• N.a.v. de inwerkingtreding van het decreet over leersteun en het decreet over de onderwijsinternaten op 1 september 2023 zijn aanpassingen aangebracht voor leersteuncentra en onderwijsinternaten. Ook van en naar de leersteuncentra en onderwijsinternaten zullen personeelsleden een verlof TAO kunnen nemen.

1. Inleiding

Vast benoemde personeelsleden kunnen tijdelijk belast worden met een andere opdracht (TAO-opdracht) en daartoe een verlof krijgen (verlof TAO). Deze omzendbrief verduidelijkt voor welke personeelsleden die regeling precies geldt, onder welke voorwaarden ze het verlof kunnen krijgen, wat hun administratieve toestand is tijdens de opdracht en hoe ze bezoldigd worden.

In deze omzendbrief gebruiken we de verzamelterm ‘inrichtende macht’. Die term slaat:

- in het basisonderwijs en het secundair onderwijs op het schoolbestuur;

- in het volwassenenonderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding op het centrumbestuur;

- bij de pedagogische begeleidingsdiensten op het inrichtend bestuur en bij de inspectie op de Vlaamse Regering;

- bij de leersteuncentra en de onderwijsinternaten op het bestuur van respectievelijk het leersteuncentrum of het onderwijsinternaat.

Met de term ‘instelling’ wordt ook school bedoeld. De term ‘salaris’ slaat in het gesubsidieerd onderwijs telkens op salaristoelage. Met de term ‘uren’ moet in het basisonderwijs ook lestijden begrepen worden. 

Wanneer in de omzendbrief verwezen wordt naar ‘de regelgeving’ dan wordt daarmee steeds één van de in punt 2.1 opgesomde decreten bedoeld.

2. Toepassingsgebied

2.1. Voor welke personeelsleden geldt de omzendbrief?

Deze omzendbrief is van toepassing op de vast benoemde personeelsleden onderworpen aan:

die tijdelijk belast worden met een opdracht in een wervings-, selectie of bevorderingsambt zoals bedoeld in elk van de hierboven genoemde decreten.

Concreet gaat het dus om vast benoemde personeelsleden van de:

  • instellingen van basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunst- en volwassenenonderwijs;
  • onderwijsinternaten;
  • semi-internaten;
  • leersteuncentra;
  • centra voor leerlingenbegeleiding;
  • pedagogische begeleidingsdiensten;
  • inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken;
  • centra voor basiseducatie;
  • (gewone) inspectie: de inspecteur en de coördinerend inspecteur.

die tijdelijk belast worden met een opdracht in:

  • een instelling van basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunst- of volwassenenonderwijs,
  • een onderwijsinternaat,
  • een semi-internaat,
  • een leersteuncentrum,
  • een centrum voor leerlingenbegeleiding,
  • een pedagogische begeleidingsdienst,
  • de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken,
  • de (gewone) inspectie (zie ook punt 10),
  • een hogeschool (zie ook punt 11),
  • centra voor basiseducatie.

2.2. Voor welke personeelsleden geldt de omzendbrief niet?

De omzendbrief is niet van toepassing op de personeelsleden onderworpen aan:

  • de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;
  • het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs (de gewone inspectie) als het betrekking heeft op de interne mobiliteit binnen de inspectie. De interne mobiliteit die onder meer via TAO mogelijk is binnen de inspectie zelf, wordt niet toegelicht in deze omzendbrief.

3. Wat is een tijdelijk andere opdracht – TAO?

Een tijdelijk andere opdracht (TAO) is een opdracht die uitgeoefend wordt door een vast benoemd personeelslid dat voor die opdracht niet vast benoemd is (zie punt 3.3), waarbij hij aan specifieke aanstellingsvoorwaarden moet voldoen (punt 4.2) en waarvoor hij een verlof TAO gekregen heeft (punt 5). Tijdens de TAO-opdracht geniet hij van een specifiek administratief statuut (punt 6) en bezoldigingsregeling (punt 7).

Indien het personeelslid geen verlof TAO maar een afwezigheid of een verlof voor verminderde prestaties neemt, dan wordt hij in de andere opdracht aangesteld als zuiver tijdelijk personeelslid. De specifieke administratieve en geldelijke regels die eigen zijn aan een TAO-opdracht, zijn dan niet van toepassing.

3.1. Enkele definities

Bij het afbakenen in welke gevallen een vast benoemd personeelslid voor het uitoefenen van een andere opdracht een verlof TAO nodig heeft en er dus sprake is van een TAO-opdracht, zijn de volgende begrippen van belang.

Draagwijdte van een vaste benoeming

Een vaste benoeming geldt steeds voor het ambt waarin vast benoemd werd en als het een ambt van leraar betreft, voor alle vakken, specialiteiten, opleidingen en modules van dat ambt waarvoor betrokkene een vereist bekwaamheidsbewijs heeft. Indien de leraar vast benoemd is in een vak, specialiteit, opleiding of module op basis van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, dan geldt de benoeming ook voor dat vak, opleiding of module. Dat noemen we de draagwijdte van de vaste benoeming.

Meer informatie over de draagwijdte van een vaste benoeming leest u in de omzendbrief van 29 november 1999 betreffende Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van onderwijs en vorming.

Affectatie

Als een inrichtende macht een personeelslid vast benoemt, dan wijst ze betrokkene toe aan één of meer van haar instellingen. Die toewijzing noemen we de affectatie.

Andere opdracht

In deze omzendbrief gaat het steeds over personeelsleden die geheel of gedeeltelijk afzien van de uitoefening van hun vast benoemde opdracht en in de plaats een andere opdracht gaan presteren. In de verdere toelichting slaat de term andere opdracht dus nooit op de bijkomende opdracht die een (onvolledig vast benoemd) personeelslid presteert naast zijn vast benoemde opdracht.

3.2. Wanneer is er géén sprake van een TAO?

Binnen de instelling waar hij geaffecteerd is, kan een vast benoemd personeelslid belast worden met een andere opdracht indien die opdracht binnen de draagwijdte van zijn vaste benoeming valt en indien het gaat om een opdracht in vacante uren waarin vaste benoeming mogelijk is. In dat geval is er geen verlof nodig en is er geen sprake van een TAO.

Voorbeelden

Een GLSO Nederlands-geschiedenis, die op basis van een vereist bekwaamheidsbewijs benoemd is als leraar en belast met het vak Nederlands in de 1ste graad, wordt binnen dezelfde school aangesteld in vacante uren geschiedenis in de 2de graad ASO. Dat vak valt binnen de draagwijdte van zijn vaste benoeming en het personeelslid wordt dan ook als vast benoemd titularis aangesteld.

Een leermeester lichamelijke opvoeding die vast benoemd is in het kleuteronderwijs (HS 111,) wordt binnen dezelfde school aangesteld als titularis in het lager onderwijs (HS 211). Het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding is hetzelfde ambt in beide hoofdstructuren en valt dus binnen de draagwijdte van zijn vaste benoeming.

Een leraar secundair volwassenenonderwijs die vast benoemd is voor Frans richtgraad 1, wordt binnen hetzelfde centrum aangesteld voor Frans richtgraad 2 in vacante uren. Voor beide opleidingen heeft het personeelslid een vereist bekwaamheidsbewijs. De opleiding Frans richtgraad 2 valt binnen de draagwijdte van zijn vaste benoeming.

In de bovengenoemde situaties mag de andere opdracht niet als TAO gemeld worden.

3.3. Wanneer is er wel sprake van een TAO?

In de volgende situaties is de opdracht waarmee een vast benoemd personeelslid belast wordt een tijdelijk andere opdracht (TAO-opdracht). Een combinatie van de verschillende situaties is ook mogelijk.

3.3.1. Buiten de draagwijdte van vaste benoeming

Wanneer een vast benoemd personeelslid tijdelijk belast wordt met een andere opdracht die buiten de draagwijdte van zijn vaste benoeming valt, dan is die opdracht een TAO-opdracht.

Voorbeelden

Een GLSO Nederlands-geschiedenis die op basis van een vereist bekwaamheidsbewijs benoemd is als leraar en belast met het vak Nederlands in de 1ste graad, wordt aangesteld in het vak aardrijkskunde in de 2de graad ASO. Voor dat vak heeft betrokkene slechts een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs.

Een vast benoemde leermeester lichamelijke opvoeding wordt aangesteld in het ambt van onderwijzer.

Een leraar secundair volwassenenonderwijs die vast benoemd is voor Frans richtgraad 1, wordt aangesteld als leraar in de opleiding NT2 richtgraad 1. Voor deze opleiding heeft betrokkene slechts een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs.

Een vast benoemde leerondersteuner wordt tijdelijk aangesteld in het selectieambt van coördinator in het leersteuncentrum.

