwerp geweest zijn van een
ministeriële dienstbrief waarbij ze opnieuw gerangschikt werden op het
niveau van de middelbare technische normaalleergangen.
§ 2. De volgende
diploma's worden met ingang van de afleveringsdatum gelijkgesteld met het
studiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het secundair onderwijs,
onderwijsvorm beroepssecundair onderwijs, onderverdeling kinderverzorging + het
kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het secundair onderwijs,
onderverdeling kinderverzorging uitgereikt tijdens de periode lopend vanaf het
schooljaar 1986 -1987 tot en met het schooljaar 1993-1994 :
1° het studiegetuigschrift, uitgereikt in het schooljaar
1994-1995 of het schooljaar 1995-1996 in het tweede leerjaar van de derde graad
van het voltijds beroepssecundair onderwijs, studierichting kinderverzorging,
met de beperking dat hieruit voor de periode vanaf 1 september 1995
respectievelijk 1 september 1996 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen
kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking
tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
2° het
studiegetuigschrift, uitgereikt in het schooljaar 1996-1997 in het tweede
leerjaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs,
studierichting verzorging, met de beperking dat hieruit voor de periode vanaf 1
september 1997 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
3° het diploma van
secundair onderwijs, uitgereikt vanaf het schooljaar 1997-1998 in het derde
leerjaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs,
studierichting kinderzorg (specialisatiejaar), met de beperking dat hieruit
voor de periode van 1 september 1998 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen
kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking
tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,
reaffectatie en wedertewerkstelling;
4° het
studiegetuigschrift, uitgereikt vanaf het schooljaar 1997-1998 in het derde
leerjaar van het voltijds beroepssecundair onderwijs, studierichting kinderzorg
(specialisatiejaar), met de beperking dat hieruit voor de periode van 1
september 1998 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien
voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling;
5° het diploma van
secundair onderwijs, uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse
Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs met betrekking op een
examenprogramma over de richting personenzorg (specialisatiejaar) en de
onderliggende studierichting kinderverzorging van het voltijds beroepssecundair
onderwijs, met de beperking dat hieruit voor de periode van 1 september 1990
tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de
personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling.
§ 3. De
getuigschriften en diploma's die voor de inwerkingtreding van de bevoegde
homologatiecommissies uitgereikt werden door een hogere secundaire middelbare
of technische school, die door de Staat ingericht, gesubsidieerd of erkend was,
worden geacht gehomologeerd te zijn vanaf 1 september 1990, met de beperking
dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot en met 31 augustus 2003
geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen
met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis
van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling.
§ 4. Voor de
toepassing van dit besluit worden volgende studiebewijzen gelijkgesteld met het
getuigschrift van pedagogische bekwaamheid dans :
1° het getuigschrift van pedagogische leergang, afdeling
klassieke dans en bewegingsleer of dans en bewegingsleer uitgereikt door de
Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut vaan
Dans en Danspedagogie;
2° het getuigschrift
van bekwaamheid tot het geven van onderwijs in ballet of bewegingsleer
uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het
Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;
3° het getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van
dansonderwijs uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en
Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;
4° het pedagogisch getuigschrift van
hedendaagse dans of klassiek ballet uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen
voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;
5° het specialisatiegetuigschrift klassieke
dans uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of
het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie.
§ 5. Wat het
hoger kunstonderwijs betreft, worden gelijkgesteld :
1° met een diploma van hoger kunstonderwijs van de derde
graad; het diploma van virtuositeit, het diploma van eerste prijs compositie of
orkestdirectie, uitgereikt door een instelling voor hoger muziekonderwijs;
2° met een diploma van hoger kunstonderwijs
van de tweede graad : het hoger diploma, het diploma van eerste prijs fuga of
contrapunt, uitgereikt door een instelling voor hoger muziekonderwijs;
3° met een diploma van hoger kunstonderwijs
van de eerste graad :
- het diploma van eerste
prijs, andere dan deze bedoeld sub 1° en 2° hierboven, uitgereikt door
een instelling voor hoger muziekonderwijs, met uitzondering van het diploma van
eerste prijs notenleer;
- de getuigschriften van
de pedagogische leergangen, uitgereikt na een cyclus van ten minste twee
studiejaren door een instelling of een afdeling van een instelling voor hoger
kunstonderwijs.
