Dringende maatregelen voor het basisonderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis

  • referentie
    Bao/2022/01
  • publicatiedatum
    31/03/2022
  • datum laatste wijziging
    06/07/2023
  • wettelijke basis
    Decreet van 22 april 2022 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, tot wijziging van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap en tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (B.S. 23 mei 2022)
  • wettelijke basis
    Decreet van 3 juni 2022 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (II) (B.S. 30 juni 2022)
  • wettelijke basis
    Decreet van 15 juli 2022 tot het nemen, naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, van dringende maatregelen in het onderwijs voor kleuters, leerlingen en cursisten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (III) (B.S. 8 augustus 2022)
  • wettelijke basis
    Decreet van 23 december 2022 tot het nemen, naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, van dringende maatregelen in het onderwijs voor kleuters, leerlingen en cursisten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (IV) (B.S. 5 januari 2023)
  • contact
    Ondersteuningsaanbod Agentschap voor Onderwijsdiensten: oekraiensevluchtelingen.agodi@vlaanderen.be
  • contact
    Infrastructuur in het gesubsidieerd onderwijs: oekraine@agion.be
  • contact
  • Deze omzendbrief licht de dringende maatregelen toe die genomen worden om de basisscholen maximaal te ondersteunen met het oog op het onderwijs aan vluchtelingenkinderen uit Oekraïne.
  • De extra omkadering en extra werkingstoelagen die toegekend worden in het kader van deze omzendbrief komen bovenop de bestaande maatregelen voor aanvullende lestijden voor anderstalige nieuwkomers.
  • Per maatregel vindt u in de omzendbrief zelf de contactgegevens voor meer informatie over de specifieke maatregel.
  • Leerlingen, die ressorteren, of het schooljaar voorafgaand aan de instap in de school geressorteerd hebben, onder de tijdelijke EU-bescherming voor ontheemden hoeven niet te voldoen aan de voorwaarde m.b.t. de verblijfsduur in België om anderstalige nieuwkomer te zijn.
  • Ook tijdens het schooljaar 2023-2024 wordt er een extra toelage toegekend voor anderstalige kleuters (2.4) en kunnen de aanvullende lestijden voor anderstalige nieuwkomers , onder bepaalde voorwaarden, omgezet worden naar punten (2.5). Punt 2.3 (leersteuncentra) en 2.6 (tijdelijke verslagen) werden eveneens aangepast aan het leersteundecreet.

1. Situering

Het groot aantal vluchtelingen door de crisis in Oekraïne brengt ook grote uitdagingen met zich mee voor het Vlaams onderwijs. Deze uitdagingen zijn nog groter dan tijdens de vluchtelingencrisis in 2015. De verschillen situeren zich zowel aan de vraagzijde (toestroom van vluchtelingen) als aan de aanbodzijde (capaciteitstekort en lerarentekort). De vluchtelingen nu verschillen ook qua profiel, met een groter aandeel vrouwen en kinderen.

Het is op dit ogenblik nog niet duidelijk hoeveel vluchtelingen uit Oekraïne naar Vlaanderen zullen komen, noch hoelang zij hier zullen verblijven. In heel Europa is de politieke bereidheid om deze vluchtelingen te huisvesten groot. De vluchtelingen uit Oekraïne doorlopen onder de Europese richtlijn "tijdelijke bescherming" (2001/55/EG)1 niet de normale asielprocedure, maar krijgen meteen een volwaardig, tijdelijk verblijfsstatuut, waardoor ze ook dadelijk recht hebben op wonen, werk, onderwijs, inburgering,… Oekraïners zijn bovendien niet visumplichtig voor de eerste drie maanden van hun verblijf, ze kunnen zich ook vrij verplaatsen.

De Europese richtlijn bepaalt dat de lidstaten de begunstigden van tijdelijke bescherming jonger dan 18 jaar toegang bieden tot onderwijs "onder dezelfde omstandigheden als onderdanen van de lidstaat van opvang".

Naast de Europese richtlijn geldt de leerplicht nog steeds vanaf de 60ste dag na inschrijving in het vreemdelingenregister of bevolkingsregister. Artikel 28 van het verdrag inzake de rechten van het kind voorziet in het recht op onderwijs van elk kind.

De Vlaamse overheid wil het onderwijsveld zo snel mogelijk de nodige ondersteuning geven om deze tweede grote uitdaging op korte termijn (na de coronacrisis) zo goed mogelijk het hoofd te kunnen bieden. Hierna worden de dringende maatrelen toegelicht die momenteel genomen zijn om deze ondersteuning te bieden.

2. Dringende maatregelen

2.1. Uitbreiding inschrijven in overcapaciteit

2.1.1. Algemeen

Anderstalige nieuwkomers kunnen in het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs in overcapaciteit ingeschreven worden.

De overcapaciteitsgroep voor anderstalige nieuwkomers is ook een mogelijkheid in het buitengewoon basisonderwijs vanaf 4 maart 2022. Deze leerlingen kunnen in overcapaciteit worden ingeschreven in het buitengewoon onderwijs, maar het is geen verplichting.

Vanaf 4 maart 2022 kunnen ook min-vijfjarigen die voor het overige voldoen aan de definitie van anderstalige nieuwkomer, ingeschreven worden in overcapaciteit. Dit is dus een uitbreiding van de reeds bestaande overcapaciteitsgroep in het gewoon basisonderwijs en geldt ook voor het buitengewoon basisonderwijs.

De lopende aanmeldingsprocedures voor volgend schooljaar maken het moeilijk om meteen "gewone" inschrijvingen voor het lopende schooljaar te realiseren: deze plaatsen voor dit schooljaar worden "gereserveerd" voor volgend schooljaar. Door deze overcapaciteitsgroep kan een school toch meteen overgaan tot inschrijven in overcapaciteit voor deze leerlingen.

Het inschrijven in overcapaciteit van een anderstalige nieuwkomer is een mogelijkheid, geen verplichting. Inschrijven in overcapaciteit is steeds een gunst van de school. De school beslist zelf of hij ingaat op de vraag van de ouders. Het creëert de mogelijkheid om op een administratief eenvoudige wijze een bijkomende inschrijving te realiseren.

2.1.2. Contactgegevens voor meer informatie

Voor meer informatie over inschrijvingen kan u contact opnemen met marcel.vandamme@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 87 19 of fien.vandaele@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 17 81.

2.2. Hertellingen

De extra omkadering en extra werkingstoelagen die toegekend worden in het kader van deze omzendbrief komen bovenop de bestaande maatregelen voor aanvullende lestijden voor anderstalige nieuwkomers. De maatregelen rond aanvullende lestijden voor anderstalige nieuwkomers die behouden blijven zijn terug te vinden in omzendbrief BaO/2006/03 van 30/06/2006 (vlaanderen.be).

2.2.1. Algemeen

Scholen zullen geconfronteerd worden met een sterk stijgende vluchtelingenstroom en een daarbij horende toename van leerlingen.

De meeste scholen tellen op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar, dus vertaalt de stijging van het aantal leerlingen zich niet op het moment dat deze instroom plaatsvindt en dat de leerlingen ondersteund moeten worden.

Er komen bijkomende telmomenten met een direct effect op de omkadering en financiering van scholen.