Een vast benoemd leraar BGV wordt tijdelijk aangesteld in het wervingsambt van leerondersteuner.

Een vast benoemd administratief medewerker in een onderwijsinternaat wordt tijdelijk aangesteld als internaatsmedewerker.

3.3.2. In een andere instelling dan die van affectatie

Er is ook sprake van een TAO-opdracht indien een vast benoemd personeelslid belast wordt met een opdracht die zich situeert in een andere instelling dan die waar hij geaffecteerd is.

Voorbeeld

Een leraar secundair volwassenenonderwijs Frans is vast benoemd in CVO A en wordt tijdelijk aangesteld in een betrekking van leraar secundair volwassenenonderwijs Frans in CVO B. In CVO B oefent het personeelslid een TAO-opdracht uit. 

Een definitieve aanstelling als vast benoemde titularis in de andere instelling kan alleen indien de inrichtende macht van die andere instelling en het personeelslid instemt met een nieuwe affectatie of mutatie.

3.3.3. In niet vacante uren

Als een vast benoemd personeelslid belast wordt met een niet-vacante betrekking (een vervangingsopdracht), dan oefent hij die opdracht steeds uit via TAO en niet als titularis. Het te vervangen personeelslid blijft immers de titularis van de betrekking. 

Voorbeeld

Een GLSO Nederlands-geschiedenis is vast benoemd als leraar en belast met het vak Nederlands in de 1ste graad. Een vast benoemde collega die belast is met het vak geschiedenis in de 1ste graad, neemt met ingang van 1 februari ouderschapsverlof op. De school vindt geen vervanger en belast het eerstgenoemd personeelslid met die niet-vacante opdracht via TAO.

3.3.4. In uren waarin geen benoeming mogelijk is

Er is ook sprake van TAO indien een vast benoemd personeelslid belast wordt met uren waarin geen vaste benoeming mogelijk is. Per onderwijsniveau worden die uren opgesomd in de omzendbrief van 29 november 1999 betreffende de Vaste benoeming - Procedure, voorwaarden en mededeling aan het Ministerie van onderwijs en vorming.

Het gaat om uren met een specifieke oorsprong (bv. overgedragen uren, voorafname puntenenveloppe, personeel werkingsbudget PWB, projectfinanciering gecombineerd onderwijs, enz.) of met een specifieke doelgroep (bv. onderwijs aan huis, eenheden ondersteuningsnetwerk, enz.) en die herkenbaar zijn aan een vakcode of code oorsprong.  

Voorbeelden

Een voltijds vast benoemd leraar, belast met het vak wiskunde presteert enkele uren tijdelijk onderwijs aan huis (vakcode 598).

Een vast benoemd administratief medewerker wordt aangesteld als administratief medewerker in stimuluspunten scholengemeenschap (OOM-code 07).

De genoemde uren zijn niet benoembaar en het vast benoemde personeelslid kan er dus alleen in aangesteld worden via een verlof TAO.

3.4. Overzichtsschema

Andere opdracht in: 

Vacante uren  

benoembaar 

 

Vacante uren 

niet benoembaar 

Niet vacant 

Instelling van affectatie 

Binnen draagwijdte benoeming 

 

Géén TAO 

TAO 

TAO 

Buiten draagwijdte benoeming 

 

TAO 

TAO 

TAO 

Andere instelling dan van affectatie 

Binnen draagwijdte benoeming 

 

TAO 

TAO 

TAO 

Buiten draagwijdte benoeming 

 

TAO 

TAO 

TAO 

3.5. TAO kan alleen in een organieke, tijdelijke betrekking

Een personeelslid kan alleen een verlof TAO krijgen om een organieke betrekking uit te oefenen, d.w.z. een subsidieerbare of financierbare opdracht in een wervings-, selectie of bevorderingsambt zoals voorzien in de in 2.1 genoemde decreten. Een verlof TAO naar een opdracht als contractueel personeelslid buiten de toegekende personeelsformatie kan niet.

Uitzondering op deze regel vormen de betrekkingen die ingericht worden in toepassing van de omzendbrief van 15 oktober 2012 betreffende de aanwending van het werkingsbudget voor aanwerving van personeel (PWB). Een vast benoemd personeelslid kan via verlof TAO belast worden met een dergelijke PWB-betrekking.

Een TAO is ook alleen mogelijk in ambten die in tijdelijk verband uitgeoefend kunnen worden. Een verlof TAO om een betrekking van het meesters-, vak- en dienstpersoneel in het Gemeenschapsonderwijs te gaan uitoefenen kan om die reden niet. Omdat de genoemde personeelscategorie wordt afgebouwd, bestaan er alleen nog betrekkingen die in vast verband zijn toegewezen en kunnen er geen tijdelijke betrekkingen meer worden ingericht, ook niet ter vervanging.

De vast benoemde personeelsleden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel kunnen dus geen verlof TAO krijgen om binnen hun eigen personeelscategorie belast te worden met een tijdelijk andere opdracht. Voor zover het verlof wordt toegestaan (er is geen vervanging mogelijk) kunnen ze wel worden belast met een TAO-opdracht buiten hun personeelscategorie.

Voorbeeld

Een vast benoemde hulpkok kan niet via verlof TAO aangesteld worden als kok, wel als leraar voeding.

4. Wanneer kan een personeelslid belast worden met een tijdelijk andere opdracht?

4.1. Het personeelslid geniet geen voorrang

Een vast benoemd personeelslid kan alleen met een tijdelijk andere opdracht belast worden voor zover de betrekking in toepassing van de regelgeving niet bij voorrang moet toegewezen worden aan een ander vast benoemd personeelslid of tijdelijk personeelslid.

Voorbeeld 1

Een directeur wil op 1 september een vacature van zorgcoördinator via TAO toewijzen aan één van haar vast benoemde onderwijzers.

Binnen de scholengemeenschap is er echter nog een tijdelijk personeelslid kandidaat dat TADD-rechten geniet in het ambt van zorgcoördinatoren nog geen aanstelling heeft. De directeur is verplicht de betrekking toe te wijzen aan het tijdelijk personeelslid in plaats van aan de vast benoemde onderwijzer.

Het vast benoemde personeelslid geniet immers geen TADD-rechten, ook niet als hij via TAO voorheen reeds als zorgcoördinator gewerkt heeft (zie ook 6.3).

Voorbeeld 2


Een wegens ziekte afwezige directeur moet vervangen worden. De inrichtende macht kiest voor een vast benoemde leraar, die de beste kandidaat is en belast hem met een TAO-opdracht als directeur.

De inrichtende macht mag die TAO-aanstelling niet doen indien er in één van haar instellingen, voor zover die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, een directeur ter beschikking gesteld zou zijn die nog niet gereaffecteerd is. Voor het overige gelden er geen voorrangsregels bij bevorderingsambten.

Voorbeeld 3

In een CVO van het GO is een vacature beschikbaar, waarvoor een tijdelijk personeelslid, dat nog geen TADD-rechten geniet, volgens de voorgeschreven wijze gekandideerd heeft. Een vast benoemd leraar van een ander CVO, die ook gekandideerd heeft, kan die betrekking niet opeisen.

4.2. Het personeelslid moet voldoen aan de aanstellingsvoorwaarden

Een personeelslid kan maar belast worden met een TAO-opdracht indien hij voldoet aan de aanstellings- en subsidiëringsvoorwaarden die de regelgeving voorziet voor de opdracht in kwestie. Als vast benoemde voldoet het personeelslid in principe aan die voorwaarden, met eventuele uitzondering van de volgende voorwaarden.

Bekwaamheidsbewijs

Het personeelslid moet beschikken over een vereist, voldoende geacht of 'ander' bekwaamheidsbewijs voor het ambt, vak, specialiteit, opleiding of module in kwestie. Een personeelslid dat slechts beschikt over een 'ander' bekwaamheidsbewijs, kan de inrichtende macht alleen aanstellen indien voldaan is aan de voorwaarden die gelden t.a.v. kandidaten met een 'ander' bekwaamheidsbewijs.

Taalwetgeving

Een personeelslid dat vast benoemd is op basis van een anderstalig bekwaamheidsbewijs, heeft zijn kennis van de onderwijstaal Nederlands moeten bewijzen via een taalopleiding of taalexamen op een bepaald taalkennisniveau. Als het personeelslid tijdelijk belast wordt met een opdracht waarvoor een hoger taalkennisniveau vereist is dan het niveau dat hij kan aantonen, moet hij een taalafwijking krijgen. Het personeelslid kan met die taalafwijking de TAO-opdracht gedurende maximum 3 jaar uitoefenen, tenzij hij zich ondertussen in regel heeft gesteld via een taalopleiding of taalexamen op het vereiste niveau.