Vanaf 1 september 1990 met de
beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1990 tot en
met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden
en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling
wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling, worden
voor de toepassing van deze bepalingen worden de diploma's beeldende kunsten
uitgereikt door instellingen voor hoger kunstonderwijs met volledig leerplan in
de periode van 1 september 1981 tot en met het academiejaar 1993-1994, samen
met het verklarend attest met vermelding van de specialiteit, gelijkgesteld met
de diploma's uitgereikt door instellingen voor hoger kunstonderwijs met
volledig leerplan waarop de specialiteit vermeld staat.
§ 6. Het diploma
van leraar muzikale opvoeding of zangleraar van de eerste graad en het diploma
van leraar muzikale opvoeding of zangleraar van de tweede graad uitgereikt door
de daartoe samengestelde examencommissie worden gelijkgesteld met een diploma
van GLSO muzikale opvoeding.
]
[
§ 7. Een diploma van
licentiaat of een diploma van master, aangevuld met het diploma van de
voortgezette lerarenopleiding lager onderwijs, wordt gelijkgesteld met een
diploma van
onderwijzer.
]
Art. 9.
§ 1.
Onverminderd de verplichtingen opgelegd door de reglementering inzake
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en
wedertewerkstelling, kan
[een schoolbestuur]
, die voor een bepaald ambt
een houder van een bekwaamheidsbewijs dat ingedeeld is als een "ander
bekwaamheidsbewijs" aanwerft, slechts een
[salaris]
of een
[salaristoelage]
voor dit personeelslid ontvangen indien zij op eer
verklaart in de onmogelijkheid te zijn geweest een houder van een voor dit ambt
vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs aan te werven.
§ 2.
[In
afwijking van § 1 moet deze verklaring niet worden afgelegd bij de
aanwerving van een personeelslid voor een periode die de duur van 97 dagen niet
overschrijdt.
Deze verklaring moet ook niet
afgelegd worden bij de aanwerving van een personeelslid, indien het
bekwaamheidsbewijs van dit personeelslid beschouwd zou worden als een vereist
of een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs indien de voorwaarde inzake het bezit
van een bewijs van pedagogische bekwaamheid vervuld zou zijn. Deze bepaling kan
slechts toegepast worden gedurende een periode gelijk aan de minimumduur nodig
voor het behalen van het bewijs van pedagogische bekwaamheid, zoals
gedefinieerd in artikel 4, § 2, vermeerderd met een schooljaar. De
bedoelde periode loopt ononderbroken vanaf de eerste september volgend op de
eerste aanstelling van het personeelslid in het gewoon
basisonderwijs.
]
[Deze verklaring hoeft evenmin afgelegd te worden bij de aanwerving van een personeelslid dat de opleiding volgt voor het behalen van het vereiste bekwaamheidsbewijs bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs voor het ambt van kleuteronderwijzer of het vereiste bekwaamheidsbewijs bachelor in het onderwijs: lager onderwijs voor het ambt van onderwijzer.]
§ 3. 1.
[Behalve
indien § 2 van toepassing is, kan de houder van een voor een bepaald ambt
vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, die bij een schoolbestuur voor
een betrekking in een dergelijk ambt zijn kandidatuur heeft gesteld doch niet
werd aangeworven, verhaal aantekenen bij dat schoolbestuur en eisen dat hij
voor deze betrekking wordt aangeworven, wanneer deze een personeelslid in de
bedoelde betrekking heeft aangeworven dat slechts houder is van een
bekwaamheidsbewijs dat op grond van artikel 3 is ingedeeld als een "ander
bekwaamheidsbewijs".
Het verzoekschrift van de
afgewezen kandidaat moet het bewijs bevatten dat hij zich voor de bedoelde
betrekking kandidaat heeft gesteld.
Daarenboven
kan slechts diegene een verhaal indienen die zich aangetekend kandidaat heeft
gesteld bij het betrokken schoolbestuur of bij de representatieve vereniging
van schoolbesturen van het betrokken schoolbestuur, daar waar deze
bestaat.
]
2.
[Indien geen akkoord wordt
bereikt tussen een schoolbestuur en de afgewezen kandidaat, beschikt deze
laatste over een termijn van zestig kalenderdagen om bij aangetekend schrijven
bij de Vlaams minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming verhaal in te
dienen.]
De bovenvermelde termijn van zestig
kalenderdagen begint te lopen vanaf de dag waarop de kandidaat feitelijk kennis
neemt van de aanstelling en voor zover deze datum valt binnen het schooljaar
van de aanstelling.
