Aanwending van uren-leraar of lesuren voor de aanstelling van een gastleraar met een dienstverleningsovereenkomst in het secundair onderwijs

  • Als een school in het gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of een centrum voor deeltijds secundair onderwijs bij een tekort aan onderwijzend personeel een vacature heeft die ze niet kan invullen via een reguliere statutaire aanstelling van een personeelslid met een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, dan kan ze beroep doen op een werknemer die aan de slag is in een bedrijf of een organisatie. Het school- of centrumbestuur en het bedrijf of de organisatie sluiten daarvoor een dienstverleningsovereenkomst af.
  • De werknemer wordt tewerkgesteld buiten het reguliere statutaire onderwijskader.
  • Het school- of centrumbestuur vraagt daartoe aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten een omzetting van de uren-leraar of lesuren van de vacature in een krediet dat wordt gebruikt voor de vergoeding van het bedrijf of de organisatie die de werknemer ter beschikking stelt via de dienstverleningsovereenkomst.
  • Deze maatregelen worden meegedeeld onder voorbehoud van goedkeuring van de regelgeving door de Vlaamse Regering.

1. Inleiding

Bij een tekort aan onderwijzend personeel kan een schoolbestuur van een school voor gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of een centrumbestuur van een centrum voor deeltijds secundair onderwijs uren-leraar of lesuren van de school of het centrum aanwenden om een vacature in te vullen via een gastleraar met dienstverleningsovereenkomst. 

Dit houdt in dat een school- of centrumbestuur met een bedrijf of organisatie een overeenkomst sluit om een werknemer uit het bedrijf of uit de organisatie tijdelijk een lesopdracht in een school voor gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of in een centrum voor deeltijds secundair onderwijs te laten opnemen. Daarbij is deze werknemer tewerkgesteld buiten het reguliere statutaire onderwijskader. Deze gastleraar onderscheidt zich dus expliciet van het proces van de reguliere statutaire instroom in onderwijs, maar ook van zijinstroom waarbij mensen uit de privésector definitief de stap naar het onderwijs zetten via een statutaire aanstelling.

Dit concept mikt bijgevolg niet op een duurzame loopbaan in het onderwijs als finaliteit. Het statuut van de gastleraar via dienstverleningsovereenkomst blijft eenzijdig dat van werknemer van het bedrijf. Werknemer en werkgever bepalen in onderling overleg hoe en wanneer een lesopdracht als gastleraar vervuld kan worden.

De samenwerking gebeurt maximaal op maat van de individuele school of het individuele centrum en het bedrijf of de organisatie. Het school- of centrumbestuur en een bedrijf of organisatie sluiten daarvoor onderling een dienstverleningsovereenkomst af, waarin ze de afspraken omtrent de lesopdracht, de arbeidsvoorwaarden en financiële voorwaarden voor de werknemer, de duur van de opdracht, … vastleggen. Voor de werknemer die de opdracht opneemt, gelden een aantal specifieke kwaliteitsvoorwaarden voor de invulling van de lesopdracht. Zo zal de werknemer bv. in het bezit moeten zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs voor het onderwijsniveau waar hij een lesopdracht zal opnemen (zie punt 3.2.2).

Naast de gastleraar via een dienstverleningsovereenkomst met een bedrijf of een organisatie kan u ook onder andere voorwaarden lesomkadering aanwenden om een externe persoon als gastleraar aan te trekken. Hiervoor wordt er geen dienstverleningsovereenkomst afgesloten. Meer informatie hierover vindt u:

- voor het gewoon secundair onderwijs in de omzendbrief “Ambt van directeur en pakket “uren-leraar” in het voltijds gewoon secundair onderwijs – SO 55”;

- voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs in de omzendbrief “Stelsel van leren en werken – SO/2008/08”;

- voor het buitengewoon secundair onderwijs in de omzendbrief “Omkadering in het buitengewoon secundair onderwijs – SO/2011/01 (buso)”.

2. Wie kan een gastleraar via dienstverleningsovereenkomst inschakelen?

Een schoolbestuur van gefinancierde of gesubsidieerde scholen voor gewoon en buitengewoon secundair onderwijs en een centrumbestuur van gefinancierde of gesubsidieerde centra voor deeltijds secundair onderwijs kunnen een dienstverleningsovereenkomst sluiten met een bedrijf of een organisatie uit de publieke of private profit- of non-profitsector. 