Voorbeeld

Een personeelslid, vast benoemd en belast met het vak Engels op basis van een Engelstalig bekwaamheidsbewijs en een taalexamen Nederlands op niveau B2, wordt tijdelijk belast met het vak wiskunde. Omdat voor het vak wiskunde het hogere taalkennisniveau C1 vereist is, kan hij maar aangesteld worden als de school meldt dat het voor die TAO-opdracht geen kandidaten heeft met de vereiste taalkennis. Het agentschap bezorgt de school en het personeelslid vervolgens een taalafwijking op niveau C1. 

Voordracht door de bevoegde instantie

Een vast benoemd personeelslid dat tijdelijk belast wordt met een opdracht als leerkracht levensbeschouwelijke vakken, moet eerst worden voorgedragen door de bevoegde instantie van de godsdienst of niet-confessionele zedenleer.

Hetzelfde geldt voor een TAO-opdracht als inspecteur-adviseur van de levensbeschouwelijke vakken.

Geen aanstelling in een risico bij zwangerschap

Een vast benoemd personeelslid dat zwanger is, mag niet belast worden met een opdracht die een risico inhoudt voor de zwangerschap. Het personeelslid kan m.a.w. niet belast worden met een tijdelijk andere opdracht waaruit het onmiddellijk (op dezelfde dag) verwijderd zou moeten worden in het kader van moederschapsbescherming of bedreiging beroepsziekte.

5. Het verlof tijdelijk andere opdracht (verlof TAO) 

Het vast benoemde personeelslid dat tijdelijk belast is met een andere opdracht, krijgt daartoe een verlof, het verlof tijdelijk andere opdracht (verlof TAO).

Het personeelslid dat een verlof TAO geniet, blijft titularis van de betrekking waarin hij vast benoemd is en bevindt zich in de stand dienstactiviteit. Het verlof wordt immers gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.

5.1. Voorwaarden voor het verlof TAO

Vast benoemd zijn

Tijdelijke personeelsleden kunnen geen verlof TAO krijgen. Deeltijds vast benoemde personeelsleden kunnen het verlof TAO enkel nemen op het gedeelte van hun opdracht waarvoor ze vast benoemd zijn.

In hoofdambt fungeren

Bij het opnemen van het verlof moet het personeelslid zijn vast benoemde opdracht als hoofdambt uitoefenen.

Voorbeeld

Een personeelslid is op 1 september voor 3/20 vast benoemd leraar secundair volwassenenonderwijs in CVO A en is daarnaast tijdelijk aangesteld voor 17/20 als leraar secundair onderwijs. Het personeelslid wordt op 1 september via TAO aangesteld in CVO B en neemt daartoe een verlof TAO op zijn 3/20 vaste benoemde uren in CVO A.

Op 1 oktober van hetzelfde schooljaar krijgt dit personeelslid een bijkomende tijdelijke aanstelling van 3/20 als leraar secundair onderwijs. Zijn totale opdracht is op dat ogenblik 20/20 tijdelijk aangesteld in het secundair onderwijs en 3/20 vast benoemd in het volwassenenonderwijs. Door de toepassing van de cumulatieregelgeving vallen de vast benoemde uren in het volwassenenonderwijs vanaf dan in bijbetrekking.

Het verlof TAO dat het personeelslid sinds 1 september opnam op zijn 3/20 vast benoemde uren in CVO A kan in deze situatie echter blijven lopen. Op de vooravond van het opnemen van het verlof TAO vielen de uren in het volwassenenonderwijs immers in hoofdambt.

In de stand dienstactiviteit staan

Het verlof TAO kan aansluiten op andere dienstonderbrekingen indien die gelijkgesteld zijn met dienstactiviteit. Het verlof TAO kan niet genomen worden vanuit de administratieve toestand terbeschikkingstelling.

Een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking kan het verlof TAO krijgen op voorwaarde dat hij gereaffecteerd of weder te werk gesteld is in een organieke betrekking.

Een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en een toewijzing krijgt in een niet-organieke betrekking, toegewezen door de Vlaamse reaffectatiecommissie, kan vanuit die niet-organieke betrekking een verlof TAO krijgen.

Een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ziekte en dat opgeroepen is om onderzocht te worden door de pensioencommissie van MEDEX, kan alleen een verlof TAO krijgen als hij de betrekking waarin hij vast benoemd is, opnieuw effectief heeft opgenomen.

5.2. Verlof TAO is geen recht

Tijdelijk belast worden met een andere opdracht is geen recht en kan ook niet als verplichting opgelegd worden. Het kan enkel met instemming van alle betrokken partijen:

  • het personeelslid zelf;
  • de inrichtende macht waar het personeelslid vast benoemd is voor de toekenning van het verlof;
  • de inrichtende macht waar het personeelslid tijdelijk aangesteld wordt voor de toekenning van de TAO-opdracht.

De manier waarop het verlof aangevraagd en verleend wordt, behoort tot de autonomie van de inrichtende macht.

Als de inrichtende macht waar het personeelslid vast benoemd is en die waar het de TAO-opdracht presteert dezelfde is, wordt het verlof ambtshalve toegekend, d.w.z. samen met de toekenning van de TAO-opdracht.

Een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking kan het verlof TAO krijgen nadat hij is gereaffecteerd of weder te werk gesteld. In dat geval wordt het verlof toegestaan door de inrichtende macht waar het personeelslid is gereaffecteerd of weder te werk gesteld in een organieke of een niet-organieke betrekking (zie punt 5.1). Die inrichtende macht neemt immers de bevoegdheden over van de inrichtende macht waar het personeelslid ter beschikking gesteld is met respect van de engagementen die door deze laatste werden aangegaan.

Bij de inspectie kent de inspecteur-generaal het verlof toe voor de inspecteur en de coördinerend inspecteur.

5.3. Volume van het verlof

5.3.1. Algemene regel: gelijk aan of kleiner dan de TAO-opdracht

Bij het bepalen van het volume van het verlof TAO vertrekt men van het volume van de TAO-opdracht. Het aantal uren verlof moet gelijk zijn aan het gepondereerde aantal uren van de TAO-opdracht, zo nodig afgerond naar de lagere eenheid. Het volume van het verlof TAO moet dus gelijk zijn aan of kleiner zijn dan het volume van de TAO-opdracht.

Het bepalen van het gepondereerde aantal uren kan via de zogenaamde ponderatietabel of via de regel van drie.

Voorbeeld

Een 24/24 vast benoemd onderwijzer wenst tijdelijk belast te worden met een opdracht 10/36 zorgcoördinator.

Via de ponderatietabel: 10/36 = 2777/10000. In de kolom 24sten ligt dat getal tussen 2500/10000 (6/24) en 2916/10000 (7/24). Vermits naar beneden afgerond moet worden, bedraagt het verlof 6/24.

Via de regel van drie: x/24 = 10/36; x = 10x24/36; x = 6,6666. Afgerond naar beneden bedraagt het verlof 6/24.

Het afronden naar beneden moet garanderen dat het personeelslid via een verlof TAO niet minder gaat presteren dan voorheen.

Afhankelijk van de grootte van de te pondereren noemers kan het personeelslid zelfs een uur méér moeten presteren. In het voorbeeld hierboven presteert het personeelslid 10/36 + 18/24 = 2777/1000 + 7500/1000 = 10277/10000. Dat is 277/10000 of 1/36 boven een voltijdse opdracht die het personeelslid dan presteert als tijdelijk personeelslid. Bij de bezoldiging van het personeelslid wordt daarmee rekening gehouden (zie voorbeeld 1 in punt 8.1 hierna).

Verschillende TAO-opdrachten totaliseren

Als een personeelslid verschillende TAO-opdrachten uitoefent, moet men voor het bepalen van het volume van zijn verlof TAO het totaal nemen van de verschillende TAO-opdrachten.

Voorbeeld

Een vast benoemd leraar (22/22) wil een TAO-opdracht presteren van 6/20 in school A en 8/21 in school B.

Omdat de noemers van de TAO-opdrachten verschillen kan enkel gewerkt worden met de ponderatietabel: 6/20 + 8/21 = 3000/10000 + 3809/10000 = 6809/10000.  In de kolom 22sten ligt dat getal tussen 6363/10000 (14/22) en 6818/10000 (15/22). Vermits naar beneden afgerond moet worden, bedraagt het verlof 14/22.

Omgekeerd: TAO-opdracht gelijk of groter dan het verlof TAO

Indien de opdracht die het vast benoemde personeelslid tijdelijk gaat uitoefenen, groter is dan volume van zijn vaste benoeming, dan geldt de algemene regel maar verloopt de redenering omgekeerd.

