Interactief afstandsonderwijs in het secundair onderwijs

  • Vanaf 1 september 2023 kan interactief afstandsonderwijs in het secundair onderwijs georganiseerd worden binnen een rechtszeker kader dat aan school- en centrumbesturen juridisch houvast biedt om met deze nieuwe onderwijsorganisatievorm verder aan de slag te gaan. Deze omzendbrief licht toe wat interactief afstandsonderwijs is, voor wie het kan worden georganiseerd, aan welke voorwaarden moet worden voldaan en de praktische modaliteiten.
  • Deze omzendbrief is van toepassing op het voltijds gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvormen 3 en 4. In uitzonderlijke gevallen kan interactief afstandsonderwijs ook georganiseerd worden voor individuele leerlingen in aanloopstructuuronderdelen, het deeltijds beroepssecundair onderwijs, de leertijd en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvormen 1 en 2.

1. Definitie

1.1. Interactief afstandsonderwijs

Met interactief afstandsonderwijs worden onderwijsactiviteiten bedoeld die via digitale media plaatsonafhankelijk worden georganiseerd tijdens de schooltijd en waarbij er interactie is tussen leerling en leerkracht. Interactief afstandsonderwijs kan synchroon of asynchroon worden georganiseerd.

Synchroon afstandsonderwijs betekent dat leraren en leerlingen tijdens de schooltijd op hetzelfde moment online aanwezig zijn door bijvoorbeeld gebruik te maken van videovergadersoftware. Daartegenover staat asynchroon afstandsonderwijs waarbij de communicatie en interactie tussen leraar en leerlingen tijdens de schooltijd niet tegelijkertijd plaatsvindt. Leerlingen kunnen een opgenomen interactieve presentatie doorlopen zonder dat de leraar op dat ogenblik online aanwezig is, of een bijdrage leveren op een online discussieforum waar een medeleerling een dag later op reageert.

1.2. Hybride onderwijs

De term "hybride onderwijs" is een overkoepelende term voor de combinatie van interactief afstandsonderwijs en contactonderwijs. Deze term zegt niets over hoe beide componenten ten opzichte van elkaar worden georganiseerd of hoe leerlingen deelnemen aan één van beide componenten.

Bij hybride onderwijs kunnen de fysieke en online component niet los van elkaar worden gezien. Het is de bedoeling dat beide componenten, namelijk contactonderwijs en interactief afstandsonderwijs, elkaar versterken.

2. Doelgroep

2.1. Een leerlingengroep

Een school of centrum kan voor een leerlingengroep interactief afstandsonderwijs organiseren in:

- het voltijds gewoon secundair onderwijs: zowel in niet-duale als duale structuuronderdelen;

- het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvormen 3 en 4.

In aanloopstructuuronderdelen, het deeltijds beroepssecundair onderwijs, de leertijd en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvormen 1 en 2, kan interactief afstandsonderwijs niet voor een leerlingengroep georganiseerd worden.

2.2. Individuele leerlingen

In uitzonderlijke gevallen kan een school of centrum beslissen om aan individuele leerlingen interactief afstandsonderwijs te geven. Dit is mogelijk in:

- het gewoon voltijds secundair onderwijs: zowel in niet-duale structuuronderdelen, aanloopstructuuronderdelen als duale structuuronderdelen;

- het deeltijds beroepssecundair onderwijs;

- de leertijd;

- het buitengewoon secundair onderwijs, alle opleidingsvormen.

Voorbeeld: een leerling heeft een gebroken enkel waarmee hij of zij zich moeilijk kan verplaatsen. De leerling voldoet niet aan de voorwaarden voor tijdelijk onderwijs aan huis of bednet. De school kan beslissen om voor deze individuele leerling interactief afstandsonderwijs te organiseren zodat de leerling kan aansluiten bij de onderwijsactiviteiten en het klasgebeuren.

De school of het centrum beslist zelf om al dan niet individueel interactief afstandsonderwijs aan te bieden. Dit is de autonomie van de school. Leerlingen hebben geen recht op interactief afstandsonderwijs en kunnen dus niet eisen om interactief afstandsonderwijs te krijgen.

3. De organisatie van het interactief afstandsonderwijs

3.1. Altijd in combinatie met contactonderwijs

Interactief onderwijs wordt altijd georganiseerd in combinatie met contactonderwijs. De school bepaalt autonoom de verhouding tussen afstandsonderwijs en contactonderwijs, met respect voor de maximumpercentages (zie 3.2.). Bij interactief afstandsonderwijs voor individuele leerlingen moet er ook altijd een combinatie met contactonderwijs zijn voor die leerling.

3.2. Maximumpercentages op schooljaarbasis

3.2.1. Algemeen

Om een kwaliteitsvol evenwicht tussen contactonderwijs en interactief afstandsonderwijs te verzekeren, is voor het interactief afstandsonderwijs een maximumaandeel op schooljaarbasis bepaald.

