Een gepensioneerde die in het onderwijs of bij de inspectie in dienst treedt

  • De tijdelijke afwijking op de cumulatieregeling pensioenen en op de cumulatieregeling terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen in het kader van de COVID-19 crisis is stopgezet vanaf 1 april 2023.

In deze omzendbrief wordt het begrip inrichtende macht gehanteerd. Voor het basisonderwijs moet inrichtende macht steeds gelezen worden als schoolbestuur en voor het CLB en het volwassenenonderwijs als centrumbestuur.

De inrichtende machten en de directies zijn ertoe gehouden deze mededeling toe te passen vanaf 1 september 2009. Vanaf 1 september 2012 wordt een nieuwe mogelijkheid toegevoegd: een personeelslid kan volwaardig in dienst gehouden worden na het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd.

1. Inleiding

Deze omzendbrief bevat de richtlijnen m.b.t. de administratieve en geldelijke toestand van een gepensioneerde die in het onderwijs of als lid van de inspectie wordt aangesteld. Ze gelden vanaf 1 september 2009. In de periode vóór 1 september 2009 konden dergelijke aanstellingen enkel mits aan bepaalde voorwaarden qua leeftijd voldaan was. Deze voorwaarden zijn nu versoepeld.

Door de tekorten op de arbeidsmarkt is het soms moeilijk om een gepaste vervanger te vinden en aan te trekken. De voormelde maatregelen kunnen hierbij een hulp zijn.

Deze nieuwe maatregelen gelden dan ook voor aanstellingen in alle ambten in elke personeelscategorie.

Vóór 1 september 2009

In die periode waren er twee mogelijkheden om als gepensioneerde in dienst te treden. Deze mogelijkheden verschilden naargelang het onderwijsniveau waarin de prestaties werden geleverd.

Indien het personeelslid als leerkracht in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs of in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs in dienst trad en als gepensioneerde bij de aanvang van het schooljaar waarin op hem een beroep werd gedaan de leeftijd van de wettelijke pensioenleeftijd nog niet had bereikt, kon het opnieuw in actieve dienst treden. Deze personeelsleden hadden als zgn. “herindiensttreders” een specifieke administratieve en geldelijke regeling.

Voor andere dan de hiervoor bedoelde onderwijsopdrachten en voor de inspectie kon uiteraard ook een beroep gedaan worden op de diensten van een gepensioneerde. Een dergelijke kandidaat kon als “gewoon” tijdelijk personeelslid in dienst treden. De aanstelling en het in dienst melden van een dergelijk tijdelijk personeelslid aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming gebeurde immers volgens de gebruikelijke regels en procedures die golden voor elke andere tijdelijke aanstelling. Aan het personeelslid werd volgens een geëigende regeling een salaris of een salaristoelage toegekend.

Vanaf 1 september 2009

Administratief

Personeelsleden aangeworven op grond van één van de voormelde decreten van 27 maart 1991 (hierna als de decreten rechtspositie geciteerd)

Vanaf 1 september 2009 is er op administratief vlak tussen gepensioneerden die kandidaat zijn om in het onderwijs te fungeren een onderscheid tussen twee categorieën en dit naargelang de leeftijd waarop de kandidaat wordt aangeworven. De grens voor dit onderscheid is de wettelijke pensioenleeftijd.

Indien de aanwerving gebeurt na de pensionering(of opruststelling) wegens het bereiken van de leeftijdsgrens van de wettelijke pensioenleeftijd, geldt er op administratief vlak een specifieke regeling.

Geldelijk

Op geldelijk vlak is er vanaf 1 september 2009 een eenvormige regeling.

Vanaf 1 september 2012

Vanaf 1 september 2012 wordt een nieuwe mogelijkheid toegevoegd, nl. een personeelslid onder bepaalde voorwaarden volwaardig in dienst houden na het bereiken van de leeftijdsgrens van wettelijke pensioenleeftijd.