Deze telmomenten blijven in voege tot het einde van het schooljaar waarin de Europese richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 van toepassing blijft.

Met "in aanmerking komende leerlingen" worden in wat volgt voor de hertellingen onder punt 2.2. de volgende groepen leerlingen bedoeld:

1° leerlingen die ten gevolge van de crisis in Oekraïne ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie. Dit zijn m.a.w. leerlingen met het statuut tijdelijke bescherming.

2° anderstalige nieuwkomers. Dit zijn, voor deze hertelling, leerlingen in het basisonderwijs die op de dag van de voorziene instap in de school, gelijktijdig aan al de volgende voorwaarden voldoen:

- niet het Nederlands als thuistaal of als moedertaal hebben;
- onvoldoende de onderwijstaal beheersen om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen;
- maximaal 9 maanden ingeschreven zijn in een school met het Nederlands als onderwijstaal (de vakantiemaanden juli en augustus worden niet meegerekend);
- een nieuwkomer zijn, d.w.z. maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven. Leerlingen, die ressorteren, of het schooljaar voorafgaand aan de instap in de school geressorteerd hebben, onder een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan dienen niet te voldoen aan deze voorwaarde m.b.t. de verblijfsduur in België om anderstalige nieuwkomer te zijn. Het gaat m.a.w. om leerlingen met het statuut tijdelijke bescherming.

Naast deze eerste groep slaat de term "anderstalige nieuwkomer" ook op kinderen die officieel verblijven in een open asielcentrum.

Deze definitie van anderstalig nieuwkomer, zonder leeftijdsvoorwaarde, is in het kader van deze omzendbrief van toepassing in het gewoon én buitengewoon basisonderwijs.

Leerlingen die tot beide groepen behoren (1° en 2°) worden slechts één keer geteld voor de hertelling.

2.2.2. Schooljaar 2021-2022

Voor het schooljaar 2021-2022 worden er bijkomende lestijden, bijkomende uren en een extra werkingstoelage toegekend op basis van de instroom van in aanmerking komende leerlingen vanaf 4 maart 2022 tot 30 juni 2022.

De bijkomende lestijden en bijkomende uren kunnen door de scholen ten vroegste ingericht worden vanaf de dag dat de betrokken leerling instapt in de school en worden steeds naar het lager gelegen geheel getal afgerond.

De afronding gebeurt voor alle bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer binnen de school samen. Er wordt immers maar één pakket bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer binnen de school toegekend. De school dient deze aan te wenden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer.

Hiervoor hoeft de school niet te wachten op een dienstbrief van AGODI. Het agentschap stelt simulatietools ter beschikking voor de berekening van de bijkomende lestijden, bijkomende uren en een extra werkingstoelage. U vindt deze terug als bijlage 3 voor scholen van het gewoon basisonderwijs en bijlage 4 voor de scholen van het buitengewoon basisonderwijs.

Voor de berekening worden de leerlingen kleuter en lager onderwijs samen geteld, met uitzondering van de bijkomende uren kinderverzorging (enkel voor kleuteronderwijs) en de bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer (enkel voor lager onderwijs).

Wanneer er in aanmerking komende leerlingen de school verlaten tijdens bovenvermelde periode, dan worden de bijkomende lestijden, bijkomende uren en de extra werkingstoelage niet herrekend.

2.2.2.1. Gewoon basisonderwijs

2.2.2.1.1. Bijkomende lestijden gewoon basisonderwijs

Scholen gewoon basisonderwijs hebben per in aanmerking komende leerling kleuter of lager onderwijs die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 1,47046956 bijkomende lestijden.

Voorbeeld. Als er 5 in aanmerking komende leerlingen instappen op 19 april 2022 dan heeft de school vanaf dan recht op 7 bijkomende lestijden (5 x 1,47046956 = 7,352348 afgerond naar beneden). Als er op 29 april opnieuw 7 in aanmerking komende leerlingen instappen in de school heeft de school vanaf dan recht op 17 bijkomende lestijden (12 x 1,47046956 = 17,64563 afgerond naar beneden).

Als op 5 mei 2022 twee van de 12 wijzigen van school, blijft de school recht hebben op de 17 bijkomende lestijden tot 30 juni 2022.

2.2.2.1.2. Bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer gewoon lager onderwijs

Scholen gewoon basisonderwijs hebben per in aanmerking komende leerling lager onderwijs die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 0,14378644 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer.

De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

Voorbeeld. Als er 10 in aanmerking komende leerlingen instappen op 19 april 2022 dan heeft de school vanaf dan recht op 1 bijkomende lestijd voor godsdienst, cultuurbeschouwingen of niet-confessionele zedenleer (10 x 0,14378644 = 1,437864 afgerond naar beneden). Als er op 29 april opnieuw 5 in aanmerking komende leerlingen instappen in de school heeft de school vanaf dan recht op 2 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer (15 x 0,14378644 = 2,1567966 afgerond naar beneden).

Als op 5 mei 2022 van de 15 leerlingen 5 leerlingen wijzigen van school, blijft de school recht hebben op de 2 bijkomende lestijden tot 30 juni 2022. Deze 2 bijkomende lestijden worden gebruikt voor een keuze levensbeschouwing van de overblijvende de leerlingen.

2.2.2.1.3. Bijkomende uren kinderverzorging gewoon kleuteronderwijs

Scholen gewoon basisonderwijs hebben per in aanmerking komende kleuter die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 0,15004811 bijkomende uren kinderverzorging.

Voorbeeld. Als er 10 in aanmerking komende kleuters instappen op 19 april 2022 dan heeft de school vanaf dan recht op 1 bijkomend uur kinderverzorging (10 x 0,15004811 = 1,500481 afgerond naar beneden). Als er op 29 april opnieuw 5 in aanmerking komende kleuters instappen in de school heeft de school vanaf dan recht op 2 bijkomende uren kinderverzorging (15 x 0,15004811 = 2,250722 afgerond naar beneden).

Als op 5 mei 2022 twee van de 15 in aanmerking komende kleuters wijzigen van school, blijft de school recht hebben op de 2 bijkomende uren tot 30 juni 2022.

2.2.2.1.4. Extra werkingstoelage

Scholen gewoon basisonderwijs hebben per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 247,48 euro extra toelage. De toelage wordt uiterlijk op 31 oktober 2022 uitbetaald.

Voorbeeld: Als er tussen 4 maart en 30 juni, 15 in aanmerking komende leerlingen instappen, dan heeft de school recht op 15 x 247,48 of 3712,2 euro. Ook als er voor 30 juni enkele leerlingen wijzigen van school.

2.2.2.2. Buitengewoon basisonderwijs

2.2.2.2.1. Bijkomende lestijden buitengewoon basisonderwijs

Scholen buitengewoon basisonderwijs hebben per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 3,78660513 bijkomende lestijden.

Voorbeeld. Als er 5 in aanmerking komende leerlingen instappen op 19 april 2022 dan heeft de school vanaf dan recht op 18 bijkomende lestijden (5 x 3,78660513 = 18,93303 afgerond naar beneden). Als er op 29 april opnieuw 7 in aanmerking komende leerlingen instappen in de school heeft de school vanaf dan recht op 45 bijkomende lestijden (12 x 3,78660513 = 45,43926 afgerond naar beneden).