De maximumpercentages op schooljaarbasis zijn gedifferentieerd naargelang de graad waarin de leerlingen zich bevinden. Deze maximumpercentages zorgen ervoor dat er nooit kan gekozen worden voor verhoudingen waarbij het interactief afstandsonderwijs zich disproportioneel gaat verhouden ten opzichte van contactonderwijs.

In het voltijds gewoon secundair onderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4, kan interactief afstandsonderwijs per structuuronderdeel op schooljaarbasis georganiseerd worden voor maximaal:

- 20% van de onderwijstijd in de eerste graad, het onthaaljaar en de observatiefase van opleidingsvorm 3;

- 30% van de onderwijstijd in de tweede graad en de opleidingsfase van opleidingsvorm 3;

- 40% van de onderwijstijd in de derde graad, de kwalificatiefase van opleidingsvorm 3 en de schoolcomponent van de integratiefase van opleidingsvorm 3. 

3.2.2. Toepassing van maximumpercentages voor duale structuuronderdelen

Bij duale structuuronderdelen zijn de maximumpercentages vermeld in 3.2.1. alleen van toepassing op de schoolcomponent.

3.2.3. Geen maximumpercentages

Voor bepaalde structuuronderdelen van het voltijds gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4, gelden er geen maximumpercentages:

- de structuuronderdelen met in de benaming "topsport" die vallen onder toepassing van de topsportconvenant;

- het structuuronderdeel ballet;

- de opleiding verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs.

Rekening houdend met het specifieke karakter van deze structuuronderdelen volgt een verhouding afstandsonderwijs uit een analyse van individuele cases, al moet er altijd nog een combinatie van afstandsonderwijs en contactonderwijs zijn.

Ook wanneer er in uitzonderlijke gevallen interactief afstandsonderwijs wordt georganiseerd voor een individuele leerling geldt er geen maximumpercentage. Bij interactief afstandsonderwijs voor individuele leerlingen moet er ook altijd contactonderwijs zijn. De combinatie van interactief afstandsonderwijs en contactonderwijs moet op maat van de leerling uitgewerkt worden.

3.3. Autonomie school of centrum

De wijze van organisatie van het interactief afstandsonderwijs, synchroon of asynchroon, alsook de keuze tot het aanbieden aan een leerlingengroep of individuele leerling behoort tot de autonomie van de school of het centrum. Deze autonomie moet de ruimte bieden om gedifferentieerd in te spelen op de noden en competenties van de betrokken leerling en leerkracht.

3.4. Geen afdwingbaar leerlingenrecht

Een leerling of zijn ouders kunnen niet eisen om interactief afstandsonderwijs te krijgen, dit is geen afdwingbaar leerlingenrecht. Het behoort tot de autonomie van de school of het centrum om het leerproces vorm te geven. De school of het centrum kan hierbij autonoom beslissen of ze interactief afstandsonderwijs organiseert.

3.5. Niet na de schooltijd

Interactief afstandsonderwijs wordt geacht plaats te vinden tijdens de schooltijd. Het aanbieden tijdens de voorziene schooltijd past binnen de organisatie van de school op niveau van de leerling, maar ook op niveau van het personeelslid. Het maakt een deconnectie van leerling en personeel na de schooltijd mogelijk.

4. Voorwaarden

4.1. Analyse van de beginsituatie

Wanneer een school of centrum kiest voor interactief afstandsonderwijs, dan maakt de school of het centrum een analyse van de beginsituatie met ten minste aandacht voor de beschikbaarheid en kennis van de benodigde ICT-materialen en –competenties voor de leerling en de leerkracht.

Deze verplichting geldt ook als de school of het centrum (enkel) individueel interactief afstandsonderwijs aanbiedt.

In het kader van een OBPWO-onderzoek "Blended learning in het Vlaams secundair onderwijs: Van noodzaak naar structurele implementatie" werd er voor scholen een inspiratiegids opgesteld. Deze inspiratiegids kan scholen ondersteunen bij de analyse van de beginsituatie.

4.2. School- /centrumvisie

De beginsituatieanalyse vorm het vertrekpunt voor de uitbouw van een gedragen visie op interactief afstandsonderwijs.

De school of het centrum ontwikkelt voor zichzelf een visie op en de bijhorende doelen van het interactieve afstandsonderwijs. De school of het centrum kan de eigen visie op interactief afstandsonderwijs zo integreren in het eigen pedagogisch project en algemene pedagogisch-didactische visie. Er kan ook rekening gehouden worden met de context van school of centrum.

De vorm waarin deze visie en doelstellingen worden opgenomen, wordt aan de autonomie van de school of centrum overgelaten. Deze visieontwikkeling mag niet leiden tot extra administratieve lasten.