3. Voorwaarden voor de school of het centrum

Een school voor gewoon of buitengewoon secundair onderwijs of een centrum voor deeltijds secundair onderwijs stelt een tekort aan onderwijzend personeel vast. Dit houdt in dat ze één of meerdere vacatures in een betrekking in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel (leraar, leraar ASV, leraar BGV, …) heeft die ze niet kan invullen via een reguliere statutaire aanstelling van een personeelslid dat beschikt over een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs. Het betreft hier zowel de invulling van een vacante betrekking als van een niet-vacante betrekking (zie punt 3.1).

Het schoolbestuur van de school of het centrumbestuur van het centrum sluit een dienstverleningsovereenkomst met een bedrijf of een organisatie om deze vacature(s) in te vullen.

Deze dienstverleningsovereenkomst regelt altijd de invulling van een lesopdracht die de volgende taken omvat:

  • de planning en voorbereiding van lessen;
  • het lesgeven zelf;
  • de klaseigen leerlingenbegeleiding;
  • de evaluatie van de leerlingen;
  • het overleg en de samenwerking met directie, collega’s en desgevallend met CLB, leersteuncentra en ouders.

Het bedrijf of de organisatie vaardigt voor het opnemen van deze lesopdracht een of meer werknemers af die aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen (zie punt 3.2.2).

T.a.v. de invulling van de vacature door de werknemer zijn de decreten rechtspositie van 27 maart 1991 en bijhorende besluiten van de Vlaamse Regering niet van toepassing. Het gaat hier dus niet over een statutaire aanstelling van een tijdelijk personeelslid volgens de decreten rechtspositie van 27 maart 1991, maar om de invulling van een vacature via een dienstverleningsovereenkomst die het schoolbestuur van de school of het centrumbestuur van het centrum afsluit met het bedrijf of de organisatie en waarin alle noodzakelijke afspraken worden opgenomen (zie punt 4).

3.1. Voorwaarden voor de school of het centrum

De school of het centrum heeft een vacature in een wervingsambt van het bestuurs- of onderwijzend personeel die ze niet kan invullen via een reguliere statutaire aanstelling van een personeelslid dat beschikt over een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs.

In het gewoon secundair onderwijs betreft het een vacature in een betrekking in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel die is opgericht via uren-leraar uit het wekelijkse pakket uren-leraar en de uren-leraar voor levensbeschouwelijke vakken, zoals vermeld in artikel 209, §1 van de Codex Secundair Onderwijs.

In het deeltijds beroepssecundair onderwijs betreft het een vacature in een betrekking in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel die is opgericht via uren-leraar uit het wekelijkse pakket uren-leraar, zoals vermeld in artikel 89, §1, van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.

In het buitengewoon secundair onderwijs betreft het een vacature in een betrekking in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel die is opgericht via lesuren uit het wekelijkse pakket lesuren en de lesuren voor levensbeschouwelijke vakken, zoals vermeld in de artikelen 298 en 300 van de Codex Secundair Onderwijs.

Een vacature is een volledige of onvolledige betrekking die vacant is of waarvan de afwezige titularis of zijn vervanger regulier kan worden vervangen.

Een reguliere vervanging is een vervanging van een personeelslid dat minstens tien werkdagen reglementair afwezig is. Daarbij geldt wel steeds de beperking dat er geen vervangingsmogelijkheid is in een periode van 14 kalenderdagen voor en ook tijdens een korte vakantieperiode, met uitzondering van de maanden juli en augustus. Zie hiervoor de omzendbrief “Beperking van de vervangingsmogelijkheid voor of tijdens een korte vakantieperiode” (PERS/2015/06 van 24-08-2015).

Dit houdt in dat de school of het centrum de vacature niet kan invullen via:

  • een reaffectatie of een wedertewerkstelling binnen het school- of centrumbestuur en desgevallend binnen de scholengemeenschap;
  • de aanstelling van een tijdelijk personeelslid met het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD);
  • een tijdelijk personeelslid dat zich kandidaat heeft gesteld voor een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur met een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs.

Als de school of het centrum de vacature niet op reguliere wijze kan invullen, kan ze een beroep doen op een bedrijf dat of een organisatie die een of meer werknemer(s) aanduidt om de vacature in te vullen. 

Daartoe sluit het schoolbestuur van de school of het centrumbestuur van het centrum met het bedrijf in kwestie een dienstverleningsovereenkomst (zie punt 4), waarin alle noodzakelijke afspraken worden opgenomen.