Als op 5 mei 2022 twee van de 12 in aanmerking komende leerlingen wijzigen van school, blijft de school recht hebben op de 45 bijkomende lestijden tot 30 juni 2022.

2.2.2.2.2. Bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer buitengewoon lager onderwijs

Scholen buitengewoon basisonderwijs hebben per in aanmerking komende leerling lager onderwijs die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 0,11669043 bijkomende lestijden.

De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

Voorbeeld. Als er 10 in aanmerking komende leerlingen instappen op 19 april 2022 dan heeft de school vanaf dan recht op 1 bijkomende lestijd voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer (10 x 0,11669043 = 1,166904 afgerond naar beneden). Als er op 29 april opnieuw 10 in aanmerking komende leerlingen instappen in de school heeft de school vanaf dan recht op 2 bijkomende lestijden (20 x 0,11669043 = 2,333809 afgerond naar beneden).

Als op 5 mei 2022 twee van de 20 in aanmerking komende leerlingen wijzigen van school, blijft de school recht hebben op de 2 bijkomende lestijden tot 30 juni 2022. Deze 2 bijkomende lestijden worden gebruikt voor een keuze levensbeschouwing van de overblijvende de leerlingen.

2.2.2.2.3. Bijkomende uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch voor scholen buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5

Scholen buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5, hebben per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 2,09480693 bijkomende uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.

Voorbeeld. Als er 5 in aanmerking komende leerlingen instappen op 19 april 2022 dan heeft de school vanaf dan recht op 10 bijkomende uren (5 x 2,09480693 uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel = 10,47403 afgerond naar beneden). Als er op 29 april opnieuw 7 in aanmerking komende leerlingen instappen in de school heeft de school vanaf dan recht op 25 bijkomende uren (12 x 2,09480693 uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel = 25,13768 afgerond naar beneden).

Als op 5 mei 2022 twee van de 12 in aanmerking komende leerlingen wijzigen van school, blijft de school recht hebben op de 25 bijkomende uren tot 30 juni 2022.

2.2.2.2.4. Extra werkingstoelage

Scholen buitengewoon basisonderwijs hebben per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs die instapt tussen 4 maart en 30 juni 2022 recht op 247,48 euro extra toelage. De toelage wordt uiterlijk op 31 oktober 2022 uitbetaald.

Voorbeeld: Als er tussen 4 maart en 30 juni, 15 in aanmerking komende leerlingen instappen, dan heeft de school recht op 15 x 247,48 of 3712,2 euro. Ook als er voor 30 juni enkele leerlingen wijzigen van school.

2.2.2.3. Welke personeelsregels zijn van toepassing op deze bijkomende omkadering?

De lestijden of lesuren kunnen aangewend worden op de gebruikelijke manier. De gebruikelijke statutaire aanwervings- en voorrangsregels zijn van toepassing, inclusief de regelgeving omtrent terbeschikkingstelling, reaffectatie en wedertewerkstelling.

Een personeelslid dat wordt aangesteld in een betrekking die wordt ingericht met deze lestijden of lesuren wordt altijd aangesteld als een tijdelijk personeelslid. De betrekking die via deze maatregelen wordt ingericht, komt niet in aanmerking voor vacantverklaring en de inrichtende macht kan hierin niet vast benoemen, muteren of affecteren.

Alle regelgeving die van toepassing is voor tijdelijke aanstellingen geldt eveneens voor deze aanstellingen, bijvoorbeeld op het vlak van tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, cumulatie, vervanging, combinatie met bepaalde verloven en afwezigheden, ….

Het personeelslid dat tijdelijk aangesteld wordt in de betrekking, heeft recht op een salaris op basis van de regelgeving die voor tijdelijke personeelsleden van kracht is voor het desbetreffende ambt of opdracht.

Een vastbenoemd personeelslid dat via een verlof tijdelijk andere opdracht deze betrekking opneemt, ontvangt een salaris cf. de richtlijnen uit de omzendbrief ‘Administratieve en geldelijke toestand van vast benoemde personeelsleden die tijdelijk belast worden met een andere opdracht – TAO’ (PERS/2014/01).

Als u een gepensioneerde leerkracht aanstelt in deze betrekking, volgt u daarbij ook de richtlijnen uit de omzendbrief "Een gepensioneerde die in het onderwijs of bij de inspectie in dienst treedt" (PERS/2009/11).

Als u een personeelslid aanstelt dat geniet van een terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen (TBS VP), volgt u de richtlijnen inzake cumulatie uit de omzendbrief "Terbeschikkingstelling persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan pensioen" ( PERS/2013/01).

2.2.2.4. Praktische schikkingen AGODI

2.2.2.4.1. Registratie Discimus

Leerlingen die in aanmerking komen als "anderstalige nieuwkomer" (zonder leeftijdsvoorwaarde) worden als "AN" geregistreerd in uw schooladministratiepakket en vervolgens uitgewisseld via Discimus. Het is belangrijk om het rijksregisternummer of bisnummer, indien beschikbaar, correct te registreren.

Daarnaast moet voor deze leerlingen een verklaring op eer ingevuld worden (zie bijlage 1 (voor nieuwkomers jonger dan 5 jaar) en bijlage 2 (voor anderstalige nieuwkomers van 5 jaar of ouder) bij deze omzendbrief). Het formulier moet gedateerd en ondertekend worden door de ouders of door een persoon die de minderjarige leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring heeft. Deze verklaringen worden ter controle van de verificatie beschikbaar gehouden.

Voor leerlingen die in aanmerking komen als AN op basis van verblijf in een asielcentrum, bewaart u als school de attesten van het asielcentrum waar de leerling verblijft.

Op basis van de registraties van "AN" in Discimus (samen met de gegevens van leerlingen met het statuut tijdelijke bescherming, die AGODI centraal inzamelt), berekent AGODI of uw school in aanmerking komt voor bijkomende lestijden, bijkomende uren en een extra werkingstoelage.

Registreer deze gegevens daarom zo snel mogelijk in Discimus. AGODI adviseert om alle leerlingen die in aanmerking komen als "AN", ook zo te registreren. Dit in afwachting van het statuut tijdelijke bescherming, waarvan de gegevens mogelijk met enige vertraging toekomen.

U hoeft als school niet te wachten op een dienstbrief van AGODI of op een controle van de verificatiedienst om de bijkomende lestijden of uren voor schooljaar 2021-2022 in te richten. U kan de bijkomende middelen inzetten vanaf de dag dat de leerling instapt. Steekproefsgewijze controles door de verificatie en controles op basis van data gebeuren kort na de registratie van de AN-gegevens in Discimus.

Aan de hand van simulatietools kan u zelf berekenen hoeveel middelen uw school zal ontvangen. U vindt deze terug als bijlage 3 voor scholen van het gewoon basisonderwijs en bijlage 4 voor de scholen van het buitengewoon basisonderwijs.

Voor de berekening door AGODI van de extra werkingstoelage voor schooljaar 2021-2022 registreert u uiterlijk 15 juli 2022 de gegevens van de leerlingen die hiervoor in aanmerking komen in Discimus.

