1.
Inleiding
Deze omzendbrief bevat een overzicht van alle structuuronderdelen van het voltijds gewoon secundair onderwijs en opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs, met uitzondering van het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers.
In de eerste graad zijn er volgende structuuronderdelen: een eerste leerjaar A, een eerste leerjaar B, een tweede leerjaar A en een tweede leerjaar B. Zowel in het tweede leerjaar A als B komen basisopties voor, waarvan sommige ook kunnen worden georganiseerd door middel van pakketten. Een pakket wordt omschreven als een of meerdere vakken waarmee de doelen van de overeenstemmende basisoptie worden gerealiseerd. Een pakket is geen structuuronderdeel, zodat de programmatieregels er niet op van toepassing zijn.
Het studieaanbod van de tweede en derde graad is opgenomen in de matrix. De matrix is een rooster, bestaande uit twee assen nl. "finaliteiten" (doorstroom-, dubbele en arbeidsmarktfinaliteit) en "studiedomeinen". Een studiedomein groepeert inhoudelijk verwante structuuronderdelen van de tweede en derde graad. Studiedomeinen (8 in totaal) komen in de plaats van studiegebieden (30 in totaal) en zijn dus breder opgevat. De matrix vermeldt eveneens per finaliteit de, naargelang van het geval, onderliggende onderwijsvormen (aso, tso, kso en bso). Specifiek is de situatie van de aso-structuuronderdelen die allen doorstroomgericht zijn maar niet in studiedomeinen worden ondergebracht, wat ertoe leidt dat aso-structuuronderdelen als "studiedomeinoverschrijdend" worden aangeduid.
De decreetgever heeft expliciet bepaald dat tenminste de officiële benamingen van structuuronderdelen, zoals opgenomen in deze omzendbrief, moeten worden gebruikt bij elke communicatie en informatieverstrekking naar ouders, leerlingen, personeel en derden. Alleen op deze wijze ontstaat in het Vlaams onderwijslandschap een transparant overzicht van het opleidingsaanbod en wordt uniform geregeld welke vlag welke lading dekt. Het voormeld begrip "tenminste" betekent dat een losstaande aanvulling met een schooleigen en inhoudgerichte specificatie of concretisering toegelaten is. Bij manifeste overtreding van deze decretale bepaling kan een financiële sanctie volgen in de zin van een gedeeltelijke inhouding of terugvordering op het werkingsbudget, berekend voor de school waar de overtreding wordt vastgesteld.
Deze omzendbrief moet samen worden gelezen met de onderrichtingen van omzendbrief SO 37 betreffende de administratieve groepen en omzendbrief SO 61 betreffende de programmatie in het voltijds gewoon secundair onderwijs.
2.
Tweede leerjaar A
In het tweede leerjaar A kiest de leerling één basisoptie of één pakket binnen het aanbod van de school dat is gebaseerd op de lijst die in bijlage 1 gaat. Elke basisoptie/pakket in het tweede leerjaar A omvat 5 wekelijkse lesuren.
Een basisoptie of een pakket kan het symbool "(*)" dragen, wat er op wijst dat het een niche-karakter heeft en er omwille van macrodoelmatigheid een aanbodbeperking geldt. Voor wat de basisopties betreft, wordt die aanbodbeperking in de regelgeving niet cijfermatig vastgelegd, maar de Vlaamse Regering zal er wel rekening mee houden bij haar beslissing over de programmatie van de basisoptie in kwestie want daartoe moet het schoolbestuur steeds een aanvraag indienen. Voor wat het aanbod van de niche-pakketten betreft, wordt in bijlage 1 het aantal scholen per onderwijsnet wel gecontingenteerd.
Indien een school ervoor kiest een basisoptie te realiseren op niveau van de basisoptie en niet via pakketten, is ze ertoe gehouden die te realiseren in maximaal drie, in functie van de basisoptie samenhangende, vakken op de lessentabel; die vakken kunnen zowel dezelfde als andere zijn dan de vakken waarmee de basisvorming wordt gerealiseerd. Een pakket daarentegen is een specifieke context om de doelen van de overeenstemmende basisoptie te realiseren; vandaar dat er mag van uitgegaan worden dat het aantal vakken van een pakket sowieso beperkt zal zijn.
3.
Tweede leerjaar B
In het tweede leerjaar B kiest de leerling maximaal drie basisopties en/of pakketten binnen het aanbod van de school dat is gebaseerd op de lijst die in bijlage 2 gaat. Die basisoptie(s)/pakket(ten) in het tweede leerjaar B omvatten in zijn geheel 10 wekelijkse lesuren.