Elk verhaal dat buiten deze
termijn wordt ingediend is onontvankelijk.
3.
[De
Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming of zijn afgevaardigde vraagt
bij het ontvangen van het bedoelde verhaal aan het betrokken schoolbestuur de
motivering mede te delen van de betwiste aanwerving.]
Voor deze mededeling beschikt het
[schoolbestuur]
over een
termijn van tien werkdagen. Deze termijn van tien werkdagen begint te lopen
vanaf de datum van verzending van de vraag tot motivering; de postdatum is
bewijskrachtig. Niet-naleving hiervan heeft tot gevolg dat het
[schoolbestuur]
het recht op het
[salaris]
of de
[salaristoelage]
verliest voor het personeelslid aangeworven met een
bekwaamheidsbewijs dat is ingedeeld als een "ander bekwaamheidsbewijs" vanaf de
eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van de termijn van tien
werkdagen.
4. Na ontvangst van het antwoord van
het betrokken
[schoolbestuur]
, onderzoekt de Gemeenschapsminister van
Onderwijs of zijn afgevaardigde in hoever de aanwerving van het personeelslid,
houder van een bekwaamheidsbewijs ingedeeld als een "ander bekwaamheidsbewijs",
in overeenstemming is met de bepalingen van dit besluit en of een motivering
werd gegeven waarom de verzoeker niet werd aangeworven.
5. Indien de Gemeenschapsminister van Onderwijs of zijn
afgevaardigde vaststelt dat de hiervoor vermelde procedure werd nageleefd en
dat door het
[schoolbestuur]
een motivering werd gegeven, worden de
kandidaat die het verzoekschrift heeft ingediend en het
[schoolbestuur]
hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld.
6.
Indien de Gemeenschapsminister van Onderwijs of zijn afgevaardigde vaststelt
dat de procedure niet werd nageleefd of dat door het
[schoolbestuur]
geen
motivering werd gegeven, verliest het
[schoolbestuur]
het recht op het
[salaris]
of de
[salaristoelage]
voor het ten onrechte aangeworven
personeelslid met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op die waarin
de beslissing werd medegedeeld. Deze beslissing wordt zowel aan het betrokken
[schoolbestuur]
als aan de kandidaat die het verzoekschrift heeft
ingediend, bij aangetekende brief medegedeeld.
7.
Aangezien de aanwerving van een personeelslid, houder van een
bekwaamheidsbewijs, ingedeeld als een "ander bekwaamheidsbewijs" beperkt is tot
de duur van het lopende schooljaar, eindigt elke procedure die werd ingeleid op
de wijze zoals hierboven uiteengezet van rechtswege op 30 juni van het lopende
schooljaar.
[
§ 4. Wie overgangsmaatregelen geniet,
als vermeld in artikel 12 tot en met 12quater van dit besluit, kan van de
[salarisschaal]
van de indeling "andere" bekwaamheidsbewijzen genieten,
zonder dat § 1 tot en met 3 van dit artikel van toepassing
zijn.
]
HOOFDSTUK II - Bekwaamheidsbewijzen, salarisschalen en
bezoldigingsregeling
Art. 10.
Voor de toepassing van
artikel 3 worden de bekwaamheidsbewijzen waarvan de personeelsleden bedoeld in
artikel 2 van dit besluit houder moeten zijn, opgesomd in
[de bijlage]
gevoegd
bij dit besluit.
Art. 11.
[
De personeelsleden bedoeld in artikel 2, worden bezoldigd overeenkomstig de salarisschalen vermeld in de bijlage bij dit besluit. Daarom wordt in de bijlage bij dit besluit, naast elk bekwaamheidsbewijs, de toe te kennen salarisschaal vermeld.
[Deze salarisschalen worden, met ingang van 1 september 2018, vastgesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs. ]
Met ingang van 15 oktober 2013 kan het personeelslid, aangesteld in het ambt van kleuteronderwijzer of in het ambt van onderwijzer, op basis van een bekwaamheidsbewijs van de categorie "andere" bekwaamheidsbewijzen, een hogere salarisschaal toegekend krijgen. De voorwaarde daarvoor is dat het personeelslid dat aangesteld is in het ambt van kleuteronderwijzer,
[de opleiding tot bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs of de opleiding educatieve bachelor in het kleuteronderwijs]
volgt, en het personeelslid dat aangesteld is in het ambt van onderwijzer,
[de opleiding tot bachelor in het onderwijs: lager onderwijs of de opleiding educatieve bachelor in het lager onderwijs]
. De toekenning van de hogere salarisschaal geldt uitsluitend tijdens de periode van maximaal vijf opeenvolgende kalenderjaren die aanvangt op de eerste dag van de maand waarin het personeelslid de opleiding effectief volgt en is van toepassing op alle opdrachten die het personeelslid in het betreffende ambt vervult.