2.2.2.4.2. Hoe wordt een tijdelijke aanstelling van deze bijkomende omkadering aan AGODI meegedeeld?

U kunt één of meerdere personeelsleden tijdelijk aanstellen in het kader van de dringende maatregelen naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, conform de bepalingen van de decreten rechtspositie. U gebruikt daarvoor de OOM-code 37 (vluchtelingencrisis).

Het is van het grootste belang dat u de OOM-code 37 correct en consequent meestuurt met het opdrachtenpakket voor het personeelslid dat tijdelijk is aangesteld. Het gaat immers over extra omkadering die als dusdanig herkenbaar moet zijn.

Eerst mogelijke startdatum van een zending met OOM-code 37: 4 maart 2022

Voor het schooljaar 2021-2022 kunnen de aanstellingen gebeuren in de periode van 4 maart 2022 tot en met 30 juni 2022.

Voorbeeld 1:
Een personeelslid wordt tijdelijk aangesteld voor 6 lestijden in het ambt van onderwijzer voor de periode van 19 april 2022 tot en met 30 juni 2022.

Elektronische zending

Op geldigheidsdatum 19/04/2022

RL-1: onderwijzer ATO 2 voor 6 uren OOM-code 37 met begindatum opdracht 19/04/2022 en met einddatum opdracht 30/06/2022

Voorbeeld 2:
Een voltijds vastbenoemd onderwijzer ASV, die voor 4/22 TBS OB is, wordt voor 2 lestijden gereaffecteerd in het ambt van onderwijzer ASV, voor de periode van 20 april 2022.

Elektronische zending

Op geldigheidsdatum 20/04/2022

RL-1: 22/22 onderwijzerASV ATO4, met melding 4/22 TBSOB, met einddatum oneindig.

RL-1: onderwijzer ASV ATO 2 voor 2 uren OOM-code 37 en met aanduiding reaffectatie in veld R/W/T,met begindatum opdracht 20/04/2022 en met einddatum opdracht 30/06/2022

Voorbeeld 3:

Een personeelslid wordt tijdelijk aangesteld voor 3 uren in het ambt van kinderverzorger voor de periode van 2 mei 2022 tot en met 30 juni 2022.

Elektronische zending

Op geldigheidsdatum 2/05/2022

RL-1: kinderverzorger ATO 2 voor 3 uren OOM-code 37 met begindatum opdracht 2/05/2022 en met einddatum opdracht 30/06/2022

2.2.2.4.3. Omzetting naar uren kinderverzorging in het gewoon kleuteronderwijs

De lestijden bekomen ten gevolge van de herberekening in het gewoon kleuteronderwijs vermeld in punt 2.2.2. kunnen omgezet worden naar uren kinderverzorging. Dit gebeurt volgens de bepalingen vermeld in punt 3.1.4.1. van de omzendbrief personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs. omzendbrief BaO/2005/09 van 29/06/2005

Melding van de omgezette uren kinderverzorging

De betrekkingen die u inricht in omgezette uren kinderverzorging, meldt u met de OOM-code 37

De omzetting is alleen mogelijk bij vacante lestijden kleuteronderwijs waarvoor geen kleuteronderwijzer wordt gevonden en dus niet bij een vervangingsopdracht (ATO 1) van een kleuteronderwijzer. De omgezette uren meldt u bijgevolg steeds met ATO 2.

Voorbeeld:

Een school heeft 8 lestijden waarvoor ze geen kleuteronderwijzer heeft gevonden en stelt voor 13/32 een personeelslid aan in omgezette uren kinderverzorging:

RL-1: 13u kinderverzorger ATO 2 met OOM-code 37 (vluchtelingencrisis) tot 30 juni.

2.2.3. Vanaf schooljaar 2022-2023

2.2.3.1. Algemeen

Er komt, vanaf het schooljaar 2022-2023, tevens een bijkomend telmoment voor in aanmerking komende leerlingen op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar (voor schooljaar 2022-2023 is dit 3 oktober 2022) versus de teldag (of telperiode) voor de berekening van de omkadering van het betrokken schooljaar.

Vanaf het schooljaar 2022-2023 worden er bijkomende lestijden, bijkomende uren en een extra werkingstoelage toegekend op basis van de instroom van in aanmerking komende leerlingen vanaf de dag na de eerste schooldag van oktober X (voor schooljaar 2022-2023 is dit 4 oktober 2022) en de laatste schooldag van juni X+1 (voor schooljaar 2022-2023 is dit 30 juni 2023).

De betrekkingen die ingericht worden met de extra omkadering komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen. De regelgeving m.b.t. terbeschikkingstelling en reaffectatie en de regelgeving m.b.t. tijdelijke aanstelling van doorlopende duur dient wel nageleefd te worden.

2.2.3.2. Hertelling op de eerste schooldag van oktober

De bijkomende lestijden en bijkomende uren worden binnen een school als volgt afgerond: als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal. Als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal.

De afronding gebeurt voor alle bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer binnen de school samen. Er wordt immers maar één pakket bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer binnen de school toegekend. De school dient deze aan te wenden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer.

Voor scholen in herstructurering of programmatie is deze maatregel niet van toepassing daar ze sowieso als teldag de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar (of een gelijkaardige telperiode) hebben.

De scholen kunnen de bijkomende lestijden en uren inrichten van bij de start van het betrokken schooljaar, m.a.w. bijkomende omkadering toegekend op basis van de eerste schooldag van oktober (bv 3 oktober 2022) van het lopende schooljaar kan aangewend worden vanaf 1 september van dat lopende schooljaar (bv 1 september 2022).

Voor de berekening van de telling in oktober worden de leerlingen ressorterende onder de richtlijn en de anderstalige nieuwkomers niet ressorterende onder de richtlijn apart geteld.

Hiermee wordt ondervangen dat het aantal anderstalige nieuwkomers op de eerste schooldag van oktober lager kan liggen dan het aantal anderstalige nieuwkomers op de eerste schooldag van februari van het voorafgaand schooljaar wat niet noodzakelijk het geval is voor leerlingen die ressorteren onder de Europese richtlijn 2001/55/EG. Door de afzonderlijke telling wordt de nieuwe instroom van leerlingen die onder de Europese richtlijn 2001/55/EG vallen, steeds gehonoreerd.

2.2.3.2.1. Gewoon basisonderwijs

2.2.3.2.1.1. Bijkomende lestijden gewoon basisonderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per leerling ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, in het kleuter of lager onderwijs, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 1,47046956 bijkomende lestijden.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per anderstalige nieuwkomer niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, in het kleuter of lager onderwijs, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 1,47046956 bijkomende lestijden.

De berekening gebeurt respectievelijk in het niveau kleuter en lager onderwijs apart.

2.2.3.2.1.2. Bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer gewoon lager onderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per leerling lager onderwijs ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 0,14378644 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer. De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per anderstalige nieuwkomer in het lager onderwijs ,niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 0,14378644 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer. De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

2.2.3.2.1.3. Bijkomende uren kinderverzorging gewoon kleuteronderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per kleuter ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 0,15004811 bijkomende uren kinderverzorging.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per anderstalige nieuwkomer in het kleuteronderwijs niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 0,15004811 bijkomende uren kinderverzorging.