Het aantal uren TAO-opdracht is dan gelijk aan het gepondereerde aantal uren van het verlof TAO, zo nodig afgerond naar de hogere eenheid. Het volume van de TAO-opdracht moet dus gelijk of groter zijn dan het volume van het verlof TAO.

Voorbeeld

Een 20/24 vast benoemd onderwijzer wordt tijdelijk belast met een voltijdse (36/36) betrekking van psychopedagogisch werker in een CLB. Wat is het volume van de TAO-opdracht die overeenstemt met 20/24?

Via de ponderatietabel: 20/24 = 8333/10000. In 36sten  komt dat overeen met 30/36 = 8333. De TAO-opdracht bedraagt 30/36.

Via de regel van drie: x/36 = 20/24; x = 20x36/24; x = 8,3333.

De overige 6/36 presteert betrokkene als zuiver tijdelijk personeelslid.

De omgekeerde werkwijze geldt ook als het personeelslid een tijdelijk andere opdracht aangeboden krijgt, maar van zijn inrichtende macht niet het overeenstemmende volume verlof TAO mag opnemen.

Voorbeeld

Een personeelslid presteert een opdracht als 20/24 vast benoemd onderwijzer in school A. Hij krijgt het aanbod van een tijdelijke opdracht van 18/36 zorgcoördinator in school B. Dat stemt overeen met een verlof TAO van 12/24, waardoor het personeelslid in school A nog 8/24 als onderwijzer zou blijven fungeren. Om pedagogische redenen vraagt de inrichtende macht van school A dat het personeelslid 12/24 als onderwijzer blijft fungeren en staat een verlof TAO toe voor 8/24. De TAO-opdracht die daarmee overeenstemt is 12/36 zorgcoördinator. De overige 6/36 van de aangeboden betrekking presteert het personeelslid als zuiver tijdelijk personeelslid.

Een 24/24 vast benoemd onderwijzer wenst tijdelijk belast te worden met een opdracht 10/36 zorgcoördinator.

Via de ponderatietabel kan vastgesteld worden dat: 9/36= 2500/10000 overeenstemt met 6/24 = 2500/1000. Het personeelslid kan een verlof TAO opnemen voor 6/24 en een TAO voor 9/36. Het overige 1/36 presteert het personeelslid als zuiver tijdelijk personeelslid.

Restopdracht als zuiver tijdelijk personeelslid

Het gedeelte van de uitgeoefende opdracht dat het volume van het verlof TAO overschrijdt, is een zuiver tijdelijke opdracht.

Voor deze zuiver tijdelijke opdracht gelden niet de administratieve en geldelijke regels die eigen zijn aan een TAO-opdracht.

Overgangsmaatregel noemer 24 in secundair onderwijs

Het principe van de overgangsmaatregel voor de noemer 24 blijft ook bij een tijdelijk andere opdracht van kracht. De noemer 24 is immers een verworven recht.

Voorbeeld

Een leraar PV is via de overgangsmaatregel vast benoemd voor 24/24 en wordt belast met een tijdelijk ander opdracht van 15 uur praktische vakken in de 2de graad BSO. De noemer voor deze opdracht is normaal 29, maar hij mag worden omgezet naar noemer 24. De TAO-opdracht is bijgevolg 15/24 en het verlof TAO dat daarmee overeenstemt is 15/24.

Omzetting noemer 21 naar 20 in secundair onderwijs

Als een personeelslid van het secundair onderwijs via TAO van de 3de naar de 2de graad gaat, blijft het principe van de omzetting van de noemer 21 naar de noemer 20 gelden.

 

Voorbeeld

Een vast benoemd leraar heeft een opdracht van 20/20 AV 3de graad ASO en wordt tijdelijk belast met een opdracht van 10/21 leraar AV in de 2de graad ASO. Volgens de algemene regel zou hij daarvoor een verlof TAO moeten nemen van 9/20.

Omdat hij evenwel nog minstens de helft van een voltijdse opdracht blijft presteren in de 3de graad, wordt de noemer 21 omgezet naar noemer 20. De TAO-opdracht wordt dus niet 10/21 maar 10/20 en het verlof TAO dat daarmee overeenstemt is 10/20.

5.3.2. Uitzondering: verlof TAO groter dan TAO-opdracht

In de volgende gevallen kan het verlof TAO uitzonderlijk groter zijn dan de TAO-opdracht.  

Van voltijds naar voltijds

Wanneer een personeelslid een voltijdse opdracht heeft en een verlof TAO neemt op het geheel of een deel van die opdracht maar nog altijd een voltijdse opdracht uitoefent, dan mag het volume van het verlof TAO groter zijn dan het volume van de TAO-opdracht.

Voorbeeld

Een leraar heeft een vast benoemde opdracht van 12/21 in school X en 10/22 in school Y. Hij wil in school Y een tijdelijk andere opdracht van 12/22 gaan uitoefenen, zodat hij daar een voltijdse opdracht van 22/22 heeft.

 

Volgens de algemene regel zou hij slechts voor 11/21 een verlof mogen nemen en bijgevolg nog 1/21 in school X moeten presteren. In dat geval mag de leraar echter een verlof nemen voor 12/21 omdat zowel de oorspronkelijke als de nieuwe opdracht voltijds zijn.

Ondeelbare of beperkt deelbare ambten in basis- en secundair onderwijs

Personeelsleden die vast benoemd zijn in een ambt dat slechts kan toegewezen worden aan één personeelslid (ondeelbaar ambt) of aan twee personeelsleden die elk met een halve opdracht worden belast (beperkt deelbaar ambt), kunnen alleen een verlof TAO krijgen voor hun volledige opdracht of voor een halve opdracht.

Voorbeelden van dergelijke ambten zijn: directeur, adjunct-directeur in het secundair onderwijs, coördinator, technisch adviseur, technisch adviseur-coördinator... .

Bij genoemde personeelsleden kan het volume van het verlof TAO groter zijn dan het volume van de TAO-opdracht.

Voorbeeld 1

Een 10/10 vast benoemd adjunct-directeur in het secundair onderwijs wordt tijdelijk belast met een opdracht van 5/21 leraar. Voor deze TAO-opdracht kan hij een verlof TAO nemen voor 10/10 of 5/10.

In beide situaties presteert hij minder dan een voltijdse opdracht. Bij de bezoldiging van het personeelslid wordt daarmee rekening gehouden (zie voorbeeld 2 in punt 8.2 hierna).

5.3.3. Uitzondering: TAO-opdracht in het volwassenenonderwijs

Indien de modulaire organisatie van een opleiding in het secundair volwassenenonderwijs of het hoger beroepsonderwijs maakt dat de tijdelijk andere opdracht die een personeelslid uitoefent in een CVO een opdracht is die wordt uitgedrukt ‘na de komma’, kan de TAO bestaan uit onvolledige uren.

Voorbeeld 1

Een administratief medewerker is vast benoemd voor 32/32 in CVO A. Dit personeelslid wordt als tijdelijke aangesteld voor het geven van vijf modules van elk 60 lestijden binnen de opleiding Frans Richtgraad 1. Dit maakt een opdracht van 300 lestijden of 7,5/20. Indien deze uren via een tijdelijk andere opdracht worden uitgeoefend, kan de TAO bestaan uit onvolledige uren:

De tijdelijk andere opdracht wordt, op basis van het opleidingsprofiel in het secundair volwassenenonderwijs, uitgedrukt ‘na de komma’: 7,5/20 (= 3750/10000)

Het verlof TAO kan maximum 3750/10000 bedragen. Het verlof wordt afgerond naar de lagere eenheid. Het verlof TAO bedraagt in dit geval 12/32 (3750/10000).

Voorbeeld 2

Een leraar secundair volwassenenonderwijs is vast benoemd voor 13,5/20. Dit personeelslid wordt tijdelijk aangesteld voor het geven van 660 lestijden in het studiegebied hout (noemer 24). Dit maakt een opdracht van 16,5/24. Indien deze uren via een tijdelijk andere opdracht worden uitgeoefend, kan de TAO bestaan uit onvolledige uren:

De tijdelijke andere opdracht wordt, op basis van het opleidingsprofiel in het secundair volwassenenonderwijs, uitgedrukt ‘na de komma’: 16,5/24 (= 6875/10000)

Het verlof TAO kan maximum 6875/10000 bedragen. Het verlof TAO kan in deze situatie opgenomen worden voor 13,5/20 (= 6750/10000).

In de beschreven situatie kan dus ook het verlof TAO bestaan uit onvolledige uren. Het minimumvolume van het verlof is het eerstvolgende volledige uur. Voor de TAO-opdracht van het voorbeeld betekent dat: minimum 13/20 (=6500/10000).

5.4. Duur van het verlof

Het verlof TAO wordt toegekend voor de duur van de tijdelijke opdracht en heeft bijgevolg geen vaste begin- en einddatum. Het verlof TAO moet beginnen op de eerste dag van de TAO-opdracht en eindigen op de laatste dag van de TAO-opdracht.