Het personeelslid levert bij de start en bij elke nieuwe aanstelling aan het schoolbestuur het bewijs van de inschrijving aan de lerarenopleiding, gedurende die opleiding alle nuttige informatie om de studievoortgang te kunnen opvolgen en meldt een eventueel stopzetten van de opleiding vooraleer de termijn van vijf jaar is verstreken. Het personeelslid heeft niet langer recht op de verhoogde salarisschaal die verbonden is aan het volgen van de opleiding :
1° zodra het personeelslid de lerarenopleiding beëindigt zonder het behalen van het vereiste bekwaamheidsbewijs binnen de periode van vijf jaar;
2° als de termijn van vijf jaar afloopt.
Het personeelslid wordt na het verlies van het recht op een verhoogde salarisschaal bezoldigd in de laagste salarisschaal die verbonden is aan de categorie "andere" bekwaamheidsbewijzen.
[Het schoolbestuur brengt het Agentschap voor Onderwijsdiensten zo snel mogelijk op de hoogte van de ontvangst van de melding door het personeelslid dat het de opleiding tot bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, de opleiding educatieve bachelor in het kleuteronderwijs, de opleiding tot bachelor in het onderwijs: lager onderwijs of de opleiding educatieve bachelor in het lager onderwijs gestart is of die opleiding heeft stopgezet.]
]
HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen
Art. 12.
§ 1.
Overgangsbepalingen worden toegekend aan :
1°
de personeelsleden die ten laatste op 31 augustus 1990 op grond van de op deze
datum geldende reglementering hetzij tot de stage toegelaten, hetzij
vastbenoemd en als dusdanig erkend zijn, daar waar de erkenning bestaat, hetzij
gelijkgesteld zijn met de vastbenoemde of definitief erkende personeelsleden;
2° de tijdelijke personeelsleden die op 1
september 1987 in dienst waren in het gewoon kleuter-, lager of basisonderwijs
en sedertdien ononderbroken in dienst zijn gebleven in het onderwijs, het
universitair onderwijs uitgezonderd, in een ambt van het bestuurs- en
onderwijzend personeel, of van het opvoedend hulppersoneel en als dusdanig
bezoldigd geweest zijn.
[
Voor de toepassing van
voormelde bepaling worden niet als dienstonderbreking beschouwd :
1° de vakantieperioden;
2° de
[loopbaanonderbreking en zorgkrediet]
;
3° de militaire
dienst;
4° de perioden van
wederoproeping;
5° de ziekte- en
bevallingsverloven;
6° de
borstvoedingsverloven;
7° de perioden van
verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte
of moederschapsbescherming;
8° de verloven van
korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige
gebeurtenissen van familiale of sociale aard;
9° de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een
maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;
10° een onderbreking van een doorlopende periode van maximum
twee kalenderjaren.
]
§ 2. De
overgangsbepalingen gelden voor :
1° de in § 1 bedoelde personeelsleden voor het ambt dat
zij op 1 juni 1990 uitoefenden;
2° voor de in
§ 1, 1° bedoelde personeelsleden gelden de voornoemde bepalingen niet
alleen voor het ambt dat zij op 1 juni 1990 effectief uitoefenden, maar
eveneens voor het ambt waarvan zij titularis zijn gebleven;
3° de in § 1 bedoelde personeelsleden :
- die op basis van de reglementering van kracht vóór
1 september 1990 in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs en geen
vereist bekwaamheidsbewijs meer bezitten bij toepassing van dit besluit : zij
worden geacht in het bezit te zijn van een vereist
bekwaamheidsbewijs;
- die op basis van de
reglementering van kracht vóór 1 september 1990 niet in het bezit
waren van een vereist bekwaamheidsbewijs en geen vereist of voldoende geacht
bekwaamheidsbewijs bezitten bij toepassing van dit besluit : zij worden geacht
in het bezit te zijn van een voldoende geacht
bekwaamheidsbewijs;
- die op grond van artikel 20 van het
koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de
leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend
hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-,
lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de
Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de
leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze
inrichtingen drie jaar afwijking hebben bekomen van de vereiste
bekwaamheidsbewijzen : zij worden geacht in het bezit te zijn van een voldoend
geacht bekwaamheidsbewijs.
