Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het voltijds gewoon secundair onderwijs

Opgelet! Om adequaat met de gevolgen van de Oekraïne-crisis voor onderwijs te kunnen omgaan, werden enkele dringende tijdelijke maatregelen genomen. Bepaalde regelgeving die u in deze omzendbrief vindt, kan daardoor tijdelijk door een dringende maatregel aangepast zijn. Deze omzendbrief moet u daarom samenlezen met omzendbrief SO/2022/01.

Vanaf 1 september 2024 kan een school voor de organisatie van het onthaaljaar voor leerlingen die ten minste de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, samenwerken met één of meerdere centra voor volwassenenonderwijs en/of centra voor basiseducatie. Zie punt 2.4 van deze omzendbrief.

Wijzigingen naar aanleiding van nieuwe regelgeving:

- Nieuwe berekeningsmodaliteiten vanaf het schooljaar 2016-2017 voor de specifieke uren-leraar onthaalonderwijs met betrekking tot vervolgschool-coaching. Het gaat om een substantiële verhoging van de middelen. Daarnaast wordt de tweeledige opdracht van de vervolgschool-coach versterkt, zodat vanaf 1/9/2016 ook meer kan worden ingezet op expertise-opbouw en –overdracht in het vervolgonderwijs.

- Actualisering in functie van de mogelijkheid vanaf het schooljaar 2015-2016 om ook onthaalonderwijs in te richten door scholen voor voltijds gewoon secundair onderwijs die niet tot een scholengemeenschap behoren.

1. Doelstelling van het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers

Het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers heeft tot doel anderstalige leerlingen, die onlangs in België zijn aangekomen, op te vangen, hen zo snel mogelijk Nederlands te leren en hen te integreren in de onderwijsvorm en studierichting die het nauwst aansluit bij de individuele capaciteiten van deze anderstalige nieuwkomer. Het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers moet het voor de betrokken leerlingen dus mogelijk maken hun leerloopbaan in het regulier secundair onderwijs of desgevallend ruimer in vervolgonderwijs met succes voort te zetten.

Het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers bevat daarom eerst een onthaaljaar. Het leerprogramma van het onthaaljaar is zeer sterk gericht op het verwerven van het Nederlands en op integratie/inburgering. Met het oog hierop werden de ontwikkelingsdoelen "Nederlands voor nieuwkomers in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers" ontwikkeld.

Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers is echter niet beperkt tot een onthaaljaar, maar omvat ook ondersteuning, begeleiding en opvolging van gewezen anderstalige nieuwkomers en expertise-overdracht en –opbouw in het regulier secundair onderwijs met betrekking tot gewezen anderstalige nieuwkomers. De combinatie van deze twee vormt dan het geheel van onthaalonderwijs.

Het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers wordt ondersteund door de pedagogische begeleidingsdiensten en door het Centrum voor Taal en Onderwijs (voorheen Steunpunt NT2), Blijde Inkomststraat 7 te Leuven (tel.:016/32.53.67.) www.nt2.be.

2. Voorwaarden voor de toekenning van de specifieke uren-leraar

Onthaalonderwijs wordt georganiseerd door hetzij een of meer voltijds secundaire scholen binnen een scholengemeenschap, hetzij door een voltijds secundaire school die niet tot een scholengemeenschap behoort.

In het geval van organisatie binnen een scholengemeenschap zal het, om flexibel te kunnen inspelen op de specifieke doelgroep van anderstalige nieuwkomers en om maximaal rekening te houden met de pedagogisch-didactische draagkracht van de school bij de opvang van de anderstalige nieuwkomers, noodzakelijk zijn dat binnen die scholengemeenschap vooraf afspraken worden gemaakt over welke scholen onthaalklassen organiseren. Zo kan voor de ene regio één school binnen één scholengemeenschap volstaan, terwijl in andere (grootstedelijke) regio's verschillende scholen van één of meer scholengemeenschappen noodzakelijk zullen zijn om de instroom van anderstalige nieuwkomers georganiseerd op te vangen.

Voor de organisatie van onthaalonderwijs gelden zowel organisatorische als inhoudelijke voorwaarden.

2.1. Organisatorische voorwaarden

2.1.1. Indienen van een aanvraag

De programmatie van onthaalonderwijs kan slechts na gemotiveerde aanvraag en na goedkeuring door de Vlaamse Regering.

Zie in dit verband de programmatiebepalingen van de omzendbrief SO 61.

Indien in het geval van een scholengemeenschap het bestaande aanbod van scholen met onthaalonderwijs wijzigt (uitbreiding of inkrimping), dan is dat GEEN programmatie maar moet wel het AGODI vooraf op de hoogte worden gebracht.

Indien de voltijds secundaire school beslist om het aanbod onthaalonderwijs integraal stop te zetten, dan wordt dat ook aan AGODI meegedeeld.