2.2.3.2.1.4. Extra werkingstoelage

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per leerling ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, kleuter of lager onderwijs, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 824,95 euro. De toelage wordt uiterlijk op 31 december X uitbetaald.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per anderstalige nieuwkomer niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, in het kleuter of lager onderwijs, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 824,95 euro. De toelage wordt uiterlijk op 31 december X uitbetaald.

De berekening gebeurt, in het gewoon basisonderwijs, respectievelijk in het niveau kleuter en lager onderwijs apart.

2.2.3.2.2. Buitengewoon basisonderwijs

2.2.3.2.2.1. Bijkomende lestijden buitengewoon basisonderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per leerling ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 3,78660513 bijkomende lestijden.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per anderstalige nieuwkomer niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 3,78660513 bijkomende lestijden.

2.2.3.2.2.2. Bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer buitengewoon lager onderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per leerling lager onderwijs ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 0,11669043 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer. De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per anderstalige nieuwkomer in het lager onderwijs niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 0,11669043 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer. De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

2.2.3.2.2.3. Bijkomende uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel voor scholen buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5-scholen, per leerling ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 2,09480693 bijkomende uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5-scholen, per anderstalige nieuwkomer niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie, die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 2,09480693 bijkomende uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.

2.2.3.2.2.4. Extra werkingstoelage

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per leerling ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 824,95 euro. De toelage wordt uiterlijk op 31 december X uitbetaald.

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per anderstalige nieuwkomer niet ressorterende onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie die de school op de eerste schooldag van oktober X meer telt t.o.v. de teldag (respectievelijk telperiode) voor de berekening van de lestijden volgens de schalen van het schooljaar X-X+1 recht op 824,95 euro. De toelage wordt uiterlijk op 31 december X uitbetaald.

2.2.3.3. Op basis van de instroom na de eerste schooldag van oktober vanaf schooljaar 2022-2023

2.2.3.3.1. Algemeen

Voor de berekening worden de leerlingen kleuter en lager onderwijs samen geteld, met uitzondering van de bijkomende uren kinderverzorging (enkel voor kleuteronderwijs) en de bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer (enkel voor lager onderwijs).

De bijkomende lestijden en bijkomende uren kunnen door de scholen ten vroegste ingericht worden vanaf de dag dat de betrokken leerling instapt in de school en worden steeds naar het lager gelegen geheel getal afgerond.

De afronding gebeurt voor alle bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer binnen de school samen. Er wordt immers maar één pakket bijkomende lestijden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer binnen de school toegekend. De school dient deze aan te wenden voor godsdiensten, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer.

Wanneer leerlingen de school verlaten tijdens de vermelde periode, dan worden de bijkomende lestijden, bijkomende uren en de extra werkingstoelage niet herrekend.

2.2.3.3.2. Gewoon basisonderwijs

2.2.3.3.2.1. Bijkomende lestijden gewoon basisonderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 1,47046956 bijkomende lestijden.

2.2.3.3.2.2. Bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer gewoon lager onderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per in aanmerking komende leerling lager onderwijs, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 0,14378644 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer. De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

2.2.3.3.2.3. Bijkomende uren kinderverzorging gewoon kleuteronderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per in aanmerking komende kleuter, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 0,15004811 bijkomende uren kinderverzorging.

2.2.3.3.2.4. Extra werkingstoelage

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor gewoon basisonderwijs per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 742,45 euro. De toelage wordt uiterlijk op 31 oktober X+1 uitbetaald.

2.2.3.3.3. Buitengewoon basisonderwijs

2.2.3.3.3.1. Bijkomende lestijden buitengewoon basisonderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 3,78660513 bijkomende lestijden.

2.2.3.3.3.2. Bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer buitengewoon lager onderwijs

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per in aanmerking komende leerling lager onderwijs, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 0,11669043 bijkomende lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer. De lestijden voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer dienen voor godsdienst, cultuurbeschouwing of niet-confessionele zedenleer aangewend te worden.

2.2.3.3.3.3. Bijkomende uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel voor scholen buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5-scholen, per in aanmerking komende leerling, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 2,09480693 bijkomende uren paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.

2.2.3.3.3.4. Extra werkingstoelage

Voor het schooljaar X-X+1, startend in het schooljaar 2022-2023, heeft de school voor buitengewoon basisonderwijs per in aanmerking komende leerling, kleuter of lager onderwijs, die instapt in de school tussen de dag na de eerste schooldag van oktober X en de laatste schooldag van juni X+1 recht op 742,45 euro. De toelage wordt uiterlijk op 31 oktober X+1 uitbetaald.

2.2.3.4. Welke personeelsregels zijn van toepassing op deze bijkomende omkadering?

Zie punt 2.2.2.3.

2.2.3.5. Praktische schikkingen AGODI

2.2.3.5.1. Registratie Discimus

Zie 2.2.2.4.1.

Voor de berekening door AGODI van de extra werkingstoelage op basis van de instroom na de eerste schooldag van oktober voor schooljaar 20XX-20XX+1 registreert u uiterlijk 30 juni 20XX+1 de gegevens van de leerlingen die hiervoor in aanmerking komen in Discimus.

2.2.3.5.2. Hoe wordt een tijdelijke aanstelling van deze bijkomende omkadering aan AGODI meegedeeld?

Zie 2.2.2.4.2.

2.2.3.5.3. Omzetting naar uren kinderverzorging in het gewoon kleuteronderwijs

De lestijden bekomen ten gevolge van de herberekening in het gewoon kleuteronderwijs vermeld in punt 2.2.3. kunnen omgezet worden naar uren kinderverzorging. Dit gebeurt volgens de bepalingen vermeld in punt 3.1.4.1. van de omzendbrief personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs. omzendbrief BaO/2005/09 van 29/06/2005

Melding van de omgezette uren kinderverzorging

De betrekkingen die u inricht in omgezette uren kinderverzorging, meldt u met de OOM-code 37.

De omzetting is alleen mogelijk bij vacante lestijden kleuteronderwijs waarvoor geen kleuteronderwijzer wordt gevonden en dus niet bij een vervangingsopdracht (ATO 1) van een kleuteronderwijzer. De omgezette uren meldt u bijgevolg steeds met ATO 2.

Voorbeeld:

Een school heeft 8 lestijden waarvoor ze geen kleuteronderwijzer heeft gevonden en stelt voor 13/32 een personeelslid aan in omgezette uren kinderverzorging:

RL-1: 13u kinderverzorger ATO 2 met OOM-code 37 (vluchtelingencrisis) tot 30 juni.

2.2.3.5.4. Omzetting naar punten in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs of naar uren voor het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel in het buitengewoon basisonderwijs

Voor meer informatie m.b.t. het buitengewoon basisonderwijs zie punt 3.1.2.2. van de omzendbrief BaO/2005/10 van 29/06/2005 (vlaanderen.be)

Voor meer informatie m.b.t. het gewoon basisonderwijs zie punt 3.1.4.4 van de omzendbrief BaO/2005/09 van 29/06/2005 (vlaanderen.be)

2.2.4. Contactgegevens voor meer informatie

Voor meer informatie over deze maatregel kan u contact opnemen met:

- regelgeving: bart.bruylandt@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 92 20.