[
Art. 12bis.
§ 1. De
personeelsleden die :
- in dienst zijn op 1 juni
1990 in het gesubsidieerd internaat of in een gesubsidieerde
onderwijsinstelling waaraan een internaat verbonden is, en
- in het bezit zijn van een bekwaamheidsbewijs van ten minste
HOKT,
worden geacht houder te zijn van een
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van beheerder, met als
[salarisschaal]
165, vanaf het ogenblik dat zij drie jaar ervaring hebben
verworven in een gesubsidieerd internaat of in een medisch pedagogisch
instituut.
§ 2. De
personeelsleden die :
- in dienst zijn op 1 juni
1990 in een gesubsidieerd internaat of in een gesubsidieerde
onderwijsinstelling waaraan een internaat verbonden is, en
- in het bezit zijn van een bekwaamheidsbewijs van ten minste
H.S.O.,
worden geacht houder te zijn van een
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van beheerder, met als
[salarisschaal]
384, vanaf het ogenblik dat zij drie jaar ervaring hebben
verworven in een gesubsidieerd internaat of in een medisch pedagogisch
instituut.
[
§ 3. De personeelsleden die in augustus
2003 contractueel zijn aangesteld ten laste van het departement onderwijs, ten
laste van de werkingsmiddelen of als gesubsidieerde contractueel in een
administratieve functie in een school in het basisonderwijs en die niet in het
bezit zijn van een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger secundair onderwijs
(tenminste HSO) worden geacht houder te zijn van het bekwaamheidsbewijs dat
toegang verleent tot het ambt van administratief medewerker voor 63
punten.
]
[
§ 4. De personeelsleden die in juni 2004
tewerkgesteld zijn als contractueel personeelslid van het departement Onderwijs
of als gesubsidieerde contractueel in een administratieve functie bij het
Gemeenschapsonderwijs of bij een representatieve vereniging van inrichtende
machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs, het gesubsidieerd vrij
confessioneel onderwijs of het gesubsidieerd vrij niet-confessioneel onderwijs,
en die niet in het bezit zijn van een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger
secundair onderwijs (ten minste HSO), worden geacht houder te zijn van het
bekwaamheidsbewijs dat toegang verleent tot het ambt van administratief
medewerker voor 63 punten vanaf 1 september
2005.
]
[
§ 5. Voor de toepassing van § 1
wordt verstaan onder :
een bekwaamheidsbewijs van ten minste
hoger onderwijs van het korte type, afgekort ten minste HOKT : de
bekwaamheidsbewijzen, vermeld in artikel 6, punt 1 tot en met 42, met
uitzondering van het diploma of het getuigschrift van het pedagogisch hoger
onderwijs van het korte type voor sociale promotie of van het pedagogisch hoger
onderwijs voor sociale promotie, of het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt
door een centrum voor volwassenenonderwijs, of het getuigschrift van de
middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en
met uitzondering van punt 2bis, 29bis, 30bis, 34bis en
36bis.
]
]
[
Art. 12ter.
De personeelsleden die, op basis van een
bekwaamheidsbewijs "licentiaat motorische revalidatie en kinesitherapie"
:
- uiterlijk op 31 augustus 2003 vast benoemd zijn in het ambt
van ergotherapeut in een tehuis van het gemeenschapsonderwijs dat instaat voor
de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling;
- of in de loop van het schooljaar 2002-2003 tijdelijk
aangesteld of tijdelijk belast zijn met het ambt van ergotherapeut in een
tehuis van het gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van kinderen in
het kader van de hulp- en bijstandsregeling;
- of uiterlijk op
1 september 2003 het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur
of voorrang hebben verworven in het ambt van ergotherapeut in een tehuis van
het gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader
van de hulp- of bijstandsregeling;
worden vanaf 1 september
2003 geacht in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het
ambt van ergotherapeut in een tehuis van het gemeenschapsonderwijs dat instaat
voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- of
bijstandsregeling.
]
[
Art. 12quater.