Dergelijke dienstverleningsovereenkomst kan telkens afgesloten worden voor de duur van maximaal één schooljaar als het gaat om de invulling van een vacature in een vacante betrekking. Bij de invulling van een vacature in een niet-vacante betrekking wordt de dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de periode van de afwezigheid van de titularis van de betrekking en ook hier is dit beperkt tot de duur van maximaal het schooljaar.

3.2. Voorwaarden voor het bedrijf of de organisatie en voor de werknemer

3.2.1. Voorwaarden voor het bedrijf of de organisatie

Het bedrijf of de organisatie sluit een dienstverleningsovereenkomst af met het schoolbestuur van de secundaire school of met het centrumbestuur van het centrum voor deeltijds secundair onderwijs (zie punt 4.1).

Het bedrijf of de organisatie selecteert vervolgens een of meer werknemers om de opdracht uit te oefenen die in de dienstverleningsovereenkomst is vastgelegd. De werknemer moet aan bepaalde voorwaarden voldoen (zie punt 3.2.2).

Het bedrijf of de organisatie stelt de geselecteerde werknemer(s) voor aan het school- of centrumbestuur.

Het school- of centrumbestuur controleert voor de voorgestelde werknemer(s) de voorwaarden waaraan die moet(en) voldoen (zie punt 3.2.2) en beslist vervolgens of het al of niet akkoord is om de opdracht toe te kennen aan de geselecteerde werknemer. Voor elke werknemer waarover een akkoord is bereikt, stellen het school- of centrumbestuur en het bedrijf of de organisatie een deelovereenkomst op die bij de dienstverleningsovereenkomst wordt gevoegd (zie punt 4.2).

Het school- of centrumbestuur bewaart de gegevens van de werknemer(s) die ze door de voormelde controle verkrijgt, op de wijze en gedurende de termijnen die het school- of centrumbestuur hanteert voor de gegevens van al haar personeelsleden, conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

3.2.2. Voorwaarden voor de werknemer

De werknemer die door het bedrijf wordt geselecteerd, moet aan de volgende voorwaarden voldoen. Het school- of centrumbestuur controleert of de voorgestelde werknemer(s) voldoet aan deze voorwaarden.

1. De werknemer is minstens drie jaren in dienst bij het bedrijf of bij de organisatie.

2. De werknemer is van onberispelijk gedrag.

Dat blijkt uit een uittreksel uit het strafregister dat niet langer dan één maand tevoren oud is. Het uittreksel strafregister vermeldt de volgende finaliteit: 596.2 – model bestemd voor contacten met minderjarigen.

3. De werknemer beschikt over de vereiste kennis van het Nederlands als onderwijstaal.

Dat blijkt uit het feit dat de werknemer het Nederlands beheerst op het niveau C1 van het Europees Referentiekader voor Talen.

De vereiste taalkennis wordt aangetoond als de werknemer minstens beschikt over een diploma dat in het Nederlands is behaald en dat toegang geeft tot het wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarvoor de dienstverleningsovereenkomst wordt afgesloten of via een ander studiebewijs, getuigschrift, certificaat of attest dat zijn vereiste kennis van de Nederlandse taal aantoont.

Meer informatie hierover is te vinden in de omzendbrief “Vereiste taalkennis bij een aanstelling in het onderwijs” (PERS/2010/01 van 19-01-2010)

4. De werknemer beschikt over een diploma dat minstens een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs is voor het wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarvoor de dienstverleningsovereenkomst wordt afgesloten. 

De indeling van de bekwaamheidsbewijzen voor de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel ambt is terug te vinden op:

https://data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/start.aspx?niv=SO (gewoon secundair onderwijs);

- data-onderwijs.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/start.aspx?niv=BUSO (buitengewoon secundair onderwijs).

De opdracht van een gastleraar wordt niet gemeld aan het werkstation van de school of van het centrum. Dat betekent dat u voormelde gegevens ook niet moet melden aan het werkstation.

4. De dienstverleningsovereenkomst

4.1. Dienstverleningsovereenkomst tussen het school- of centrumbestuur en het bedrijf of de organisatie

Het schoolbestuur van de school of het centrumbestuur van het centrum en het bedrijf of de organisatie sluiten een dienstverleningsovereenkomst die de afspraken bevat over de opdracht(en) die de geselecteerde werknemer(s) zal of zullen vervullen.