- praktische toepassing: uw schoolbeheerteam en, voor personeelsmateries, uw werkstation.

2.3. Telling op de eerste schooldag van oktober voor de leersteuncentra

2.3.1. Algemeen

Om de leersteuncentra de nodige omkadering te bezorgen om ook leerlingen uit Oekraïne en andere anderstalige nieuwkomers met een GC-verslag of IAC-verslag type basisaanbod, 3 of 9 te ondersteunen, wordt de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar als bijkomende teldag ingevoerd.

Als scholen voor gewoon onderwijs die aangesloten zijn bij het leersteuncentrum op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar meer leerlingen uit Oekraïne en andere anderstalige nieuwkomers met een GC-verslag of IAC-verslag type basisaanbod, 3 of 9 tellen dan op de eerste schooldag van februari van het voorafgaande schooljaar, dan worden voor die leerlingen 7,65 bijkomende punten leersteun toegekend aan het leersteuncentrum.

De bijkomende punten leersteun worden aangewend voor de leersteun voor leerlingen met een GC-verslag of IAC-verslag type basisaanbod, 3 en 9. De betrekkingen die ingericht worden met de bijkomende punten leersteun komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen.

Met de bijkomende punten leersteun correspondeert ook bijkomend werkingsbudget. Daarvoor wordt een bedrag per punt toegekend volgens dezelfde regels als deze die gelden voor de toekenning van werkingsbudget voor leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7 en leerlingen met een GC-verslag of IAC-verslag type basisaanbod, 3 of 9.

2.3.2. Contactgegevens voor meer informatie

Voor meer informatie over deze maatregel kan u contact opnemen met:

- regelgeving: inge.wagemakers@ond.vlaanderen.be, tel.02 553 92 42 of theo.mardulier@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 95 27.

- praktische toepassing: uw schoolbeheerteam en, voor personeelsaspecten, uw werkstation.

2.4. Extra toelage voor anderstalige kleuters en anderstalige nieuwkomers jonger dan 5 jaar in het gewoon basisonderwijs

2.4.1. Algemeen

Scholen zullen geconfronteerd worden met een sterk stijgende vluchtelingenstroom en de daarbij horende toename van anderstaligen.

De anderstaligen jonger dan vijf jaar hebben momenteel geen aanvullende lestijden voor onthaalonderwijs in tegenstelling tot anderstalige nieuwkomers van vijf jaar en ouder.

Daarom wordt er voorzien in een extra financiële ondersteuning voor het kleuteronderwijs voor de anderstalige nieuwkomers jonger dan 5 jaar.

Per bijkomende anderstalige nieuwkomer jonger dan vijf jaar of per bijkomende kleuter die voldoet aan het leerlingenkenmerk thuistaal niet Nederlands, die de school op de instapdagen (bij de start van het schooljaar, op de eerste schooldag van februari, na de paasvakantie en na hemelvaart voor wat betreft de nieuwkomers jonger dan vijf jaar, en bij de start van het schooljaar en op de eerste schooldag van februari voor wat betreft de leerlingen met kenmerk thuistaal niet Nederlands) telt in vergelijking met zijn teldag of telperiode voor de omkadering en financiering, hebben de scholen recht op 950 euro extra ondersteuning. Er is telkens een telling op de instapdag. De uitbetaling gebeurt 2 keer per jaar.

Deze extra toelage blijft in voege tot het einde van het schooljaar waarin de Europese richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 van toepassing blijft.

2.4.2. Voorwaarden om de toelage te ontvangen

De school voor gewoon basisonderwijs voldoet aan één van de volgende criteria:

1° de school kent op de instapdag na de zomervakantie of de instapdag van de eerste schooldag van februari een stijging van het aantal kleuters dat voldoet aan het leerlingenkenmerk thuistaal niet de onderwijstaal ten opzichte van de teldag of telperiode voor de berekening van het werkingsbudget van het schooljaar 20XX-20XX+1;

2° de school telt op de instapdag na de zomervakantie, de eerste schooldag van februari, de instapdag na de paasvakantie of de instapdag na de Hemelvaartsvakantie minstens één leerling die uiterlijk op 31 december 20XX jonger dan vijf jaar is en die op de instapdag, gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet:

a) hij is een nieuwkomer, dit wil zeggen dat hij maximaal één jaar ononderbroken in België verblijft. Leerlingen die ressorteren onder een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan of die het schooljaar dat aan de instap in de school voorafgaat onder een dergelijk uitvoeringsbesluit geressorteerd hebben, hoeven niet te voldoen aan deze voorwaarde om de extra toelage te genereren.

b) hij heeft niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal;

c) hij beheerst onvoldoende de onderwijstaal om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen;

d) hij is maximaal negen maanden ingeschreven, vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen, in een school met het Nederlands als onderwijstaal.

Kleuters die op de betrokken instapdag van het schooljaar 20XX-20XX+1 waar ze voor het eerst geteld werden in de school aan de voorwaarde vermeld in 2° voldeden blijven aan deze voorwaarde voldoen voor het schooljaar 20XX-20XX+1.

2.4.3. Berekening van de extra toelage

De toelage wordt berekend op de instapdag na de zomervakantie, de instapdag van de eerste schooldag van februari , de instapdag na de paasvakantie en de instapdag na de Hemelvaartsvakantie.

De extra toelage waar de school, op de betrokken instapdag, recht op heeft, is 950 euro maal (C + (D-C)), waarbij, als D-C negatief is, dit gelijkgesteld wordt aan 0.

C = het totale aantal kleuters in de school die uiterlijk op 31 december 20XX jonger dan vijf jaar zijn en die op de betrokken instapdag, gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) hij is een nieuwkomer, dit wil zeggen dat hij maximaal één jaar ononderbroken in België verblijft. Leerlingen die ressorteren onder een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan of die het schooljaar dat aan de instap in de school voorafgaat onder een dergelijk uitvoeringsbesluit geressorteerd hebben, hoeven niet te voldoen aan deze voorwaarde om de extra toelage te genereren.

b) hij heeft niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal;

c) hij beheerst onvoldoende de onderwijstaal om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen;

d) hij is maximaal negen maanden ingeschreven, vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen, in een school met het Nederlands als onderwijstaal. (in het voorbeeld wordt gesproken van nieuwkomers jonger dan 5 jaar)

D = de totale stijging aan kleuters in de school, die voldoen aan het leerlingenkenmerk thuistaal niet de onderwijstaal op de betrokken instapdag ten opzichte van de teldag of telperiode voor de berekening van het werkingsbudget van het schooljaar 20XX-20XX+1.

Van dit bedrag wordt de toelage bekomen ten gevolge van eerdere herberekeningen tijdens het lopende schooljaar afgetrokken. Dit geeft de toelage bekomen ten gevolge van de herberekening.

Voor scholen met als teldag de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar (of de overeenstemmende telperiode) is er geen hertelling mogelijk op de instapdag na de zomervakantie.

Voor de berekening op de instapdag na de paasvakantie of na Hemelvaartsdag wordt D gelijkgesteld met 0.

2.4.4. Aanwending

De scholen kunnen de extra toelage uitsluitend voor activiteiten in het kader van initiatie in en versterking van het Nederlands aanwenden.