§ 1. Overgangsbepalingen worden
toegekend aan :
- de personeelsleden die uiterlijk op 31
augustus 2003 vast benoemd zijn in het ambt van leermeester niet-confessionele
zedenleer;
- de personeelsleden die in de loop van het
schooljaar 2002-2003 tijdelijk aangesteld zijn in het ambt van leermeester
niet- confessionele zedenleer;
- de personeelsleden die
uiterlijk op 1 september 2003 het recht op een tijdelijke aanstelling van
doorlopende duur hebben verworven in het ambt van leermeester
niet-confessionele zedenleer.
§ 2. De overgangsbepalingen gelden voor
:
- de in § 1 bedoelde personeelsleden die op basis van de
reglementering van kracht vóór 1 september 2003 in het bezit
waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van leermeester
niet-confessionele zedenleer en geen vereist bekwaamheidsbewijs meer bezitten
bij toepassing van dit besluit : zij worden geacht in het bezit te zijn van een
vereist bekwaamheidsbewijs;
- de in § 1 bedoelde
personeelsleden die op basis van de reglementering van kracht voor 1 september
2002 in het bezit waren van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het
ambt van leermeester niet-confessionele zedenleer en geen voldoend geacht
bekwaamheidsbewijs meer bezitten bij toepassing van dit besluit : zij worden
geacht in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs;
- deze personeelsleden blijven de
[salarisschaal]
genieten die hun op grond van de voor 1 september 2003 geldende reglementering
mocht verleend worden.
§ 3.
[De overgangsmaatregelen blijven
behouden :]
- voor wat de vast benoemde personeelsleden betreft
: zolang deze personeelsleden in dienst blijven in het onderwijs, het
academisch onderwijs uitgezonderd;
- voor wat de tijdelijke
personeelsleden betreft : zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het
onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd en gefinancierd of
gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor de toepassing van deze
bepaling worden niet als onderbreking beschouwd :
1° de
vakantieperioden;
2° de
[loopbaanonderbreking en zorgkrediet]
;
3° de militaire
dienst;
4° de perioden van
wederoproeping;
5° de ziekte- en
bevallingsverloven;
6° de borstvoedingsverloven;
7° de perioden van verwijdering uit een risico in het
kader van bedreiging door een beroepsziekte of
moederschapsbescherming;
8° de verloven van korte duur met
behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van
familiale of sociale aard;
9° de verloven zonder behoud
van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per
schooljaar;
10° een onderbreking van een doorlopende
periode van maximum twee
kalenderjaren.
]
[
Art. 12quinquies.
§ 1.Overgangsmaatregelen worden
toegekend aan de personeelsleden die :
1° uiterlijk op 31
augustus 2008 vast benoemd waren in het ambt van kinderverzorger in het gewoon
kleuteronderwijs en in het ambt van kinderverzorger in het tehuis van het
Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van
de hulp- en bijstandsregeling;
2° tijdens de schooljaren
2005-2006, 2006-2007 of 2007-2008 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast
waren met een opdracht in het ambt van kinderverzorger in het gewoon
kleuteronderwijs en in het ambt van kinderverzorger in het tehuis van het
Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van
de hulp- en bijstandsregeling.
§ 2. De personeelsleden, vermeld in
§ 1, die op basis van de reglementering die van kracht was voor 1
september 2008, organiek of via overgangsmaatregelen, in het bezit waren van
een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van kinderverzorger in het gewoon
kleuteronderwijs en voor het ambt van kinderverzorger in het tehuis van het
Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van
de hulp- en bijstandsregeling, en die vanaf 1 september 2008 geen vereist
bekwaamheidsbewijs meer hebben, worden geacht in bezit te zijn van een vereist
bekwaamheidsbewijs.
§ 3. De personeelsleden, vermeld in
§ 1, die op basis van de reglementering die van kracht was voor 1
september 2008, organiek of via overgangsmaatregelen, in het bezit waren van
een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van kinderverzorger in het
gewoon kleuteronderwijs en voor het ambt van kinderverzorger in het tehuis van
het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader
van de hulp- en bijstandsregeling, en die vanaf 1 september 2008 geen voldoend
geacht bekwaamheidsbewijs meer hebben, worden geacht in bezit te zijn van een
voldoend geacht bekwaamheidsbewijs.