Alle informatie vindt u in de omzendbrief PERS/2012/05: http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14394

2. Administratieve regeling

2.1. De aanwerving van de gepensioneerde gebeurt op grond van de decreten rechtspositie of van het decreet basiseducatie

2.1.1. Toepassingsgebied

De hierna vermelde regeling geldt voor de aanwerving van een gepensioneerde die wordt aangesteld als een personeelslid vermeld in:

artikel 2, §1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs

artikel 4, §1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding;

artikel 3 van het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de centra voor basiseducatie.

2.1.2. Definitie van gepensioneerde

Onder een gepensioneerde wordt verstaan: de kandidaat die in het onderwijs in dienst wil treden en die ongeacht de leeftijd, de redenen of de plaats van de oorspronkelijke tewerkstelling, definitief op rust is gesteld, met inbegrip van de kandidaat die wegens het bereiken van de leeftijdsgrens op pensioen is.

Er is geen onderscheid tussen de gepensioneerden noch naar de aard van het pensioen (rustpensioen, overlevingspensioen...) noch naar de sector (onderwijs, privé-sector, ministerie, andere openbare diensten, militair....) waarin de kandidaat vroeger fungeerde. De kandidaat moet m.a.w. voordien niet noodzakelijk in het onderwijs gefungeerd hebben. Er is dus geen onderscheid tussen personeelsleden die gepensioneerd zijn:

- vóór de leeftijd van 60 jaar in het onderwijs bvb. de personeelsleden die wegens ziekte gepensioneerd werden en als gevolg van de evolutie van de ziekte opnieuw in de mogelijkheid zijn in het onderwijs te fungeren

- vóór de leeftijd van 60 jaar buiten het onderwijs - bvb. sommige militairen

- na de leeftijd van 60 jaar doch vóór de wettelijke pensioenleeftijd

- na de leeftijd van zijn wettelijke pensioenleeftijd. Voor deze groep van kandidaten is er echter wel een specifieke administratieve regeling (zie hierna).

Belangrijke uitzonderingen

1. Tijdelijk vroegtijdig pensioen

Uit de regelgeving blijkt dat de kandidaat definitief op pensioen moet gesteld zijn. De regeling geldt dus niet voor die personeelsleden waarbij de Cel Pensioen van Medex (= pensioencommissie) beslist heeft dat het personeelslid wegens gezondheidsredenen of lichamelijke ongeschiktheid voor elk ambt op medisch vlak de voorwaarden vervult om te worden toegelaten tot het tijdelijk vroegtijdig pensioen. Deze beslissing steunt op artikel 117 van de wet van 14 februari 1961 voor de economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel. De toekenning van dit voortijdig pensioen is in de tijd beperkt en wordt toegekend voor een maximumduur van twee jaar.

2. Personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben of ouder en nog geen pensioen hebben aangevraagd (vb. zelfstandigen) of nog niet oprustgesteld zijn (vb. magistraten), kunnen niet in dienst treden in het onderwijs.

2.1.3. De gepensioneerde heeft de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt

Aanwerving en loopbaan

Indien de gepensioneerde de wettelijke pensioenleeftijd nog niet heeft bereikt, kan zij/hij er voor kiezen om zich kandidaat te stellen voor een opdracht in het onderwijs. De aanwerving van deze personeelsleden gebeurt volgens de gebruikelijke regels en procedures ingeschreven in één van de beide decreten rechtspositie. Indien dit volgens de desbetreffende decreten mogelijk is, kan de aanwerving in of het tijdelijk waarnemen van een betrekking gebeuren in een wervings-, selectie- of bevorderingambt.

Het voorgaande betekent dat het personeelslid een loopbaan in het onderwijs kan uitbouwen en dat bvb. iemand die voor de leeftijd van 60 jaar wegens ziekte werd gepensioneerd opnieuw dienstanciënniteit opbouwt, een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur kan verwerven en een nieuwe vaste benoeming kan krijgen.

De wettelijke pensioenleeftijd is nog niet bereikt op de dag van de aanstelling

De gepensioneerde mag de wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben op de eerste dag van de aanstelling.

De toewijzing van een betrekking

De toewijzing van de betrekking gebeurt uiterlijk tot het einde van het lopende school- of dienstjaar. Dit geldt uiteraard niet meer op het ogenblik dat het personeelslid het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) heeft verworven of vast benoemd wordt vermits dan de regelingen voor TADD en vastbenoemde personeelsleden moet worden toegepast (cfr. de decreten rechtspositie).

Bij elke aanstelling van een gepensioneerde of bij de hernieuwing ervan moet er echter worden nagegaan of er geen ander geschikt kandidaat kan worden gevonden die de betrokken prestaties kan uitoefenen.

Geen ander geschikt kandidaat

Een geschikt kandidaat is een persoon die voldoet aan de decretale of reglementaire aanstellingsvoorwaarden die vastgesteld zijn in het geheel van de decreten rechtspositie. Enkele voorbeelden van de hiervoor bedoelde bepalingen zijn o.a. de regelingen betreffende de aanstelling van personeelsleden met een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD), terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie, wedertewerkstelling e.d.

Verhaal indienen

Tegen de toewijzing van een betrekking aan een gepensioneerde kan verhaal worden ingediend. De voorwaarden hiertoe zijn bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 1993.

Bezwaar bij de inrichtende macht

De persoon die zich benadeeld acht, moet bij de inrichtende macht tegen de toewijzing bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift bevat het bewijs dat de betrokkene zich bij de inrichtende macht kandidaat heeft gesteld voor een betrekking van het toegewezen ambt, vak of specialiteit en de bevestiging van het verzoek tot aanstelling.

Verhaal bij de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs

De voorwaarden, de termijn en de procedure vindt u in de bijlage bij deze omzendbrief.

Tijdens de aanstelling - de gebruikelijke administratieve regelingen

Indien de gepensioneerde aan de desbetreffende voorwaarden voldoet, zijn de administratieve regelingen (ziekteverlof, dienstonderbrekingen, arbeidsongevallen, vakantieregelingen,......) die gelden voor een tijdelijk personeelslid ook voor de gepensioneerde van toepassing.

Opmerking: indien de gepensioneerde (opnieuw) wordt vast benoemd in het onderwijs valt zij/hij uiteraard onder de regeling voor vastbenoemde personeelsleden.

Einde van de aanstelling

Belangrijk - de opruststelling blijft verplicht

Uit het voorgaande blijkt dat de voormelde aanstellingen gebeuren volgens de gebruikelijke regelingen. Dit betekent dat een tijdelijke aanstelling in een wervings-, selectie- of bevorderingsambt van rechtswege en zonder vooropzeg eindigt bij de opruststelling van het personeelslid wegens het bereiken van de leeftijdsgrens. Het bereiken van deze leeftijdsgrens geeft dus ook voor een gepensioneerde die tijdelijke is (van beperkte duur of van doorlopende duur) of voor de gepensioneerde die (opnieuw) vast benoemd is aanleiding tot een definitieve ambtsneerlegging.

2.1.4. De gepensioneerde heeft de leeftijd van zijn wettelijke pensioenleeftijd wel bereikt

Eerste mogelijkheid

Aanwerving

Om tegemoet te komen aan het tekort op de arbeidsmarkt kan een definitief gepensioneerde die de wettelijke pensioenleeftijd wel heeft bereikt toch nog als tijdelijk personeelslid worden aangesteld. De aanwerving van deze personeelsleden gebeurt volgens de gebruikelijke regels en procedures ingeschreven in één van de beide decreten rechtspositie. Indien dit volgens de desbetreffende decreten mogelijk is, kan de aanwerving in of het tijdelijk waarnemen van een betrekking gebeuren in een wervings-, selectie- of bevorderingsambt.

Geen uitbouw van een loopbaan mogelijk

In tegenstelling tot de aanstelling van een gepensioneerde vóór de leeftijdsgrens van zijn wettelijke pensioenleeftijd, wordt na die leeftijdsgrens de gepensioneerde steeds aangesteld voor een bepaalde duur. Het voorgaande betekent dat het personeelslid geen loopbaan in het onderwijs meer kan uitbouwen en dus geen dienstanciënniteit opbouwt, geen recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur kan verwerven en geen vaste benoeming kan krijgen.

De toewijzing van een betrekking

De toewijzing van de betrekking gebeurt uiterlijk tot het einde van het lopende school- of dienstjaar. Bij elke aanstelling van een gepensioneerde moet er echter worden nagegaan of er geen ander geschikt kandidaat kan worden gevonden die de betrokken prestaties kan uitoefenen.

Geen ander geschikt kandidaat

Een geschikt kandidaat is een persoon die voldoet aan de decretale of reglementaire aanstellingsvoorwaarden die vastgesteld zijn in het geheel van de rechtspositie. Enkele voorbeelden van de hiervoor bedoelde bepalingen zijn o.a. de regelingen betreffende de aanstelling van personeelsleden met een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs, de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD), terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie, wedertewerkstelling e.d.

Verhaal indienen

Tegen de toewijzing aan een gepensioneerde van een betrekking kan verhaal worden ingediend. De voorwaarden hiertoe zijn bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 maart 1993.

Bezwaar bij de inrichtende macht

De persoon die zich benadeeld acht, moet bij de inrichtende macht tegen de toewijzing bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift bevat het bewijs dat de betrokkene zich bij de inrichtende macht kandidaat heeft gesteld voor een betrekking van het toegewezen ambt, vak of specialiteit en de bevestiging van het verzoek tot aanstelling.

Verhaal bij de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs

De voorwaarden, de termijn en de procedure vindt u in de bijlage bij deze omzendbrief.

Tijdens de aanstelling - de gebruikelijke administratieve regelingen

Indien de gepensioneerde aan de desbetreffende voorwaarden voldoet, zijn de administratieve regelingen (ziekteverlof, alle dienstonderbrekingen, arbeidsongevallen, vakantieregelingen,......) die gelden voor een tijdelijk personeelslid ook voor de gepensioneerde van toepassing.

Einde van de aanstelling

Het beëindigen van deze tijdelijke aanstelling of het tijdelijk waarnemen van een betrekking gebeurt volgens de geëigende regelingen ingeschreven in de voormelde decreten rechtspositie.

Nieuwe mogelijkheid vanaf 1 september 2012

In tegenstelling tot de eerste mogelijkheid waarbij het personeelslid na het bereiken van de leeftijdsgrens van zijn wettelijke pensioenleeftijd steeds werd aangesteld voor een bepaalde duur, kan vanaf 1 september 2012 de tijdelijke aanstelling of de vaste benoeming van het personeelslid verlengd worden mits het vervullen van enkele voorwaarden. Alle informatie vindt u in de omzendbrief PERS/2012/05: http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=14394

2.2. De aanwerving van de gepensioneerde gebeurt op grond van de rechtspositieregelingen bepaald in de decreten m.b.t. de inspectie

VOORAFGAANDELIJKE OPMERKING

De aanwerving van een gepensioneerde als lid van de inspectie kan enkel indien de kandidaat de wettelijke pensioenleeftijd niet heeft bereikt. In de desbetreffende decreten (zie hierna) is er immers voor de aanwerving van kandidaten na deze leeftijdsgrens geen afwijkende mogelijkheid ingeschreven. Dit is ook niet noodzakelijk omdat er voor de toewijzing van ambten van inspecteur geen tekorten op de arbeidsmarkt zijn vastgesteld.

2.2.1. Toepassingsgebied

De hierna vermelde regeling geldt voor de aanwerving van een gepensioneerde die wordt aangesteld als een personeelslid vermeld in:

artikel 61 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs

artikel 10 van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken

2.2.2. Definitie van gepensioneerde

Onder een gepensioneerde wordt verstaan: de kandidaat die in het onderwijs in dienst wil treden en die ongeacht de leeftijd, de redenen of de plaats van de oorspronkelijke tewerkstelling, definitief op rust is gesteld.

Let op

Uit de bovenvermelde voorafgaandelijke opmerking blijkt dat een kandidaat die wegens het bereiken van de leeftijdsgrens op pensioen is, niet kan worden aangesteld.

Er is geen onderscheid tussen de gepensioneerden noch naar de aard van het pensioen (rustpensioen, overlevingspensioen...) noch naar de sector (onderwijs, privé-sector, andere openbare diensten, ministerie, militair....) waarin de kandidaat vroeger fungeerde. De kandidaat moet m.a.w. voordien niet noodzakelijk in het onderwijs gefungeerd hebben. Er is dus geen onderscheid tussen personeelsleden die gepensioneerd zijn:

- vóór de leeftijd van 60 jaar in het onderwijs - bvb de personeelsleden die wegens ziekte gepensioneerd werden en als gevolg van de evolutie van de ziekte opnieuw in de mogelijkheid zijn in het onderwijs te fungeren

- vóór de leeftijd van 60 jaar buiten het onderwijs - bvb. sommige militairen

- na de leeftijd van 60 jaar doch vóór de wettelijke pensioenleeftijd.

Belangrijke uitzondering - tijdelijk vroegtijdig pensioen

Uit definitie blijkt dat de kandidaat definitief op pensioen moet gesteld zijn. De regeling geldt dus niet voor die personeelsleden waarbij de Cel Pensioen van Medex (= pensioencommissie) beslist heeft dat het personeelslid wegens gezondheidsredenen of lichamelijke ongeschiktheid voor elk ambt op medisch vlak de voorwaarden vervult om te worden toegelaten tot het tijdelijk vroegtijdig pensioen. Deze beslissing steunt op artikel 117 van de wet van 14 februari 1961 voor de economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel. De toekenning van dit voortijdig pensioen is in de tijd beperkt en wordt toegekend voor een maximumduur van twee jaar.

Aanwerving - loopbaan

Indien de gepensioneerde de leeftijd van wettelijke pensioenleeftijd niet heeft bereikt kan zij/hij er voor kiezen om zich kandidaat te stellen voor het uitoefenen van een ambt van inspecteur. De aanwerving/selectie van de kandidaten gebeurt volgens de aanwervingsvoorwaarden en de procedures ingeschreven in het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs of in het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken. Het voorgaande betekent dat het personeelslid een loopbaan bij de inspectie kan uitbouwen en dat bvb. iemand die vóór de leeftijd van 60 jaar wegens ziekte werd gepensioneerd, na het doorlopen van de procedures inzake aanwerving/selectie als bvb inspecteur tijdelijk kan aangesteld en zelfs vast benoemd worden.

De wettelijke pensioenleeftijd is niet bereikt op de dag van de aanstelling

De gepensioneerde mag de leeftijd van zijn wettelijke pensioenleeftijd niet bereikt hebben op de eerste dag van de aanstelling.

Tijdens de aanstelling - de gebruikelijke administratieve regelingen

Indien de gepensioneerde aan de desbetreffende voorwaarden voldoet, zijn de administratieve regelingen (ziekteverlof, dienstonderbrekingen, arbeidsongevallen, vakantieregelingen,......) die gelden voor een tijdelijk personeelslid ook voor de gepensioneerde van toepassing.

Opmerking: indien de gepensioneerde (opnieuw) wordt vast benoemd valt zij/hij uiteraard onder de regeling voor vast benoemde personeelsleden.

Einde van de aanstelling

Belangrijk - de opruststelling blijft verplicht

Uit het voorgaande blijkt dat de voormelde aanstellingen gebeuren volgens de gebruikelijke regelingen. Dit betekent dat een tijdelijke aanstelling of een vaste benoeming van ambtswege eindigt op het ogenblik van de pensionering wegens het bereiken van de leeftijdsgrens.

3. Geldelijke regeling

De onder punt 2 bedoelde gepensioneerde krijgt het salaris of de salaristoelage waarop het aanspraak kan maken in overeenstemming met de toegewezen betrekking/opdracht/ambt en dit krachtens de op haar/hem van toepassing zijnde bezoldigingsregeling nl.

voor de vastbenoemden

KB van 15 april 1958 houdende de bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs - zoals gewijzigd

KB van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur

KB van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs - zoals gewijzigd

Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 houdende geldelijke bepalingen voor de personeelsleden van de Centra voor Basiseducatie en tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs en het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs

en voor de tijdelijken

artikel 7 van hetkoninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 - zoals gewijzigd.

Uitgestelde bezoldiging

Indien de gepensioneerde op grond van de uitgeoefende taken aan de gestelde voorwaarden voldoet en hierdoor recht heeft op uitgestelde bezoldiging (zie het voormelde artikel 7) zal zij/hij tijdens de zomervakantie volgend op het schooljaar waarin het heeft gefungeerd, deze bezoldiging ontvangen. Alle informatie hieromtrent vindt u in de omzendbrief van 10 juni 2004, kenmerk PERS/2004/07 betreffende sommige aspecten van de bezoldiging van tijdelijke personeelsleden van het onderwijs.

Geldelijke anciënniteit

Voor het vaststellen van de geldelijke anciënniteit en indien ze aan de voorwaarden voldoen, komen de diensten gepresteerd vóór de pensionering eveneens in aanmerking.

Maximumgrens

Voor het toekennen van de bezoldiging geldt de gebruikelijke beperking - 40% boven een fulltime opdracht - die vanaf 1 september 2009 is ingevoerd. Een uitgebreide toelichting vindt u in punt 3 van de omzendbrief van 25 oktober 2005, kenmerk PERS/2005/21 betreffende de cumulatieregeling.

4. BELANGRIJK - cumulatiegrenzen inzake pensioen

Vermindering/opschorting van pensioen

De gepensioneerde die in het onderwijs wil fungeren, moet er zich van bewust zijn dat de inkomsten die hieruit voortvloeien aanleiding kunnen geven tot een vermindering van het pensioenbedrag en zelfs tot het opschorten van de uitbetaling ervan.

Eerst grondig informeren

Vooraleer de gepensioneerde de aangeboden opdracht aanvaardt, moet zij/hij nagaan welke invloed dit zal hebben op de uitkering van het pensioen.

Het Agentschap voor Onderwijsdiensten en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen komen niet tussen in de controle van de cumulatiegrenzen inzake pensioen!

Niet enkel het loon

De bijzondere aandacht wordt erop gevestigd dat niet enkel het salaris of de salaristoelage de grootte van de inkomsten bepaalt, maar ook de daarbij horende andere elementen van de bezoldiging nl. de bedragen die voortvloeien uit o.a.:

- de indexering

- het vakantiegeld

- de eindejaarstoelage

- de uitgestelde bezoldiging die later in de zomervakantie wordt uitgekeerd.

Om te berekenen hoeveel men in het kader van de cumulatieregeling als gepensioneerde nog mag bijverdienen, moet met al deze componenten rekening worden gehouden.

Zeker eerst informeren bij uw pensioendiensten

De bedragen die u mag cumuleren met een pensioenbedrag variëren naargelang de aard van het pensioen (rustpensioen, overleveringspensioen, overheidspensioen, pensioen privésector, zelfstandige .....) de leeftijd (jonger of ouder dan wettelijke pensioenleeftijd) en met de familiale toestand (o.a. al dan niet nog kinderen ten laste).

Informatie over de cumulatiegrenzen

Onder de rubriek “Cumulatieregels” vindt u op dit adres

http://www.pdos.be/nl/faq/faq_1497.htm

informatie over de cumulatiegrenzen in de diverse pensioenstelsels.

Tijdelijke afwijking op de cumulatieregeling pensioenen stopgezet

De tijdelijke afwijking op de cumulatieregeling pensioenen en op de cumulatieregeling terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen is stopgezet.

Personeelsleden die een opdracht in het onderwijs combineren met een rust- of een overlevingspensioen of een overgangsuitkering moeten daarom vanaf 1 april 2023 opnieuw nagaan of hun opdracht in het onderwijs nog verenigbaar is met de cumulbeperkingen.

Historiek

In het kader van de coronamaatregelen was een tijdelijke afwijking op de cumulatiebeperkingen in het leven geroepen voor wie een rust- of een overlevingspensioen of een overgangsuitkering geniet. Deze maatregel gold oorspronkelijk tot 30 september 2021.

Deze maatregel werd opnieuw van kracht verklaard specifiek voor personeel aangesteld in een wervingsambt ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel voor de periode van 1 januari tot 30 juni 2022. De opschorting van de cumulatiebeperking is daarna opnieuw verlengd en bestreek daarmee ook de periode van 1 juli tot en met 31 maart 2023. Deze maatregel gold enkel voor wie aangesteld wordt in het basisonderwijs of secundair onderwijs.

In  het contract van de aanstelling moet vermeld worden dat het om een aanwerving gaat in het kader van de COVID-19 crisis, m.a. w. om achterstand omwille van corona weg te werken of voor de vervanging van uitgevallen personeel.

Deze maatregel loopt af op 31 maart 2023 en is niet verder verlengd. 

Meer informatie over de cumulatiebeperkingen en de combinatie van pensioenen met andere inkomsten is terug te vinden op de website van de Federale Pensioendienst (fgov.be) https://www.sfpd.fgov.be/nl/gevolgen-corona#werken

Vragen over een individueel dossier of aangaande de geldende cumulatieregels kunnen gesteld worden op controle.nl@sfpd.fgov.be.

  • Voorbeelden - elektronische zendingen

Voor sommige gepensioneerden - voorafgaandelijk melden

Welbepaalde categorieën gepensioneerden moeten aan hun pensioendienst melden dat men bijkomende activiteiten cumuleert. Neem dus steeds voorafgaandelijk contact op met de dienst die uw pensioen uitbetaalt.

5. Mededeling aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOKS)

De opdrachten waarbij gepensioneerden in het onderwijs in dienst treden, worden aangeduid via het veld “Herwaardering” in de opdracht (RL-1). Dit veld moet worden ingevuld met de aanduiding “werken na pensioen” (code 04).

Voorbeelden

1. Een gepensioneerde onderwijzeres van 66 jaar met een geldelijke anciënniteit van 30 jaar wordt aangesteld als zorgcoördinator voor 12/36 (ATO 1).

De school doet volgende zending:

RL1 opdrachtenpakket / zorgcoördinator / ATO 1 (ter vervanging van personeelslid X) / 12 uur / code 04 in het veld herwaardering.

Dit personeelslid wordt aangesteld en bezoldigd als tijdelijk personeelslid met een geldelijke anciënniteit van 30 jaar. Zij bouwt dus geen dienstanciënniteit en geen recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur op.

2. Een gepensioneerde ambtenaar van 60 jaar met een geldelijke anciënniteit van 33 jaar wordt aangesteld als leraar ASV voor 11/22 (ATO 2).

De school doet volgende zending:

RL1 opdrachtenpakket / leraar ASV / ATO 2 / 11 uur / code 04 in het veld herwaardering.

Dit personeelslid wordt aangesteld en bezoldigd als tijdelijk personeelslid met een geldelijke anciënniteit van 33 jaar (na valorisatie van voorgaande diensten). Hij bouwt dienstanciënniteit en TADD-rechten op en kan nadien vast benoemd worden in het onderwijs.

6. Bijlage