2.1.2. Definitie anderstalige nieuwkomer

Een leerling wordt beschouwd als anderstalige nieuwkomer en kan als regelmatige leerling tot het onthaaljaar toegelaten worden wanneer hij voldoet aan alle volgende voorwaarden:

1) op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar enerzijds minstens twaalf jaar en anderzijds geen achttien jaar geworden zijn;

2) een nieuwkomer zijn, dat wil zeggen maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven;

3) niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal hebben;

4) onvoldoende de onderwijstaal beheersen om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen;

5) maximaal negen maanden ingeschreven zijn (vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen) in een school met het Nederlands als onderwijstaal.

Een anderstalige nieuwkomer die officieel verblijft in een open asielcentrum en die op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar minstens twaalf jaar en geen achttien jaar geworden is, kan ook als regelmatige leerling tot het onthaaljaar worden toegelaten.

Het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers is niet bedoeld voor buitenlandse jongeren die in een secundaire school tijdelijk worden ingeschreven in het kader van een uitwisselingsprogramma. Deze jongeren zullen dan ook nooit als regelmatige anderstalige nieuwkomer binnen het onthaalonderwijs in aanmerking worden genomen.

2.1.2.1. Bewijslast

Om vast te stellen of een leerling in het onthaaljaar aan de voorwaarden met betrekking tot de verblijfsduur en de thuis-/of moedertaal voldoet, moet de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of de minderjarige leerplichtige leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring heeft, een schriftelijke verklaring op eer invullen (bijlage 1). Deze verklaringen blijven in de school ter beschikking van de verificateur (zie ook punt 6).

Met de verklaring op eer voor het beantwoorden aan de tweede voorwaarde wordt echter geen rekening gehouden indien in het inschrijvings- of leerlingendossier documenten aanwezig zijn die deze verklaring tegenspreken.

De directeur van de school bepaalt in overleg met de betrokken leraars of de leerling in kwestie de onderwijstaal onvoldoende beheerst om met goed gevolg de lessen te kunnen bijwonen.

Met een attest van het asielcentrum waar hij verblijft, toont een leerling aan dat hij voldoet aan de voorwaarde om als anderstalige nieuwkomer beschouwd te worden en om toegelaten te worden tot het onthaaljaar.

2.1.2.2. Afwijkingsmogelijkheden

Gelet op het verhoogd aantal anderstalige nieuwkomers en de huidige capaciteitsdruk in het onthaalonderwijs in sommige regio’s, kan de toelatingsklassenraad tijdelijk slechts voor volgende leerlingen afwijken op de leeftijdsvoorwaarde:

- leerlingen die uiterlijk op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar 11 jaar zijn geworden en starten na de krokusvakantie (sinds 1 januari 2023);

- leerlingen die op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar 18 jaar zijn geworden én reeds waren ingeschreven in het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers tijdens het voorgaande schooljaar (vanaf 1 september 2023). Dit geeft deze leerlingen de mogelijkheid om het traject dat zij reeds gestart waren in het onthaaljaar verder te zetten. De klassenraad moet bij deze beslissing eventuele lokale capaciteitsdruk in het onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers mee in overweging nemen.

Het betreft een tijdelijke maatregel die geldig is tot aan het einde van het schooljaar waarin richtlijn 2001/55/EG afloopt. Meer info vindt u in rubriek 4.4 van de omzendbrief SO/2022/01 Dringende maatregelen voor het secundair onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis.

Voor individuele leerlingen kan in uitzonderlijke en bijzondere omstandigheden van de voorwaarden met betrekking tot leeftijd, verblijfsduur en schoolloopbaan in het Nederlandstalig onderwijs afgeweken worden.

De bevoegdheid om af te wijken van bovenvermelde voorwaarden ligt bij de toelatingsklassenraad onder de volgende modaliteiten:

1° de toelatingsklassenraad een gunstige en gemotiveerde beslissing neemt uiterlijk 25 lesdagen na aanvang van de regelmatige lesbijwoning;

2° de klassenraad ten minste uit alle stemgerechtigde leden en een afgevaardigde van het betrokken CLB bestaat;

3° voor de toegestane afwijking wordt de gunstige en gemotiveerde beslissing van de toelatingsklassenraad opgenomen in het leerlingendossier en ter inzage gelegd op school voor de verificateur (zie ook punt 6). Elke afwijking moet ook worden geregistreerd in het hiervoor voorziene veld in Discimus.

Voor de regularisatie van de laattijdige inschrijving van de anderstalige nieuwkomer moet geen afwijking voorzien worden. Deze laattijdige inschrijving kan geregulariseerd worden door de school rekening houdend met de richtlijnen in de omzendbrief SO/2005/04.

2.1.3. Vereist aantal anderstalige nieuwkomers

Er geldt GEEN minimumnorm "anderstalige nieuwkomers".

2.1.4. De "contactschool"

In het geval onthaalonderwijs wordt georganiseerd binnen een scholengemeenschap wordt één school van die scholengemeenschap als contactschool aangeduid voor AGODI. De contactschool fungeert dus niet als individuele school maar treedt op in functie van de scholengemeenschap indien meerdere scholen van deze scholengemeenschap onthaalonderwijs inrichten.

In het geval onthaalonderwijs wordt georganiseerd door een school buiten een scholengemeenschap dan is het begrip "contactschool" als dusdanig niet van toepassing.

Het voorgaande kan niet los worden gezien van de programmatieregeling voor onthaalonderwijs: binnen een scholengemeenschap gebeurt de programmatieaanvraag namens die scholengemeenschap door het bestuur van de contactschool, buiten een scholengemeenschap gebeurt de programmatieaanvraag door een schoolbestuur per afzonderlijke school die onthaalonderwijs wenst te organiseren.

2.1.5. Overleg en coördinatie

In het geval onthaalonderwijs wordt georganiseerd binnen een scholengemeenschap moet, met het oog op de pedagogisch-didactische en de organisatorische afstemming, een gestructureerd en systematisch overleg door de scholengemeenschap georganiseerd worden.

Zo worden er best voorafgaande afspraken gemaakt tussen de contactschool en de andere organiserende onthaalscholen van de scholengemeenschap inzake de verdeelsleutel voor de specifieke uren-leraar en de reguliere uren-leraar die de anderstalige nieuwkomers genereren (zie verder onder punt 4).

2.1.6. Samenwerking met het CLB

In samenwerking met het betrokken CLB wordt sterke aandacht besteed aan de begeleiding en oriëntering van de anderstalige nieuwkomer aansluitend op zijn of haar intrinsieke capaciteiten.

2.2. Inhoudelijke voorwaarden

2.2.1. Ontwikkelingsdoelen

Voor het onthaalonderwijs gelden de ontwikkelingsdoelen "Nederlands voor nieuwkomers in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers".

Wat in een onthaalklas aan bod komt, is gericht op een zo breed mogelijk publiek en biedt tegelijk de mogelijkheid om een gedifferentieerd aanbod te doen naargelang van de beginsituatie en de noden van het publiek.

De ontwikkelingsdoelen beschrijven daarvoor het minimum waaraan met elke leerling wordt gewerkt. De doelen worden nagestreefd.

Voor meer informatie, zie: Ontwikkelingsdoelen Nederlands voor nieuwkomers - OKAN secundair onderwijs

2.2.2. Uitwerken van een leertraject

Elke school met onthaalonderwijs verbindt zich er toe voor elke anderstalige nieuwkomer een leertraject uit te werken dat voldoet aan de ontwikkelingsdoelen van het onthaalonderwijs. Voor elke anderstalige nieuwkomer wordt een individueel leertraject uitgewerkt waarin het niveau doorheen het jaar voor elke leerling wordt bijgesteld rekening houdend met zijn mogelijkheden en tussentijdse resultaten. De doelstellingen van het onthaaljaar vormen daarvoor het kader.

Uit het leertraject moet duidelijk de opvolging van de anderstalige nieuwkomer blijken. Uiteraard gebeurt dit in samenwerking met het betrokken CLB. Uitgaande van de beginsituatie van de anderstalige nieuwkomer wordt er namelijk een strategie uitgestippeld om de ontwikkelingsdoelen na te streven. Tevens wordt de wijze van evalueren opgenomen in het leertraject.

Van cruciaal belang is eveneens dat de scholen alle mogelijke informatie bijhouden betreffende de ingeschreven anderstalige nieuwkomers en hun doorstroming. Zowel wat de anderstalige nieuwkomers betreft die tijdens het schooljaar het onthaalonderwijs hebben verlaten, als deze die na het schooljaar doorstromen naar het regulier onderwijs (adres nieuwe school, soort onderwijs zoals gewoon-buitengewoon en voltijds-deeltijds, onderwijsvorm studiegebied, studierichting, leerjaar,..) en/of degenen die nog (een deel van) het volgend schooljaar in het onthaalonderwijs ingeschreven blijven. Het is van primordiaal belang dat bij de overstap naar het regulier onderwijs (binnen of buiten de eigen school of scholengemeenschap) alle relevante leerlingenformatie zo spoedig mogelijk wordt overgemaakt.

2.2.3. Nascholing

Elke school met onthaalonderwijs verbindt zich er toe de personeelsleden het recht op deelname te garanderen op nascholing over taalvaardigheidsonderwijs Nederlands, intercultureel onderwijs.

De school zal de nascholing omtrent taalvaardigheid Nederlands en intercultureel onderwijs opnemen in haar aanbod.

2.2.4. Ondersteuning

Elke school met onthaalonderwijs neemt initiatieven tot ondersteuning van deze leerlingen. Deze ondersteuning gebeurt zowel tijdens de periode van het onthaaljaar alsook bij en na de overgang naar het regulier onderwijs, niet in het minst als de leerling bij deze overgang van school of scholengemeenschap verandert.

Zo kan bijv. tijdens het onthaaljaar bij de opvolging van een anderstalige nieuwkomer blijken dat met het oog op de latere doorstroming naar het regulier onderwijs, het pedagogisch verantwoord zou zijn, om deze leerling een vak te laten volgen dat echter niet in het studieaanbod is opgenomen van de eigen school maar in een andere school. Er kan bijvoorbeeld ook beslist worden om leerlingen gedurende een beperkte periode (maximum enkele weken) tijdens het onthaaljaar te laten proeven van het regulier onderwijs om de leerling aldus voor te bereiden op de overstap naar het regulier onderwijs (zie optie onder punt 2.3.); voor die periode dat de leerling buiten het onthaaljaar wordt geplaatst, is geen wettiging van afwezigheid vereist.

Inrichters van onthaalonderwijs krijgen extra uren-leraar om in ondersteuning te voorzien na de overstap naar het regulier onderwijs. Uit onderzoek van het Centrum voor Taal en Onderwijs blijkt immers dat het verbeteren van het begrip en de expertise van reguliere leerkrachten in de onthaalschool en daarbuiten door middel van coaching door leerkrachten van het onthaalonderwijs, de aanwezigheid van een vervolgschoolcoach, een goede doorstroming van leerlingeninformatie en het onderhouden van contacten met de ex-onthaalleerlingen een belangrijke weerslag hebben op de schoolresultaten van de ex-onthaalleerlingen.

Naast algemene ondersteunende activiteiten zullen individuele initiatieven opgenomen en omschreven worden in het leertraject zoals bedoeld onder punt 2.2.2.

2.3. EEN OPTIE: de vrije besteding van vier wekelijkse uren-leraar onthaal per anderstalige nieuwkomer in het onthaaljaar

Het wekelijkse lessenrooster van het onthaaljaar beslaat minstens 28 uren-leraar en hoogstens 32 uren-leraar (inclusief godsdienst/niet-confessionele zedenleer/eigen cultuur en religie/cultuurbeschouwing en 4 vrij te besteden uren).

Het leerprogramma van het onthaaljaar is zeer sterk gericht op het verwerven van het Nederlands. Om die reden worden, met uitsluiting van de uren-leraar voor godsdienst of niet-confessionele zedenleer, eigen cultuur en religie of cultuurbeschouwing, in principe alle uren-leraar uitsluitend gebruikt voor het aanleren van Nederlands door middel van het algemeen vak "Nederlands voor nieuwkomers".

Toch kan door de school per anderstalige nieuwkomer maximaal 4 wekelijkse uren-leraar anders ingevuld worden dan voor het aanleren van Nederlands.

De beslissing omtrent het tijdstip waarop deze vrije aanwending van een aantal uren-leraar dient te starten en omtrent de concrete invulling van dit deel van het wekelijkse lessenrooster ligt bij de school.

De invulling kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op de oriëntatie van de leerling naar een bepaalde onderwijsvorm en studierichting.

Zo kan de school op basis van een analyse van de individuele mogelijkheden, het potentieel en de voorkennis van de anderstalige nieuwkomer, beslissen dat de leerling het vak Engels, Frans of wiskunde,... volgt.

Tevens zou een individuele bijscholing kunnen voorzien worden voor de leerling. Ook zou de leerling het vak lichamelijke opvoeding kunnen volgen.

Het gebruik van deze opties zal tevens bijdragen tot een meer optimale integratie in het schoolleven.

Wanneer van deze optie gebruik wordt gemaakt door de school zal deze omschreven en opgevolgd worden in het individueel leertraject zoals bedoeld in punt 2.2.2.

2.4. Samenwerkingsmogelijkheid met het volwassenonderwijs

Voor de organisatie van het onthaaljaar kan een school voor leerlingen die ten minste de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, samenwerken met één of meerdere centra voor volwassenenonderwijs en/of centra voor basiseducatie.

De school is steeds verantwoordelijk voor de coördinatie van de samenwerking, die wordt vastgelegd in een overeenkomst, waarin ten minste de volgende elementen worden opgenomen:

  • de partners waarmee wordt samengewerkt;
  • de invulling van de samenwerking;
  • de looptijd van de samenwerking;
  • de afspraken over de opvolging van de leerlingen en de kwaliteitszorg;
  • de afspraken over het inzetten van personeel. Het protocol van de onderhandelingen hierover in de lokale comités wordt als bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst gevoegd.

Het is uitsluitend de school die bevoegd en verantwoordelijk is voor de inschrijving van leerlingen voor het onthaaljaar, het uitwerken per leerling van een individueel leertraject zoals bedoeld onder punt 2.2.2., de programmatie van het onthaaljaar, de studiebekrachtiging en de kwaliteitszorg. Het feit dat de school met een centrum voor volwassenenonderwijs en/of een centrum voor basiseducatie afspraken maakt over de kwaliteitszorg, ontslaat een school niet van de verantwoordelijkheid voor de kwaliteitszorg.

Na onderhandeling in het lokale comité, kan de school uren-leraar overdragen aan een centrum voor volwassenenonderwijs of een centrum voor basiseducatie waarmee wordt samengewerkt. Bij de overdracht van uren-leraar naar:

  • een centrum voor volwassenenonderwijs wordt elk overgedragen uur-leraar omgezet in 40 leraarsuren;
  • een centrum voor basiseducatie wordt elk overgedragen uur-leraar omgezet in 0,05 VTE.

De overdracht wordt meegedeeld via de zending "Aanwending middelen".

3. Bekrachtiging van de studie

Bij het beëindigen van de volledige effectieve periode dat de anderstalige nieuwkomer het onthaaljaar als regelmatige leerling heeft gevolgd, krijgt hij een attest van regelmatige lesbijwoning in het onthaaljaar (zie bijlage 2). Dit attest geeft recht op vrijstelling van de inburgeringsplicht in het kader van het Vlaams inburgerings- en integratiebeleid op voorwaarde dat de leerling het onthaaljaar gedurende een volledig schooljaar heeft gevolgd, zijnde ten minste negen maanden (juli en augustus niet inbegrepen) gespreid over één of twee schooljaren.

Het moment waarop een anderstalige nieuwkomer het attest van regelmatige leerling verkrijgt én kan doorstromen naar vervolgonderwijs, hangt dus samen met zijn eigen individueel traject. Dit komt er bijvoorbeeld op neer dat de leerling doorstroomt naar het vervolgonderwijs:

  • ofwel in de loop van het schooljaar waarin met het onthaaljaar is gestart
  • ofwel na voltooiing van het schooljaar waarin met het onthaaljaar is gestart
  • ofwel in de loop van het (tweede aansluitende) schooljaar waarin – na verkregen afwijking - het onthaaljaar werd gevolgd
  • ofwel na voltooiing van het (tweede aansluitende) schooljaar waarin – na verkregen afwijking - het onthaaljaar werd gevolgd.

Bijlage 3 bevat een model aan de hand waarvan de school per schooljaar een overzicht maakt van alle leerlingen die een attest van regelmatige lesbijwoning hebben ontvangen. Dit overzicht ligt op school ter inzage van de verificateur.

De klassenraad van het onthaaljaar formuleert ook een advies met betrekking tot de doorstroom van de leerling naar vervolgonderwijs.

Voor leerlingen die het onthaaljaar verlaten, maar nog niet in aanmerking komen voor het attest van regelmatige lesbijwoning kan de school een schooleigen deelnameattest afleveren. Voor het deelnameattest is er geen model voorzien. De school maakt zelf een model op.

4. Doorstroom naar vervolgonderwijs

Na het doorlopen van het onthaaljaar kan een leerling doorstromen naar vervolgonderwijs. Afhankelijk van zijn leeftijd en zijn leerperspectief kan een leerling ervoor kiezen om door te stromen binnen het secundair onderwijs, naar het volwassenenonderwijs of naar andere opleidings- en vormingsinitiatieven.

4.1. Verdere oriëntering en integratie in het secundair onderwijs

Na het doorlopen van het onthaaljaar wordt de anderstalige nieuwkomer geïntegreerd in het regulier onderwijs, rekening houdend met de reglementaire toelatingsvoorwaarden (cfr. omzendbrief SO 64 voor het voltijds en SO/2008/08 voor het deeltijds secundair onderwijs). In de praktijk zal dat er hoofdzakelijk op neerkomen dat de instroom plaats vindt hetzij op basis van een beslissing van de toelatingsklassenraad, hetzij op basis van leeftijd.

De toelatingsklassenraad moet bij de beslissing rekening houden met het advies van de klassenraad van het onthaaljaar. Elke beslissing die afwijkt van het advies moet worden gemotiveerd.

4.2. Overstap naar een gewoon leerjaar van het voltijds secundair onderwijs in de loop van het schooljaar

Indien een leerling in de loop van het schooljaar wenst over te schakelen van het onthaaljaar naar een gewoon leerjaar in het voltijds secundair onderwijs kan de school de afwezigheid in het bewuste structuuronderdeel zelf regulariseren (zie omzendbrief SO/2005/04 rubriek 2.2 "door de school gewettigde afwezigheden").

Uiteraard kan een inschrijving als regelmatige leerling in een ander structuuronderdeel van het voltijds secundair onderwijs slechts plaats vinden mits te beantwoorden aan de bestaande reglementaire toelatings- en overgangsvoorwaarden en het vermelde onder het vorige punt 4.1.

5. Berekening van de verschillende pakketten uren-leraar gegenereerd door de organisatie van onthaalonderwijs

5.1. Het specifieke pakket uren-leraar onthaal

Er wordt voor het inrichten van onthaalonderwijs een specifiek pakket uren-leraar toegekend. Voor wat betreft het onthaaljaar gebeurt dit in functie van het aantal anderstalige nieuwkomers. Deze omkadering kan alleen aangewend worden voor de organisatie van het onthaalonderwijs. In het geval het onthaalonderwijs wordt georganiseerd door meerdere scholen binnen een scholengemeenschap , dan beslist die scholengemeenschap hoe de specifieke uren-leraar worden verdeeld over de verschillende scholen met onthaalonderwijs.

In geen geval kunnen uren-leraar uit deze specifieke omkadering overgeheveld worden naar het jaarlijks globaal pakket uren-leraar dat aan de school wordt toegekend.

Het omgekeerde is wel het geval. De specifieke omkadering kan aangevuld worden met uren-leraar afkomstig van het jaarlijks globaal pakket uren-leraar, inclusief de uren levensbeschouwelijk onderricht, met dien verstande dat deze laatste uren voorbehouden blijven voor het geven van levensbeschouwelijk onderricht. De (niet-specifieke) uren-leraar die anderstalige nieuwkomers genereren voor het jaarlijks globaal pakket uren-leraar kunnen uiteraard ook worden ingezet voor de organisatie van onthaalonderwijs.

5.1.1. Specifieke omkadering voor het onthaaljaar

Elke contactschool van de scholengemeenschap en elke school met onthaalonderwijs buiten een scholengemeenschap krijgt 2,5 uren-leraar per regelmatige anderstalige nieuwkomer in het onthaaljaar. De berekeningswijze gebeurt op basis van volgende ijkdata.

1° Voor de maand september waarin het onthaalonderwijs wordt georganiseerd, wordt het aantal leerlingen geteld op de laatste lesdag van die maand.

2° Indien het onthaalonderwijs (effectief) wordt ingericht op de eerste lesdag van oktober, wordt vanaf dan het aantal leerlingen geteld op die eerste lesdag van oktober. Indien het onthaalonderwijs pas wordt ingericht vanaf een latere lesdag dan de eerste lesdag van oktober (door programmatie in de loop van het schooljaar of omdat er zich pas in de loop van het schooljaar leerlingen aanbieden), wordt het aantal leerlingen geteld op de eerste lesdag van (effectieve) organisatie.

3° Bij elke toename van het absoluut aantal anderstalige nieuwkomers met vier verspreid over de organiserende school of (in het geval van organisatie binnen een scholengemeenschap) scholen "kan" het pakket uren-leraar herberekend worden. Bij elke afname van het absoluut aantal anderstalige nieuwkomers met vier "moet" het pakket uren-leraar zelfs herberekend worden.

In het geval van organisatie door meerdere scholen binnen een scholengemeenschap worden, op basis van de gemaakte afspraken binnen die scholengemeenschap, deze uren dan achteraf verdeeld over de betrokken scholen.

Iedere school die onthaalonderwijs aanbiedt, brengt AGODI op de hoogte van de ingeschreven leerlingen door registratie in DISCIMUS via het schooladministratiepakket. Dit laat toe de omkadering te berekenen.

Op basis van de geverifieerde gegevens zal een dienstbrief worden opgesteld, gericht aan de contactschool binnen de scholengemeenschap of de organiserende school buiten een scholengemeenschap, met het aantal specifieke uren-leraar. Na elke herberekening zal de contactschool een nieuwe dienstbrief ontvangen.

5.1.2. Extra omkadering voor begeleiding, ondersteuning en opvolging van ex- onthaalleerlingen in het regulier onderwijs en voor expertise-overdracht en –opbouw in het regulier onderwijs m.b.t. ex-onthaalleerlingen

Elke contactschool van een scholengemeenschap en elke school met onthaalonderwijs buiten een scholengemeenschap krijgt 0,9 uren-leraar per regelmatige anderstalige nieuwkomer in het onthaaljaar. Deze middelen worden berekend op basis van het aantal regelmatige leerlingen van het onthaaljaar op de eerste lesdag van februari van het voorafgaande schooljaar. In afwijking hiervan geldt als datum de eerste lesdag van juni van het voorafgaande schooljaar voor zover de programmatie heeft plaats gevonden na de eerste lesdag van februari. Vanaf het daaropvolgend schooljaar geldt de gewone regeling qua tellingsdatum, nl. de eerste lesdag van februari van het voorafgaande schooljaar.

In het geval van organisatie door meerdere scholen binnen een scholengemeenschap worden, op basis van de gemaakte afspraken binnen die scholengemeenschap, deze uren verdeeld over de betrokken scholen.

De betrokken uren-leraar kunnen uitsluitend worden aangewend voor begeleiding, ondersteuning en opvolging van ex- onthaalleerlingen in het regulier onderwijs en voor expertise-overdracht en –opbouw in het regulier onderwijs m.b.t. ex-onthaalleerlingen. Over de concrete besteding van deze specifiek voor ex-anderstalige nieuwkomers gereserveerde uren beslist het schoolteam.

Alleszins moet er gewerkt worden aan het verbeteren van het begrip en de expertise van reguliere leerkrachten in de onthaalschool en in andere scholen door middel van coaching door leerkrachten van het onthaalonderwijs en moet er ook voorzien worden in een goede doorstroming van leerlingeninformatie en in het onderhouden van contacten met de ex-onthaalleerlingen.

5.2. Berekening van de omkaderingsnormen voor het bestuurspersoneel, het onderwijzend personeel en het ondersteunend personeel

Alle scholen die onthaalonderwijs organiseren, verkrijgen sowieso reguliere middelen. Deze middelen worden berekend op basis van het aantal regelmatige leerlingen van het onthaaljaar op de eerste lesdag van februari van het voorafgaande schooljaar. In afwijking hiervan geldt als datum de eerste lesdag van juni van het voorafgaande schooljaar voor zover de programmatie heeft plaats gevonden na de eerste lesdag van februari. Vanaf het daaropvolgend schooljaar geldt de gewone regeling qua tellingsdatum, nl. de eerste lesdag van februari van het voorafgaande schooljaar.

Het onthaalonderwijs wordt beschouwd als een afzonderlijke administratieve groep en behoort als structuuronderdeel niet tot de eerste, tweede of derde graad.

Wat het pakket uren-leraar betreft wordt verwezen naar de omzendbrief SO 55.

5.3. Berekening van het pakket uren-leraar voor godsdienst en/of niet confessionele zedenleer in het onthaaljaar

Ook in het onthaaljaar moet levensbeschouwelijk onderricht gegeven worden.

Van het pakket van het onthaaljaar worden voor het onderwijzen van één godsdienst of voor het onderwijzen van niet-confessionele zedenleer uren afgenomen.

Indien er in het onthaaljaar vraag is naar meer dan één godsdienst, worden deze leerlingen voor deze godsdiensten geteld bij de leerlingen van het eerste leerjaar B.

Indien er in de school geen eerste leerjaar B is, worden ze voor deze godsdiensten geteld bij de leerlingen van het eerste leerjaar A. Indien er in de school noch een leerjaar B noch een leerjaar A is, worden ze voor deze godsdiensten geteld bij de leerlingen van de tweede graad.

Zie verder omzendbrief SO 55.

5.4. Berekening van de werkingsmiddelen

De werkingsmiddelen worden toegekend op basis van het aantal anderstalige nieuwkomers in het onthaaljaar op de eerste lesdag van februari van het voorafgaande schooljaar. In afwijking hiervan geldt als datum de eerste lesdag van juni van het voorafgaande schooljaar voor zover de programmatie heeft plaats gevonden na de eerste lesdag van februari. Vanaf het daaropvolgend schooljaar geldt de gewone regeling qua tellingsdatum, nl. de eerste lesdag van februari van het voorafgaande schooljaar.

De berekening per leerling gebeurt voor wat betreft de schoolkenmerken op basis van een puntengewicht vermenigvuldigd met de geldwaarde per punt (basisfinanciering). Het puntengewicht voor anderstalige nieuwkomers is gelijk aan het puntengewicht vastgesteld voor de leerlingen in de eerste graad, namelijk 16. Daarenboven gebeurt er bijkomend een berekening per leerling voor wat betreft leerlingenkenmerken. Zie verder omzendbrief SO 16.

6. VERIFICATIE

De verificateur gaat na of de leerlingen die het onthaaljaar volgen, voldoen aan de voorwaarden om als "anderstalige nieuwkomer" beschouwd te worden. De verificateur baseert zich voor de tweede en derde voorwaarde alsook voor de leerlingen uit open asielcentra op de documenten die hiervoor per leerling worden bijgehouden (zie punt 2.1.2.1.). De andere voorwaarden kan de verificateur controleren aan de hand van de gegevens over de schoolloopbaan van de leerling.

Indien de toelatingsklassenraad voor individuele leerlingen in uitzonderlijke omstandigheden is afgeweken van de voorwaarden, moet de motivering ervan ter inzage liggen op school voor de verificateur.

7. Personeelsaangelegenheden vanaf 1 september 2006

7.1. De aanstelling van personeel binnen het onthaaljaar

7.1.1. Aanstelling in alle graden van het voltijds secundair onderwijs

Voor de leerlingen is het onthaaljaar niet gebonden aan een graad of onderwijsvorm. Voor de toepassing van de personeelsreglementering moet u de opdrachten van de leraren wel koppelen aan een graad en onderwijsvorm.

De leraren kunnen aangesteld worden voor:

  • het algemeen vak Nederlands voor nieuwkomers;
  • de algemene vakken godsdienst, niet-confessionele zedenleer, eigen cultuur en religie, cultuurbeschouwing;
  • andere vakken (maximaal 4 uren kunnen door de anderstalige nieuwkomer vrij besteed worden in het onthaaljaar).

Voor de bezoldiging en voor het bepalen van het prestatiestelsel van de leraar of godsdienstleraar wordt de opdracht uitgedrukt in het aantal gepresteerde lesuren in een graad en onderwijsvorm. Het schoolbestuur kiest de graad en onderwijsvorm die voor het personeelslid de meest gunstige bezoldiging en prestatiestelsel opleveren.

Consequenties: de GVSO-groep 1 kan bijvoorbeeld aangesteld worden voor AV Nederlands voor nieuwkomers in de tweede graad ASO met weddeschaalcode 301 en prestatienoemer 21; de licentiaat met pedagogisch bekwaamheidsbewijs kan bijvoorbeeld aangesteld worden voor het AV lichamelijke opvoeding in de derde graad van het TSO met weddeschaal 501, prestatienoemer 20.

U kan een tijdelijk personeelslid aanwerven om de betrekking in te vullen, of rechtstreeks een vast benoemd personeelslid aanstellen.

Op een tijdelijk personeelslid dat binnen dit onthaaljaar is aangesteld zijn, naargelang het geval, de bepalingen van toepassing van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding of van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs van toepassing. Met andere woorden, elke aanstelling en elk einde van een aanstelling gebeurt zoals beschreven in de decreten rechtspositie.

Dit betekent dat het personeelslid dienstanciënniteit opbouwt voor deze aanstelling en dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) van toepassing is.

Een vastbenoemd personeelslid kan hetzij rechtstreeks hetzij via het verlof om tijdelijk een andere opdracht op te nemen (verlof TAO) worden aangesteld in dit onthaaljaar.

7.1.2. Het algemeen vak Nederlands voor nieuwkomers

Het aanleren van de Nederlandse taal aan anderstaligen verschilt fundamenteel van het Nederlands dat onderwezen wordt aan Nederlandstaligen binnen het algemeen vak Nederlands. Dit onderscheid wordt geconcretiseerd door de creatie van het algemeen vak Nederlands voor nieuwkomers.

Er worden bekwaamheidsbewijzen en weddeschalen vastgelegd in alle graden en onderwijsvormen van het voltijds secundair onderwijs.

De leraren die vóór 1 september 2006 Nederlands gaven in het onthaalonderwijs behouden de mogelijkheid om dit te doen via het vak Nederlands voor nieuwkomers. Hiertoe werden er overgangsmaatregelen getroffen voor het bekwaamheidsbewijs en de weddeschaal.

7.2. De aanstelling binnen de extra uren-leraar voor begeleiding, ondersteuning en opvolging van ex- onthaalleerlingen in het regulier onderwijs en voor expertise-overdracht en –opbouw in het regulier onderwijs m.b.t. ex-onthaalleerlingen

In deze extra uren worden leraren of godsdienstleraren aangesteld.

Voor de bezoldiging van het personeel en voor de toepassing van de statutaire rechten en plichten, wordt de opdracht gelijkgesteld met een opdracht van leraar of godsdienstleraar. Het schoolbestuur is ertoe gehouden de meest gunstige keuze te maken voor het personeelslid inzake prestatiestelsel en bezoldiging.

Deze opdracht moet niet noodzakelijk effectief voorkomen in de school.

U kan een tijdelijk personeelslid aanwerven om de betrekking in te vullen, of rechtstreeks een vast benoemd personeelslid aanstellen.

Op een tijdelijk personeelslid dat binnen deze extra uren-leraar in het vervolgtraject is aangesteld zijn, naargelang het geval, de bepalingen van toepassing van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding of van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs van toepassing. Met andere woorden, elke aanstelling en elk einde van een aanstelling gebeurt zoals beschreven in de decreten rechtspositie.

Dit betekent dat het personeelslid dienstanciënniteit opbouwt voor deze aanstelling en dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) van toepassing is.

Een vastbenoemd personeelslid kan hetzij rechtstreeks hetzij via het verlof om tijdelijk een andere opdracht op te nemen (verlof TAO) worden aangesteld in deze extra uren.

7.3. Praktische schikkingen

Met een RL-1 worden opdrachten van personeelsleden aan de hand van volgende codes doorgestuurd:

  • AV Nederlands voor nieuwkomers: vakcode 877;
  • andere opdrachten in het onthaaljaar: vakcode 436;
  • extra uren-leraar voor begeleiding, ondersteuning en opvolging van ex-onthaalleerlingen in het regulier onderwijs en voor expertise-overdracht en –opbouw in het regulier onderwijs m.b.t. ex-onthaalleerlingen, afgekort tot vervolgtraject: vakcode 880.

8. Extra ondersteuning op het vlak van Nederlands na doorstroom naar het regulier secundair onderwijs

In het voltijds gewoon secundair onderwijs bestaan momenteel al verschillende reguliere instrumenten om ook leerlingen die uit het onthaaljaar komen extra te ondersteunen op het vlak van Nederlands. Zo kunnen er inhaallessen worden georganiseerd of kan er gebruik gemaakt worden van de vrije invulling van het keuze- of complementair gedeelte. Sinds het schooljaar 2011-2012 kunnen er ook flexibele leertrajecten ingericht worden voor individuele leerlingen waarmee een alternatief lesprogramma kan worden samengesteld met extra uren Nederlands (ter vervanging van andere programmaonderdelen).

Aan deze bestaande instrumenten wordt vanaf 1 september 2014 een bijkomend instrument toegevoegd in de vorm van extra taallessen Nederlands voor leerlingen met onvoldoende kennis van de onderwijstaal en die al dan niet uit het onthaaljaar komen. Deze extra taallessen kunnen oplopen tot maximaal drie uur per week bovenop de lessentabel van het structuuronderdeel waarin de betrokken leerling is ingeschreven. Het volgen van de extra taallessen is een verplichting voor de betrokken leerling. Voor meer informatie zie punt 15.2 van de omzendbrief SO 64.

Het schoolbestuur beslist of er met één of meer van deze instrumenten wordt gewerkt in zijn school/scholen. Het behoort tot de bevoegdheid van de klassenraad en desgevallend betrokken personen om te beslissen of één of meer van deze mogelijkheden voor de individuele leerling worden benut. Dit betekent kortom dat de overheid instrumenten aanreikt, maar dat het schoolbestuur er vanuit zijn didactische en pedagogische autonomie al dan niet gebruik van maakt.

9. Bijlagen