De dienstverleningsovereenkomst bevat de volgende bepalingen en voorwaarden over de uitvoering van de opdracht:

1°de gegevens van het school- of centrumbestuur dat als opdrachtgever optreedt en de gegevens van het bedrijf dat of de organisatie die als opdrachtnemer optreedt;

2°de opdracht die wordt overeengekomen, de wijze van uitvoering van die opdracht en de ondersteuning waarop de werknemer recht heeft tijdens die uitvoering en die de school of het centrum aanbiedt (artikel 2 en 3);

3°de voorwaarden waaraan de werknemer die het bedrijf of de organisatie inschakelt moet beantwoorden, waarbij uitdrukkelijk bepaald wordt dat de werknemer onder het gezag blijft van het bedrijf, tenzij het gaat om instructies die het school- of centrumbestuur aan de werknemer geeft in het kader van de uitvoering van de opdracht en die in de deelovereenkomst worden opgenomen (artikel 4);

4°de financiële en sociale verplichtingen ten aanzien van de werknemer die ten laste van het bedrijf of de organisatie blijven (artikel 5);

5°de financiële tegemoetkoming die het school- of centrumbestuur betaalt aan het bedrijf of de organisatie en de modaliteiten van betaling (artikel 5);

6°bepalingen over de vertrouwelijkheid waartoe het bedrijf of de organisatie zich verbindt met het oog op de uitvoering van de opdracht. Daarbij wordt in elk geval opgenomen dat de werknemer van het bedrijf of de organisatie het ambtsgeheim in onderwijs moet naleven (artikel 6);

7°bepalingen over de intellectuele eigendom waarbij het bedrijf of de organisatie zich akkoord verklaart dat alle auteurs- of andere intellectuele rechten op werken die in het kader van de uitvoering van de opdracht worden gerealiseerd, overgedragen worden aan het school- of centrumbestuur en waarbij afspraken kunnen opgenomen worden over het eventuele interne gebruik van dit intellectuele eigendom binnen het bedrijf of de organisatie (artikel 7);

8°bepalingen over aansprakelijkheid bij de uitvoering van de opdracht, waarbij in elk geval wordt opgenomen dat het school- of centrumbestuur ervoor zorgt dat de werknemer tijdens de uitvoering van de opdracht op dezelfde wijze is verzekerd als al zijn andere personeelsleden (artikel 8). Zie ook punt 5.3;

9°de bepalingen over het welzijn op het werk, vermeld in artikel 8 tot en met 10 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (artikel 9);

10°de contactgegevens van de gemachtigde contactpersonen die de beide partijen aanwijzen (artikel 10);

11°de duurtijd van de overeenkomst (artikel 11). Een dienstverleningsovereenkomst kan telkens afgesloten worden voor de duur van maximaal één schooljaar.

Hiertoe gebruiken beide partijen het model van dienstverleningsovereenkomst dat in bijlage is toegevoegd:

  • voor een school voor gewoon secundair onderwijs: bijlage 1 – Model van dienstverleningsovereenkomst SO;
  • voor een centrum voor deeltijds secundair onderwijs: bijlage 2 – Model van dienstverleningsovereenkomst DBSO;
  • voor een school voor buitengewoon secundair onderwijs: bijlage 3 – Model van dienstverleningsovereenkomst BuSO.

4.2. Deelovereenkomst per werknemer

Naast de dienstverleningsovereenkomst wordt ook een deelovereenkomst opgemaakt voor elke individuele werknemer.

Deze deelovereenkomst bevat de specifieke afspraken over de effectieve lesopdracht:

  • het vak en de lesopdracht uitgedrukt in aantal lesuren en de prestatienoemer behorende bij het vak;
  • de contactpersonen;
  • de duurtijd van de opdracht en wijze waarop en wanneer de deelovereenkomst kan worden beëindigd;
  • het werkelijke aantal te presteren uren die de school of het centrum en het bedrijf of de organisatie overeenkomen. Hier kan rekening gehouden worden met het feit dat de lesopdracht ook de nodige voorbereiding en nazorg vergt;
  • de school of het centrum waar de opdracht wordt uitgevoerd;
  • de wijze en periode van facturatie van de financiële vergoeding. 

In de deelovereenkomst wordt ook opgenomen dat de werknemer tijdens de uitvoering van de opdracht recht heeft op aanvangsbegeleiding, coaching en ondersteuning in en door de school of het centrum.

Hiertoe gebruiken beide partijen het model van deelovereenkomst dat bij de dienstverleningsovereenkomst is gevoegd (zie bijlagen in punt 4.1). 