§ 4. De overgangsmaatregelen, vermeld in
§ 2 en § 3, worden toegekend op 1 september 2008, rekening houdend
met de onderstaande bepalingen :
1° de personeelsleden,
vermeld in § 1, 1°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang ze in
dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs
uitgezonderd;
2° de personeelsleden, vermeld in § 1,
2°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang zij ononderbroken in dienst
blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en
gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor de
toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een
onderbreking beschouwd :
1° de
vakantieperioden;
2° de
[loopbaanonderbreking en zorgkrediet]
;
3° de militaire
dienst;
4° de perioden van
wederoproeping;
5° de ziekte- en
bevallingsverloven;
6° de borstvoedingsverloven;
7° de perioden van verwijdering uit een risico in het
kader van bedreiging door een beroepsziekte of
moederschapsbescherming;
8° de verloven van korte duur met
behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van
familiale of sociale aard;
9° de verloven zonder behoud
van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per
schooljaar;
10° een onderbreking van een doorlopende
periode van maximum twee kalenderjaren.
]
[
Art. 12sexies.
§ 1. Een personeelslid dat in juni 2008
als contractueel personeelslid of als tijdelijk personeelslid ten laste van de
inrichtende macht in dienst was in een functie van studiemeester-opvoeder in
een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd internaat, zoals vermeld in
artikel 84quaterdecies
van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd
onderwijs, en dat :
1° ofwel niet in het bezit is van een
bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger secundair onderwijs (ten minste HSO),
2° ofwel in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs van
ten minste hoger secundair onderwijs (ten minste HSO) dat voor dat ambt geen
vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is volgens dit besluit,
wordt met ingang van 31 augustus 2008 bij overgangsmaatregel
geacht in het bezit te zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, met
salarisschaal 125, voor het ambt van studiemeester-opvoeder in een
internaat.
§ 2. Een personeelslid dat in juni 2008
als tijdelijk personeelslid in dienst was als studiemeester-opvoeder in een
internaat en dat in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs van ten minste
hoger secundair onderwijs (ten minste HSO) dat voor dat ambt geen vereist of
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is volgens dit besluit, wordt met ingang
van 31 augustus 2008 bij overgangsmaatregel geacht in het bezit te zijn van een
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, met salarisschaal 125, voor het ambt van
studiemeester-opvoeder in een internaat.
§ 3. Voor de toepassing van dit artikel
wordt verstaan onder "internaat" :
1° internaat,
gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;
2° tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor
de opname van jongeren in het kader van de hulp- en
bijstandsregeling;
3° tehuis voor kinderen van wie de
ouders geen vaste verblijfplaats hebben.
§ 4. De personeelsleden behouden de
overgangsmaatregelen, vermeld in § 1 en § 2, zolang zij ononderbroken
in dienst blijven in een door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of
gesubsidieerd internaat. Voor de toepassing van deze bepaling worden de
volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd :
1°
de vakantieperioden;
2° de
[loopbaanonderbreking en zorgkrediet]
;
3° de militaire
dienst;
4° de perioden van
wederoproeping;
5° de ziekte- en
bevallingsverloven;
6° de borstvoedingsverloven;
7° de perioden van verwijdering uit een risico in het
kader van bedreiging door een beroepsziekte of
moederschapsbescherming;
8° de verloven van korte duur met
behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van
familiale of sociale aard;
9° de verloven zonder behoud
van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per
schooljaar;
10° een onderbreking van een doorlopende
periode van maximum twee kalenderjaren.
]
[
Art. 12septies.
[De personeelsleden die op 31 augustus 2020 conform artikel 12 tot en met 12sexies overgangsmaatregelen genieten, behouden die na die datum, ook als ze na die datum uit dienst treden en nadien opnieuw in dienst
treden.”
]
]
Art. 13.
§ 1. De
personeelsleden, bedoeld in artikel 12, blijven de
[salarisschaal]
genieten die
hun op grond van de vóór 1 september 1990 geldende reglementering
mocht verleend worden, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover de
personeelsleden beschikken recht geeft op een hogere
[salarisschaal]
.
§ 2. De
personeelsleden, bedoeld in artikel 12, die op basis van de reglementering van
kracht vóór 1 september 1990 :
-
niet in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs en die, bij
toepassing van dit besluit in het bezit zijn van een vereist
bekwaamheidsbewijs;
- niet in het bezit waren van
een vereist bekwaamheidsbewijs en die, bij toepassing van dit besluit in het
bezit zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs;
- in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs en die,
bij toepassing van dit besluit in het bezit zijn van een vereist
bekwaamheidsbewijs, blijven eveneens de
[salarisschaal]
genieten die hun op
grond van de vóór 1 september 1990 geldende reglementering mocht
verleend worden, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover zij beschikken recht
geeft op een hogere
[salarisschaal]
.