Een nieuwe basisoptie of een pakket kan het symbool "(*)" dragen, wat er op wijst dat het een niche-karakter heeft en er omwille van macrodoelmatigheid een aanbodbeperking geldt. Voor wat de basisopties betreft, wordt die aanbodbeperking in de regelgeving niet cijfermatig vastgelegd, maar de Vlaamse Regering zal er wel rekening mee houden bij haar beslissing over de programmatie van de basisoptie in kwestie want daartoe moet het schoolbestuur steeds een aanvraag indienen. Voor wat het aanbod van de niche-pakketten betreft, wordt in bijlage 2 het aantal scholen per onderwijsnet wel gecontingenteerd.
Indien een school ervoor kiest een basisoptie te realiseren op niveau van de basisoptie en niet via pakketten, is ze ertoe gehouden die te realiseren in maximaal drie, in functie van de basisoptie samenhangende, vakken op de lessentabel; die vakken kunnen zowel dezelfde als andere zijn dan de vakken waarmee de basisvorming wordt gerealiseerd. Een pakket daarentegen is een specifieke context om de doelen van de overeenstemmende basisoptie te realiseren; vandaar dat er mag van uitgegaan worden dat het aantal vakken van een pakket sowieso beperkt zal zijn.
4.
Tweede en derde graad
De structuuronderdelen van de tweede en de derde graad zijn opgenomen in de matrix die in bijlage 3 gaat.
Een structuuronderdeel kan het symbool "(*)" dragen, wat er op wijst dat het een niche-karakter heeft en er omwille van macrodoelmatigheid een aanbodbeperking geldt. Die beperking is niet cijfermatig vastgelegd, maar de Vlaamse Regering zal er wel rekening mee houden bij haar beslissing over de programmatie van het structuuronderdeel in kwestie want daartoe moet het schoolbestuur steeds een aanvraag indienen. De Vlaamse Regering bepaalt welke structuuronderdelen van de matrix ook als duale structuuronderdelen kunnen worden ingericht.
De concordantie van de vóór de modernisering bestaande naar de nieuwe structuuronderdelen gebeurt volgens de tabellen die in bijlage 4 zijn opgenomen. De concordantie geldt enkel nog voor de 7de leerjaren. De concordantie door de school gebeurt van rechtswege, d.w.z. zonder voorafgaande toestemming van de overheid.
Ook als de school een vóór de modernisering bestaand structuuronderdeel in het schooljaar voorafgaand aan de concordantie niet inricht maar wel in het tweede voorafgaand schooljaar, heeft die school concordantiebevoegdheid (dit houdt verband met de bepaling dat heropstart na een jaar onderbreking van een structuuronderdeel, GEEN programmatie is).
Wanneer een studierichting van de derde graad geconcordeerd wordt naar een 7de leerjaar dan dooft de studierichting van de derde graad uit vanaf het schooljaar 2023-2024 en wordt de concordantie gerealiseerd op 1 september 2025.
Structuuronderdelen van de finaliteiten die leiden naar de arbeidsmarkt worden ingevuld op basis van (competenties uit) één of meer beroepskwalificaties en/of deelkwalificaties. De tabellen in bijlage 5 bevatten het overzicht van deze invulling.
Vanaf 1 september 2025 worden de gemoderniseerde 7de leerjaren ingevoerd. Een 7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt kan een duurtijd hebben van één semester, twee semesters of drie aaneensluitende semesters, afhankelijk van de breedte en het niveau van de competenties van de beroepskwalificaties waaruit het 7de leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt is samengesteld. De 7de leerjaren die een duurtijd hebben van één semester of drie aaneensluitende semesters zijn opgenomen in bijlage 6. De 7de leerjaren gericht op instroom arbeidsmarkt die niet in de bijlage zijn opgenomen, hebben een standaard-duurtijd van twee semesters.
Het is ook mogelijk dat structuuronderdelen worden vervangen door een ander structuuronderdeel. Bijlage 7 bevat een overzicht van alle vervangen structuuronderdelen. Een school die een bestaand structuuronderdeel organiseert, behoudt van rechtswege de bevoegdheid om het structuuronderdeel waardoor het wordt vervangen, te organiseren.
5.