Aan de deelovereenkomst kan ook nog een bijlage worden toegevoegd waarin de school of het centrum een aantal instructies en afspraken kan opnemen in functie van de uitvoering van de opdracht (zie bijlage bij de deelovereenkomst).

De deelovereenkomst en eventuele bijlage van de individuele werknemer maakt steeds deel uit van de dienstverleningsovereenkomst. Als er meerdere werknemers van eenzelfde bedrijf of organisatie worden ingeschakeld, wordt één dienstverleningsovereenkomst afgesloten waaraan de deelovereenkomst(en) en eventuele bijlage(n) van de individuele medewerker(s) worden toegevoegd.

5. Specifieke aandachtspunten tijdens de uitvoering van de opdracht in de school of het centrum

5.1. Uitvoering van de opdracht

5.1.1. De werknemer blijft onder het gezag van zijn bedrijf of organisatie

De werknemer blijft tijdens de uitvoering van de overeengekomen opdracht in de school of in het centrum altijd onder het gezag van zijn initiële werkgever, het bedrijf of de organisatie.

Het bedrijf of de organisatie verbindt zich ertoe de werknemer alle tijd te geven die nodig is voor de uitvoering van de afgesproken opdracht. De effectief te presteren dagen per week die nodig zijn voor de correcte uitvoering van deze opdracht worden in de deelovereenkomst opgenomen.

Het school- of centrumbestuur kan aan de werknemer in het kader van de uitvoering van de concrete lesopdracht wel instructies geven.

Het gaat om volgende elementen:

  • de naleving van de planning van de uit te voeren opdracht;
  • het regelen van de toegang tot de locaties en/of de faciliteiten van de school of het centrum die noodzakelijk zijn voor het vervullen van de opdracht (bijvoorbeeld badges, registratiesysteem);
  • het respecteren van de omstandigheden, de procedures en de handelswijzen van de school of het centrum (bijvoorbeeld bestaande veiligheidsvoorschriften, procedures in functie van het welzijn op het werk, vertrouwelijkheidsvereisten, principes van het pedagogisch project, afspraken betreffende deelname aan overleg en vergaderingen, ...);
  • tussentijdse wijzigingen waarmee rekening gehouden moet worden bij de uitvoering van de opdracht (bijvoorbeeld aanpassing van planning, aanpassing uitvoeringsmodaliteiten, ...).

De bepalingen over die instructies worden opgenomen in een bijlage bij de deelovereenkomst (zie bijlage bij de deelovereenkomst).

Het feit dat de werknemer onder het gezag blijft van zijn bedrijf of organisatie betekent dat het bedrijf of de organisatie voor volgende aspecten verantwoordelijk blijft:

  • het aanwervingsbeleid (processen, interviews, selectie- en aanwervingscriteria);
  • het beleid met betrekking tot loons- en arbeidsvoorwaarden;
  • het beleid inzake training, vorming en opleiding, uitgezonderd het beleid dat noodzakelijk is voor het vervullen van de opdracht;
  • de controle van de arbeidstijd en het bepalen van eventuele overuren, rustpauzes of inhaalrustdagen;
  • de toelating en rechtvaardiging van afwezigheden (ziekte, klein verlet, vakantie …);
  • het beleid inzake disciplinaire sancties en ontslag;
  • de evaluatie- en functioneringsgesprekken;
  • functiebepalingen.

Bij afwezigheid wegens ziekte meldt de werknemer dit aan zijn bedrijf of organisatie. De contactpersoon binnen het bedrijf of de organisatie licht onmiddellijk ook de school of het centrum in.

Bij eventuele disciplinaire problemen met de werknemer neemt de school of het centrum onmiddellijk contact op met de aangeduide contactpersoon van het bedrijf of de organisatie, die is opgenomen in de afgesloten dienstverleningsovereenkomst. Beide partijen zoeken vervolgens een oplossing voor het gemelde probleem. 

5.1.2. Recht op ondersteuning en aanvangsbegeleiding

De werknemer kan voor de uitvoering van de afgesproken opdracht een beroep doen op de infrastructuur van de school of het centrum, zoals handboeken, lesmateriaal, ICT-voorzieningen en internettoegang, .... 

Specifieke afspraken hierover kunnen opgenomen worden in de deelovereenkomst van de werknemer (punt 4.2).

De werknemer heeft tijdens de uitvoering van zijn opdracht recht op aanvangsbegeleiding, coaching en ondersteuning, net zoals dat het geval is voor de andere statutaire personeelsleden van de school of het centrum.

5.1.3. Lid van de klassenraad

De werknemer is in het kader van de lesopdracht die hij in de school of het centrum opneemt ambtshalve stemgerechtigd lid van de klassenraad.

De school of het centrum en het bedrijf of de organisatie maken praktische afspraken over het functioneren van de werknemer in de klassenraad, met inbegrip van het al dan niet aanwezig zijn van de werknemer op klassenraadsvergaderingen. Die afspraken worden opgenomen in de deelovereenkomst (punt 4.2).

5.2. Vroegtijdige beëindiging van de opdracht

Bepaalde feiten kunnen aanleiding geven tot onmiddellijke beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst of van een deelovereenkomst van een individuele werknemer. Afhankelijk van de reden van beëindiging kan dit gepaard gaan met een opzegtermijn of met de betaling van een schadevergoeding.

5.2.1. Beëindiging met opzegtermijn van een maand

Zowel het bedrijf of de organisatie als het school- of centrumbestuur kunnen de dienstverleningsovereenkomst of een deelovereenkomst van een individuele werknemer beëindigen door middel van een opzegging via een per post aangetekende brief.

Daarbij geldt een opzeggingstermijn van één maand.

De aangetekende brief moet op straffe van nietigheid uiterlijk zeven kalenderdagen voor het verstrijken van de maand worden verstuurd.

De opzeggingstermijn gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van verzending van de aangetekende brief.

De school of het centrum meldt de vroegtijdige beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst of van de deelovereenkomst van een individuele werknemer ook aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten door de aanpassing van de overeenkomstige periode in het overzicht (formulier in bijlage 4) dat doorgestuurd wordt voor de betaling van het krediet. Zie hiervoor punt 7.1. Praktische schikkingen. 

5.2.2. Beëindiging zonder opzegtermijn en met schadevergoeding

Zowel het school- of centrumbestuur als het bedrijf of de organisatie kunnen de dienstverleningsovereenkomst of een deelovereenkomst van een individuele werknemer op gelijk welk ogenblik met onmiddellijke ingang beëindigen zonder een opzeggingstermijn na te leven.

In dat geval betaalt de partij die de dienstverleningsovereenkomst of een deelovereenkomst van een individuele werknemer beëindigt een bedrag aan de andere partij dat gelijk is aan een maand vergoeding.

Deze vergoeding wordt berekend op basis van de gemiddelde vergoeding voor de uitvoering van de opdracht voor één maand, zoals die opgenomen is in de dienstverleningsovereenkomst.

Opgelet: het school- of centrumbestuur moet deze schadevergoeding betalen uit eigen middelen en mag hiervoor geen gebruik maken van de omzetting van uren-leraar of lesuren in een krediet.

De school of het centrum meldt de vroegtijdige beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst of van een deelovereenkomst van een individuele werknemer ook aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten door de aanpassing van de overeenkomstige periode in het overzicht (formulier in bijlage 4) dat doorgestuurd wordt voor de betaling van het krediet. Zie hiervoor punt 7.1. Praktische schikkingen.

5.2.3. Beëindiging zonder opzegtermijn of schadevergoeding

Zowel het bedrijf of de organisatie als het school- of centrumbestuur kunnen de dienstverleningsovereenkomst of een deelovereenkomst van een individuele werknemer zonder opzegtermijn of schadevergoeding, als een ernstige tekortkoming van de andere partij de verdere professionele samenwerking definitief onmogelijk maakt en als uitzonderlijke omstandigheden de verdere uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst definitief onmogelijk maken.

Volgende feiten vormen alvast een ernstige tekortkoming:

  • een inbreuk op het artikel 6 van de dienstverleningsovereenkomst dat de afspraken bevat over de vertrouwelijkheid in het kader van informatie van persoonlijke of vertrouwelijke aard die de werknemer tijdens de uitvoering van zijn opdracht verwerft;
  • een inbreuk op het artikel 9 van de dienstverleningsovereenkomst dat de afspraken bevat over de verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
  • een schending van de in de dienstverleningsovereenkomst of in de deelovereenkomst van de individuele werknemer opgenomen verplichtingen, als die niet wordt hersteld binnen tien kalenderdagen na officiële kennisgeving.

Deze opsomming is niet limitatief, zodat ook andere feiten kunnen ingeroepen worden om de deelovereenkomst te beëindigen.

De beëindiging zonder opzegtermijn of schadevergoeding wordt aan de andere partij betekend via een per post aangetekende brief. Dit moet gebeuren binnen tien kalenderdagen te rekenen vanaf de dag waarop de partij die de beëindiging inroept, kennis heeft van de feiten die aan de grondslag liggen van de beëindiging.

5.2.4. Beëindiging bij een vervroegde terugkomst van de afwezige titularis

Als de opdracht een vacature betreft van een afwezige titularis en deze titularis komt terug vroegtijdig uit zijn afwezigheid, gaan het school- of centrumbestuur en het bedrijf of de organisatie in overleg over de verdere uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst of van de deelovereenkomst van de betrokken werknemer. 

Als beide partijen besluiten de dienstverleningsovereenkomst of de deelovereenkomst van de betrokken werknemer omwille van de terugkomst van de titularis vroegtijdig te beëindigen, bepalen ze in overleg of er een opzegtermijn en schadevergoeding zal worden gehanteerd.

De school of het centrum meldt de vroegtijdige beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst of van de deelovereenkomst van de betrokken werknemer ook aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten door de aanpassing van de overeenkomstige periode in het overzicht (formulier in bijlage 4) dat doorgestuurd wordt voor de betaling van het krediet. Zie hiervoor punt 7.1. Praktische schikkingen. 

5.3. Aansprakelijkheid

Het bedrijf of de organisatie verzekert op uitsluitende verantwoordelijkheid de goede uitvoering van de overeengekomen opdracht.

Mogelijke fouten of tekortkomingen in de geleverde diensten die het bedrijf of de organisatie heeft gemaakt in het kader van of met betrekking tot de uitvoering van de aanvaarde opdracht, kunnen alleen leiden tot aansprakelijkheid als wordt aangetoond dat ze het gevolg zijn van een grove nalatigheid, opzet of gebrek aan de normale deskundigheid die vereist is voor afgesproken opdracht.

Het bedrijf of de organisatie kan alleen aansprakelijk worden gesteld voor bedrog of een zware fout gepleegd door hemzelf of door een van zijn werknemers. In dat laatste geval beperkt de aansprakelijkheid zich tot de herstelling van voorzienbare, directe, persoonlijke en zekere schade die het school- of centrumbestuur heeft geleden.

Het school- of centrumbestuur kan op grond van de dienstverleningsovereenkomst alleen aansprakelijk worden gesteld voor opzet of grove nalatigheid. Die beperking geldt niet voor lichamelijke schade.

Het school- of centrumbestuur zorgt ervoor dat de werknemer tijdens de uitvoering van de opdracht verzekerd is via de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand die ook voor haar andere personeelsleden geldt. De kostprijs van deze verzekering valt ten laste van het school- of centrumbestuur.

6. Financiële tegemoetkoming van de school of het centrum aan het bedrijf of de organisatie

Tijdens de uitvoering van de opdracht in de school of in het centrum behoudt de werknemer het salaris waar hij bij zijn bedrijf of organisatie recht op heeft, en ook alle daarbij horende financiële en extralegale voordelen.

Het Agentschap voor Onderwijsdiensten betaalt – in opdracht van het school- of centrumbestuur - aan het bedrijf of de organisatie een financiële tegemoetkoming voor de overeengekomen lesopdracht.

Een lesopdracht wordt op weekbasis uitgedrukt via de formule T/N, waarbij T het aantal uren-leraar van de feitelijke lesopdracht is en N de prestatienoemer voor het vak in de graad waar de werknemer zijn lesopdracht uitoefent.

Om het vereiste krediet te bepalen, vermenigvuldigt het Agentschap voor Onderwijsdiensten het aantal uren-leraar van de feitelijke lesopdracht (T) met het afgesproken aantal weken.

Voor een lesopdracht in een school voor gewoon secundair onderwijs of in een centrum voor deeltijds secundair onderwijs bedraagt de kostprijs van een uur-leraar 68,93 euro. Het krediet wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Voor een lesopdracht in een school voor buitengewoon secundair onderwijs bedraagt de kostprijs van een uur-leraar 61,41 euro. Het krediet wordt gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Voorbeeld 1

De afgesproken opdracht in een school voor gewoon secundair onderwijs is een lesopdracht van 12/20 van 5 oktober 2023 tot en met 30 oktober 2023. Voor de berekening van het krediet wordt het aantal lesuren (12) vermenigvuldigd met het bedrag van 68,93 euro en met de duurtijd van de opdracht (vier weken)..

Het krediet voor de financiële vergoeding bedraagt 12 * 68,93 euro * 4 = 3.308,64 euro

Voorbeeld 2

De afgesproken opdracht in een school voor buitengewoon secundair onderwijs is een lesopdracht van 5/22 voor een volledig schooljaar. Voor de berekening van het krediet wordt het aantal lesuren (5) vermenigvuldigd met het bedrag van 61,41 euro en met de duurtijd van de opdracht (43 weken)..

Het krediet voor de financiële vergoeding bedraagt 5 * 61,41 euro * 43 = 13.203,15 euro

Als de opdracht uitgevoerd wordt in een vacante betrekking wendt de school of het centrum voor de financiële vergoeding het benodigde aantal uren-leraar of lesuren aan uit haar pakket uren-leraar of lesuren voor de afgesproken periode (aantal weken). Dit is het aantal uren-leraar of lesuren waarmee de betrekking effectief wordt ingericht en dit a rato van de effectieve lesopdracht die is overeengekomen.

Als de opdracht uitgevoerd wordt in een niet-vacante betrekking (als vervanging van een afwezig personeelslid van de school of het centrum) wendt de school of het centrum voor de financiële vergoeding de uren-leraar of lesuren aan voor de afgesproken periode (aantal weken) waarmee de betrekking van de afwezige titularis al is opgericht en dit a rato van de effectieve lesopdracht die is overeengekomen. In deze niet-vacante betrekking kan nadien voor de afgesproken periode geen vervanger meer worden aangesteld.

Het school- of centrumbestuur meldt aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten de opdracht die via een dienstverleningsovereenkomst zal worden ingevuld en vermeldt daarbij of het gaat om een vacante of niet-vacante betrekking, het aantal uren-leraar of lesuren dat wordt omgezet en de periode van omzetting (zie punt 7). 

Let op: deze melding gebeurt niet via de klassieke elektronische personeelszending voor personeelsleden die onder de decreten rechtspositie vallen.

7. Praktische schikkingen

7.1. Aanvraag van het krediet voor de financiële vergoeding

Het school- of centrumbestuur meldt aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten het aantal uren-leraar of lesuren dat ze nodig heeft voor de uitvoering van de opdracht, zoals ze heeft vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst met het bedrijf of de organisatie.

De aanvraag gebeurt via het formulier in bijlage 4.

Het formulier wordt in de school bijgehouden en op twee vaste momenten doorgestuurd naar het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Een eerste maal met deadline 31 oktober met alle omzettingen die op dat moment gekend zijn, en een tweede maal voor de betaling van het krediet met deadline 15 juni. Bij deze laatste melding moet het formulier volledig en correct ingevuld zijn voor het volledige schooljaar. Aanvullingen en wijzigingen tussen de beide meldingen (bijvoorbeeld omdat een periode vroeger beëindigd werd dan voorzien) worden in rekening gebracht voor het bepalen van het krediet.

Bij de aanvraag vermeldt het school- of centrumbestuur: 

  • het aantal eenheden en soort omkadering dat wordt omgezet naar een krediet;
  • de begindatum;
  • de einddatum; 
  • vacante of niet-vacante betrekking, met opgave van de titularis als het een niet-vacante betrekking betreft;
  • de gegevens van het bedrijf of de organisatie waarmee een dienstverleningsovereenkomst werd afgesloten.

Bij invulling van een vacante betrekking wordt het netto aanwendbaar pakket uren-leraar van de school voor gewoon secundair onderwijs of van het centrum voor deeltijds secundair onderwijs of het pakket lesuren van de school voor buitengewoon secundair onderwijs voor de duur van de opdracht verminderd met het aantal uren-leraar of lesuren dat omgezet wordt naar een krediet.

De uitbetaling van het krediet gebeurt voor de volledige periode vermeld op het aanvraagformulier (met deadline 15 juni) na administratieve afhandeling van de aanvraag.

Het Agentschap voor Onderwijsdiensten betaalt de vergoeding rechtstreeks aan het bedrijf of de organisatie.

De opdracht van een gastleraar wordt niet via de klassieke elektronische personeelszending gemeld aan het werkstation van de school of van het centrum.
Dat betekent dat u dus geen gegevens over de gastleraar moet melden aan het werkstation.

8. Bijlagen