§ 3. De
bepalingen van artikel 11 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende
bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee
gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs zijn niet van
toepassing.
[
Art. 13bis.
[Voor de personeelsleden die op basis van een diploma of getuigschrift uitgereikt in het onderwijs voor sociale promotie of door een centrum voor volwassenenonderwijs uiterlijk op 31 december 2003 vast benoemd zijn of het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur hebben verworven of tijdens het schooljaar 2003-2004 tijdelijk zijn aangesteld, gelden de voorwaarden vermeld in de artikelen 4, § 5 en 6, § 2 niet. ]
]
[
Art. 13ter.
Overgangsbepalingen worden toegekend aan de
personeelsleden die in september 2003 in dienst waren in het gewoon of
buitengewoon basisonderwijs in het ambt van beleidsmedewerker van het beleids-
en ondersteunend personeel, opgericht op basis van de puntenenveloppe
[zoals bedoeld in artikel VI.7, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs]
.
De overgangsbepalingen gelden
voor het in het eerste lid bedoelde ambt van beleidsmedewerker in de
personeelscategorie van het beleids- en ondersteunend personeel.
De in dit artikel bedoelde personeelsleden die op basis van de
op 1 september 2003 vigerende reglementering beschikken over een vereist of
voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor één van de betrekkingen
opgericht zoals bepaald in
[artikel VI.7, §1, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs]
, en die vanaf 1 september 2003 niet voldoen aan de voorwaarden
om te worden aangesteld in het ambt van beleidsmedewerker van het beleids- en
ondersteunend personeel in het basisonderwijs, worden geacht te beschikken over
een vereist bekwaamheidsbewijs voor het in tweede lid bedoelde ambt.
Voor het in tweede lid bedoelde ambt hebben zij recht op de
[salarisschaal]
die hen kan worden toegekend voor één van de
betrekkingen opgericht zoals bepaald in
[artikel VI.7, §1, 1° tot en met 3°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs]
.
Deze overgangsbepaling geldt voor het
schooljaar 2003-2004.
]
[
Art. 13quater.
De personeelsleden, vermeld in artikel
12quinquies, blijven de salarisschaal genieten die hun op grond van de voor 1
september 2008 geldende reglementering verleend mocht worden, tenzij het
bekwaamheidsbewijs waarover de personeelsleden beschikken, recht geeft op een
hogere salarisschaal.
]
[
Art. 13quinquies.
De personeelsleden die op 31 augustus 2020 conform artikel 13 tot en met 13quater
overgangsmaatregelen genieten, behouden die na die datum, ook als ze na die datum uit dienst treden en nadien
opnieuw in dienst treden, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover die personeelsleden beschikken, recht geeft op een
hogere salarisschaal.
]
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 14.
De bestuursvergoeding die bij
toepassing van artikel 7, 1° , van het koninklijk besluit van 27 oktober
1966 tot vaststelling van de schoolbevolkingsnormen in de kleuter- en lagere
scholen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 augustus 1978 en opgeheven
bij het koninklijk besluit van 30 augustus 1984, werd toegekend aan de
schoolhoofden met klas van de kleuterscholen die zich op ten minste
één kilometer bevinden van een kleuter- of lagere school
afhangende van dezelfde inrichtende macht en vastbenoemd waren
vóór 1 juli 1978, wordt, tijdens de periode van 1 september 1979
tot en met 31 augustus 1984, eveneens verleend aan de schoolhoofden met klas
van de kleuterscholen die zich in dezelfde toestand bevonden, doch niet
vastbenoemd waren vóór 1 juli 1978.
Art. 15.
De hierna vermelde
koninklijke besluiten worden, voorzover zij bekwaamheidsbewijzen vaststellen,
opgeheven wat de instellingen en de personeelsleden betreft waarop dit besluit
van toepassing is :
1° het koninklijk besluit
van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van
het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van
het paramedisch personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager,
buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der
internaten die van deze inrichtingen afhangen, gewijzigd bij ...;
2° het koninklijk besluit van 20 juni 1975
betreffende de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het kleuter- en lager
onderwijs, gewijzigd bij ....
[
Art. 15bis.
[De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen, vermeld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, treden in werking op
[
[
[
[1 september 2024]
]
]
]
.]
]
Art. 16.
Dit besluit treedt in werking
op 1 september 1990.
Art. 17.
De Gemeenschapsminister van
Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE
[Bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen in het gewoon basisonderwijs]