Net zoals voor het contactonderwijs, kiest de school of het centrum ook voor wat betreft het interactief afstandsonderwijs zelf de wijze waarop ze de kwaliteit ervan ontwikkelt en borgt. In de visieontwikkeling staat dan ook het ontwikkelingsgericht perspectief voorop.

Deze ontwikkeling van visie en bijhorende doelstellingen, die vertrekt vanuit de beginsituatieanalyse, moet garanties bieden op een weloverwogen keuze voor interactief afstandsonderwijs.

4.3. Waarborgen participatiekansen van elke leerling

Een leerling moet altijd de mogelijkheid krijgen om interactief afstandsonderwijs in de school of het centrum te volgen. Een leerling kan niet verplicht worden om elders (bvb. van thuis uit) het interactief afstandsonderwijs te moeten volgen. Niet alle leerlingen beschikken immers over een voldoende aangepaste thuiscontext om de lessen kwaliteitsvol via interactief afstandsonderwijs te kunnen volgen.

Het is belangrijk dat scholen en centra proactief die randvoorwaarden opsporen en nagaan of alle leerlingen in optimale omstandigheden kunnen deelnemen aan interactief afstandsonderwijs.

Wanneer uit de beginsituatieanalyse blijkt dat niet elke leerling thuis over voldoende leerruimte beschikt, voorziet de school of het centrum de mogelijkheid om het interactief afstandsonderwijs op de school of het centrum aan te bieden. De school of het centrum voorziet in een eigen ruimte, bvb. een computerzaal of een studiezaal, waar de leerling kan deelnemen aan het interactief afstandsonderwijs. Zo moeten voldoende garanties worden geboden op de participatiekansen van de leerling en het verzekeren van het leerrecht van elke leerling.

Bij het waarborgen van de participatiekansen besteedt een school of centrum ook aandacht aan leerlingen met leerlingen met specifieke ondersteunings- en onderwijsbehoeften. Redelijke aanpassingen die voor contactonderwijs gelden, zijn ook voor afstandsonderwijs van toepassing. Als de redelijke aanpassingen niet gegarandeerd zijn, door het afstandsonderwijs, kan dit niet georganiseerd worden.

Ook een leraar krijgt altijd de mogelijkheid om in de school of het centrum les te geven. Het kan niet opgelegd worden aan een leraar dat hij het interactief onderwijs van elders (bvb. van thuis uit) moet geven.

4.4. School- en centrumreglement

Wanneer een school of een centrum interactief afstandsonderwijs wil organiseren, dan wordt het school- of centrumreglement aangevuld met bepalingen die leerlingen en ouders informeren over de wijze waarop het interactief afstandsonderwijs wordt georganiseerd doorheen het schooljaar.

Volgende elementen moeten worden opgenomen in het school- of centrumreglement, aanvullend bij de minimale bepalingen die al in het school- of centrumreglement zijn opgenomen (zie SO 64, SO/2011/03/BuSO, SO/2008/08):

- de mogelijkheid om het interactieve afstandsonderwijs op school of centrum te volgen;

- de structuuronderdelen die in interactief afstandsonderwijs worden georganiseerd;

- of het interactieve afstandsonderwijs in groep en/of individueel wordt aangeboden.

Het school- of centrumreglement vermeldt vandaag ook al de basisprincipes van evaluatie. Wanneer leerstofonderdelen via afstandsonderwijs worden aangeboden, dient de school of het centrum deze basisprincipes ook aan te vullen voor deze leerstofonderdelen via afstandsonderwijs.

De wijzigingen aan het schoolreglement kunnen ten vroegste uitwerking hebben in het daaropvolgende schooljaar. Het school- of centrumbestuur informeert ouders en leerlingen over de wijzigingen aan het school- of centrumreglement.

5. Personeel

Als een school of een centrum interactief afstandsonderwijs organiseert, wordt de wijze waar de personeelsleden worden ingezet vastgelegd in het arbeidsreglement. Een wijziging aan het arbeidsreglement wordt steeds onderhandeld binnen het lokaal comité.

Wanneer een school of een centrum start met de organisatie van het interactief afstandsonderwijs, dan kan een personeelslid dat reeds tewerkgesteld is in de school of het centrum niet verplicht ingezet worden in het interactief afstandsonderwijs. M.a.w. een schoolbestuur kan dit niet eenzijdig opleggen aan het personeelslid.

6. Registratie van aan- en afwezigheden in interactief afstandsonderwijs

Bij interactief afstandsonderwijs gelden dezelfde regels met betrekking tot aan- en afwezigheden als bij contactonderwijs. Als een leerling online aanwezig is tijdens de schooltijd, dan is de leerling aanwezig. Bij synchroon afstandsonderwijs zal de aanwezigheid van een leerling gemakkelijker vast te stellen dan bij asynchroon interactief afstandsonderwijs waarbij de communicatie en interactie tussen leraar en leerlingen niet tegelijkertijd plaatsvindt.

Ook bij asynchroon afstandsonderwijs moet de school of het centrum wel registreren of de leerling al dan niet aanwezig is. Het behoort tot de autonomie van de school of het centrum om zelf via het school- of centrumreglement te operationaliseren wanneer de school of het centrum een leerling als aanwezig beschouwt. Er kan bijvoorbeeld afgesproken worden dat een taak tegen het einde van het lesuur moet worden doorgezonden of dat er op een bepaald platform moet worden ingelogd waar de loggegevens worden bijgehouden. De loggegevens kunnen dan gelden als bewijs van aanwezigheid.

Als een leerling afwezig is, moet de school of het centrum, net zoals bij contactonderwijs, registreren of de afwezigheid al dan niet gewettigd is.

De algemene info over afwezigheden is terug te vinden in de volgende omzendbrieven: SO/2005/04 en SO/2002/05/buso.

7. Verzekeringen

Voor de verzekering van het interactief afstandsonderwijs consulteert een school of centrum vooraf de eigen school- of centrumpolis. Bij vragen of onduidelijkheden informeert de school of het centrum best verder bij de verzekeringsmaatschappij waarmee wordt samengewerkt.

Tijdens afstandsonderwijs zijn zuiver lichamelijke ongevallen niet gedekt omdat de leerlingen niet onder toezicht staan van de school of het centrum. Dit geldt enkel als de leerling niet op school interactief afstandsonderwijs volgt.

De burgerlijke aansprakelijkheid van de leraren die in interactief afstandsonderwijs worden ingezet door de school of centrum blijft verzekerd.

Schadegevallen worden uiteraard grondig onderzocht door de verzekeraar. Het zal steeds een feitenkwestie zijn of er sprake is van aansprakelijkheid.

8. Kwaliteitszorg

Het interactief afstandsonderwijs wordt gevat door het referentiekader onderwijskwaliteit (OK). Bij een doorlichting zal de onderwijsinspectie ook voor interactief afstandsonderwijs nagaan in welke mate kwaliteitsvol onderwijs wordt verstrekt dat tegemoet komt aan verwachtingen uit het OK.

9. Aandachtspunten

9.1. Interactief afstandsonderwijs, preventieve schorsingen tuchtmaatregelen

Als een leerling tijdelijk uitgesloten wordt of definitief uitgesloten wordt met onmiddellijke ingang, wordt de leerling het recht ontnomen om deel te nemen aan les- en gelijkgestelde onderwijsactiviteiten (met inbegrip van deelname aan evaluatiebeurten). Dit betekent ook dat een leerling, die een dergelijke tuchtmaatregel krijgt, geen interactief afstandsonderwijs kan of mag volgen. Hetzelfde geldt voor de periode waarin een leerling preventief geschorst is.

Indien een leerling definitief uitgesloten wordt m.h.o.o. het volgend schooljaar (de facto gaat het om een uitsluiting op 31 augustus van het lopende schooljaar of op 31 januari voor opleidingen die dan eindigen) dan neemt de leerling nog deel aan les- en gelijkgestelde onderwijsactiviteiten (met inbegrip van deelname aan evaluatiebeurten en interactief afstandsonderwijs) in het lopend schooljaar.

Het inzetten van interactief afstandsonderwijs voor een individuele leerling kan in elk geval geen (verdoken) tuchtmaatregel zijn of een maatregel in het kader van een preventieve schorsing.

9.2. Interactief afstandsonderwijs en het tijdelijk onderwijs aan huis

Tijdelijk onderwijs aan huis moet in de eerste plaats op de verblijfplaats van de leerling worden georganiseerd, cf. artikel 7 van het besluit van 13 juli 2007 van de Vlaamse Regering betreffende het onderwijs aan huis voor zieke kinderen en jongeren. Dit gaat dus niet digitaal door. Slechts geheel uitzonderlijk in individuele situaties kan dit digitaal doorgaan, indien de betrokken ouders hiermee akkoord gaan. Tijdelijk onderwijs aan huis is een individueel leerlingenrecht voor zieke leerlingen, zoals vermeld in SO/2005/05 en SO/2005/06(BUSO). Noch de ouders noch de school kunnen eenzijdig opleggen dat het tijdelijk onderwijs aan huis digitaal moet worden georganiseerd.

9.3. Interactief afstandsonderwijs en synchroon internetonderwijs

Synchroon internetonderwijs is een bijzondere vorm van internactief afstandsonderwijs, waarbij de specifieke regels en voorwaarden die gelden voor synchroon internetonderwijs moeten gerespecteerd worden, conform NO/2015/01.

10. Meer informatie

Webpagina: Afstandsleren (vlaanderen.be)