2.4.5. Aanstelling personeelsleden met de extra toelage

Met de extra toelage taalstimulering kunnen personeelsleden aangesteld worden via het systeem “Personeel betaald ten laste van het werkingsbudget”, op basis van artikel 154, § 2 van het decreet basisonderwijs. Dat houdt concreet in dat AGODI in eerste instantie het salaris van de betrokken leerkracht uitbetaalt en de totale loonkost twee keer per jaar terugvordert van het schoolbestuur. Meer informatie over de praktische uitvoering vindt u in rubriek 3 van bovenvermelde omzendbrief.

2.4.6. Voorbeelden

Voorbeeld 1

Een kleuterschool telt op 1 februari 2023 100 kleuters. 25 van deze kleuters hebben als thuistaal niet de onderwijstaal en 15 van deze kleuters zijn nieuwkomers jonger dan vijf jaar.

Op de teldag voor het schooljaar 2022-2023 telde de school geen kleuters met de thuistaal niet de onderwijstaal. De school telt op 1 februari 2023 dus 25 kleuters méér met de thuistaal niet de onderwijstaal t.o.v. de teldag voor de berekening van de werkingsmiddelen voor het schooljaar 2022-2023.

De school heeft recht op 950 euro maal (15 + (25-15)) ofwel 950 euro maal 25.

De school heeft recht op 23.750 euro.

Voorbeeld 2

Een kleuterschool telt op 1 februari 2023 100 kleuters. 25 van deze kleuters hebben als thuistaal niet de onderwijstaal en 15 van deze kleuters zijn nieuwkomers jonger dan vijf jaar.

Op de teldag voor het schooljaar 2022-2023 telde de school reeds 15 kleuters met de thuistaal niet de onderwijstaal. De school telt dus op 1 februari 2023 10 kleuters méér met de thuistaal niet de onderwijstaal t.o.v. de teldag voor de berekening van de werkingsmiddelen voor het schooljaar 2022-2023.

De school heeft recht op 950 euro maal (15 + (10-15)). Aangezien (10-15) negatief is wordt dit gelijk gesteld met nul.

De school heeft recht op 950 euro maal 15. De school heeft recht op 14.250 euro ten gevolge van de berekening op dit instapmoment.

Dezelfde keuterschool telt op 17 april 2023, de instapdag na de paasvakantie 130 kleuters. 35 van deze kleuters hebben als thuistaal niet de onderwijstaal en 25 van deze kleuters zijn nieuwkomers jonger dan vijf jaar.

Voor de berekening op de instapdag na de paasvakantie wordt D gelijkgesteld met 0. Er wordt m.a.w. geen rekening gehouden met het aantal TNN’ers.

De school heeft recht op 950 euro maal (25 + (0-25)). Aangezien (0-25) negatief is wordt dit gelijk gesteld met nul

950 euro maal 25 geeft 23.750 euro. De school had echter reeds recht op 14.250 euro bij de vorige berekening. De school heeft ten gevolge van deze herberekening recht op 9.500 euro.

De school heeft in totaal dus recht op 23.750 euro, nl. 14.250 euro na de instapdag van 1 februari 2023 en 9500 euro na de instapdag van 17 april 2023.

2.4.7. Praktische schikkingen AGODI

De toelage die het resultaat is van berekeningen tot en met 15 november 20XX wordt uiterlijk op 31 december 20XX uitbetaald. De toelage voor berekeningen tijdens de periode 16 november 20XX tot en met de laatste instapdag van het schooljaar wordt uiterlijk op 1 september 20XX+1 uitbetaald.

Registratie in Discimus

1° de uitwisseling van het leerlingenkenmerk "thuistaal niet de onderwijstaal" gebeurt ook nu al via Discimus. Hier wijzigt niets aan.

2° leerlingen die in aanmerking komen als "nieuwkomer jonger dan 5 jaar" worden als "AN" geregistreerd in uw schooladministratiepakket en vervolgens uitgewisseld via Discimus. Daarnaast moet voor deze leerlingen een verklaring op eer (bijlage 1 bij deze omzendbrief) ingevuld worden en gedateerd en ondertekend door de ouders of door een persoon die de minderjarige leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring heeft. Deze verklaringen worden ter controle van de verificatie beschikbaar gehouden.

Op basis van deze registraties in Discimus, kan AGODI berekenen of uw school in aanmerking komt voor de extra toelage. Registreer deze gegevens daarom zo snel mogelijk in Discimus.

Verder is het belangrijk om het rijksregisternummer of bisnummer, indien beschikbaar, correct te registreren.

Voor berekeningen m.b.t. instapdag 1 september 20XX registreer je uiterlijk 15 oktober 20XX de nodige leerlingengegevens in Discimus.

Voor berekeningen m.b.t. de instapdagen van de eerste schooldag van februari 20XX+1, na de paasvakantie en na de hemelvaartsvakantie registreer je het leerlingenkenmerk "thuistaal niet de onderwijstaal" uiterlijk 15 mei 20XX+1 en "AN jonger dan 5 jaar" uiterlijk 30 juni 20XX+1 in Discimus.

2.4.8. Contactgegevens voor meer informatie

Voor meer informatie over deze maatregel kan u contact opnemen met:

- regelgeving: bart.bruylandt@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 92 20.

- praktische toepassing: uw schoolbeheerteam en, voor personeelsmateries, uw werkstation.

2.5. Omzetting van lestijden anderstalige nieuwkomers, in het gewoon basisonderwijs, naar punten bij gebrek aan onderwijzend personeel

2.5.1. Algemeen

Bij een tekort aan onderwijzend personeel kan het schoolbestuur de aan de school voor gewoon basisonderwijs toegekende aanvullende lestijden voor anderstalige en gewezen anderstalige nieuwkomers, ook aanwenden in ambten van het beleids- en ondersteunend personeel.

De omzettingen kunnen telkens gebeuren vanaf 1 oktober van het lopende schooljaar in kwestie en gelden voor de duur van het lopende schooljaar.

Een omzetting van lestijden eindigt als het personeelslid dat aangesteld is in een betrekking die via de omzetting werd ingericht in een ambt van het beleids- en ondersteunend personeel, tijdens het schooljaar vrijwillig ontslag neemt volgens artikel 25 van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of volgens artikel 26 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. In dit geval eindigt de omzetting voor het overeenkomend deel van de lestijden vanaf het ogenblik dat het ontslag ingaat.

De punten die verkregen worden door de omzetting worden maximaal ter ondersteuning op de klasvloer in de scholen basisonderwijs aangewend voor de ondersteuning van de anderstalige nieuwkomers.

De criteria om het tekort aan onderwijzend personeel te bepalen en de aanwending in ambten van het beleids- en ondersteunend personeel, in het kader van de omzetting, worden vastgelegd na onderhandeling in het bevoegde lokale comité.

De betrekkingen die ingericht worden in ambten van het beleids- en ondersteunend personeel, door de omzetting, komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen.