Aan een TAO-opdracht komt een einde in de gevallen die de regelgeving opsomt voor de beëindiging van een statutaire tijdelijke aanstelling:

  • Een tijdelijke aanstelling in een niet vacante betrekking eindigt bij de terugkeer van de titularis en uiterlijk op 31 augustus.
  • Een tijdelijke aanstelling in een vacante betrekking stopt op het einde van het schooljaar, d.w.z. op 31 augustus.

Een vast benoemd personeelslid dat een TAO-opdracht uitoefent in een vacante betrekking, krijgt dus in principe een aanstelling tot 31 augustus. Die einddatum geldt voor TAO-opdrachten in alle ambten, dus ook die van het onderwijzend personeel.

De TAO-opdracht en dus ook het verlof TAO eindigt altijd uiterlijk op 31 augustus, maar kan wel jaar na jaar opnieuw toegekend worden. Voor het verlof TAO is geen maximale duur bepaald.

Voorbeeld 1

Ter vervanging van een zieke directeur stelt de inrichtende macht een vast benoemd onderwijzer aan van 1 tot en met 23 december. Voor deze TAO-opdracht verkrijgt de onderwijzer een verlof TAO van 1 tot en met 23 december.

Voorbeeld 2

Een vast benoemd administratief medewerker wordt via TAO belast met een vacante betrekking van leraar TV kantoortechnieken. De TAO-opdracht loopt van 1 september tot en met 31 augustus. De administratief medewerker krijgt een verlof TAO van 1 september tot en met 31 augustus en kan voor dezelfde duur vervangen worden.

Voorbeeld 3

Een vastbenoemd opvoeder semi-internaat wordt via TAO tijdelijk aangesteld ter vervanging van een kleuteronderwijzer die een loopbaanonderbreking geniet van 1 oktober tot en met 31 augustus. In het semi-internaat krijgt de vast benoemde opvoeder een verlof TAO van 1 oktober tot en met 31 augustus en kan er voor dezelfde duur een vervanger worden aangesteld.

Voorbeeld 4

De inrichtende macht stelt een vast benoemde leerondersteuner aan van 1 maart tot en met 30 april ter vervanging van een coördinator die gebruik maakt van een loopbaanonderbreking voor medische bijstand in een leersteuncentrum. Voor deze TAO-opdracht verkrijgt de leerondersteuner een verlof TAO van 1 maart tot en met 30 april.

Tijdens de zomermaanden krijgt de vervanger geen uitgestelde bezoldiging voor de TAO die hij presteert in een selectie-of bevorderingsambt, maar ontvangt hij een salaris voor zijn vast benoemde opdracht als leerondersteuner.

6. Administratieve toestand tijdens de TAO-opdracht

6.1. Als vast benoemd beschouwd tijdens ziekte en bevalling

Tijdens de periode dat het personeelslid de TAO-opdracht uitoefent, is hij als tijdelijk personeelslid aangesteld en gelden de regels die voor de tijdelijke personeelsleden van toepassing zijn.

Op dat principe gelden echter een aantal uitzonderingen. Voor de volgende aspecten wordt het personeelslid tijdens de TAO-opdracht nog steeds beschouwd als een vast benoemd personeelslid:

  • het verlof wegens ziekte;
  • het bevallingsverlof;
  • het verlof wegens bedreiging beroepsziekte of moederschapsbescherming;
  • arbeidsongevallen;
  • ongevallen op de weg van en naar het werk;
  • beroepsziekten;
  • de anciënniteit voor het bepalen van het recht op bezoldigd ziekteverlof;
  • de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten.

6.2. Dienstonderbrekingen tijdens de TAO-opdracht

Het personeelslid dat via een verlof TAO belast wordt met een tijdelijk andere opdracht, kan op die TAO-opdracht dienstonderbrekingen nemen voor zover het als tijdelijk personeelslid voldoet aan de specifieke voorwaarden om recht te hebben op de gewenste dienstonderbreking.

Voorbeelden 

Omstandigheidsverlof, een afwezigheid voor verminderde prestaties of een loopbaanonderbreking medische bijstand kunnen zonder meer vermits de regelgeving geen specifieke voorwaarden voorziet voor tijdelijke personeelsleden.

Als het personeelslid niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, kan hij de gewenste dienstonderbreking alleen opnemen indien het zijn verlof TAO stopzet en vraagt om de dienstonderbreking op zijn vast benoemde opdracht op te nemen.

6.3. Geen TADD, wel vaste benoeming mogelijk

Gedurende de periode waarin het personeelslid de tijdelijk andere opdracht uitoefent, verwerft hij dienstanciënniteit in het ambt van de uitgeoefende opdracht.

Ten aanzien van de tijdelijk andere opdracht kan het personeelslid evenwel nooit TADD-rechten doen gelden, ook niet indien hij daartoe de vereiste dienstanciënniteit verworven heeft. De regelgeving sluit het TADD-recht expliciet uit. In de TAO-opdracht heeft het personeelslid m.a.w. altijd een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur (TABD).

Omdat een TADD-aanstelling een voorwaarde is voor vaste benoeming, zou het personeelslid nooit vast benoemd kunnen worden in zijn TAO-opdracht. Om een vaste benoeming toch mogelijk te maken in de TAO-opdracht heeft de regelgeving een uitzondering voorzien: wie een TAO-opdracht bekleedt, hoeft niet te voldoen aan de TADD-voorwaarde om een benoeming te verwerven in de TAO-opdracht.

Het personeelslid moet dan wel voldoen aan de andere benoemingsvoorwaarden, zoals o.m. de voorwaarde van de 360 dagen dienstanciënniteit die het personeelslid moet gepresteerd hebben in het ambt bij het schoolbestuur. Als betrokkene het ambt van leraar uitoefent moet hij die 360 dagen dienstanciënniteit daarenboven verworven hebben in het vak, de specialiteit, de module of de opleiding van de vacant verklaarde betrekking.

7. Bezoldiging tijdens de tijdelijke andere opdracht

7.1. Definities

Bij het bepalen van de bezoldiging tijdens de tijdelijk andere opdracht wordt het brutomaandsalaris van de vast benoemde opdracht vergeleken met het brutomaandsalaris van de werkelijke opdracht.

Brutomaandsalaris vast benoemde opdracht (SVO)

Het brutomaandsalaris vast benoemde opdracht is het brutomaandsalaris voor de opdracht waarvoor het personeelslid vast benoemd is.

Brutomaandsalaris werkelijke opdracht (SWO)

Het brutomaandsalaris werkelijke opdracht is het brutomaandsalaris voor het geheel van de opdracht die het personeelslid werkelijk uitoefent als gevolg van zijn verlof TAO.

Voor een correcte vergelijkingsbasis moeten ook de zuiver tijdelijke uren die het personeelslid presteert in de vergelijking van SVO en SWO opgenomen worden:

Voorbeeld

Een personeelslid presteert een opdracht als 20/24 vast benoemd onderwijzer en 6/36 tijdelijk zorgcoördinator. Hij krijgt het aanbod om zijn opdracht als zorgcoördinator verder uit te breiden met een tijdelijke opdracht van 12/36, waarvoor hij een verlof TAO krijgt voor 8/24.

Oorspronkelijke opdracht: 20/24 vast + 6/36 tijdelijk
SVO = 20/24 + 6/36 tijdelijk

Nieuwe opdracht: 12/24 vast + 12/36 TAO + 6/36 tijdelijk
SWO = 12/24 + 12/36 + 6/36 tijdelijk

Hoe wordt het brutomaandsalaris berekend?

Het brutomaandsalaris is het salaris aan 100 % (d.w.z. niet geïndexeerd), vastgesteld in de salarisschaal waarop het personeelslid recht heeft. Die salarisschaal wordt bepaald door het bekwaamheidsbewijs dat het personeelslid bezit in functie van het uitgeoefende ambt.

Naast de salarisschaal wordt het brutomaandsalaris ook bepaald door de volgende parameters: de opdrachtbreuk, de geldelijke anciënniteit, eventuele nuttige ervaring, het bezit van bijzondere diploma’s die recht geven op een niet-verworven salarisschaal (NVS), het mandaat van leraar-specialist dat recht geeft op een niet-verworven salarisschaal enz.

Al die parameters kunnen verschillen bij de vaststelling van het SVO en SWO. Zo kan een personeelslid nuttige ervaring doen gelden voor het ambt, vak, specialiteit, opleiding of module van zijn vast benoemde opdracht, maar niet voor het ambt vak, specialiteit, opleiding of module van de werkelijke opdracht. Omgekeerd kan het personeelslid in zijn werkelijke opdracht recht hebben op een NVS, terwijl hij dat niet heeft in zijn vast benoemde opdracht.

7.2. Vergelijking SVO en SWO

De vergelijking tussen het SVO en SWO kan aanleiding geven tot volgende situaties:

SVO > of = SWO

Het personeelslid krijgt het salaris van zijn werkelijke opdracht. Dat salaris wordt hem uitgekeerd als vast benoemd personeelslid in de instelling waar hij vast benoemd is en het verlof TAO opneemt.

Indien SVO = SWO zal het personeelslid in de praktijk verder zijn salaris van vaste benoeming ontvangen. Toegepast op het voorbeeld van 7.1 hierboven: vermits de salarisschaal identiek is, ontvangt het personeelslid verder 20/24 i.p.v. 12/24 + 12/36.

SVO < SWO

Het personeelslid behoudt zijn salaris van vaste benoeming in de instelling waar hij vast benoemd is en zijn verlof TAO opneemt. Bovenop ontvangt hij in de instelling van de TAO een toelage voor het uitoefenen van een beter bezoldigde opdracht (zie 7.4 hierna).

Uitzondering

Bij een TAO-opdracht in de pedagogische begeleidingsdiensten en bij de inspectie levensbeschouwelijke vakken wordt het salaris op dezelfde manier bepaald en betaald. Alleen wordt om begrotingstechnische redenen het salaris niet uitgekeerd in de instelling van vaste benoeming maar in die van de TAO-opdracht.

Bij een TAO vanuit de gewone inspectie wordt het salaris op dezelfde manier betaald en bepaald. Om begrotingstechnische redenen wordt het salaris betaald in de instelling van de TAO-opdracht en niet bij de inspectie (zie voorbeeld 8.8).

Bij een TAO-opdracht naar de inspectie geldt punt 10 van deze omzendbrief.

7.3. Minder bezoldigde opdracht

7.3.1. Behoud SWO tijdens dienstonderbreking

Indien het personeelslid zijn TAO-opdracht gedurende een bepaalde tijd moet onderbreken wegens ziekteverlof, bevallingsverlof, verlof wegens bedreiging beroepsziekte of moederschapsbescherming, arbeidsongeval, ongeval op de weg van en naar het werk of beroepsziekte, dan ontvangt hij verder zijn salaris werkelijke opdracht (SWO).

7.3.2. SWO na reaffectatie of wedertewerkstelling

Een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid geniet de garantie van het salaris verbonden aan zijn vaste benoeming, ook als hij gereaffecteerd of weder te werk gesteld wordt in een minder bezoldigde opdracht. Dergelijke garantie geldt niet indien een personeelslid vanuit de opdracht waarin hij gereaffecteerd of weder te werk gesteld is, via een verlof TAO een minder bezoldigde opdracht gaat uitoefenen. Dan ontvangt betrokkene het salaris verbonden aan de werkelijke opdracht (SWO) als vastbenoemd personeelslid.

7.4. Beter bezoldigde opdracht - toelage

7.4.1. Hoe wordt de toelage bepaald en uitbetaald?

De toelage voor het uitoefenen van een beter bezoldigde opdracht is gelijk aan het verschil tussen het brutomaandsalaris van de vast benoemde opdracht (SVO) en het brutomaandsalaris van de werkelijke opdracht (SWO).

Indien de toelage niet voor de volledige maand verschuldigd is, wordt ze in dertigsten verdeeld, overeenkomstig de regels die gelden voor de uitbetaling van het salaris.

De toelage wordt maandelijks betaald in de instelling van de TAO-opdracht. Ze geeft geen recht op uitgestelde bezoldiging.

De toelage is niet onderworpen aan sociale inhoudingen. Bijgevolg komt zij niet in aanmerking voor de berekening van het vakantiegeld of de eindejaarstoelage. Ze komt ook niet in aanmerking voor de berekening van het pensioen (zie verder punt 9).

7.4.2. Behoud van de toelage tijdens vakantieperiodes

Het personeelslid behoudt de toelage gedurende de ontspanningsverloven en de kerst- en paasvakantie, voor zover die binnen de TAO-aanstelling vallen.

Voor de centra voor leerlingenbegeleiding behoudt het personeelslid de toelage tijdens de sluitingsperioden.


Het personeelslid behoudt de toelage ook gedurende de zomervakantie tenzij hij een TAO-aanstelling heeft in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel.  

Voorbeeld 1

Een leraar heeft een TAO-aanstelling als directeur tot en met 31 augustus. Hij behoudt zijn toelage voor de beter bezoldigde opdracht tijdens de zomervakantie.

Voorbeeld 2

Een vast benoemd administratief medewerker wordt tijdelijk aangesteld in een vacante betrekking van leraar TV kantoortechnieken. De tijdelijk andere opdracht en het verlof TAO lopen tot en met 31 augustus, maar de toelage voor de beter bezoldigde opdracht stopt op 30 juni.

7.4.3. Verlies van toelage bij dienstonderbreking > 14 kalenderdagen

Als het personeelslid de TAO-opdracht die recht geeft op de toelage, onderbreekt gedurende meer dan 14 opeenvolgende kalenderdagen, dan verliest hij het recht op de toelage. De uitkering van de toelage wordt dan stopgezet vanaf de eerste dag van de dienstonderbreking.

Deze regel geldt voor alle soorten dienstonderbrekingen, dus bijvoorbeeld ook bij ziekte.

8. Voorbeelden bezoldiging

In de voorbeelden worden de volgende afkortingen gebruikt:

SVO: brutomaandsalaris vaste opdracht

SWO: brutomaandsalaris werkelijke opdracht

SSC: salarisschaalcode

GA: geldelijke anciënniteit

Het berekende salaris is geen nettosalaris, maar steeds het brutosalaris aan 100 % (d.w.z. niet geïndexeerd).

8.1. Basisonderwijs

Voorbeeld 1:

  • Benoeming: onderwijzer 24/24 - SSC 148 - GA 12j
  • TAO-opdracht: zorgcoördinator 9/36 - SSC 148
  • Verlof TAO: 9/36 = 6/24
  • SVO: 24/24 = € 1918,39
  • SWO: 18/24 + 9/36 = €1438,79 + €479,60 = € 1918,39
  • SVO = SWO -> SWO
  • Toelage:  = € 1918,39
  • Salaris: € 1918,39 als vastbenoemde 

Voorbeeld 2:

  • Benoeming: leraar AV 22/22 niet-confessionele zedenleer - SSC 301 - GA 9j
  • TAO-opdracht: leermeester niet-confessionele zedenleer 18/24- SSC 148
  • Verlof TAO: 18/24 = 16/22
  • SVO: 22/22 = € 1840,01
  • SWO: 6/22 + 18/24 = € 501,82+ € 1380,01 = € 1881,83
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: € 1881,83 - € 1840,01 = € 41,82
  • Salaris:  € 1840,01 als vastbenoemde + € 41,82

Voorbeeld 3:

  • Benoeming: zorgcoördinator 30/36 - SSC 148 - GA 10j
  • Aanstelling: directeur 24/24 - SSC 879
  • TAO-opdracht: 30/36 = 20/24
  • Zuiver tijdelijke opdracht: 4/24 = € 426,02
  • SVO: 30/36 = € 1533,34
  • SWO: 20/24 = € 2130,11
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage:  € 2130,11- € 1533,34= €596,77
  • Salaris: € 1533,34 als vastbenoemde + € 596,77 toelage + € 426,02 als tijdelijke

8.2. Secundair onderwijs

Voorbeeld 1:

  • Benoeming: leraar 22/22 TV elektriciteit - SSC 301 - GA 11j
  • TAO-opdracht: leraar 4/29 PV elektromechanica 3e graad TSO - SSC 302
  • Verlof TAO: 4/29 = 3/22
  • SVO: 22/22 = € 1918,38
  • SWO: 19/22 + 4/29 = 1656,78 + 275,41 = € 1932,19
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: 1932,19 – 1918,38 = € 13,81
  • Salaris: € 1918,38 als vastbenoemde + € 13,81 toelage

Voorbeeld 2:

  • Benoeming: adjunct-directeur 10/10 - SSC 413 - GA 11j
  • TAO-opdracht: leraar 5/21 AV Aardrijkskunde 2e graad ASO - SSC 301
  • Verlof TAO: 5/10
  • SVO: 10/10 = € 2212,96
  • SWO: 5/10 + 5/21 = 1106,48 + 456,75 = € 1563,23
  • SVO > SWO -> SWO
  • Salaris: € 1562,23 als vastbenoemde

Voorbeeld 3:

  • Benoeming: adjunct-directeur 10/10 - SSC 413 - GA 11j
  • TAO-opdracht: opvoeder 18/36 - SSC 158
  • Verlof TAO: 18/36 = 5/10
  • SVO: 10/10 = € 2212,96
  • SWO: 5/10 + 18/36 = 1106,48 + 920,00 = € 2026,48
  • SVO > SWO -> SWO
  • Salaris: € 2026,48 als vastbenoemde

Voorbeeld 4:

  • Benoeming: leraar AV 19/22 - SSC 301 - GA 11j
  • Aanstelling: technisch adviseur 30/30 - SSC 257
  • TAO-opdracht: 19/22 = 26/30
  • Zuiver tijdelijke opdracht: 4/30 = € 284,58
  • SVO: 19/22 = 1656,78 + 284,58 = € 1941,36
  • SWO: 26/30 + 4/30= 1849,81 + 284,58 = € 2134,39
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: 2134,39 – 1941,36 = € 193,03
  • Salaris: € 1656,78 als vastbenoemde + € 193,03 toelage + € 284,58 als tijdelijke

8.3. Volwassenenonderwijs

Voorbeeld: 

  • Benoeming: leraar sec volwassenenonderwijs 24/24 - SSC 301 - GA 15j
  • TAO-opdracht: leraar secundair onderwijs 11/21- SSC 302
  • Verlof ATO: 11/21 = 12/24
  • SVO: 24/24 = € 2.052,56
  • SWO: 12/24 + 11/21 = 1.026,28 + 1.103,80 = € 2.130,08
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: 2.130,08 - 2.052,56 = € 77,52
  • Salaris: € 2.052,56 als vastbenoemde + € 77,52 toelage

8.4. DKO

Voorbeeld 1:

  • Benoeming: leraar volledig leerplan AV 21/21 - SSC 301- GA 22j
  • TAO-opdracht: DKO hogere graad muziekacademie 3/20 - SSC 302
  • Verlof TAO: 3/20 = 3/21
  • SVO: 21/21 = € 2310.26
  • SWO: 18/21 + 3/20 = 1980,23 + 358,30 = € 2338,53
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: 2338,53 - 2310,26 = € 28,27
  • Salaris: € 2310,26 als vastbenoemde + € 28,27 toelage

Voorbeeld 2:

  • Benoeming: DKO leraar 18/22 - SSC 301 - GA 10j
  • TAO-opdracht: leraar volledig leerplan 4/20 - SSC 501
  • Verlof TAO: 4/20 = 4/22
  • SVO: 18/22 = € 1505,46
  • SWO:14/22 + 4/20 = 1170,92 + 468,17 = € 1639,09
  • SVO < SWO -> SWO
  • Toelage: 1639,09 - 1505,46 = € 133,63
  • Salaris: € 1505,46 als vastbenoemde + € 133,63 toelage

Voorbeeld 3:

  • Benoeming: academie A DKO leraar 1/20 - SSC 347 + 3/22 - SSC 301; academie B DKO leraar 4/20 - SSC 347 + 3/22 - SSC 301; academie C DKO directeur 10/20 - SSC 546 – GA 12j
  • Tijdelijk belast met: academie D directeur 20/20 - SSC 546
  • Verlof TAO: 20/20 = alle opdrachten vaste benoeming
  • SVO: 5/20 + 6/22 + 10/20 = 579,64 + 523,20 + 1518,67 = € 2621,51 EUR
  • SWO: 20/20 = € 3037,33
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: 3037,33 – 2621,51 = € 2415,82
  • Salaris: € 2621,51 als vastbenoemde + € 415,82 toelage

8.5. CLB

Voorbeeld:

  • Benoeming: psycho-pedagogisch consulent 18/36 - SSC 501 – GA 15j
  • Aanstelling: directeur secundair onderwijs 10/10 - SSC 511
  • TAO-opdracht: 18/36 PPC = 5/10 directeur
  • Zuiver tijdelijke opdracht: 5/10 directeur = € 1641,65
  • SVO: 18/36 PPC = € 1336,74
  • SWO: 5/10 directeur = € 1641,65
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: € 1641,65- € 1336,74=  € 304,91
  • Salaris: € 1336,74als vastbenoemde + € 304,91 toelage += € 1641,65 als tijdelijke

8.6. Pedagogische begeleidingsdienst

Voorbeeld:

  • Benoeming: leraar AV 18/20 - SSC 501 - GA 17j
  • Aanstelling: pedagogisch adviseur 5/10 - SSC 541
  • School verlangt dat leraar nog 10/20 blijft presteren
  • TAO-opdracht: 8/20 = 4/10
  • Zuiver tijdelijke opdracht: 1/10 = € 369,16
  • SVO: 18/20 = € 2505,92
  • SWO: 10/20 + 4/10 = € 1392,18 + € 1476,66 = € 2868,84
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage:  € 2868,84 - € 2505,92 = € 362,92
  • Salaris: € 2505,92 als vastbenoemde + € 362,92 toelage + € 369,16 als tijdelijke

8.7. Inspectie LBV

Voorbeeld:

  • Benoeming: leraar 21/21 katholieke godsdienst – SSC 301 - GA 10j
  • TAO-opdracht: inspecteur-adviseur LBV 5/10 - SSC 167
  • Verlof TAO: 5/10 = 10/21
  • SVO = € 1840,01
  • SWO: 11/21 + 5/10 = € 963,82 + € 1204,84 = € 2168,66
  • SVO < SWO -> SVO + toelage 
  • Toelage: € 2168,66 - € 1840,01 = € 328,65
  • Salaris: € 1840,01 als vastbenoemde + € 328,65 toelage

8.8. Gewone inspectie

Voorbeeld:

  • Benoeming inspecteur 10/10 – SSC 541 – GA 21j
  • TAO-opdracht: directeur secundair onderwijs 10/10 – SSC 511
  • Verlof TAO: 10/10 directeur SO = 10/10 inspecteur
  • SVO: 10/10 inspecteur = € 3913,39
  • SWO: 10/10 directeur SO = € 3627,40
  • SVO>SWO salaris SWO wordt uitbetaald
  • Salaris: € 3627,40 als vastbenoemde in school SO

8.9. Onderwijsinternaat

Voorbeeld:

  • Benoeming: administratief medewerker ‘ten minste master’ 36/36 - SSC 542 - GA 11j
  • TAO-opdracht: directeur van een internaat 5/10 - SSC 165
  • Verlof TAO: 5/10 = 18/36
  • SVO: € 2340,85
  • SWO: 18/36 + 5/10 = 1170,42 + 1172,34 = € 2342,76
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: 2342,76 - 2340,85 = € 1,91
  • Salaris: € 2340,85 als vastbenoemde + € 1,91 toelage

8.10. Leersteuncentrum

Voorbeeld:

  • Benoeming: ergotherapeut 32/32 - SSC 337 - GA 11j
  • TAO-opdracht: leerondersteuner ‘ten minste master’ 36/36 - SSC 501
  • Verlof TAO: voltijds
  • SVO: € 1918,38
  • SWO: € 2451,73
  • SVO < SWO -> SVO + toelage
  • Toelage: 2451,73 – 1918,38 = € 533,35
  • Salaris: € 1918,38 als vastbenoemde + € 533,35 toelage

9. Invloed op pensioen of TBSVP

Voor het openen van het recht op een pensioen geldt het principe dat de vastbenoemde opdracht, waarvan het personeelslid via het verlof TAO titularis blijft, als uitgangspunt wordt genomen.

Dit betekent concreet dat de periodes van verlof TAO geen invloed hebben op het vereiste aantal loopbaanjaren voor het openen van het recht op een overheidspensioen. De periodes komen onverminderd in aanmerking via de onderliggende vaste benoeming van het personeelslid.

De bezoldiging van de tijdelijke opdracht die het personeelslid tijdens het verlof TAO uitoefent, kan echter wel invloed hebben op de berekening van het pensioenbedrag waar het personeelslid recht heeft.

9.1. Gelijke of betere bezoldiging TAO-opdracht

Voor het personeelslid dat een verlof TAO neemt om een gelijk bezoldigde opdracht uit te oefenen, komt het salaris van de vastbenoemde opdracht (SVO) in aanmerking voor de pensioenberekening.

Voor het personeelslid dat een verlof TAO neemt om een beter bezoldigde opdracht uit te oefenen, komt de toelage voor de betere bezoldigde opdracht (zie ook punt 7.2) niet in aanmerking voor de pensioenberekening. De berekening van het pensioenbedrag zal ook in deze situatie gebeuren op basis van het salaris van de vastbenoemde opdracht (SVO).

9.2. Mindere bezoldiging TAO-opdracht

Als een personeelslid via een verlof TAO een minder bezoldigde opdracht gaat uitoefenen, ontvangt betrokkene het salaris verbonden aan de werkelijke opdracht (SWO) (zie ook punt 7.3).

In dit geval kan de bezoldiging invloed hebben op het pensioen. Bij het gemiddelde salaris van de laatste 5 of 10 jaar, waarop het bedrag van het pensioen berekend wordt, wordt dan gekeken naar het salaris van de werkelijke opdracht (SWO).

Voor een personeelslid dat zijn loopbaan dus via TAO beëindigt in een minder bezoldigde opdracht, zal het pensioen al of niet volledig - afhankelijk van de duur van de tijdelijke opdracht voorafgaand aan het pensioen - berekend worden op basis van de minder bezoldigde opdracht (SWO).

9.3. TBSVP

Bij de berekening van het wachtgeld bij een terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen (TBSVP) wordt enkel rekening gehouden met de vast benoemde opdracht, waarvan het personeelslid via het verlof TAO titularis blijft.

De berekening van het wachtgeld gebeurt dus op basis van het salaris van de vastbenoemde opdracht (SVO).

10. Verlof TAO naar inspectie 

10.1. Alleen verlof TAO mogelijk

De personeelsleden die onderworpen zijn aan het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs (de gewone inspectie), vallen vanaf 1 september 2019 onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief. Concreet kan een inspecteur en een coördinerend inspecteur overeenkomstig alle administratieve en geldelijke regels van deze omzendbrief een TAO-opdracht uitoefenen buiten de inspectie.

In de omgekeerde richting legt de regelgeving beperkingen op. Personeelsleden die vast benoemd zijn buiten de inspectie, kunnen weliswaar een verlof TAO krijgen om te gaan fungeren bij de inspectie, maar binnen de inspectie gelden de administratieve en geldelijke regels verbonden aan een TAO-aanstelling niet.

Welke ambten?

Via verlof TAO is een tijdelijke aanstelling van bepaalde en onbepaalde duur mogelijk in het ambt van inspecteur. Een aanstelling van bepaalde duur is mogelijk in het ambt van coördinerend inspecteur en inspecteur-generaal.

Modaliteiten van het verlof TAO

Met uitzondering van het volume van het verlof zijn de voorwaarden en modaliteiten van het verlof TAO, zoals toegelicht in punt 5, onverminderd van toepassing:

  • het personeelslid moet vast benoemd zijn en in hoofdambt presteren;
  • het verlof is geen recht;
  • de periode van het verlof TAO moet samenvallen met de tijdelijke aanstelling bij de inspectie;
  • het gepondereerd volume van de tijdelijke aanstelling moet minstens even groot zijn als het gepondereerd volume van het verlof TAO.

Voorbeeld

Een voltijds vast benoemd directeur basisonderwijs wenst vanaf 1 oktober tot en met 31 augustus te gaan presteren als inspecteur. Hij verkrijgt daartoe een verlof voor 24/24 van 1 oktober tot en met 31 augustus. Het verlof kan opnieuw verlengd worden vanaf 1 september.

10.2. Aanstelling als zuiver tijdelijk personeelslid

De personeelsleden die via een verlof TAO fungeren bij de inspectie, worden er steeds als zuiver tijdelijk personeelslid aangesteld. De administratieve en geldelijke regels verbonden aan een TAO-aanstelling gelden niet voor hen. 

De personeelsleden krijgen een salaris als tijdelijke bij de inspectie. De bezoldiging van hun vast benoemde opdracht wordt stopgezet tijdens de duur van het verlof TAO voor het volume van dat verlof.

Administratief gezien worden de betrokken personeelsleden als een tijdelijk personeelslid beschouwd, óók voor de volgende aspecten:

  • het verlof wegens ziekte;
  • het bevallingsverlof;
  • het verlof wegens bedreiging beroepsziekte of moederschapsbescherming;
  • arbeidsongevallen;
  • ongevallen op de weg van en naar het werk;
  • beroepsziekten;
  • de anciënniteit voor het bepalen van het recht op bezoldig ziekteverlof;
  • de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten.

11. Verlof TAO naar een hogeschool

11.1. Alleen verlof TAO mogelijk

De personeelsleden van de hogescholen vallen niet onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief.

In de regelgeving is evenwel voorzien dat de vast benoemde personeelsleden die wél onder het toepassingsgebied vallen (zie 2.1) een verlof TAO kunnen krijgen om als zuiver tijdelijk personeelslid aangesteld te worden in een hogeschool. Het verlof TAO laat deze externe personeelsleden toe om te gaan fungeren in een hogeschool, maar in de hogeschool gelden de administratieve en geldelijke regels verbonden aan een TAO-aanstelling niet.

Welke ambten?

Via verlof TAO kunnen tijdelijke opdrachten uitgeoefend worden in alle ambten van de hogeschool.

Verlof TAO naar opdrachten in de academische hogeschoolopleidingen die vanaf het academiejaar 2013-2014 integreren in de universiteiten, is evenwel niet meer mogelijk.

Modaliteiten van het verlof TAO

Met uitzondering van het volume van het verlof zijn de voorwaarden en modaliteiten van het verlof TAO, zoals toegelicht in hoofdstuk 5, onverminderd van toepassing:

  • het personeelslid moet vast benoemd zijn en in hoofdambt presteren;
  • het verlof is geen recht;
  • de periode van het verlof TAO moet samenvallen met de tijdelijke aanstelling in de hogeschool;
  • het gepondereerd volume van de tijdelijke aanstelling moet minstens even groot zijn als het gepondereerd volume van het verlof TAO.

Voorbeeld

Een 17/21 vast benoemd leraar wenst van 1 oktober tot en met 31 augustus te gaan presteren als 100% tijdelijk lector aan een hogeschool. Hij verkrijgt daartoe een verlof voor 17/21 van 1 oktober tot en met 31 augustus.

11.2. Aanstelling als zuiver tijdelijk personeelslid

De personeelsleden die via een verlof TAO fungeren in een hogeschool, worden er steeds als zuiver tijdelijk personeelslid aangesteld. De administratieve en geldelijke regels verbonden aan een TAO-aanstelling gelden niet voor hen.

De personeelsleden krijgen een salaris als tijdelijke in de hogeschool. De bezoldiging van hun vast benoemde opdracht wordt stopgezet tijdens de duur van het verlof TAO voor het volume van dat verlof.

Administratief gezien worden de betrokken personeelsleden als een tijdelijk personeelslid beschouwd, óók voor de volgende aspecten:

  • het verlof wegens ziekte;
  • het bevallingsverlof;
  • het verlof wegens bedreiging beroepsziekte of moederschapsbescherming;
  • arbeidsongevallen;
  • ongevallen op de weg van en naar het werk;
  • beroepsziekten;
  • de anciënniteit voor het bepalen van het recht op bezoldig ziekteverlof;
  • de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten.

12. Mededeling van verlof TAO en TAO-opdracht

Verlof TAO is een opdrachtgebonden dienstonderbreking en wordt dus gemeld via RL-1. De code dienstonderbreking is 019 (verlof TAO).

De TAO-opdracht moet in de RL-1 het kenmerk TAO krijgen (code “J” in veld 05).

Deze aanduiding geldt niet voor de opdracht die een personeelslid via verlof TAO uitoefent bij de inspectie of in een hogeschool.

Voorbeeld 1

Een 36/36 vast benoemd administratief medewerker wordt via een verlof TAO ad interim aangesteld als 11/22 leraar TV kantoortechnieken van 8 januari tot en met 12 februari.

Op geldigheidsdatum 08/01:

  • RL-1: 36u administratief medewerker ato 4 met verlof TAO (DO 019) voor 18u tot 12/02
  • RL-1: 11u leraar TV kantoortechnieken ato 1 bij wijze van TAO (code J in veld 05) tot 12/02

Voorbeeld 2

Een 24/24 vast benoemd directeur basisonderwijs wordt via een verlof TAO aangesteld als 10/10 waarnemend inspecteur van 1 september tot en met 31 augustus.

Op geldigheidsdatum 01/09:

  • RL-1: 24u directeur ato 4 met verlof TAO (DO 019) voor 24u tot 31/08
  • RL-1: 10u inspecteur ato 2 tot 31/08 zonder aanduiding TAO (geen code J in veld 05)

Voorbeeld 3

Een 17/21 vast benoemd leraar wenst van 1 oktober tot en met 31 augustus te gaan presteren als 100% tijdelijk lector aan een hogeschool. Hij verkrijgt daartoe een verlof TAO voor 17/21 van 1 oktober tot en met 31 augustus.

Op geldigheidsdatum 01/10:

  • RL-1: 17u leraar ato 4 met verlof TAO (DO 019) voor 17u tot 31/08
  • RL-1: 100% lector ato 2 tot 31/08 zonder aanduiding TAO (geen code J in veld 05)