Nieuwe structuuronderdelen
De Vlaamse Regering kan nieuwe structuuronderdelen vastleggen. Er mag van uitgegaan worden dat de Vlaamse Regering dat, voor wat de tweede en derde graad betreft, nog enkel zal doen binnen het raam van de matrix. Ze kan hiertoe zelf het initiatief nemen of voorstellen in overweging nemen die door onderwijsverstrekkers of derden worden ingediend. Het al dan niet opportuun zijn om een nieuw structuuronderdeel aan het studieaanbod toe te voegen, wordt bekeken vanuit de Vlaamse onderwijscontext en niet vanuit de lokale schoolcontext. De schoolcontext is immers pas een relevante factor indien het om programmaties van structuuronderdelen gaat.
In het gemoderniseerd secundair onderwijs kunnen nieuwe structuuronderdelen al dan niet als onderwijskwalificatie zijn aangeduid. Een onderwijskwalificatie is een afgerond en ingeschaald geheel van competenties die noodzakelijk zijn om maatschappelijk te functioneren en te participeren, waarmee verdere studies in het secundair of in het hoger onderwijs kunnen worden aangevat of waarmee beroepsactiviteiten kunnen worden uitgeoefend. In het secundair onderwijs zijn er volgende onderwijskwalificaties:
1. onderwijskwalificatie niveau 2: sommige structuuronderdelen tweede graad arbeidsmarktfinaliteit/bso, bekrachtigd met een eindstudiebewijs tweede leerjaar tweede graad secundair onderwijs;
2. onderwijskwalificatie niveau 3: alle structuuronderdelen derde graad arbeidsmarktfinaliteit/bso, bekrachtigd met een eindstudiebewijs tweede leerjaar derde graad secundair onderwijs;
3. onderwijskwalificatie niveau 4: alle structuuronderdelen derde graad, doorstroom- en dubbele finaliteit/aso-tso-kso, bekrachtigd met een eindstudiebewijs tweede leerjaar derde graad secundair onderwijs.
Daarnaast is er in het gemoderniseerd secundair onderwijs één structuuronderdeel derde leerjaar derde graad dat, voor leerlingen met een onderwijskwalificatie niveau 3, de mogelijkheid biedt een eindstudiebewijs onderwijskwalificatie niveau 4 te behalen (dat toegang verleent tot de bacheloropleidingen hoger onderwijs).
Alle overige structuuronderdelen van het secundair onderwijs zijn geen onderwijskwalificaties.
In de dubbele finaliteit/tso-kso en de arbeidsmarktfinaliteit/bso is van onderwijskwalificatie sprake als het structuuronderdeel minstens één beroepskwalificatie of, doch enkel in de tweede graad arbeidsmarktfinaliteit/bso, minstens één beroeps- of deelkwalificatie bevat. Niet alle structuuronderdelen in de tweede graad arbeidsmarktfinaliteit/bso bevatten een beroeps- of deelkwalificatie ! Een beroepskwalificatie is een afgerond en ingeschaald geheel van competenties waarmee een beroep kan worden uitgeoefend. Een deelkwalificatie is een samenhangend geheel van competenties uit eenzelfde beroepskwalificatie die uitstroomkansen biedt in een smaller deel van de arbeidsmarkt dan de volledige beroepskwalificatie (een deelkwalificatie heeft geen eigen inschalingsniveau). Een competentie wordt gedefinieerd als de bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen geïntegreerd aan te wenden voor maatschappelijke activiteiten.
Elk voorstel van nieuw structuuronderdeel dat uitgaat van onderwijsverstrekkers of derden wordt gericht aan:
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
AHOVOKS - Afdeling Kwalificaties & Curriculum
Hendrik Consciencegebouw
Koning Albert II-laan 15
1210 Brussel
De nadere procedure voor indiening, advisering en beslissing met betrekking tot:
1.een voorstel van nieuw structuuronderdeel dat naar een onderwijskwalificatie leidt, is vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 houdende de uitvoering van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur inzake de erkenning van onderwijskwalificaties van niveau 1 tot en met niveau 4, zoals gewijzigd (het gewijzigd besluit wordt in het najaar 2023 op Edulex gepubliceerd);
2. een voorstel van nieuw structuuronderdeel dat niet naar een onderwijskwalificatie leidt, is vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 tot vaststelling van de indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen in het secundair onderwijs die niet of niet automatisch tot een onderwijskwalificatie leiden, zoals gewijzigd (het gewijzigd besluit wordt in het najaar 2023 op Edulex gepubliceerd).
De procedures in beide regelgevingen zijn maximaal op elkaar afgestemd.
6.
Bijlagen