De omzetting van de lestijden naar punten gebeurt volgens de onderstaande tabel:

lestijden  

punten  

1  

4  

2  

7  

3  

11  

4  

14  

5  

18  

6  

21  

7  

25  

8  

28  

9  

32  

10  

35  

11  

39  

12  

43  

13  

46  

14  

50  

15  

53  

16  

57  

17  

60  

18  

64  

19  

67  

20  

71  

21  

74  

22  

78  

23  

81  

24  

85  

Uit de punten kunnen de volgende ambten uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel worden ingericht:

1° het ambt van zorg-coördinator;

2° het ambt van ICT-coördinator;

3° het ambt van administratief medewerker;

4° het ambt van beleidsondersteuner.

De omrekening van punten naar de gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het beleids- en ondersteund personeel gebeurt volgens de bepalingen van de omzendbrief puntenenveloppen voor scholen en scholengemeenschappen: personeelsformatie en personeelsaspecten).

2.5.2. Melding

De personeelsleden die aangesteld worden in de ambten van het beleids- en ondersteunend personeel, na omzetting van de lestijden anderstalige nieuwkomers, in punten meldt u met OOM-code 38.

Voorbeeld

Een school ontvangt op 1 oktober 6 lestijden anderstalige nieuwkomers. De school kiest ervoor om alle 6 lestijden om te zetten naar punten. Dat resulteert in 21 punten. Daarmee richt zij een tijdelijke betrekking op van 9/36 administratief medewerker opleidingsniveau ten minste bachelor.

U maakt één bericht met geldigheidsdatum 01.10:

RL1/ administratief medewerker bachelor/ 9 u ATO 02/ einddatum 31.08/ OOM 38

2.5.3. Contactgegevens voor meer informatie

Voor meer informatie over deze maatregel kan u contact opnemen met:

- regelgeving: bart.bruylandt@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 92 20.

- praktische toepassing: uw schoolbeheerteam en, voor personeelsmateries, uw werkstation.

2.6. Tijdelijke verslagen voor leerlingen in het basisonderwijs en secundair onderwijs

2.6.1. Algemeen

Tot in schooljaar 2022-2023 was er de mogelijkheid tot opmaak van tijdelijke verslagen voor toegang tot een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of voor toegang tot buitengewoon onderwijs zonder de vereiste van een medische/classificerende diagnose, voor uit Oekraïne gevluchte leerlingen (leerlingen die ten gevolge van de crisis in Oekraïne ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Europese Unie. Dit zijn m.a.w. leerlingen met het statuut tijdelijke bescherming).

Vanaf schooljaar 2023-2024 kunnen geen tijdelijke verslagen meer worden opgemaakt. Voor leerlingen die nog over een tijdelijk verslag beschikken moet een classificerende diagnose worden bekomen voor het einde van schooljaar 2023-2024. Als een classificerende diagnose wordt bekomen, wordt het tijdelijk verslag omgezet in een verslag. Indien er geen classificerende diagnose is, vervalt de toegang tot een IAC of de inschrijving in buitengewoon onderwijs.

2.6.2. Contactgegevens voor meer informatie

Voor meer informatie over deze maatregel kan u contact opnemen met inge.wagemakers@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 92 42 en theo.mardulier@ond.vlaanderen.be, tel. 02 553 95 27.

2.7. Middelen voor de huur van bestaande gebouwen en van tijdelijke modulaire units (verhogen infrastructuurcapaciteit)

2.7.1. Algemeen

Scholen krijgen extra middelen zodat ze bestaande gebouwen en modulaire units kunnen huren (met maximum bedrag per vierkante meter)

  • Alle kosten voor tijdelijke modulaire units voor noodopvang, worden vergoed: plaatsing, omgevingswerken, huur en ophaling.

  • Er is een eenmalige vergoeding voor de inrichting van gehuurde bestaande gebouwen en van modulaire units.

  • Voor de modulaire units is er een vergoeding voor eenmalige kosten voor nutsvoorziening, fundering en beperkte omgevingsaanleg.

2.7.2. Contactgegevens voor meer informatie

Meer informatie vindt u op deze webpagina. Met vragen over infrastructuur in het gesubsidieerd onderwijs kan u terecht op het mailadres oekraine@agion.be.

2.8. Ondersteuningsaanbod AGODI

2.8.1. Algemeen

Scholen en lokale besturen kunnen een beroep doen op het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) voor:

Ondersteuning bij het maken van een afsprakenkader (opvang, aanbod en toeleiding naar het onderwijs).

Toelichting over (nieuwe) regelgeving over de organisatie van het onderwijs.

Contactinfo van lokale partners en partners op Vlaams niveau.

AGODI werkt vraaggestuurd, complementair aan andere partners en op maat van de ondersteuningsnoden van wie de vraag stelt.

2.8.2. Contactgegevens voor meer informatie

Voor meer informatie over het ondersteuningsaanbod kan u contact opnemen via oekraiensevluchtelingen.agodi@vlaanderen.be.

2.9. Extra werkingsbudget CLB voor onthaal en begeleiding

Vanaf het begrotingsjaar 2023 wordt er tot het einde van het schooljaar waarin er een uitvoeringsbesluit van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan in werking is, extra werkingsbudget toegekend aan de CLB’s voor het onthaal en de begeleiding van Oekraïense vluchtelingen.

Het extra werkingsbudget bedraagt 150,7662 euro per leerling die ressorteert onder dergelijk uitvoeringsbesluit.

De middelen kunnen gebruikt worden om personeel aan te stellen. De middelen worden ingezet voor de organisatie en de uitvoering van het onthaal van de leerling, kort na de inschrijving van de leerling in de school, en de andere opdrachten m.b.t. het psychisch en sociaal functioneren, de preventieve gezondheidszorg, de onderwijsloopbaan en het leren en studeren zoals opgenomen in het decreet leerlingenbegeleiding en het uitvoeringsbesluit operationalisering leerlingenbegeleiding.

Om alle CLB’s netoverstijgend te ondersteunen in bovenstaande opdracht wordt er vanaf het begrotingsjaar 2022 en tot het einde van het schooljaar waarin er een uitvoeringsbesluit van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan in werking is, 59.017 extra werkingsbudget toegekend aan één van de permanente ondersteuningscellen voor de aanstelling van een medewerker. Deze medewerker heeft bij de uitvoering van de opdracht aandacht voor een gelijkgerichte aanpak. Het is noodzakelijk dat de maatregelen die in onderwijs maar ook in andere beleidsdomeinen genomen worden en impact hebben op de leerlingenbegeleiding van het CLB, zoveel als mogelijk een gelijkgerichte uitvoering kennen voor alle CLB’s in functie van haalbaarheid en herkenbaarheid. Zo worden in het kader van de prioritaire maatregelen op het vlak van preventie en controle van infectieziekten voor Oekraïense vluchtelingen lokaal afspraken gemaakt over medische screening en vaccinatie waarbij CLB’s een sensibiliserende en waar nodig aanklampende rol opnemen om Oekraïense vluchtelingen toe te leiden naar de lokale verantwoordelijke instanties voor medische screening en prioritaire vaccinatie. De medewerker heeft ook de opdracht om de CLB’s te ondersteunen in hun trauma sensitieve werking en fungeert als contactpersoon voor de CLB’s, de vertegenwoordigers van de centrumnetten CLB, de verschillende betrokken overheden andere betrokken partners.

De middelen worden toegekend aan één permanente ondersteuningscel maar worden netoverstijgend ingezet.

3. Bijlagen

- (1):                 Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen